S. I. UNENSitl S h
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
„Omdat jij mijn geluk bent".
lo. 73 6 EERSTE BLAD
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1933
61ste JAARGANG
Optimisme en pessimisme ten opzichte van het ont-
wapeningsvraagstuk. - De gespannen toestand in Ierland.
Er is gewoon Krentenbrood
en er is Krentenbrood van Krigeé
Amundsen's vliegtuig gevonden?
Een tegenbezoek der
Amerikaansche luchtvloot aan
Italië?
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
Wordt lid van"
5 5
omdat het
verkeer is
Streekbelang, Stadsbelang en
- UW BELANG
Vreemdelingen-
Landsbelang,
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ja.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADV ERTENTIÊN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meex 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
ges
dln
Het ontwapeningsvraagstuk, waarover
de laatste maanden weinig „gesproken"
wordt, blijft natuurlijk onze volle aandacht
Konden. Het is een van de meest belang
rijke problemen van onzen tijd en een
gunstige oplossing ervan zou heel wat
rust brengen. Of het echter ooit zoover
zal komen staat te bezien. We zijn in dat
opzicht niet erg optimistisch, in tegensel-
ling met den Amenkaanschen gedelegeer
de ter ontwapeningsconferentie, Norman
Davis, die, blijkens een bericht uit Wash
ington, zich vrij optimistisch uitgelaten
heeft over de kans van een oplossing, wan
neer in October de ontwapeningsconfe
rentie weer te Genève bijeen komt. Davis
verzekerde, dat de vlootbouwprogramma's
van Amerika en Japan, volstrekt geen
nieuwe wedloop beteekenden en dat men
zich daarbij houdt binnen de perken van
de getroffen overeenkomsten.
Het „Hbl.", dat ook minder optimistisch
■stemd is dan Davis, schrijft naar aanlei-
ng van deze uitlating o.a.:
Voorloopig is dit laatste inderdaad het
geval. Het gaat er thans om den achter
stand in te halen, welke tengevolge van de
economische en financieele depressie
vooral bü de Amerikaansche en Britsche
zeemachten binnen de grenzen der vloot-
overeenkomsten, is ontstaan de Japan-
sche vloot is het meest de daarbü toegela
ten sterkte genaderd. In dit verband doet
zich intusschen nog een belangrijke factor
voor, n.1. dat veel van het Amerikaansche
rteriaal in aanzienlijke mate verouderd
zoodat in Amerika de noodzakelijkheid
wordt ingezien, ook dit soort achterstand
door moderniseering van de vloot weg te
werken.
Het blad schrijft dan verder:
Hoe het trouwens met die vlootovereen-
komsten zelf gestelei is, blijkt een keer te
meer uit een bericht, dat dezer dagen uit
Tokio werd gemeld, volgens hetwelk Ja
pan in 1935 (in welk jaar de bestaande
vlootovereenkomst afloopt) volkomen ge
lijkheid voor de Japansche vloot, met die
van Amerika en Engeland zal eischen,
daar men in Japansche militaire kringen
van meening is, dat Japan zich niet lan
ger tevreden kan stellen met de bestaan
de „relatieve verhoudingen" en dus vloot-
pariteit moet verlangen.
Dergelijke berichten wijzen er nu niet
bepaald op, dat de ontwikkeling op dit ge
bied belooft te gaan in de richting van den
©ptimistischen kijk van den Amerikaan-
Schen gedelegeerde ter conferentie, doch
oen veeleer vreezen, dat het wel degelijk
naar een nieuwen bewapeningswedloop
gaat.
Trouwens, voor optimisten schijnt on
der de huidige omstandigheden nu uit
helaas al te veel symptomen blijkt, dat de
geheele wereld zich meer dan ooit bewa
pend en de belangentegenstellingen voort
durend scherper wrnrden, al heel weinig
plaats.
Eenige nadere aanduidingen van de
gronden, waarop Davis zijn hoopvolle ver
wachtingen baseert, zouden derhalve zeer
welkom zijn zegt het blad.
Bij het ontbreken daarvan rijst de vraag
©f het wel nuttig is verwachtingen te wek
ken, waardoor wellicht de drang wordt
verslapt om, nu het oorlogsgevaar weer
zoo dreigend aan den horizont opdoemt,
met inspanning van alle krachten een op
lossing te vinden voor de groeiende tegen
stellingen der onderscheidende belangen
zonder oorlog, nl. door overleg en het
wederzijds doen van concessies, in welke
richting o.a. het Institute for Pacific Rela
tions op het zoo juist in Canada geopende
congres ijvert.
Onder de huidige omstandigheden is
het wellicht beter, elke onwillekeurige
I verdoezeling van den ernst van den toe
stand te vermijden en veeleer de volken
itenvolle te doen beseffen wat er op het
spel staat. En de maatregelen, welke in de
verschillende landen worden getroffen
(men denke bijv. maar aan de oefeningen,
j welke allerwege worden gehouden in de
j beveiliging van groote steden tegen lucht
bombardementen, die blijkbaar als een
vaststaande eventualiteit worden be-
schouwd en aldus worden behandeld
laten ten deze geen twijfel bestaan!
Men bereidt zich voor op geweld, in
dien niet nog bijtijds het gezond verstand
de overwinning pehaalt.
kenning groote betoogingen gehouden ter
herinnering aan den Paasehopstand van
1916.
Deze praecedenten maken het Do
Valera thans uiterst moeilijk de organisa
tie van O'Duffy's blauwhemden te verbie
den. Zij toch gelijkt als twee druppels
water op het republikeinsche leger.
HET ROOSEVELT-PLAN.
In den grond van de zaak is het zeer
eenvoudig: Men vermindert den arbeids
tijd, verhoogt het salaris, verkoopt met
verlies en incasseert het verschil.
(„L'Oeuvre").
De gespannen toestand in Ierland. De
gebeurtenissen in Ierland bewegen zich
naar een Wolff-telegram uit Londen
meldt met groote snelheid naar een
ernstige crisis. Het schijnt dat de eenige
uitweg, gezien de moeilijke positie van de
Iersche regeering, bestaat in een volks
referendum over de uitroeping van de re
publiek. Men neemt algemeen aan dat de
Valera dezen weg zal inslaan.
Over de ontwikkeling van >de gebeurte
nissen van het laatste jaar in den Ierschen
Vrijstaat, schrijft de „Nw. Rott. Crt." o.m.
in een overzicht het volgende:
Na de verkiezingen van 16 Februari
1932, die de partij van Cosgrave in de min
derheid brachten, is De Valera in den
Ierschen Vrijstaat aan het bewind geko
men, beladen met den niet geringen last
van zijn politiek verleden. Een ernstige
moeilijkheid was vooral het bestaan van
het republikeinsche leger, dat hem in den
strijd tegen Cosgrave trouw ter zijde had
gestaan en tegen de verdrukking (de re
geering had naar men zich zal herinneren
deze illegale hulptroepen verboden) was
ingegroeid. Qfschoon De Valera na zijn
ambtsaanvaarding te kennen had gegeven
dat „er in Ierland maar één leger kan be
staan", te weten het leger van den staat,
heeft hij toch zijn praetorianen niet dur
ven verloochenen. Zelfs heeft hij het ver
bod ingetrokken, zoodat sedert dien het
republikeinsche leger zich een wettige or
ganisatie kan achten. Kort daarop, in
Maart van het vorige jaar, heeft de orga
nisatie ter viering van haar officieele er-
De Valera is nu begonnen met een
streng onderzoek naar wapenen, die de
nationale gardisten in groote hoeveelheid
moeten bezitten. Hun leiders ontkennen
zulks, maar in de laatste vergadering van
de Dail, verleden week Woensdag, heeft
Ruttledge, de minister van justitie, een
rapport voorgelezen, dat O'Duffy, toen
nog hoofd van de Iersche politie, in Sep
tember van het vorige jaar aan de regee
ring had uitgebracht. In dat rapport staat
dat „de Army Comrades' Association een
zwaargewapende organisatie is en uiterst
gevaarlijk voor den staat." Deze onthul
ling was ongetwijfeld sensationeel; de ge
noemde Associatie toch is identiek met de
Nationale Garde, welken naam zij heeft
aangenomen toen O'Duffy na zijn ontslag
als hoofd der politie haar leider was ge
worden. Voor De Valera was het rapport
een politiek fortuintje want hij kon daar
mee, met O'Duffy zelf als kroongetuige,
zijn streng optreden rechtvaardigen.
Niettemin blijft de toestand onprettig
voor hem.
Geen wonder zegt het blad dat bij
een zoo verwarden toestand, de wrensche-
lijkheid van een beroep op het volk, door
middel van algemeene verkiezingen voor
de Dail, wordt geopperd. Of De Valera
dezen weg om klaarheid te scheppen in
slaat zal, naai- het zich laat aanzien, voor
al afhangen van de houding, die de parle
mentaire groep, op wier steun hij is aan
gewezen, aanneemt.
LEON BLUM,
de leider van de Fransche socialisten,
vindt een onaangename zeester.
(„L'écho de Paris").
Gevuldmet spijs f 0.60.
CUBA VERLANGT UITLEVERING
VAN MACHADO.
De nieuwe regeering van Cuba heeft
een vervolging ingesteld tegen ex-presi
dent Machado en zijn ministers wegens
doodslag, corruptie en wanbeheer der
staatsfinanciën. Hoewel Machado oor
spronkelijk ook door de nieuwe Cubaan-
sche regeering als politieke vluchteling
werd beschouwd, meent men echter op
grond van de tegen hem ingediende aan
klacht zijn uitlevering te kunnen eischen.
Machado, die te Nassau op de Bahama-
eilanden in Britsch West-Indië vertoeft,
was voornemens naar New-York te gaan,
hoewel hij volgens andere berichten via
de Bermuda-eilanden naar Engeland h^d
willen gaan, waar een deel van zijn par
ticulier vermogen belegd is of gedepo-
nerd bij Engelsche banken. Indien Cuba
echter zijn uitlevering eischt, bestaat de
kans, dat hij in verband met de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de
nieuwe regeering-Cespedes en de Ameri
kaansche regeering de Ver. Staten zal
mijden.
NOBELPRIJZEN VAN DIT JAAR.
Iets kleiner dan in 1932.
Volgens een mededeeling van de Nobel-
stichting zullen de Nobelprijswinnaars
van dit jaar 1421 kr. minder krijgen dan
die van verleden jaar. Elke prijs zal dit
jaar 170.331 kr. (ongeveer 72.000) bedra
gen. De kleine vermindering van den
prijs is ontstaan doordat de beleggingen
van de Nobelstichting minder rente heb
ben opgebracht. Anderzijds is het prijzen-
fonds (uit welks rente de prijzen worden
uitgekeerd) met rond 167.000 kr. tot
31.709.034 kr. gestegen.
DE KONINGIN TE WOUBRUGGE.
De Koningin heeft dezer dagen, ver
gezeld van Prinses Juliana en klein ge
volg een bezoek gebracht aan Hoogmade,
welke plaats ressorteert onder de ge
meente Woubrugge. De Koningin heeft
daar een poos geschilderd en bracht de
boerderij van den landbouwer Van der
Meer op het doek. Daarna onderhield zij
zich eenige oogenblikken met genoemden
landbouwer.
De prinses was inmiddels doorgereden
naar het dorp, waar zij een roeibootje
huurde en een roeitocht ondernam op de
Wijde Aa en de Does. De Prinses nam
zelf de riemen ter hand.
De bewoners in de omgeving bleken
met het bezoek zeer vereerd en toen de
hooge bezoekers het plaatsje verlieten,
werden zij luide toegejuicht. Op verschil
lende plaatsen langs den weg werd het
Wlihelmus gezongen.
DE NEDERLANDSCHE
HULPVERLEENING AAN JOODSCHE
VLUCHTELINGEN.
Zeer gewaardeerd.
De „American Hebrew and JeAvish Tri
bune", het te New-York verschijnende be
kende Joodsche weekblad, van den 28en
Juni j.1., publiceert een artikel, waarin de
ontvangst in Nederland der uit Duitsch-
land gevluchte Joden wordt beschreven.
Nadat de arbeid der diverse hulpver-
leenende Comité's uitvoerig is beschre
ven, richt de correspondent zich tot alle
Joden met de volgende aansporing:
„De meest effectieve hulp, welke de
Joden over de geheele wereld aan het
Vluchtelingencomité kunnen bewijzen, is
het inlichtingen verschaffen omtrent de
plaatsen, welke in uw land of stad vacant
zijn. Reeds eerder heh ik vermeld, dat
zich onder de vluchtelingen goed go-
schoolde handwerkslieden van verschil
lend beroep, intellectueele arbeiders, on
derwijzers, artsen, kantoorbedienden,
taalkundigen enz. bevinden. Een speciale
emigratie-afdeeling van het comité houdt
zich met deze zaken bezig, en dank zij
buitenlandsche medewerking, is deze er
reeds in geslaagd, voor vele uitgeweke
nen in het buitenland een plaatsing te
vinden. Deze afdeeling heeft uw hulp het
meest noodig en gij kunt haar op de beste
wijze bijstaan door plaatselijke comité's
op te richten, die zich bezig houden met
het vinden van arbeid voor de vhictelin-
gen in Holland.
En ten slotte zoo gaat het blad
voort gedenk Holland! Dit kleine land,
en eveneens Frankrijk, hebben zeer rid
derlijk gehandeld, door de eerste en prac-
tisch gesproken ook de eenige staten te
zyn, welke hun deuren voor de vluchte
lingen hebben opengesteld, daardoor blijk
gevende van een grootmoedigheid en
humaniteit, waardig aan de beste tradi
ties in de geschiedenis van deze twee
landen.
En laat de Joden over de geheele
wereld hun dankbaarheid aan Holland
toonen, door hun zakenrelaties met dit
land te ontwikkelen. Iedere Hollandsche
consul zal u gaarne vertellen, wat u in
Holland kunt koopen. Brengt uw vacantie
in dit land door en ziet zijn wonderlijk
interessante oude steden; koopt Holland
sche goederen; reist met Hollandsche
passagiersbooten, indien u daartoe de ge
legenheid openstaat.
De vriendelijkheid en sympathie, welke
ons door de Hollanders is bew-ezen, mag
door geen enkelen Jood, waar ter wereld i
hij zich ook bevindt, ooit worden ver
geten!"
i
Dagens Nyheter vernam Donderdag uit
Oslo:
Te Tromsoe zijn vandaag geruchten in
omloop, dat visschers, die van het Beren
eiland zijn aangekomen, deelen van
Amundsen's vliegtuig, Latham, in hun net
hebben gekregen. De Fransche consul te
Tromsoe heeft zich met de visschers in
verbinding gesteld, die naar hun woon
plaatsen zijn teruggekeerd. Men zal een
onderzoek naar de juistheid van het ver
haal instellen. De visschers moeten ver
scheidene deelen van het vliegtuig zoover
boven water hebben gekregen, dat zij
sterk den indruk kregen deelen van een
verongelukt vliegtuig te hebben opge
haald. Een ander vliegtuig als dat van
Amundsen is, voor zoover men weet, nabij
het Beren-eiland niet verongelukt.
Amundsen is destijds ter hulpverleening
aan de bemanning van het luchtschip van
Nobile opgestegen. Het zAvaar beladen
vliegtuig is onderAveg echter vergaan.
Naar verluidt, aldus een bericht uit
Washington, heeft president Roosevelt
ter gelegenheid van het bezoek van het
eskader van Balbo de meening uitgespro
ken, dat de Amerikaansche luchtvloot het
bezoek der Italiaansche vliegers behoor
de te beantwoorden.
In marinekringen wordt medegedeeld,
dat de ryeuwste soort Amerikaansche ma
rinevliegtuigen voor dit doel het meest
geschikt zouden zijn.
EEN NIEUW GROOT PASSAGIERS
VLIEGTUIG.
Toeste Ivoor 20 passagiers.
Naar de Times meldt, heeft de welge
slaagde vlucht van de Imperial Airways
naar Australië met een toestel van het
Atlantype de bouAvers van dit tijype, de
firma Armstrong Whitworth, doen be
sluiten tot den bouw van een verbeterd
Atlantype. Dit wordt een toestel voor 20
passagiers, vracht en post met vier Arm-
strong-Siddeley motoren van 400 P.K.,
dat een maximum-snelheid moet krijgen
van meer dan 260 km per uur en een
kruissnelh.eid van 215 km. Een dergelijk
toestel zou in anderhalf uur van Londen
naar Parijs kunnen vliegen.
per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
Binnenland.
INBREKER GEVAT.
Na een inbraak in een huis te
Amsterdam.
Donderdagmiddag kwam de bewoonster
van een perceel in de Jacob van Lennep-
straat thuis, trof in haar woning een on
bekenden man aan, die aanstonds, toen
h(j zich ontdekt zag, de vlucht nam. De
vrouw liep hem luid roepend achterna,
samen met een buurman en eenige voor
bijgangers. In de Kinkerstraat slaagden
zij er in, den indringer te pakken, doch
de man verzette zich hevig.
Twee marechaussee die toevallig voor
bijkwamen, hebben hem gearresteerd en
naar het politieposthuis in de Borger-
straat gebracht, vanwaar hij later naar
het bureau Overtoom is getransporteerd.
Daar herkende men den arrestant als een
beruchten inbreker. Bij fouilleering vond
men een geldtrommeltje op hem, afkom
stig uit het perceel in de Jacob van Len-
nepstraat. Het trommeltje bevatte slechts
een zeer klein bedrag aan geld. De man
is op het bureau Overtoom opgeslote n
Een Heldersche roman
door
.WILLIARIS.
27)
De bootsman schrikte, toen hij het
groote bedrag zag, dat Avas binnengeko
men.
„Menschen-kinderen, wat moeten we
voor al dat geld koopenl Wie weet ei
wat goeds?"
Verschillende dingen werden genoemd;
als bijvoorbeeld een hangklok, een bed,
een kleerenkast en dergelijke dingen.
Een grappenmaker stelde voor om hem
een wekker en een paar korte Hokjes te
geven.
Maar de bootsman schudde het hooid.
Neen jongens, ik ben al vaak bij hem
op bezoek geweest, maar die dingen die
jullie daar opnoemen heeft hij allemaal a..
Hij heeft ook maar een klein huisje, dus
kan je daar geen onnoodige dingen in
zetten.
Het beste zou wezen, iets goeds te koo-
{en, waar hij lang plezier van kan heb-
en.
Toen opperde iemand het denkbeeld om
Jets te koopen voor de wasscherij, die hii
fan plan was te gaan beginnen.
„BraAro,w riep de bootsman op zijn voor
hoofd wijzende; „daar gaat een lampje bij
me aan. Hij vertelde me laatst dat hij een
glansmachine noodig had."
Ik denk dat we zoo'n ding wel kunnen
krijgen voor dat geld.
Vinden jullie dat allemaal goed jon
gens?"
Het plan vond algemeene instemming.
De bootsman ging met Hans Berg en
nog een matroos, die benoemd waren voor
de inkoop-commissie, een glansmachine
koopen en hij maakte de bepaling er bij,
dat de machine den 18en Augustus 's mid
dags, bij den Kluif aan huis bezorgd moest
worden.
Eenige dagen daarvoor was er op het
publicatiebord een iijst aangeplakt van
menschen die voor het verlof op 19 Augus
tus, zouden worden overgeplaatst. Dat
waren de menschen die ontslag uit den
dienst namen of om andere redenen niet
naar de tropen konden.
Hans en de Kluif stonden ook op de
lijst.
Zij werden geplaatst bij den onderzee
dienst.
De Kluif had vier dagen verlof ge
vraagd om te trouwen.
Zijn verlof ging in 0 pden 18en des
avonds. Na zijn verlof moest hij zich mel
den op de Kazerne voor den Onderzee
dienst.
Maar voor bootsman Touw was het
misschien wel de belangrijkste dag van
allen. Het was namelijk de laatste dag,
dat hjj bij de marine zou zijn. Zijn tijd zat
er op en hij ging den dienst met pensioen
verlaten.
Nu had hij besloten om 's avonds voor
dat hij weg zou gaan een korte toespraak
te houden en dan afscheid te nemen van
de jongens.
Hem Avas ook verzocht aan den Kluif
het geschenk voor zijn huwelijk aan te
bieden.
Even voor theewater klonk voor de
laatste maal het snerpende geluid van
het bekende bootsmansfluitje door het
tusschendek.
„Komen jullie allemaal eens even hier
staan jongens. Ik heb jullie wat te zeg
gen."
Het was voor hem niet noodig op eenige
verhevenheid te gaan staan, want hij stak
boven allen uit. Zijn toespraak blonk niet
uit door woordenkeus of redenaarstalent,
maar de ruwe goedhartigheid, die ieder
een van hem kende, had hem sympathiek
gemaakt, zoodat allen graag luisterden
den naar Avat hij te zeggen had.
„Zooals jullie weten," begon hij, „ben
ik vandaag hier voor 't laatst en ga ik
morgen den dienst met pensioen verlaten.
Jullie weten wel, dat ik nog iemand ben
uit den zeiltjjd en dat ik een hekel heb
aan die ijzeren bakbeesten, die ze tegen-
xvoordig schepen noemen.
Ik ben met de laatste reis van de „Nau
tilus" meegeAveest en daarna heb ik eeni
ge jaren op de werf in Hellevoesluis ge-
diend. Ik Avas er blij om want ik hoefde
I toen niet op zoo'n modern schip te varen.
Het laastste jaar voor mijn pensioen
namen ze mij nog even te pakken. Ik
Averd overgeplaatst naar den IJzeren
Hertog.
Toen ik hier aan boord kAvam, nu zoo-
j Avat een jaar geleden, dacht ik dat ik het
niet zou uithouden. Nu wil ik jullie eer-
j lijk bekennen, dat het me hard is meege-
I vallen.
Dat heb ik in de eerste plaats aan
I jullie te danken. De omgang met elkaar,
I de goede samenwerking vmn jullie alle
maal, enfin, al die dingen, die daar nog
bij komen, hebben gemaakt, dat ik hier
echt prettig gediend heb.
Ik denk, dat er het meest gelukkige ge
zin ook wel eens strubbeling is; dus hier
in zoo'n groot gezin, met allemaal flinke
kerels onder elkaar, kwam er ook wel
eens iets van dien aard voor.
Voorals als een zeker lid der beman
ning weer eens een van zijn boevenstre
ken uithaalde.
De Kluif hield zich van den domme en
de bootsman vervolgde Aveer.
Vroeger heb ik met een stuurman ge
varen, die beweerde dat de drie schoon
ste dingen op aarde zijn: Een man te
paard. Een zoogende vrouw en een schip
I met volle zeilen. Wat dat eerste betreft,
dat w^eet ik niet, daar heb ik geen ver
stand van.
Maar die tAvee laatste dingen kan ik
over oordeelen en dat vind in inderdaad
mooi."
Daar mengde de Kluif zich erin.
„Bootsman, ik geloof dat u dramatisch
begint te worden. Maar ik wou maar zeg
gen dat, wat dat tweede betreft, daar kunt
u ook niet over oordeelen, Avant 11 av vrouw-
geeft het kind toch de flesch?"
Een buitenstaander zou dit gezegde
misschien dAvaas of wreed in de ooren
hebben geklonken, maar deze jongens
kenden elkaar en den bootsman, en het
smakelijk gelach, ook van den bootsman
zelf, bewees, dat de opmerking, hoe on
deugend ook, door hen naar Avaarde ge
schat werd.
Maar de bootsman was niet uit het
veld geslagen!
„Je spreekt weer voor je beurt Kluif.
■Te bent net als de vos, die nooit zijn stre
ken verliest.
Maar om daar nog even op door te
gaan. Ik vind dat allebei werkelijk mooi.
Alleen hadden ze er nog iets bij moe
ten noemen en dat is: kameraadschap.
Dat is volgens mijn meening ook wel
een van de mooiste dingen, die bestaan.
En vooral hier aan boord heb ik dat in
zeer ruime mate mogen ondervinden.
Ik dank jullie dan ook allen heel har
telijk jongens en ik wensch jullie verder
een prettigen diensttijd bij de marine.
Maar nu heb ik nog een appeltje te
schillen met ons aller vriend, den Kluif."
De Kluif, die niet wist wat er komen
zou, maakte aanstalten om de vlucht te
nemen.
„Houdt hem jongens!" werd er geroe
pen.
Hij werd gegrepen en tot vlak voor den
bootsman gebracht.
„Kjjk eens hier Kluif," begon deze.
,„Wij hebben allemaal, zoo we reilen
en zeilen, genoten van je vriendschap en
van je streken. Al maakte je het soms
wel wat al te bont, wij hebben toch altijd
braaf om je gelachen, kerel!
Nu hebben we onder elkaar gelapt en
besloten om, nu we morgen allemaal uit
mekaar spatten en jullie misschien nooit
meer zoo'n goed ploegje bij mekaar krjj-
i gen, jou een cadeau te geven voor je
I trouwen
Iedereen heeft het zijne bijgedragen en
daar hebben we. omdat we w isten dat je
graag zoo'n ding wou hebben een
glansmachine voor gekocht.
Mij is opgedragen om jou uit aller naam
geluk te wenschen in je huwelijk en urn
je de machine te overhandigen.
De bootsman reikte hem een enveloppe
over, waarin de kwitantie was.
Nu was de Kluif, misschien wel voor
't eerst in zijn leven, als met stomheid
geslagen. Hij draaide de enveloppe om en
om en wist niet wat te zeggen.
Op zooiets had hij heelemaal niet ge
rekend.
De bootsman gaf hem een klapje op
den schouder.
„Kjjk jongens, die heeft nu altijd den
grootsten bek gehad en nu staat hij ali
een verlegen schoolmeisje.
Neen Kluif, sta nu maar niet met dat
ding te draaien. Denk je soms, dat hoi
machien daar in zit?"
Nu scheen de Kluif zijn spraak weer
terug gekregen te hebben.
Zijn stem klonk anders dan gewoonlijk,
maar hij sprong op een bank om het g»
heel te overzien en zei met eenigsziiu
heesche stem:
„Bootsman en jullie allemaal jongen*
ik ben jullie erg dankbaar voor dit g»
schenk. Het spijt me dat ik te arm ben
anders zou ik Jullie allemaal uitnoodigeo
Dat kan nu niet, maar ik zeg Je. dat dé
geschhenk me altijd zal herinneren aa*
jullie vriendschap. Ik wensch Jullie hef
beste verder
Hjj moest weg. Hli was diep getroffe^
door dit voorval en hfj voelde geen woorf
meer te kunnen uitbrengen.
Even later ging hij. en nu voor he4
laatst, den valreep af van den IJzeren
Hertog.
Hjj had moeite zijn ontroering te ver
bergen en al maar door moest hij slikken
om dien brok uit zijn keel weg te krijgen.
(Wordt vervolgd).