De oorsprong van... voetbal! publiek heeft een veel grootere zelf discipline dan het Europeesche en zou den indringer dadelijk op zijn plaats weten te zetten. De badplaatsen, zoowel die aan de nieren, als aan zee, welke niet particu lier bezit zijn, worden overal gebruikt als kampplaats. Bereden „cops" houden het toezicht op orde en onzedelijkheid. De mannen mogen het bovenlijf niet ontblooten, zwempakken zijn voorge schreven. Treft men er een aan, die het toch gedaan heeft, dan krijgt hij een „ticket" d.w.z. een uitnoodiging van de politie om een boete ter hoogte van zoo en zooveel te komen voldoen, onder be dreiging met gevangenisstraf bij her haling van het feit! De Amerikaansche straffen voor vergrijpen tegen de goede orde en de zedelijkheid zijn zeei streng. Spuwen op den grond b.v. wordt bestraft met een geldboete van ten hoogste 500 dollars(!) of vier weken gevangenisstraf. Wat zouden wij, Europeanen, niet allemaal op ons ge weten moeten hebben, om zoo gestraft te worden?.... lander) als een zonderling wordt nage wezen, wanneer men water of vruch tensap zónder ijs vraagt, is vanzelf sprekend. De Amerikanen moeten, naar de hoeveelheid te rekenen, die zij in den zomer overdag aan ijsdran- ken en ijscrêine verzwelgen kunnen wel blikken magen hebben, om dat t< kunnen verdragen. Zij verdragen het dan ook niet en een maagzweer is daar aan de orde van den dag. Desondanks zullen zij het ijswater drinken nooit afleeren en zelfs de arm- sten der armen drinken daar ijswater en eten hun in ijs gekoelde portie meloen. Baden, niet steeds een genot. De meest-geliefde badplaats van de New-Yorkers is Coney-Island, dat te vens ook een reusachtig Lunapark is. Het is een ongeveer zeven kilometer lange zandplaat, die een halve tot drio kilometer breed is. De Oostzijde is de luxe badplaats, die in evenredigheiu duurder is dan de Westzijde, het volks- bad. Wat op warme dagen daar samen komt, is voor Europeesche begrippen bijna ongeloofelijk. Het is ook weder aan de zich bij alles manifesteerende volksdiscipline te danken, dat alles van een leien dakje gaat. Ongelukken heb ben betrekkelijk weinig plaats. Op een der heetste Zondagen van dezen zomer, waarop naar schatting twee-en-een-half millioen New Yorkers hun stad ver lieten, verdronken er zes personen en verongelukten er twaalf door auto's. Prettig is eigenlijk slechts het baden in den Oceaan. De druk bezochte kus ten van de rivier zijn op sommige plaatsen rotsig en op andere gedeelten bedekt met een vuilgrijzig zand. Ge broken flesschen, conservenbusjes, en allerlei afval spreken van de talrijke be zoeken van „wilde" badgasten, die het aan den vloed overlaten, het strand te zuiveren. Achter het slechts vijftien tot twintig meter breede strand begint da delijk de uit dichte grassen en scha duwrijke boomen bestaande planten- gordel. Gevaarlijk is hier de klimop- soort, die na de lichtste aanraking bin nen enkele dagen sterk jeukende, et terende builen veroorzaakt, die eerst na tien tot veertien dagen genezen. Bij windstilte zijn de zandvliegen en groote muskieten een onaangename plaag. Een maag van als zuigeling. blik, reeds De uitwendige afkoelingsmethoden, als tocht en baden, worden versterkt door de met ijs gekoelde dranken en vruchten. Ook daaraan moet men „wennen", als men niet in Amerika werd geboren. Want hier ziet men kleine kinderen, die nauwelijks kun nen loopen, niet met een.... speen in den mond, maar met hun „pup cycle", dat is een als „dot" voor het zuigen ge vormde portie ijs. „Baby" wordt al vroeg getraind. Dat men als „foreigner" (buiten Wilt u zoo goed zijn om mij iets te vertellen over den oorsprong van het voetbalspel en waar dit het eerst werd gespeeld, schrijft een belangstellend lezer ons, waarschijnlijk voorzitter van een jubileerende voetbalvereeniging, die stof zoekt voor zijn feestrede. Wij hebben ongeveer het volgende geant woord: „Voetbal is al heel, heel oud! In de grijze oudheid reeus was het bekend en nog wordt het door de natuurvolken gespeeld, zooals bij de Maori's (Nw.- Zeeland), de Faro-eilanders, de Filip- pino's, de Polinesiërs, en... bij de Es kimo's! De oude Grieken hebben een spel gekend, dat in den grond het zelfde was als ons hedendaagsche voet bal. De Romeinen speelden een spel, het „Harpastum", waarbij het, evenals bij rugby, geoorloofd was den bal met de handen te grijpen. Basil Kennett heeft dit in zijn „Romae antiquae no- titia" beschreven, als „een groote bal, waarmede gespeeld werd en welke dooi de twee partijen getracht werd in eikaars doelnet te werpen". De Har pastum was een gymnastisch spel, het geen blijkbaar voornamelijk in afgeslo ten ruimtes gespeeld werd, b.v. in de villa's. De werkelijke Romeinsche voet bal was plat en werd van den eenen kant naar den anderen getrapt, zoodat het wel bijzonder veel op ons huidige voetbal leek. Daarom neemt men alge meen aan, dat dit spel door de Romei nen naar Noord-Europa is gebracht. Over het algemeen neemt men aan, dat Engeland het geboorteland is van het hedendaagsche voetbalspel, hoe-, wel de Ieren beweren, dat het spel daar reeds langer dan 2000 jaar geleden ge speeld is! Dat zou dus nog vóór de komst van de Romeinen in Engeland zijn geweest! In vroegere tijden werd het groote jaarfeest van den voetbal op den Donderdag voor goeden Vrijdag ge houden, hoewel men tegenwoordig niet meer kan verklaren welk verband er tusschen dien dag en het spel is ge weest. De eerste maal wordt van voet bal melding gemaakt in 1175, in Wil- liam Ritzstephen's „Geschiedenis van Londen". Daéfrin vertelt hij, hoe de jongemannen van de stad na den maal tijd het veld introkken, om het welbe kende balspel van dien tijd te spelen. In 1314 is het spel door Eduard II in de stad Londen verboden, wegens het vele geraas, dat het veroorzaakte. In 1365 heeft Eduard III het spel tegen gegaan, omdat het een ernstige con current werd voor het zooveel nuttiger boogschieten. Zoowel Hendrik VIII, als koningin Elisabeth waren tegen standers van dit spel, omdat het zoo ruw was. Onder de Stuarts en de Georges heeft die ruwheid schynbaai voortgeduurd. Sir Thomas blyot be spreekt het in zijn boek „Boke named the Governor", dat in 1531 verscheen en vindt het daarin „beestachtig ruw en buitengewoon gewelddadig, waarln.i verwondingen worden opgeloopen en waarbij niet zelden haat en wrok wordt opgewekt en onderhouden by hen, dit daarvan het slachtoffer werden Stubbes heeft in zijn „Anatomy ot Abuses" (1538) voetbal nog een „dui velachtig tijdverdrijf" genoemd. Zelfs zegt hij, dat het een spel is, „waaruit haat en nijd ontstaan en somtijds ge vechten, moord en doodslag en groote bloedvergietingen, zooals dagelijks wordt gedemonstreerd". Eerst in de 19e eeuw is het spel dooi de betere klassen in Engeland inge voerd, vóór dien tijd was voetbal meer een spel voor het volk! In den loop van de vorige eeuw zijn dan ook ae eerste spelregels opgesteld. De ruw heid van het spel is feitelijk eerst m 1877 afgeschaft. (Nadruk verboden). aan die meneer gevraag komp datte ie.iedere ke«. moet krabben omdatte^ï 0p 2'u' ïaarren opziten. r toch ^begonnen „En ikke val bijna van m'n graatje „En ikke heb aan heel m'n lijfie geen een droog draa-haad-jc „Geef me nou wat „Geef me nou gauw wat „IJsijijijijijijsijÜÜÜijs" Das mooi hè, dat zing ikke nou om dat het zoo warm is. dat m'n zussie met d'r tong uit der mond tegen d'r valsehe tanden zit te klapperen van de warmte. En ze kan nou lekker niet in 't water, omdatte der lekker geen water is want we zijn nou niet in Den Helder maar we zitten nou heelemaal in Valkenburg. Nou daar is 't mooi, daar praaten de menschen ook al zoo gek en ik heb een fijne stok met een punt deraan en dei zijn een heel hoop berregen waar je op en in ken en die stokken met die punten deraan zijn nou om der tegen op te loopen en ook om je.weer af te laten zakken maar je ken der lekker nog een hoop andere dingen mee doen want dm verloofde van m'n zussie moest z'n schoenen eens vast doen en toen moest ie zich bukken en toe i heb ik 'm lekker een flinke prik in z'r. nou ja laat ik maar zeggen waar z'n portemenee zakkie zit en toen zei ie wat, watte ik niet in de krant mag zetten en m'n zuster zei ook wat en Generaal Balbo is nou weer aan 't vliegen die zal ook wel last van de warremte hebben en daarom gaat ie zeker gauw naar huis. Das nou jammer hè dat net datte w«- nou in Vallekenburg zitten die groote zeilboot in de haven komp hè nou ken ik der niks van zien en ik heb der hier met een meheer met een heel kaal hoof over gesproken. Die meneer is ook op zee geweest en die doet nou niks an ders meer alc op reis gaan, over de zee praten en over z'n Kale kop krabben. En toen we gisteren met z'n allen aan tafel zaten in het hotel, toen heb ik menschen te lachen en ,1 ineen» kreeg ik een wals om ZnT v5 moest ik ineenen naar bed^^ï der te eten, maar toet, jj kwam der een juffrouw INft schort voor en zooveel «l, eeO meissie me een lekker stllkkefp C brengen en toen later »0 kl? Putf meneer van wat ik al ,kW; dat kal,- ho„,d en h,J« ker yssie mee en toen bet, u l! bneffie voor de krant k Jn Nou 't is hier wel mooi S"H bergen en de (jssies zijn in r, a] r: nok- vpp! lpkkpivlo,. j kW en hier niet en daarom js au«r-remeren n°U h0°P ik*attï^ ook veel lekkerderVn 1?.®» W an hi'pr niot an v. IS (|fu tv itt( Ja, dat hoop ik nou niet a „auw", maar dat komp omdat ?e H ineenen binnenkomp en m'n* ooren trek en nou lacht ie „Wimpie" zegt ie. ..WmujJJ* dat ik nou ook in Den k1]TJi gingen we lekker zwemmen W *4 hé moeder zie je, moeder moet <L geringskuur doen en daarom maar de bergen op. Nou nu weet ik meteen hier zitten. Nou moeten t 011 bergen opklimmen om dunne. den, dan mag m'n zussi» Wei uronf nn/luxn Ji *4. want anders waait die bo0neaTT 't eerste beste bergtoppie k f« Ik hou nou maar weer on ha meneer met dat kale hoof js k. niet kwaad want ie heb gevr».„ mee gaan wandelen. ^°'l En dat ga ik nou doen hè de volgende week, dan zitte *e w„, Nieuwediep. Alleen voor heerea; aip 'ja* u9pU9Aft1q.i8A0 fi?! •uaAoq Jd Sui.unqjsjee.tt <m S*L, 'uozai ipoj pp ^udHdu-ua-W; -uoq-udSau puazinp-upe us[(nz' s» 3Jtfiia.ttno.iA pudzmp-udgdu Sp UB; Een hulsknecht gezocht. Wat ik zoek, zei de dame, die ett huisknecht zocht tegen den sollicitant is een man, die alle voorkomende bf. zigheden in huis verricht, de bood. schappen doet. nooit tegenspreekt a alles dadelijk doet, wat men van hei vergt. Ik geef u in overweging, zei hel „slachtoffer", u daartoe tot een huwe lijksbureau te wenden, daar kan nut u beter helpen. Ik ben je niet waard, lievelirj fluisterde hij haar toe, ik verdien zooi pracht van een vrouw niet... Dat geef ik je onmiddellijk toe, zei ze, maar weet je als een vrow een-en-dertig is, mag ze niet meer w kieskeurig zijn! Toen klonk over den plas de verster ker van het piashuis: „Dames en heeren, één oogenblik uw aandacht? Dringende telephoon voor den heer Pierre van Laar uit Amsterdam." Als door een bliksemstraal getrof fen trok Pierre z'n zeil strak en snelde naar den steiger; het water spatte over die plecht, maar hii zag het niet, z'n idylle was verstoord, z'n plicht riep. „Wacht je even in de boot, het is mis schien niets," zei hij quasi opgewekt „O. K. boy!" Bleek kwam hij terug. „Direct op kantoor komen", zei hij toonloos, „spoedorder, naar Engeland". Den volgenden dag bracht de Gooi- tax haar op Loosdrecht. Hij had haar wagen meegenomen om zoo gauw mo gelijk op kantoor te zijn, In haar bad pak zat ze als versuft te staren op de springplank van het badhuis. Was het ernst? Moest hii voor zaken weg of was het een smoesje geweest, had hij altijd z'n liefde voorgewend en haar als tijdverdrijf beschouwd? Zou hii zich niet hebben laten opbellen? De twijfel rees met gelijken tred als het wantrou wen in haar hart, dat door een onver klaarbare angst heftig klopte. Ja, nu wist ze het zeker! De brieven had hij geflatteerd, z'n liefde was voor hem een verzetje geweest. Op haar wagen. baar boot, haar huis had hij het voor zien gehad. Nu had hii daar genoeg van en ook van haar.... Het kloppend gepuf van een nade rende gliiboot deed haar opschrikken. De motor werd afgezet. Met een plof viel het voorstuk van de boot dat zich door de vaart fier had opgericht terug op het water. De boot schuurde door 't riet en legde aan tegen den stei ger vlak hij haar. Een bruine jongeman was over de motor gebogen en scheen iets te repareeren. Haar gedachten werien afgeleid. Opmerkzaam volgde ze de bewegingen van dezen vreemde, cien ze nog niet op de plassen gezien had. Toen hij klaar was keek z'n door de warmte glimmend gelaat haar aan. Een rij parel-witte tanden kwam onder z'n korte Menjou snor te voorschijn. Hii lachte en.... zij lachte terug. Na eenige dooddoe ners over het weer te hebben gelan ceerd inviteerde hij haar een eindje mee te varen. En ze ging. Pierre was geheel op den achtergrond getreden. Het was of een onzichtbare macht haar dwong met den onbekende mee te gaan.... „Kunt u planken?" vroeg hij. „Neeweifelde ze, „of, niet erg." „Och, dat kunt u zóó!" lachte hii, Jk zal even de plank halen uit m'n boot- huis." Dra was hij terug met de breede plank met den opgeschaafden voorkant, een héél platte kano zonder boord, zoo als de Hawai-eilanders ze gebruiken, om de golven van de branding door te komen. „Stuurt u even de schuit en geef langzaam gas, dan zal ik het eerst voor doen." Lily gehoorzaamde den onbekend Fier stond hü op de gladde en wan kele plank, als een Romeinscli *wa' renner de zaelen vasthoudenc. n« water spatte om z'n gladgekamd haren. ais®' Door de bochten heen was hij op één kant van de P* Een wit breed schuinispoor weg aan, dien de R^boot en bewees door zijn rechtheid vaste hand van Lily. (Wordt vervol

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 14