MARINE-BRIEVEN UIT INDIË. zicii beelemaal Hollander en de taak welke hij bij 's Rijks Waterstaat als' brugwachter heeft, vervult hij reeds gedurende 8 jaren met ijver en plichts betrachting. Toch bleef er oppositie. Bij de diver se stemmingen bleek het telkens, hoe de heeren Van Citters en De Gijselaar mee protesteerden. Zelfs in de linksche gelederen vonden zij aanhang! Nu wat betreft den „hoofdschotel!" Zooals wel te verwachten was, open baarde zich geen bepaalde oppositie bij de behandeling der machtigingswet. In den Senaat hebben noch de Com munisten, noch de aanhangers van ds. Kersten een vertegenwoordiger, zoo dat minister Verschuur geen onver zoenlijke klanken werden toegevoerd. Slechts een viertal afgevaardigden kwamen wenschen uiten en wenken geven. De heer De Ruiter, r.-k., drong zeer speciaal aan op voldoende medewer king der organisaties met de uitvoe ring der wet, vooral ook met het oog op het vertrouwen der boeren en tuin ders in de Regeering, waardoor zij be schermd worden tegen de agitatie van hen, die van den nood der boeren mis bruik maken voor politieke doeleinden. De afgevaardigde wenschte in den kortstmogelijken tijd een invoer-mono- polie voor fruit, wil onze eigen fruit teelt niet ten gronde gaan. Zijn partijgenoot, de heer Blomjous, waarschuwde tegen een eenzijdig ge sloten landbouwhuishouding. Daardoor wordt de koopkracht van het volk niet verhoogd. Ook de industrie zal krach tig gesteund dienen te worden, doch aan het departement heerscht volgens dezen afgevaardigde een geest, die door de industrie wel verstaan wordt, maar niet kan worden gewaardeerd. In de Memorie van Antwoord geeft de minister blijk van vroegere opvattin gen, welke in bescherming der in dustrie iets zeer bedenkelijks zagen. Dat moet veranderen meende de heer Blomjous. Van het verdere debat teeken ik slechts aan, dat de heer De Vos van Steenwijk, c.-h., een invoerrecht van graan niet in het belang van den land bouw achtte, zoolang de veestapel niet wordt ingeperkt, en dat de heer Smeenge, v.b., pleitte voor het opnemen van turf in de wet. Minister Verschuur was kort en zakelijk. Hij kondigde een fruit-invoei- monopolie aan, waardoor de fruitkwee- kers betere prijzen zullen kunnen ma ken. V orts beloofde Z.Exc. de mogelijke heid, om ook de türf onder de regeling te doen vallen ernstig te zullen onder zoeken. Voor den tuinbouw bleek de minister van gevoelen dat de bekende 5 millioén gulden wel overschreden kunnen worden. Verder zal een matig invoerrecht op graan onvermijdelijk zijn. Aangaande de organisaties zei de be windsman, dat de klachten dienaan gaande schromelijk overdreven zijn. Z.Exc. acht samenwerking eenvoudig onmisbaar! Omtrent het algemeene beleid der Regeering verklaarde de bewindsman, dat wij ondanks de magere resulta ten van Londen toch niet tot autarkie mogen overgaan, want dat beteekeni armoede, groote armoede! Ons produc tie-apparaat is ingesteld zoowel op be langrijke binnenlandsche consumptie als op een omvangrijken export. Er» moeten wij aannemen, dat de abnormale omstandigheden van thans niet altijd zullen aanhouden. Een gedeelte van den verloren export komt wel weer terug en daarom is het noodig, de exportee- rende industrieën op gang te houden. De pogingen der Regeering gaan dan ook in die richting. Zonder stemming vereenigde de Se naat zich met het gebodene. De Regee ring bezit dus nu de macht om als land- bouw-dictator op te treden, Over 't alge meen schijnen de verwachtingen niet hoog gespannen te zijn, tenminste als men zoo leest wat in land- en tuinbouw- kringen over de zaak geschreven wordt. Gelijk minister Posthuma in den oorlogstijd krijgt Excellentie Ver schuur thans de „klappen". Zelfs in eigen gelederen wordt de bewindsman verre van bewonderend besproken, ge tuige een philippica van dr. Korten- horst, het katholieke Tweede Kamerlid in de „R. K. Werkgever", waarin mr„ Verschuur gebrek aan daden wordt verweten. Misschien kom ik de volgen de week nog wel op deze kwestie terug, waar ik mij thans in hoofdzaak tot het behandelde in den Senaat heb te bepa len. Maar dit staat vast: men hoede zich voor overmaige critiek, want voor bui tenstaanders zijn de regeeringsmoeilijk- heden niet steeds voldoende te doot- gronden. Van dr. Kortenhorst weet men u eenmaal, dat hij nooit he°ft tot de bevaoderaore wao bet regkne verschuur. Bij de behandeling van het retorsie wetje werd ook een rede-a la Korten horst gehouden en wel door den heer Blomjous (r.k.). Vóór deze afgevaar digde sprak eerst de katholieke fractie leider, mr. Van Lanschot. Deze bleek ook niet geheel zeker te zijn van kracht des ministers, maar zijn „toon" was toch uiterst „gouvernementeel". Aanstonds zette hij op de hem eigen omzichtige wijze toch even de huidige Duitsche financieelepolitiek „in het zonnetje". Men kent de geschiedenis van het transfermoratorium enz. De heer Van Lanschot wees erop, dat ons land een der beste klanten van Duitsch land is. Maar dat rijk gebruikt onze deviezen om andere landen (Rusland, Amerika!) te betalenOok wordt Nederlandsch geld aangewend om op onze eigtn markt te dumpen! Mogen wij dat maar laten voortduden? vroeg de afgevaardigde zich af. Bestaat er bij onze regeering geen wat al te groote voorzichtigheid? Wordt het niet einde lijk tijd onze meegaande houding t« laten varen en de clearingwet tegen Duitschland te gaan toepassen. De Senator raadde den Minister, met krachtige hand op te treden. Mr. Van Lanschot's partijgenoot, de heer Blomjous, achtte de. „zachte" vvijze, waarop zijn voorganger den mi nister had toegesproken blijkbaar ni°t de juiste methode en deed het nog eens over, maar op heel wat minder vrien delijke manier. Hij verklaarde rond weg. dat de Regeering den ernstigen toestand niet inziet, maar blijft zweren bij methoden, welke het vorige Kabinet ook huldigde. „De houding van den minister wekt onrust en angst in den lande!" riep de senator uit. En hij ver volgde: „Is de minister-president het eens met het geheele complex van uit latingen en maatregelen van het departement van Econ. Zaken, die blijk geven van angst voor het buiten land?" De heer Blomjous hoopte, dat de Regeering spoedig van een ver anderde mentaliteit zal blijk geven, opdat een duidelijke bescherming van de Nederl. industrie naar voren trede. Dr. Wibaut maakte zich wat bezorgd over het vermoeden, door de M. v. A. gewekt, als zou de Regeering de retorsiebevoegdheden gebruiken tot dreiging en tot wraakneming en niet tot afweer van opzettelijke aanvallen. De laatste spreker, prof. Diepen horst (A.-R.) betoogde, dat Nederland veel eerder middelen moest hebben bezeten om het reciprociteitsbeginsel te kunnen toepassen. Dan zouden wij voor veel leed gespaard zijn gebleven. De afgevaardigde verzekerde, dat het aanhangige w.o. zeker niet den onder gang van den vrijhandel beteekent. De ras-vrijhandelaar G. K. van Hoogen- dorp verdedigde reeds in 1824 met warmte retorsie-bevoegdheden en het was precies hetzelfde geval met den radicaal S. van Houten in 1882. Om zoo lang mogelijk den vrijhandel te kunnen verdedigen zijn wapenen noodig! Prof. Diepenhorst vervolgde: Het w.o. haalt een streep door het ver wrongen beeld van den vrijhandel, door het „wazig idealisme" van het goede voorbeeld. Wij hebben geen behoefte aan schrikachtige politiek, maar aan ste vige standvastigheid! Aldus ten slotte de Anti-Revolutionaire afgevaardigde. Minister Verschuur deed begrijpen, dat hij met zijn woorden heel wat voor zichtiger moest zijn dan sommige leden zich kunnen veroorloven, want gaande de onderhandelingen met onze Ooste lijke buren dient de regeering op haar woorden te letten. Evenwel kon de mi nister wel komen tot de uitspraak, dat „moraliter zeer veel tegen de poli tiek van Duitschland te zeggen is." Inderdaad! De Regeering zei de minister voorts heeft zich niet voor niets allerlei wapenen (clearing, retorsie, straks een andere wijze van contingen- teering) in haar arsenaal aangeschaft en heusch niet slechts voor ijdele be dreigingen. Maar de regeering wil zich ten volle rekenschap geven van de gevolgen, door het hanteeren van deze vechtmiddelen in het leven te roepen. De regeering heeft de wel vaart niet in de hand. Wie dat denkt, betuigt den bewindslieden te veel eer! In andere landen ging men al veel eer der met „krachtige maatregelen" en...? Laten we nuchter en dicht bij huis b ijvenl" riep Z.Exc. uit. De heer Blomjous aldus vervolgde h j, den ander even „van antwoord dienend" gebruikte tamelijk groote woorden, doch zonder daden. Dat de regeering tegen het buitenland nog geen grooten mond opzette is, omdat „„ï- nr.-onto dn'i<-n moeten volgen. De regeering aoo besloot mr. Ver- Verschuur wil nu van de haar ge geven wapenen „op niet-onsmakelijke wijze" gebruik maken. Zoo eindigde het debat over het re torsiewetje, dat eveneens zonder stem ming onder den presidialen hamer doorglipte Insiders op het gebied der handels politiek kunnen de zomervacantie te baat nemen om eens een „boom" op te zetten over de vraag, wat een „niet- onsmakelijk gebruik" van economische vechtmiddelen eigenlijk precies wil zeggen! Parlementariër. Besfee jonker Jam. In een van mijn vorige brieven schreef ik je reeds over het bezoek van een vliegtuig van de Imperial Air ways, dat ter inspectie van de Neder- landsch-Indische vliegvelden in ver band met de Engeland-Australië-route hier aanwezig was. Als eigenaardige bijzonderheid vergat ik je toen te schrijven, dat dit vliegtuig, blijkbaar voorbestemd voor de Afrika-ljjn uit muntte door bijzondere opschriften in de cabine. Zoo stond er op de deur van een plaats waar nog steeds geen wa gens rijden „Gemakhuis'de Astrea voerde aan den binnenkant van den toe gang tot het toestel het opschrift „Uit gang van vliegmassien. Dis gevaarlijk om hier die deur te open terwijl die vliegmassien in beweging is". „Rook, is in eenig deel van hier die vliegmassien deur die wet strik ver bied.Maximum boete op schuldig vin ding zes maanden tronkstraf", stond er als waarschuwing. Een en ander deed hier nogal komisch aan. De lang verwachte Oost-Moesson be gint nu door te staan, en je behoeft waarachtig niet meer naar boven de bergen in te gaan om het koud te heb ben. Teruggekomen van verlof uit Prigen moet ik je zeggen, dat ik het den eersten avond op Soerabaja kou der had als op mijn lustverblijf en had den we geloof ik net zoo goed beneden kunnen blijven. Den eersten dag dat we hier weer aan de Oedjong waren, brak er brand uit op het Zweedsche stoomschip „Balakla- va", een olietanker die hier, je weet wel aan die B.P.M.-stijger Oostelijk van de Kruiserkade lag. Natuurlijk gaf dat een drukte op het M.E. Gedurende den reparatietijd logeeren wij weer op de „Koning" (der Nederlanden), welk schip zich nog steeds uitstekend voor deze doeleinden leent. De „dienst der conservatie" het groote gebouwencom plex aan de Kruiserkade, is anders ook prachtig geschikt, maar die kazer ne is al bevolkt genoeg nu alle schepen in conservatie daar ondergebracht zijn, dit instituut is langzamerhand uitge groeid tot een kazerne met een vijf honderd man, welke, dit zegt je mis schien nog meer, een geheele kompag- nie aan de generale landingsdivisie levert. Daar kun je het ook zien ge beuren, dat het semi-militairecorps Inlandsche bediendes, hier de „doods kop huzaren" genoemd, vanwege hun zwarte toppie met het anker er op, vanwege hun gering militair aanzien infanterie excercitie krijgen, hetgeen volgens mijn bescheiden meening zeer gewenscht is. Naar aanleiding van eenige wenschen door inwoners van het centrufti van Soerabaja geuit om het tromgeroffel op werkuren in de stad te verbieden, verscheen een zeer sym pathiek artikel over de mariniers in de „Indische Post", hetgeen ik hierbij in sluit, en dat ongetwijfeld ieder marine- hart goed zal doen. De K 14 komt uit, is dit geen gelegenheid om mee te komen, kameraad. Wat zou je hier op kijken, wat er al niet veranderd is. Een taxi-chauffeur die „terima kassie" (dank je wel) zegt, in plaats van het vroeger zoo stereotype „tida sampeh", veel Europeesche taxi-chauffeurs ook, en daarbij kan het je overkomen, d?t je er door op attent gemaakt wordt „mijnheer, u geeft te veel". Kortgele den verzochten die, door de malaise er toe gedwongen, Hollandsche chauf feurs aan de pers om het publiek er op attent te maken, dat zij heusch niet duurder reden dan de Inlanders, omdat naar het scheen het den menschen niet goed afging om een taxi met een Euro peaan aan het stuur aan te roepen. Nu ik moet zeggen: in den beginne moest ik er ook even aan wennen om b.v. niet in het Maleisch den weg aan te geven en Hollandsch tegen den man te praten terwijl ook het „tawarren" (af dingen) je minder gemakkelijk valt. Men begint in Indië ook een aanvang te maken met het in hotels in dienst nemen van Indo-Europeesche kellners. Men denkt hierdoor gelegenheid te scheppen de werkloosheid te vermin deren, maar waarschijnlijk worden er daardoor Inlandsche bedienden door op straat gezet. Trouwens, het is ook wel te overwegen het personeelsvraag stuk der marine op deze wijze tot een oplossing te brengen. De volgende week zijn er hier in de buurt groote legermanoeuvres, waarbij ook het corps mariniers van de partij is. Deze mannetjesputters beginnen met van hier naar Porrong te loopen, met als bijzonderheid nog vermeld, dat er veldkeukens meegaan Ongetwijfeld brengen ze het er weer net zoo goed af als het vorige jaar, toen de bevelvoe rende generaal zeer tevreden was over het „korps". De volgende week nog eenige zaken voor den Krijgsraad, betrekking heb bende op de dienstweigering der Euro peanen. Als die afgeloopen zijn. wordt begonnen met de Inlanders die op Madoera zitten. „Zeemacht" heeft een nieuwen advi seur gevonden in den pas uitgekomen luitenant van de Mariniers W. van Rhijn, wiens buitengewone prestaties ook op internationale tournooien, de vereeniging wel ten goede zullen komen. J.l. Zondag won het voetbalelf tal al van een eerste klas vereeniging. Weet je. dat „Zeemacht" tegenwoor dig een cluborgaan uitgeeft, dat eens per 14 dagen uitkomt. Zeer smakelijk en een bewijs, dat deze troetelvereeni- ging van den helaas gepensioneerden „majoor" Stam ook hier, ondanks tijds omstandigheden, groeit en bloeit. Veel opzien heetf hier in Indië en speciaal in Kediri verwekt de arresta tie van den postdirecteur van het kan toor daar ter plaatse wegens het openen van een postzak op de Madoeraboot en het ontvreemden van een geldzending daaruit van 50.000 gulden. Zoo iemand is uit hoofde van zijn functie een nota bel ter plaatse en zooals gezegd, zijn arrestatie baarde veel opzien. Uit je laatsten \brief vernam ik, dat jullie in NieUwediep overheerlijke Pinksterdagen gehad hebt met een on gekend groot vreemdelingenbezoek, 'n idem subtropisch klimaat en een onge kende drukte op Huisduinen. Wat het mooie weer aangaat, zul je dat in Den Helder wel in moeten varen, het was werkelijk te veel van het goede en zaï je in het midden van den Zomer de kachels wel weer aan moeten steken. Maar mij dunkt, dat het bestaan van den afsluitdijk, het te bezichtigen van de Zuiderzeewerken en de, door auto bussen zoo verbeterde verbindingen met het Zuiden, het vreemdelingenver keer in het hooge Noorden wel in de hand zullen werken, trouwens, Huis duinen was, gelezen je laatste lettertje, ook practisch vol. De fiscale inkomsten zullen ook be langrijk vooruitgaan en niet alleen vanwege het vreemdelingenverkeei, maar ook nu jullie zulk een richard gamalenvisscher binnen de muren van je stad hebt gekregen. Van harte Ieei ik met dezen gelukkigen sweepsteaker mee, van de weeromstuit heb ik hier getracht een lot uit de periodieke groote loterij te krijgen, maar 's och tends om half zes stond de politie bij de verkrijgbaarstelling van de loten op Simpang al het verkeer te regelen, zooveel liefhebberij bestaat er hier voor. Tot slot nog even het berichtje, dat de „cercle Artistique" haar zalen ge sloten heeft, hetgeen, als je op „het Platje" van de club zit, een abnormale stilte geeft. Saluut, pleizierig Zomerverlof, het mijne zit er op, je HENK. De commandant van de brandweer in het huwelijk. („Pages gaies"V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 17