S. A. MNNEWASSER h
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
TOBRA1 .CO
DINSDAG 8 AUGUSTUS 1933
61ste JAARGANG
Ilitler over het handhaven van de macht en de be
strijding van de werkloosheid. - De spanning tusschen
Duitschland en Oostenrijk.
Wij breien!!!
Handel met Rusland.
De rijksbegrooting voor 1934.
Tegen het behendigheidsspel.
in 50 dessins,
kleur-echt, wasch-echt,
FEUILLETON
„Omdat jij mijn geluk bent".
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
oegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen-
and f 2.— NederL Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1._. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jk.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. by vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewysno. 4 ct.
Hot woord van Hitier en de daden van
de Nationaal-socialisten hebben voor
onzen tijd bizondere beteeken is, zooals
uit dit overzicht weer zal blijken, we be
doelen dan eigenlijk het optreden van
Duitschland tegenover Oostenrijk, ten
gevolge waarvan in Europa een ernstige
spanning is ontstaan, die in veel opzich
ten doet denken aan de dagen vlak voor
de groote botsing in 1914.
Doch eerst Hitler's woord. Op de lei
dersbijeenkomst te Berchtesgaden heeft
hij Zaterdag een rede gehouden, waarin
hij over den binnenlandschea toestand
o.m. heeft gezegd:
De laatste 6 maanden die ons in het
bezit der staatsmacht gebracht hebben,
zijn de rechtvaardiging geweest van het
optreden in het laatste jaar en van het
vertrouwen, dat de leiding in de partij
had. Hieruit volgt vanzelf de consequen
tie voor de toekomst. Er valt niet aan te
twijfelen, dat de partij de macht met alle
middelen zal verdedigen. Orde in eigen
huis is in laatste instantie beslissend, ook
voor de positie in de wereld. Van wezen
lijk belang is, dat de heerschappij in den
staat door een aan de toevalligheden van
het oogenblik onttrokken stabiel instituut
gegarandeerd is. Onafhankelijk van per
sonen moet daarom de macht der bewe
ging voor de toekomst bevestigd worden.
Daarom is een organisatie noodig, die
zoodanig is, dat daaruit de leiding steeds
vanzelf vernieuwd wordt.
De partij zal haar leiders-hiërarchie
opbouwen door een Senaat der oudste en
trouwste partijgenooten.
Deze moeten voor groote tijdsperioden
denken, want zij zijn geroepen het leven
van het volk te garandeeren. Het lidmaat
schap van de partij kan niet genoten wor
den; het kan slechts offers beteekenen.
Deze heroïsche idee moet het heele volk
beheerschen. Verder moet een traditie
der beweging geschapen worden. Daarom
moet de leiding steeds teMunchen blij
ven en zullen de partijdagen om de twee
jaar te Neurenberg gehouden wordent
De algemeene aanval op de werkloos
heid, zoo zeide Hitier verder, geschiedt
jn drie groote golven. De eerste golf van
de 6 afgeloopen maanden heeft twee mil-
lioen werkloozen van de straat geholpen.
De tweede golf, die in September be
gint en waarvoor de materieele en finan-
cieele grondslagen verzekerd zijn, heeft
ten doel de bereikte resultaten voorloopig
in den winter te handhaven.
De 3e golf zal volgend voorjaar begin
nen en de werkloosheid verder op beslis
sende wijze terugdringen. Hitier is vast
overtuigd, dat men in den loop van het
volgend jaar tot een definitief resultaat
met de werkloosheid zal komen.
De leider hééft het geweldige project
van wegenbouw aangegeven, dat na eeu
wen nog getuigenis zal afleggen van den
moed der nat.-soc. beweging. Spr. was
overtuigd, dat onze tijd in de geschiede
nis eens als een geweldige omwenteling
bekend zal staan. Men kan de toekomst
met moed en vertrouwen tegemoet zien.
De spanning tusschen Duitschland en
Oostenrijk, waarover wij ook vorige week
in een overzicht schreven, is er sindsdien
niet minder op geworden. Het „Handels
blad" schreef daarover Zaterdagavond
onder meer:
Geleidelijk aan ontwikkelt zich de ver
houding tot een soort oorlogstoestand,
zij het dan ook, dat er van strijd in den
militairen zin van het woord geen sprake
is. Maar wel komen de tegenstanders
voortdurend scherper tegenover elkaar te
staan, en gaat het tusschen den grooten
en kleinen Duitschen „broeder" van
kwaad tot erger. Steeds hardnekkige/
gaat de regeering van bondskanselier
Dollfuss, die zich gesterkt voelt door de
toenemende sympathie van allen, die dezen
ongelijken strijd gadeslaan, en zeker niet
het minst door het bewustzijn, dat hij op
krachtdadigen steun zal kunnen rekenen
van die groote mogendheden, welke be
langen met het behoud van een zelfstan
dig Oostenrijk nauw samen gaan, zich
verzetten tegen de Duitsch-nationaal-
socialistische pogingen tot „Gleichsehal-
tung" van zijn land, welke de verbóden
„Anschluss" moet vervangen, maar die
tenslotte hetzelfde resultaat ten doel
heeft. N.l. toevoeging van een Oosten-
rijksche provincie aan Duitschland.
Hoe hardnekkig de Nazi's werken aan
de verwezenlijking van het doel, dat
Hitier reeds in zijn politieke belijdenis
„Mein Kampf" als het eerste streven,
waarop alle krachten van een nieuw
Duitschland moeten worden geconcen-
teerd, aanwees, nl. de Duitsch-Oostenryk-
sche eenheid, blijkt opnieuw uit de door
de Weensche politie gerapporteerde ont
dekking van een centrale der verboden
nationaal-socialistische party, welke ont-'
dekking leidde tot de arrestatie van een
groot aantal personen, die betrokken zou
den zijn bij dezen ondergrondschen en
illegalen arbeid, gericht tegen den Oos-
tenrykschen staat.
De intimidatie en het geweld, welke
meer en meer weer de grondslagen van
de Duitsche politiek dreigen te worden,
blijkens het optreden tegen den zwakken
Oostenrykschen buurman, wekken aller
wegen toenemende antipathie en tevens
groote bezorgdheid. In Engelsche bladen
wordt b.v. herinnerd aan de voor-oorlog-
sche Duitsche methode en wordt de vrees
uitgesproken, dat het met snelle schreden
weer eenzelfden weg uitgaat.
De „Times" o.a. stelt, de vraag of in
1918 de overwinning werkelijk werd be
haald. Evenals in 1914 is thans, in 1933,
Duitschland wederom de voornaamste
oorzaak van de Europeesche onrust.
Het blad ziet verschillende verontrus
tende overeenkomsten in den politieken
toestand van thans en dien van 1914, ter
wijl de liberale „News Chon." constateert,
dat de Hitleriaansche revolutie Europa
heeft terug doen vallen tot de spanning
van de jaren tusschen Agadir-incident en
de fatale dagen van 1914.
Prof. ALBERT E1NSTEIN,
de wereldberoemde mathematicus, die
in verbanning leeft.
en repareeren
alle soorten
KEIZER HIROH1TO VAN JAPAN,
wollen kleeding, ook badpakken, kousen en
sokken (ook de allerfijnste) JA Al' SNOR, Zuidstraa die persoonlijk de groote Japansche vloot-
19 (Let op den gelen winkel). manoeuvres in den Grooten Oceaan leidt.
REGEERINGSWIJZIGINGEN IN
BELGIË.
Zal de premier ontslag nemen?
De correspondent van de Nw. Rott.
jCrt. te Brussel meldde Zaterdagavond:
I Opnieuw doen als ernstig beschouwde
geruchten de ronde, dat voor de opening
ivan de nieuwe parlementaire zitting, dat
is voor 17 October, de premier de heer
De Broqueville zou ontslag nemen en zou
worden opgevolgd of wel door Jaspar,
minister van financiën of door Tschof-
fen, minister van koloniën. Het Waalsche
Kamerlid Bovesse zou als minister van
justitie in de regeering worden opgeno
men en Poulett zou binnenlandsche zaken
aan van Cauwelaert afstaan. Ook wordt
verklaard, dat de heer Deveze, minister
van landsverdediging, zal ontslag nemen,
indien er geen gevolg zou worden gege
ven aan de opvattingen, welke hij van
zijn ministerschap heeft, namelijk verwe
zenlijking van de maatregelen die hij
noodig acht voor de landsverdediging.
HONGARIJE EN DE STERILISATIE.
Men schrijft aan de „Nw. Rott. Crt."
uit Boedapest:
Nog onder de regeering van graaf Ka-
rolyi, schrijft de Magyarorszag, diende de
bond van krankzinnigenartsen een memo
randum bij de regeering in, waarin tot ui
voering der steriliseering werd geadvi
seerd. De Raad voor de volksgezondheid
meende toen, dat de sterilisatie ontijdig
was, waarop de krankzinnigenartsen een
nieuw memorandum opstelden en dat in
den herfst opnieuw bij de regeering in
dienden. Naar het blad in verband daar
mede verneemt, zou de regeering thans
een wetsontwerp voorbereiden, waarbij
o. a. ook het verplichte medische onder
zoek voor het huwelijk zou worden inge
voerd en lieden met erfelijke organische
ziekten het sluiten van een huwelijk zou
worden verboden. Verder zou men ook
personen, in wier familie krankzinnigheid
erfelijk is, steriel willen maken.
DE MIJNWERKERSSTAKING IN
PENNSYLVANIE GEËINDIGD.
Door tusschenkomst van Roosevelt.
Reuter meldt uit Hydepark:
Door persoonlijke interventie van pre
sident Roosevelt is een einde gekomen
aan de staking der mijnwerkers in Penn-
sylvanië. Roosevelt heeft namelijk aange
kondigd, dat het geschil zal worden gere
geld door een nieuwe code voor de mijnen
en dat er scheidsrechters zullen worden
benoemd 0111 intussehen elk geschil, dat
ontstaat, te regelen.
Als gevolg hiervan zullen 70.000 arbei
ders het werk hervatten, terwijl de be
staande arbeidstijd én loonen zullen wor
den gehandhaafd.
DE STAKING TE STRAATSBURG.
De prefect van het departement van
den Beneden Rijn, de inspecteur-generaal
van de politie in den Elzas en de militaire
gouverneur van Straatsburg, hebben 700
man militaire troepen gemobiliseerd, om
de straten van Straatsburg te zuiveren en
alle barricaden en steenhoopen, die de
munitie leveren, waarmee de stakers de
politie bestoken, op te ruimen.
Zaterdag was te Straatsburg de toe
stand vrij rustig en men hoopt, dat het
revolutionnaire karakter der beweging zal
afnemen, zonder dat er evenwel teeke
nen zijn, die wijzen op overeenstemming
tusschen werkgevers en arbeiders.
De rechtbank heeft Zaterdag 20 betoo-
gers veroordeeld tot straffen van 3 weken
a 6 maanden. Onder de veroordeelden be
vinden zich 2 Duitschers en een Saarlan-
der.
ACHTTIENDUIZEND MAN
HULPPOLITIE IN OOSTENëRIJK
De Parijsche correspondent van de Ber-
liner Börsenzeitung meldt, dat de Oosten-
rijksehe bondskanselier Dollfuss bij de
I'Tansche regeering zou hebben voorge
steld in Oostenrijk de hulppolitie tot
18.000 man op te voeren, ter bestrijding
van de nationaal-socialistische beweging.
Deze hulppolitie zou een zuiver militair
karakter hebben, militair bewapend zijn
en onder het ministerie van oorlog staan.
De Fransche regeering zou na overleg
met Engeland en de Kleine Entente met
het Oostenryksche voorstel accoord zijn
gegaan.
De verantwoordelijkheid voor dit be
richt blijft geheel voor rekening van het
blad.
Vleesch en haring tegen hout
en rogge.
In het weekblad Visscherij Nieuws van
5 dezer lezen wy:
Naar wy vernemen, maakt een hooge
Sowjet-autoriteit, die te Scheveningen ver
toeft, van deze gelegenheid gebruik, om
onderhandelingen met particuliere hande
laars en ook met onze regeering aan te
knoopen over de levering van verschil
lende waren.
„De regeering stelt zich op het stand
punt, dat van credietverleening, om deze
aankoopen te financieren geen sprake kan
zijn doch dat een wederzydsche levering
van waren en verrekening met gesloten
beurzen wellicht mogelijk zou zijn.
„De Russen zouden dan vooral hout en
rogge kunnen leveren, terwijl onzerzijds
vooral vleesch en pekelharing voor leve
ring in aanmerking zou komen.
„Reeds zouden stappen zijn gedaan om
tot den verkoop van een belangrijke party
haring van deze teelt aan Sowjet-Rusland
te geraken."
Varkens en spek
tant geld.
tegen con-
Een zaak met Rusland, die inderdaad
tot stand is gekomen en wel tegen gereed
geld, doch waarover reeds sedert gerui-
men tijd met de „Exportchleb" te Rotter
dam onderhandeld was, is ons zooeven ter
oore gekomen. Het betreft den verkoop
door de Varkenscentrale van 300.000 kg
varkens en 350.000 kg spek, waarbij de
firma W. Kroes, te Overschie, haar be
middeling heeft verleend.
Evenwicht verzekerd, indien
voor te stellen maatregelen
worden aangenomen.
Het Ned. Correspondentiebureau voor
dagbladen te 's-Gravenhage meldt:
Naar de „Nw. Rott. Crt." verneemt,
heeft het ontwerp-ryksbegrooting voor
1934 het departement van financiën ver
laten.
In verband hiermede wordt het blad van
bevoegde zijde medegedeeld, dat het her
stel van het budgetair evenwicht is ver
zekerd, wanneer verschillende door de Re
geering gelijktijdig met de begrooting in
te dienen maatregelen door de Staten-Ge-
neraal zullen zijn aangenomen.
De regeering zal ingrijpen.
Wij lezen in de „Avondpost":
Nu het z.g. behendigheidsspel, dat in
diverse badplaatsen beoefend wordt en
daar inderdaad een attractie blijkt te zyn
zoodat een opleving der bedrijven te con-
stateeren valt niet beperkt is gebleven
tot deze seizoenressorten en in verschei
dene plaatsen in den lande clubs gesticht
worden, met het doel een of ander behen
digheidsspel te exploiteeren, treft, naar
wij vernemen, de regeering thans maat
regelen om paal en perk te stellen. Hoewel
de minister van binnenlandsche zaken nu
reeds tot tweemaal toe een ernstig beroep
heeft gedaan op de burgemeesters om
tegen het toelaten van die behendigheids
spelen in hun gemeente stelling te nemen,
nemen de gelegenheden, waarin dit spel
kan worden beoefend, regelmatig toe.
Er zyn burgemeesters, die zich, tegen
de meening van den minister in, op het
standpunt stellen, dat zy geen vergunning
of toestemming behoeven te geven, zoolang
dit spel niet wordt beoefend in een ver
gunningslokaal.
De regeering is thans doende, zich te
laten voorlichten over de verschillende
spel-methoden, die worden beoefend.
Naar verluidt ligt het in de bedoeling,
hetzij door een wetswijziging, dan wel
door het in het leven roepen van nieuwe
bepalingen, ook het z.g. behendigheidsspel
hiertelande totaal te verbieden.
I Verwacht wordt, dat nog vóór October
a.s. aan deze speelwoede een einde zal wor-
den gemaakt.
miÜS per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
N.S.D.A.P. IN LIMBURG
OPGEHEVEN?
I
Het Wolffbureau te Berlijn verneemt
van welingelichte zijde:
De jongste uitzettingen van Duitschers
uit de Nederlandsche mijnstreek en het
verbod, uitgevaardigd door de commissa
rissen van politie te Heerlen en Kerkrade
I volgens hetwelk buitenlanders niet mo
gen deelnemen aan oefeningen in den
wapenhandel over de grens (het tele
gram spreekt van „Wehrsportübungen"),
berusten klaarblijkelijk op onjuiste be
richten in de pers.
In die berichten is medegedeeld, dat de
Duitsche nationaal-socialisten in Zuid-
Limburg, nu zij zich in Nederland niet
met politiek mogen bezig houden, zich
over de grens begeven 0111 daar bijeen
komsten en oefeningen te houden.
Deze voorstelling van zaken komt ech
ter niet met de werkelijkheid overeen.
Wegens misverstanden en bezorgd
heid bij de Nederlandsche autoriteiten
zijn de kring Limburgen de afc'eelin-
gen van de N.S.D.A.P. eenigen tijd ge
leden van Duitsche zijde opgeheven. Er
worden geen oefeningen en officieeto
samenkomsten meer gehouden.
Den voormaligen leden van den kring
Limburg der N.S.D.A.P. is het verbod
opgelegd de grens te overschrijden als
zij de bedoeling mochten hébben deel te
nemen aan bijeenkomsten of oefeningen
op Duitsch gebied.
Het Hbl. teekent bij dit bericht aan:
Ofschoon de strekking van het eerste
deel van dit telegram uit Duitsche bron
ons twijfelachtig voorkomt geven wy het
in zyn geheel ter wille van de positieve
inededeelingen aan het einde daarvan.
MEER STEUN AAN DEN TUINBOUW?
Aan het slot der boeteprocessie, welke
de R.-K. Diocesane Land- en Tuinbouw-
bond in het bisdom Haarlem (L. T. B.)
naar Heilo heeft gehouden, deelde de
geestelijke adviseur rector Kok, mede,
daags te voren den minister van Ec. Za
ken te hebben gesproken, die hem ver
klaarde „het met de tuinders het meest te
doen te hebben, doch dat hy met meer
dan met deze groep te doen heeft."
De minister had verder volgens het
L. T. B.-orgaan den rector gemachtigd
mede te deelen „dat hij er van was over
tuigd, dat vijf millioen gulden als steun
voor den tuinbouw onvoldoende is en dat
de minister maatregelen zal zoeken, om
tot verhooging van dit bedrag te komen."
Een Heldersche roman
door
WLLLIARIS.
21)
„Behalve' die paar maanden toen in Am
sterdam, heb ik nog geen greintje geluk
gehad!"
Zoo liep ze weifelend voort, haar her
sens pijnigend 0111 een middel te vinden,
heni de waarheid te zeggen en hem toch
niet te verliezen, toen ze onverwachts
Averd opgeschrikt door een ruw klinken
de stem naast haar.
„Goeien avona juffie," zei de man, van
z(jn fiets afstappende.
Hy had den kraag van zijn jas opgezet
en de pet was diep over zijn oogen ge
trokken.
"Zeg juffie", klonk de stem weer „jij
bent toch getrouwd?"
Angstig vroeg ze zich af. wal dat on
gure type van haar zou willen. Zij kende
hem niet, maar hy scheen toch te weten,
dat ze getrouwd was. Verbeeld je, dat zoo
iemand 1111 eens naar Hans ging 0111 hel
hem te vertellen. Neen, dat zou niet ge
beuren, dat mocht niet! Zij moest ande
ren voor zijn en het hem zelf zeggen. O,
had ze het maar dadelijk gedaan. Wat
zou hier misschien nog uit voortvloeien?
Haar stem zooveel mogelijk in bedwang
houdend, vroeg ze dapper:
„Nou, en wat zou dat?"
Hij grinnikte hatelijk. „Wat dat zou?
Wel, je man zit in de Oost en jij gaat hier
op stap met een ander. Dat is niet mooi
van je. Ik heb je gisterenavond ook al
gadegeslagen. Ik heb wel gezien, dat hy
je die trap opdroeg! En daareven heeft
hy je gekust ook! Ja, het geeft niets hoor,
ik gun je heel graag een pleziertje, en ik
zal niets vertellen, als ik maar één keer
tje met je mee mag."
Zij bleef staan en keek angstig rond.
Zy trilde op haar beenen, maar haar
hersens werkten snel en zochten een uit
weg.
„O", zei hy weer, „tracht maar niet weg
te loopen, hoor.... Ik weet waar je
woont, dus
Zij liep weer langzaam verder. Haar
plan was al gemaakt.
Zij zou niet naar huis gaan, maar zoo
vlug mogelijk naar Hans. Als ze dien
eenmaal te pakken had, zou die kerel wel
beenen maken.
Ze liep haar huis voorbij. Hy zei er
niets over en dus was het niet waar, dai
hij Wist in welk huis zij woonde. Dat
luchtte haar al op.
Onverwachts sloeg ze links af en rende
ze een smalle brandsteeg in. De aanran
der. die daar niet op verdacht was en
bovendien door zijn fiets gehinderd werd,
kon haar zoo vlug niet volgen.
Hij vloekte luid. wat haar nog sneller
deed hollen. Op gevaar af van ergens
over te struikelen, rende ze de steeg uit,
stak een straat over en vluchtte weer een
andere steeg in. tot ze vooraan op den
Polderweg uitkwam.
Zoo kalrti mogelijk, om niet de aan
dacht te trekken, liep ze nu naar de Prins
Hendriklaan. Onder de dubbele ry hoo
rnen ze.g ze niemand en het was er
donker.
Voort holde ze weer tot vlak bij de
Keizerstraat. Nu moest ze gewoon loopen.
Haar zenuwen waren tot het uiterste ge
spannen en ze voelde het niet lang meer
vol te kunnen houden. Ze had maar één
wensch; en dat was: by Hans te zijn.
Daar was ze al by het huis, dat hij haar
aangewezen had, maar ze zag geen licht
boven. Zou hij niet direct naar huis gegaan
zyn?
Met een flinken ruk trok ze aan de bel.
Hans was juist thuisgekomen en had
verwonderd rondgekeken, dat hy nog
niemand thuis trof. Het was toch al en
uur. Zijn hospita was Iaat. Hy ging nam
boven en wilde juist het licht aandraaien,
toen er hard gebeld werd. Geweldig, wat
ging dat ding te keer.
Snel boog hij zich door het openstaan
de raam en riep naar beneden: „Hallo,
wie is daar?"
„O Hans, kom gauw by me, ik word
achtervolgd. Kom vlug," klonk het ang
stig.
Hij stormde naar beneden. Nauwelijks
was de deur open. of ze greep hem al bij
zijn arm. „Kom Hans, vlug, neem me
mee!"
Heftig begon ze nu te snikken.
Hij trok haar mee een zijstraat in. Zy
liet zich leiden, maar kon niet spreken,
0111 een verklaring te geven. 'Ze snikte
maar.
Kalnipprend snrak hij haar toe: „Kom.
kom, klein vrouwtje, wat is dat nu toch
allemaal. Je bent anders zoo dapper altijd,
maar nu wet ik niet wat >k er van moat
denken. Wat is er toch. dot mijn meisje
zoo huilt?"
Enkeje woorden trachtte ^e te uiten, die
soms eindigden in een snik. „Breng me
thuis. Neen, niet hier. Thuis zal ik je
alles vertéllen. O, Hans, jongen, ik ben
zoo slecht!"
Hy begreep er niets meer van. Zij had
gezegd, achtervolgd te worden en nu zei
ze, dat ze slecht was! Zij kon het toch niet
helpen, dat men haar naliep.
Rustig sprak hij haar toe en zijn stem
werkte kalmeerend op haar geschokt ge
moed; maar ze bleef zwijgen tot ze bil haar
huis waren.
„Neen, jongen, niet door de voordeur.
Kom, hier in de zijstraat is een deur."
Zy ging hem voor naar de huiskamer.
Ze ging zitten en begon weer te snikken.
Hans stak een lucifer aan en zocht naar
den schakelaar van liet üclit. Haar zacht
toesprekend, als had hy het tegen een
kind, hielp hij haar het manteltje uittrek
ken. Toen ging hij naast haar zitten.
„Nu kindje, vertel me maar eens wat
jou zoo erg overstuur maakt."
Haar tranen begonnen heftiger te
vloeien, maar allengs vertelde zij wat er
was voorgevallen. „En het is waar, wat
die man zei," snikte ze. „Ik ben werkelijk
getrouwd. Hans!"
Langzaam liet hij haar handen los. Hy
steunde zijn ellebogen op zijn knieën en
was bleek geworden.
Zy gleed op den vloer naast hem en
sloeg de armen om zijn knieën. „Och toe.
Hans, mijn jongen, mijn lieveling, zeg dat
dat je me vergeeft."
En heftiger opeens ging ze voort: „Ik
kon niet anders. Hans, ik houd zooveel
van je. En ik was zoo gelukkig, toen ik je
weer zag. zoo onuitsprekelijk gelukkig!
Tk kon het je nog niet vertellen, want ik
wist. dat je dan weg zou gaan van 111e.
Dan zou ik weer alleen zijn en ik ben zoo
diep ongelukkig. .Te hegrynt het toch,
jongen? Ik kan jou niet meer missen.
Liever sterf ik.
Dat huwelijk is 111e opgedrongen. Tweo
jaar bijna heb ik het volgehouden. Eiken
dag weer werd ik getergd tot het uiter
ste. Die herhaaldelijke ruzies en die er
gerlijke opsluiting maakten me onver
schillig voor alles. En ik hoorde of zag
niets van jou, al dien tijd. Ten slotte werd
ik zoo moe en onverschillig, dat het me
niet meer kon schelen wat er met me ge
beurde. Om uit die gevangenis te worden
verlost, heb ik toen maar toegestemd in
dat huwelijk.
We hebben twee en een half jaar
samengeleefd en in dien tijd ben ik hein
gaan haten.
Hij was altijd maar bezig zyn toilet te
verzorgen en altijd klaagde hy over pijn,
dan hier, dan daar. Verleden week kreeg
ik nog een brief vol met klachten. Hij ligt
nu weer in 't hospitaal.
Toen ik maar steeds geen kind kreeg,
begon ik hem nog erger te haten. Zoo
hebben we 21/? jaar samengeleefd, tot hy
eindelijk naar Indië moest.
Toen zijn we verhuisd naar hier en nu
heb ik jou weergevonden.
O, Hans, ik wil niet meer terug in dat
leven. Geen dag zou ik het hy hem uit
houden. Ik wil alleen jou hebben. De rest
kan me niets schelen. Maar ik had het je
dadelijk moeten zeggen, Hans, ik weet
het wel. Eu nu vind ik me zoo slecht. Ben
ik slecht Hans? Toe boy, zeg liet eerlyx.
Zwijgend had hij haar verhaal aange
hoord, dat steeds nog door snikken onder
broken werd. Hij ontroerde diep. toen ze
hem vertelde van haar groote liefde voor
hem. maar nog meer trof hem het verhaal
van al het leed. dat zij had doorgemaakt.
En zou hy nu den stat over haar breken?
Neen, dat mocht hy niet.
Een groot medelijden met haar vervul
de zijn hart en hy besloot haar te helpen.
Als een angstig diertje, dat gewond is
en hulp zoekt, kroop zjj tegen hem aan.
Hij keek diep in haar groote, zielvolle:
oogen, waarin nu tranen blonken.
Haar van den grond optillend, zette hij
haar op zijn knie. Nu sprak hij zacht:
„Het was verkeerd van je, Nelly, out
dat voor me te verzwijgen, maar ik ben
de laatste om een oordeel over je te
vellen. Daar heb ik niet het recht toe.!
Maar ik zal je zooveel mogelijk helpen.
Je zegt, dat je niet meer naar hem toe
wilt! Welnu, dan moet je eerst scheiden,
Ik zal er nog eens over denken en infor-
meeren hoe dat in zyn werk gaat. Dins
dagavond kom ik dan hier en kunnen *ve
verder praten.
Maar nu moet je heel kalm worden en.'
gauw naar je bed gaan. Alles komt terecht
hoor. Vertrouw maar op mij.
Is my'n meisje nu tevreden?"
„Nog niet, jongen," zei ze,door haar
tranen heen glimlachend. „Je hebt me
nog niet vergeven!"
„Nu dan, ik vergeef het je graag hoor,
Is het zoo goed?"
„Ja", knikte ze en een zalig lachje gleed
over haar gelaat.
o vervolgd.)