UIT HET OORD DER HITTEGOLVEN 605 VAN ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) In de „verwarmde straten" van de stad New-York. Zelfs babies met eenijs-dotje!Inplaats van „vuurwater" ijs-water! door een specialen correspondent te New-York. !Hen, die bij 20 gr. in de schaduw reeds van de hitte versmachten, moest men eens naar New-York sturen voor hun zomervacantie! Ik geloof, dat zij onmidellijk een sterk verlangen naar hun Europeesche hittegolfjes zouden krijgen. De New-Yorkers hebben in den zomer haast altijd zonnig en warm jf weer. De onderbrekingen zijn kort- Dagenlange regenval kent men daar niet. Een kort, maar hevig onweer met t stormwind en regenslag, dikwijls slechts enkele minuten aanhoudend, brengt bijna geen afkoeling te weeg, maar vergroot dikwijls slechts de war me vochtigheid van de lucht. Drie millioen slachtoffers. Ik wil hier nietspreken over de New- Yorkers, die zich de luxe kunnen ver oorloven, bij het begin van de jaarlijk- sehe zomerhitte hun gemakkelijke en luxueus-ingerichte woonpaleizen te ver wisselen met een prachtig jacht, een bungalow aan het strand of in de ber gen. Deze, nog steeds vrij talrijk zijn de New-Yorkers en hun levenswijze is ons, Europeanen, genoegzaam bekend. Ik wil ook niet spreken over de New- Yorkers, die hoewel zij door hun zaken aan New-York gekluisterd zijn toch een auto bezitten, die hen in de avonduren en bij het weekend in een oogwenk naar de zee, naar een meer, een rivier of een gebergte brengt! Tot deze soort behoort zeker nog steeds een derde deel der New-York- sehe bevolking. Maar wat gebeurt er met hen, die van dit comfort zijn uit gesloten? Over deze menschen wensch ik het thans eens te hebben. Hen heb ik gadegeslagen en hen nagegaan in den strijd tegen de helsche temperatu ren van New-York. Het is een strijd, die al onze begrippen te boven gaat. Door het opeenhoopen van geweldige menschenmassa's op een betrekkelijK geringe bodemoppervlakte, wordt de New-Yorksche zomer wreedcr en on draaglijker, dan waar ook ter wereld. Hoewel New-York op de breedtegraad van Napels is gelegen, wordt er over dag gewerkt, alsof men te Parijs of Londen was. In het werk wordt geen rekening gehouden met de Zuidelijke ligging van de stad! Het leven op straat is zelfs op de heetste dagen ge jaagd en druk. De zomerhitte is nooit een verontschuldiging voor het ver slappen der werkzaamheid. De lucht in de zomersche straten van New-York is niet alleen vochtig-warm, maar vuil-heet! Zij is vol koolstof, roet en benzinedampen. Zelfs zij, die geen lichamelijken arbeid verrichten, zijn na een kort verblijf op straat met een vuile zweetlaag bedekt'. „Men went daaraan!" verzekerde me., mij, toen ik over dit feit klaagde en het is verbazingwekkend, waaraan de overzomerende New-Yorkers zich al niet kunnen wennen. Spoor waggons zonder deuren Zij helpen elkaar zoo goed zij kunnen over de hitte heen, welke ieder jaar vele menschenlevens kost! De voor naamste bondgenoot in den strijd tegen de te hooge temperaturen is de tocht, die overal met de meest geraffineerde hulpmiddelen veroorzaakt wordt. In de spoorwegwagens b.v. zijn niet alleen alle vensters open, maar, als de deuren niet opengeschoven kunnen worden, heeft men er die gewoon maar uitgenomen, uit de hengsels gelicht! Ik heb tevergeefs getracht in een waggon een plaatsje te vinden, waar het niet stormachtig tocht! In de open stations hallen van de hoogbanen (viaduct- sporen) zijn de vensters in den achter wand gewoon weggenomen. Dat hoort tot het zomerplan, In de ondergrond- sche is de ventilatie en de door de „fans"(waaierventilatoren)veroorzaakte trek zoo sterk, dat de dames de rokken moeten vasthouden, anders waaien deze boven hun hoofd uit! Komt men van de gloeiende straten in de een of andere gesloten ruimte, kamer, bureau, lift, tram of winkel, dan vindt men overal een hevige lucht- strooming, die men niet kan ontvluch ten. Aan deze plotselinge afkoeling, terwijl men zoo sterk transpireert, moet men eveneens in het begin „ge wennen". De talrijke rheumatische ziekten, zomerverkoudheden en zenuw pijnen, waaraan de N-ew-Yorkers lij den, zijn hier beslist het gevolg van. Maar op een dergelijke opmerking ant woordt de ras-New-Yorker doodnuch- ter „Ach, daar moet men aan wennen!" De groote bioscopen en restaurants maken gebruik van door ijs gekoelde ventilatoren, zoodat men een jas moet meenemen, om niet het slachtoffer te worden van deze plotselinge tempera tuurwisseling. De warmteverschillen der binnenlucht en der straatlucht is soms meer dan 10 graden Réaumur! De Amerikanen trekken zich hiervan echter niets aan.. Wij, Europeanen, moeten echter grondig wennen aan deze afkoeling. In ieder geval kan men in iedere afgeslo ten ruimte verkoeling vinden en dat is in zekeren zin wel een voordeel. „Verwarmde straten" Een bijzonderheid van New-York is het onvrijwillige, maar onvermijdelijk., verwarmen der straten. De moderne huizen en de hotels en wolkenkrabbers worden door enorme stoominrichtingen oorzien van warm water. De leidings 'buizen loopen onder het straatdek door en hebben toegangen, die met ijzeren deksels afgesloten zijn. Deze deksels hebben gaten, om de damp door te laten en worden door die damp sterk verhit! Als men per ongeluk den voet op zoo'n deksel zet, zal men die al spoe dig verwonderd terugtrekken. StaaT men in de buurt van enkele, vooral in de binnenstad zeer talrijke deksels, dan bemerkt men zelfs op de warmste dagen den gloed, die deze deksels uitstralen! Straatbad voor jong en oud! De New-Yorker stads-autoriteiten doen alles om de onbemiddelden een kostelooze afkoeling te bezorgen. In de armere wijken, die dikwijls onmiddel lijk aan de rijkste stadsdeelen grenzen, speelt het zomerleven zich geheel en al op straat af. De straat is een groote kinderspeelplaats, maar eveneens de sociëteit der volwassenen, die in de schaduw op de naar boven leidende trappen van het trappenhuis der huur kazernes zitten en hun vrijen tijd daar onder gezelligen kout doorbrengen. In deze zijstraten zijn kranen aange bracht, die echter niet alleen dienen om de talrijke brandjes te bestrijden, maar die in den zomer op eenvoudige wijze verkoeling verschaffen. In den zomer schroeft men op deze brandkranen douche-mondstukken, die het water verstuiven. Zij mogen ten allen tijde opengedraaid worden Kinderen en vol wassenen dansen dan in badpak in deze over de heele straat spuitende douche- straal en hebben het grootste plezier! De New-Yorksche waterreservoirs zijn enorm groot en een der grootste be zienswaardigheden. Iedere New-Yorker mag per dag 800 gallon water gebrui ken! Bij de reeds genoemde watervei- spilling echter (3600 liter per hoofd en per dag) is echter ook dit meestal niet voldoende en dan gaat men plotseling sparen en wordt dit onschuldige water- vermaak voor eenigen tijd geremd en Verstoord. De openbare bronnen en fonteinen zijn, zelfs wanneer zij hooger liggen dan het trottoir, bestemd tot speelbad voor de kinderen en de „Cop" (politie agent) zorgt met vaderlijke bezorgd heid er voor, dat de kleine badgasten zich niet bezeeren. Daarentegen heerscht er voor alle wateren in Cen traal New-York, waar het water zóó diep is, dat er slechts gezwommen kan worden, een streng zwem- en badver- bod! Benijdenswaardige vólks- discipline. Om een uur 's middags, als 's Zater dags voor velen het weekend begint, begint de storm op de verkeersmidde len, welke voor 5 of voor 10 cents de door de hitte gekwelde,werkende bewo ners van de Hudson-stad met vrouwen en kinderen naar de kust, naar de zee of een meer brengen, die vrij talrijk zijn in de omgeving. Dit vertrek uit de stad is met dezelfde onaangenaamheden verbonden als bij ons. Men perst zich in overgevi trams, in tjokvolle bus sen en treinen. Maar bij het terugrij den, als alle, evenals bij ons, terzelfder tijd terug willen zijn, treft ons de ge regelde en eerlijke wijze, waarop dit geschiedt en waaraan men bij ons nog wel eens een voorbeeld zou kunnen nemen. Bij de haltes is door enkele streken verf een soort toegang tot de respectievelijke vervoermiddelen aan gegeven en wie het eerst aankomt, mag ook het eerst instappen. Hoogstens één enkele beambte houdt het toezicht. Zel den komt het tot dringen of tot andere vergrijpen tegen het recht van de eerstaangekomenen. Het New-Yorkscho In de werkplaats van den valschen munter. „Och, dat namaken van een briefje van honderd beteekent niet zooveeL De groote moeilijkheid is om een mo del te vinden!" („Pol&iken"). (Auteursrecht voorbehouden). De trein denderde Muider poort voor bij en snelde het Gooi tegemoet. Kort en amechtig ademde de zware locomo tief en trok z'n lange sleep over de spiegelende rails. Bli Weesp scheen hü even op adem te willen komen. Over de gevreesde brug héén zette hij als gerustgesteld z'n pijlsnelle rit voort door het Naardermeer het heuvelachtige Gooi in. In een coupé tweede klasse zat zoo gemakkelijk mogelijk een jongeman. Hoewel hij zoo nonchalant mogelijk in 't hoekje zat te rooken, kon de oplet tende medepassagier bemerken, dat deze nonchalance een zekere onrust verborg. Telkens wierp hij een verscholen blik uit het raampje. Toen Hilversum naderde, pakte hij z'n actetasc-h uit het net en wachtte ongeduldig tot de trein met een zucht en een schok stilstond. Haastig liep hij het viaduct onderdoor en snelde naar den uitgang. Gelukkig, ze stond er! Maandenlang had ze op hem gewacht. Door drukke zaken was het hem onmo gelijk gemaakt, over te komen. En, voor een week-end. wilde hy niet komen; dat was te kort. Dan was de korte wijle, die hij aan haar zijde doorbracht, slechts een mooie droom, waaraan hü zich weer lange weken van alleen-zijn moest vast klampen, als aan een flauwe herinne ring, zonder vaste omlijning. Maar nu; hü zou langer blijven! Veertien lange dagen en deze veertien dagen van on verdeeld genot zouden worden doorge bracht op dé idyllische Loosdrechtsche Plassen. Nu ging ze hem halen! Haar blik monsterde alle reizigers, die zich door den nauwen uitgang persten, 't Duurde lang. Hij had zeker een wagen vooraan gehad. Eindelijk! Een schokje voer door haar heen bij het herkennen daar was hü. In haar roomkleurige Rolls met de fraaie chroom nikkelen koplampen gleden ze naar haar home, de zware „trunk", door een witkiel aangedragen, achterin. Volmaakt gelukkig reden ze 'smid- dags naar de Plassen en zeilden in haar B. M. midzwaardje in het gulcwn zonlicht over de spiegelgladde plassen. Van zeilen was eigenlijk geen.' sprake, ze dreven. Maar dat vond Lily nog verkiezelijker. Nu kon Pierre al z'n aandacht aan haar schenken en be hoefde hü alleen bij het door-de-wind- gaan z'n zeil en roer te bedienen. Om hem heen zeilden en peddelden de jachten en kano's. De wind stak iets op, de plas rimpelde en de zeilen vul den zich. In een wip zaten ze nu op den vijfden plas. Op hun eiland dichtbe groeid met hoog opgaande lischdodderi en riet werd gegeten. Hü vertelde van z'n drukke zaken. Hoe hij er nèt uit had kunnen knijpen voor een paar weken Zij luisterde naar hem, maar hoorde z'n stem als een heel zachte muziek. In verrukking lag zii in z'n stevige bruine armen. Het zou een ideaal vacantie worden, een aaneenschakeling van allerlei ge neugten, watersport, jazz en liefde-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 13