Ons )(inderverhaaL Rustenhoek in onrust Mijn muntenverzameling „De roode vinger, de schrik van professor Snuffelstof. verricht een heldendaad! Salieman, de waker, Eind goed, al goed Door MART. II. Natuurlijk zijn we allemaal hoogst nieuwsgierig om te vernemen, wat er eigenlijk verder gebeurd was Nu, luister dan maar: Rustenhoek had een gemeentelijke instelling, waar het bijzonder trotsch op was: de open bare bibliotheek! En sinds enkele maan den bezat Rustenhoek bovendien nog een andere instelling, ditmaal geen ge meentelijke, maar toch minstens even belangrijk. En op deze laatste instelling waren de Rustenhoekers heelemaal niet trotsch. Die tweede instelling was een jongensclub, die zich specialiseerde op het op geraffineerde wijze uitvoeren van kattekwaad. „De roode vinger" hadden de jongens de club genoemd, maar dat was een streng geheim, waar niemand over sprak, omdat ze afgesproken hadden, hem, die dat verklapte, stuk voor stuk af te rossen, dat hij niet meer kon loopen. Dat waren dus geen halve maatrege len. En nu het verband tusschen jongensclub en bibliotheek: Kees San ders, een van de clubleden, was te werk gesteld in de bibliotheek, waar hij den bibliothecaris hielp met het uitzoeken en op zyn plaats zetten van boeken. En dat was een voordeel voor de club; want hoe meer de leden hier en daar verspreid waren, hoe grooter het ar beidsterrein voor de „roode vinger" werd. „Broeders van de roode vinger", had Kees Sanders op zekeren middag ge- zegd, „ik heb een reuze-idee. Jullie kent immers allemaal wel prof. Snuffel stof uit de Renrbrandtlaan? Nu, die is vanmiddag in de bibliotheek geweest en heeft dat boek over dievenbenden weggehaald, waaruit wij onzen naam nog gevonden hebben. Nu weten jullie wel, dat overal het gerucht gaat, dat de prof weer eens een van die dikke boe gen aan 't pennen is, die niemand leest. Je ,hem eens °P korrel ne men. Zoo'n zenuwachtig mannetje is er juist geknipt voor Enorm! hadden ze het allemaal ge vonden en dadelijk was men besloten een plannetje te bedenken. Ze zouden pr°f. die noga! afgelegen woonde, eens bang maken. Hoe dat gebeurde is ons allemaal bekend!.... Voordat we öe benae van de „roode vinger" verder volgen, gaan we nog even naar het nuis van den prof terug. p„^,rofesS(Lr Snuffelstof had den goeden raad van Bullers, den veldwachter, op gevolgd en Salieman met een glaasje water bijgebracht. En inderdaad, toen Salieman zyn sigaar weer had aange stoken, scheen hij nogal frisch te zijn. „&a maar naar kooi, prof", zei hij, „waar Salieman waakt, daar durft geen dief naar toe te komen. Ik heb in t(len vote<3e een verhaal, dat iedere Rustenhoeker al zesmaal gehoord had en dat een half uur min- nl?rSbiïlrd?-! ~JPrnf keek eerbiedig naar het lintje, dat Salieman aan zijn oï£!iVwS ÖP, militaire Willems e. En dat bracht Salieman in zijn humeur, zoodat die onmiddellijk zich voornam, zijn bijnaam „de nachtslaper" w nackt pwcl op te passen Want die militaire Willemsorde was de L -vAn Sf,iemanJa ziet u. ik ben ridder! zei hij altijd. Het za! dus zoowat kwart voor elf geweest zijn, toen Snuffelstof het op. perbevel over zijn huis overgaf aan Sa lieman, die zich met een karaf frisch water en een half kistje beste sigaren den koning te riik voelde. „Ga maai gerust op je oor liggen, profess r z< Salieman, „waar ridder Salieman waaKt, komt d'r geen enkele de benting bin nen! Ik presenteer ze een fijne sigaar en dan leg ik ze de handboeitjes aan. alsof d'r niks gebeurd is!".... Om elf uur tippelde Salieman voor den eersten keer om het huis, gewapend met een fijne sigaar en zijn wandelstok terwijl een politiefluitje en eon znk- lantaarn zijn „uniform" completeerden. En nu gaan we weer even terug naar de tegenpartij, naar „de roode vinger".. De jongens van de „roode vinger" hadden dien avond grooten schik. Want, dat de professor werkelijk geloof zou hechten aan het briefje, hadden ze niet verwacht. Maar toen ze Bullers op de fiets zagen komen en gaan, begre pen ze, dat hun briefje een onverwacht succes was geweest. Dadelijk werd be sloten tot voortzetting van het offen sief. Kees Sanders had thuis nog een hoeveelheid rotjes en ander vuurwerk liggen en vertrok onmiddellijk om die te gaan halen. In de buurt van de Rem- brandtlaan hadden inmiddels de andere jongens zich verzameld. En weldra was Sanders terug, juist op tijd nog, om Salieman, zwaar puffende met zijn si gaar, door den tuin van de professorale villa te zien wandelen, welbewust van zijn waardigheid, onbewust van de aan slagen, die er op zijn persoontje wer den beraamd. Toen Salieman weer naar binnen was, kwamen de jongens bijeen en beraadslaagden. Ten slotte werden zij het eens, Salieman door tik ken tegen de ruit, uit het huis te lokken en dan te zien, wat zij met hem zouden doen Piet Remmens trok het lot, om als ruitentikker dienst te doen. Hij sloop den tuin in en.... nam stelling in on der het woonkamervenster.... Professor Snuffelstof kon den slaap niet vatten. Hij had den dreigbrief mee genomen naar zijn slaapkamertje en las in de bibliotheek van de vele moor den van de „roode hand" en over de vingerafdrukken van de daders.nu niet bepaald lectuur om hem gerust te stellen.... Plotseling rezen hem de haren te berge en schoot hü diep onder de dekens.. Beneden in het huis had een schot geklonken, gevolgd door eeu heele roffel! De rooversbende had het vuurgevecht geopend op Salieman! Professor Snuffelstof beefde als een riet....! Wat was er gebeurd? Wij laten de prof rustig bibberen onder zün dekentjes en gaan eens beneden kijken Salieman was opgebeld door Bullers, die hem mededeelde, dat hij hem over een kwartiertje een beetje gezelschap kwam houden, maar dat hij, om de pro fessorale nachtrust niet te storen, niet aan de huisbel zou trekken, maar op het raam zou tikken.... Salieman was in zijn schik, dat Buiiers naar hem toe kwam, „Breng de kaarten mee", had hü gezegd", dan leggen we een pan doortje! Sigaren zijn er hier genoeg." En Bullers had er, smakkende met de lippen, aan toegevoegd: „En de likeur is ook best!" Toen er vijf minuten later tegen de ruit getikt was, had Salieman zich wel even verwonderd over het feit, dat Bul lers zoo hard had gereden, hetgeen te gen dc gewoonte van den veldwachter was, maar gezien diens verlangen naar een goede sigaar en naar gezelligheid, had bij zich niet verder erover ver baasd en had argeloos de voordeur ge opend... Edoch het was niet Bul lers, maar Piet Remmens, die on wetend van het telefoongesprek op de ruit had getikt. Salieman trippel de naar buiten, toen hü den veldwachter niet dadelijk zag en riep: „Zeg, Bul letje, waar hang je uit? Heb je de kaar ten meegebracht?Op dat oogen- blik hoorde hü met een slag de voor deur dichtvallen (het werk van San ders), zoodat hü met een angstig ver moeden terugrende. Toen scheen de hel wel losgebarsten! Pang! Pang! Ssssssst! Pzzzzzzzt! Boem! Flang! Pats; Overal knetterde, knalde en vonkte het en Salieman wist niet, waarheen hü zich wenden moest. Deed nu een greep naar zün Willemsorde-lintje en.daar vond hü weer moed bü! Wat drommel, had hü niet midden in het geweervuur van de Atjehers gestaan?Handen op!" brulde hü. maar een hoonend ge brul was slechts het antwoord. Het le ken wel 20 kerels, die er brulden! ..Dat js overmacht!" dacht Salieman, ik ben verloren en prof ook!" En hü deed een vervaarlijken sprong naar het tuinhek om te trachten te ontsnappen. Op dat oogenblik rende een van de jongens ra kelings langs hem heen. waarvan Salie man enorm schrok..En het onge lukkige toeval wilde, dat Stevens (zoo heette de jongen) met zijn broekriem bleef haken aan het zaklantaarntje van Salieman, dat deze aan zijn jas had vast gemaakt! Stevens zat gevangen, want Salieman, die zijn oude strijdlust volko men voelde ontwaken, had hem in zijn kraag gegrepen!.„Ben jij het, drom- melsche aap?" sohreeuwed hij en sleur de Stevens naar het hekje.„Vooruit jongens, help Stevens bevrijden!" klonk toen de stem van Sanders.... En overal uit de struiken en van achter de hoo rnen, kwamen de leden van „de roode vinger" en het ware met Salieman niet rooskleurig afgeloopen, had niet San ders opeens uitgeroepen: „Pas op, de Bul!" En inderdaad, op nog geen twintig meter afstand kwam de Bul doodgemoedereerd aangepeddeld, onbe wust van den strijd, die op het .erf van den professor gewoed had! Onmid dellijk was „de roode vinger" verdwe nen, met achterlating van Stevens, die wanhopig trachtte zich van het lan taarntje te bevrijden, desnoods ten koste van zijn broekriem! Maar Salie man, gesterkt door het bewustzijn var. de aanwezigheid van den veldwachter, liet hem niet los en brulde „Bulleeers!", waarop de dienaar van den heiligen Hermandad zijn vaart versnelde, zijn fiets tenslotte neergooide, zijn sabel trok en het hek binnenstormde.Daar vond hü Salieman en Stevens in een innige omhelzing, de een hijgende en steunende, de ander trappelende en scheldendeDaar wist Bullers raad mee en het duurde geen half uur. of tevens had een ijzer handje om zü'n polsen en werd meegelokt naar het bureau... Hoe de professor reageerde en wat er \er.er met „de roode vinger" ge beurde, den volgenden keer. (Wordt vervolgd). Jullie weet wel, dat vele menschen munten verzamelen. Werkelqk-waar devolle muntenverzamelingen zqn na tuurlek heel veel geld waard! Wü kunnen echter gemakkelijk zelf zoo'n muntenverzameling samenstellen, zon der dat het een cent kost, terwyl het ons veel meer plezier doet! Wq halen bq den drogist voor een paar cent gips en verzoeken moeder ons een beetje olie te geven, terwql vader wel wat zegellak heeft. Nu zoe ken wq een paar mooie, liefst eenigs- zins nieuwe geldstukken uit rood- kopermunten, zilverstukken, of goud stukjes. Afgesleten munten doen het niet zoo goed meer. Nu wordt de munt schoongemaakt (petroleum) en aan beide zijden gced met olie afgewreven en ingewreven. Wq leggen nu een reep papier strak om de munt heen en sluiten de einden van deze strook met een paar drop pels zegellak stevig aaneen. Nu roe ren wü een beetje gips met water om - men moet even probeeren, hoeveel de verhouding is, want het mag geen te dun of te djk papje worden! en gieten deze in den „vorm". Na enkele uren niet te vroeg probeeren, hoor! kan men het papier voorzichtig wegnemen en den muntvorm van de maat afnemen. Als men deze vorm nu in de olie zet en dan weer met gips volgiet, of wat nog aardiger is met vloeibaar lood, dan heeft men de natuurgetrouwe afbeelding van dé munt. Je begrijpt, dat men zich op deze wüze een prachtige verzameling van de meest uiteenloopende munten kan verschaffen, terwyl je op die manier ook aardige speelmunten voor gezel schapsspelletjes kunt maken. De lange winteravonden liggen weer in het ver- schiet! „Fritsje, wees een lieve jongen en ruik eens of de visch goed versrh is Je weet, ik ben verkouden!" („Passing Show"). Fritsje komt thuis en ziet zijn ver jaardagstaart met zes brandende kaars jes staan. Hoe vind je de taart? vraagt moeder. Prachtig, zegt Fritsje, maar ik had nog liever zes taarten en één kaars je gezien! Kleine Jan (tot moeder): Moes, ik wou, dat vader nu eens hier w as om met eigen oogen te zien, hoe aardig je was, als hü niet thuis is... Rekensom. „Zeg Piet, hoe zou jij het aanleggen als je drie appels over vier personen verdeelen moest?" „Ik zou appelmoes maken!" („Rire"). In den tweepersoons-auto. „Zeg George. ik maak me een beetje ugerust ovei dien kerel achter ons. Pij vervolgt ons al een uur lang!" („Moustique").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 18