DE MOEDER IN DE DIERENWERELD 610 VAN ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Op een afstand Ontroerende liefde tot de jongen. Bij de menschen heeft geen moeder die bezwaren te overwinnen, die de moeder in de dierenwereld heeft, vooral in de tropen. door Dr. J. SCHENKHOF. De meeste ouders zullen het er wel over eens zijn, dat het opvoeden van een kind een van de allermoeilijkste taken is, die een mensch op aarde kan be schoren zijn. Maar denkr zich eens de bezwaren in, die de ouders van de die renwereld moeten overwinnen, hetzij in de Poolstreken, hetzij in de Jungles van de Tropen. Dat zijn problemen waarbij die der menschlijke ouders vol komen in het niet verzinken. En in de dierenwereld is het bijna steeds de moeder alleen, die er voor moet op draaien, haar kroost te voeden en groot te brengen. Bij schier alle dieren be moeit de vader zich in net geheel niet met de kleintjes, zelfs komt het daar Vaak voor, dat hij eigen kinderen ver slindt, zoo hij daarvoor tenminste de kans krijgt. Toewijding van het moederdier. Zoowel bij de hoogere dieren, als bij de vogels en visschen, zijn er voor beelden te over van een toewijding voor de kinderen, die de menschen niet zou den kunnen verbeteren. Maar er be staan in de dierenwereld ook talrijke gevallen het spijt ons dit te moeten erkennen van een wreede onverschil ligheid voor het lot van de kleintjes, die geen mensehelijk natuurvorscher in staat is te verklaren. Ofschoon men in het algemeen de menschelijke baby beschouwt als het meest hulpelooze schepsel op aarde, is zoo'n kind toch oneindig levendiger en veel meer in staat voor zichzelf zorg te dragen, dan het totaal hulpbehoevende jong van de Australische kangeroe. Het hulpeloos kangeroejong. Volgens natuurgeleerden is het jong van de kangeroe bijna immer te vroeg ter wereld gekomen Daardoor is het vlak na de geboorte zoo volkomen hul peloos, dat de moeder-kangeroe hei jong met haar lippen opneemt en het stopt in de zak, die een eigenaardig stopt in den zak. die een eigenaardig ten. In dien zak blijft het vele weken lang hangen, met de lippen zuigt het jong zich vast aan de wanden van dezen zak, waardoor het in staat is de moe dermelk tot zich te nemen. Na onge veer vier weken is het beestje zoover gegroeid, dat 't dezen zak kan verlaten en de moeder te voet kan volgen, zij het aanvankelijk slechts over korte af standen. Langzamerhand weet de kan geroe-moeder deze afstanden te ver- grooten, totdat het diertje eindelijk in staat is den geheelen dag naast de moeder te blijven voortspringen. Wanneer het kleine kangeroetje nog volkomen hulpbehoevend is, komt het soms voor, dat de moeder wordt opge jaagd door de wilde honden, die Australië verpesten, maar steeds is (tan de eerste gedachte van het moederdier voor 't jong te zorgen. Met de lippen pakt zij 't long van den grond, stopt het in den zak en gaat er met groote sprongen van door. Maar als zij eindelijk geen kans meer ziet te ontsnappen, aarzelt de moeder ook niet het jong uit den zak te laten vallen. Bevrijd van dien last, gaat het dier er dan met nog forschere sprongen van door en laat het jong door de wilde beesten verscheuren. Dan is haar eerste gedachten het zor gen voor eigen levensbehoud. Toch komt het in de dierenwereld veelvuldig voor, dat de moeder al vech tende tegen haar belagers wil sterven om haar kroost zoo lang mogelijk te verdedigen. De natuurkenners wijten het slechte voorbeeld van mevrouw Kangeroe aan 't feit, dat zij tot een ge degenereerd geslacht behoort. Bij deze dieren is dus niet van evolutie maar van devolutie sprake. Want de kange- roe's stammen reeds uit het Mozaïsche tijdperk, dat reeds een losse 50, mis schien wel 500 millioen jaren achter ons ligt. Ook de Amerikaansche opposum is lio van dezelfde familie als de kange- roes, maar het schijnt dat dit dier vol komen onafhankelijk van zijn Austra lische neven door de eeuwen is heen geworsteld. Bij de opposums hebben de moeder- dieren een buidel, die groot genoeg is, om het gemiddelde kroost van onge veer zes jongen op te bergen. Maar naar gelang de kleine opposums groo- ter worden, is deze zak al spoedig te klein om de beesten een schuilplaats te bieden. Dan kruipen de jonge dieren uit den buidel en klimmen bij de moe der op den rug. Gaat de moeder er dan met haar kroost van door, dan klemmen de kleintjes zich angstig vast aan de lange en dichte vacht, die het vel van de opposum tot een begeerd bont maakt. Vogelmoedcrs. Bij de vogels treft men gewoonlijk de allerbeste moeders aan. Dit valt op bij de pinguïns, de vreemde én zoo ernstig kijkende bewoners van de Poolstreken, die in meer dan dertig verschillende soorten zijn verdeeld. De meeste soorten pinguins hebben nes ten onder den grond en in die nesten zorgt zoowel de moeder- als de vader- pinguin zoo goed mogelijk voor de kleine kuiken-pinguins. Enkele pinguins, zooals de Adelie- pinguin, heeft haar nesi boven den grond en de groote vijand van moeder en jongen is de woeste, onverschrok ken zeemeeuw van de Poolstreken, be kend als de Mc. Cormick zeemeeuw. Deze meeuw pakt de jonge kuikentjes uit het nest om zoo te zeggen onder de neus en onder de vleugels van de oude pinguins. Blijkbaar hebben deze pinguins een fatalistische levensbeschouwing, want zij doen niet de minste of geringste moeite de roovende zeemeeuwen van het nest te verjagen. Daar de Adelie-pinguin bij millioe- nen voorkomt, is de slachting, die de groote zeemeeuwen onder de kleine pinguins aanrichten, eenvoudig ont zettend. De nesten zijn in den omtrek bezaaid met doode pinguin-kuikens. Geen natuurvorscher heeft tot nu toe kunnen ontdekken waarom mevrouw Adelie-pinguin zoo weinig om haar kroost geeft, daar deze pinguin veel grooter is dan de zeemeeuw en dus wel in staat zou zijn de diefachtige meeuwen weg te jagen. Van geheel anderen aard is de Ko- nings- of Keizers-pinguin. Deze is verreweg de grootste van de nog in leven gebleven soorten pinguins. Hij leeft zoo ver naar het Zuiden, dat geen dezer pinguins gedurende zijn geheele bestaan, ooit het vasteland heeft aan schouwd. Op de ijsvelden van de Zui delijke Poolstreken zijn natuurlijk geen nesten te bouwen. Wanneer het moederdier derhalve een ei legt, legt ze het ei op haar poot, om het op die wijze warm te houden. Later neemt ook j het pas geboren kuiken plaats op den j voet van de moeder, daar de pootjes j van het beestje nog niet in staat zijn i op het ijs te blijven slaan. Het strenge Poolklimaat. Het Poolklimaat is zoo streng en de sterfte onder de jonge beesten zoo groot, dat de meeste Konings- en Kei- zers-pinguins kinderloos zijn. Maar het moederlijk instinct onder deze pin guins is zoo sterk ontwikkeld, dat op het oogenblik, dat een moeder-pinguin weggaat om voor haar jongen voedsel te halen, er van alle kanten andere raoeder-pinguins komen aanvliegen, om voor het kuiken te zorgen en dit te door FLORENCE EEKHOUT. Er zaten twee reizigers in een coupe van den trein. De ééne was verdiept in een detective roman, de ander las een krant. Langen tijd bleef het stil. Er was geen ander geluid dan het dreunen van den trein, een fluitsignaal, een licht geritsel, als een van de beide lezers een nieuwe sigaret opstak. Op eens slaakte de man van den ro man een zucht, sloeg het boek dicht, ontmoette den blik van zijn overbuur man, die opkeek bij het geluid en zei glimlachend: „Die pure nonsens! Eigenlijk ergerlijk, dat je het altijd weer leest! Soms zijn die dingen ten minste nog vernuftig. maar dit is wel zoo'n nonsensj" Hij bekeek het bandje en voegde erbij: Een van die detectives, die nooit falen. Dat is nog tot daaraan toe. Maar deze speelt het op een gegeven moment zelfs klaar, een mysterie te ontraadselen zonder zijn kamer uit te komen! Alsof zoo iets mogelijk is! Zegt u dat niet, weerlegde de an der en keek naar den titel van het boekje. Och kom, u gelooft zooiets toch niet? Niets is onmogelijk, zei de ander glimlachend, zelfs niet de fantasie van L. Stevenson, wiens boek u zoo mis haagd heeft. Laat ik u een voorbeeld geven. Ik lees hier zoo juist een ver slag van den moord in S' U hebt er zonder twijfel van gehoord? Ja, zei de ander, natuurlijk.het is een sappig gevalletje voor de sen satiereporters. Allerlei geheimzinnige omstandigheden, een schatrijk man, die vermoord is, een beeldschoone, ge broken weduwe, diverse menschen, die ongeveer met hun neus op de misdaad hebben gezeten om zoo te zeggen.... en geen spoor van den dader. Wel, en? De ander vouwde zijn krant op, leunde behagelijk achterover en zei: - Ik weet niets meer, dan wat de kranten vertellen, ik ken geen van de personen het zijn er een achttal die ten tijde van den moord in het huis van den vermoorde logeerden of woon den en toch zou ik kunnen zeggen, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, wie de daad be ging. Zijn overbuurman zette groote oogen op. Dat meent u niet! Hoe bent u dat te weten gekomen, en wanneer en waar? Hier, zei de andere reiziger lachend, in deze coupé, zonder van mijn bank af te komen en alleen door nadenken, geholpen dooi' een goed ge heugen. Daar ziet u, dat de arme L. Stevenson zoo'n dwaasheid nog niet schreef als u wel meent. Maar, hoezeer dan? Legt u eens uit. Kijk, ik zal geen namen noemen, want wat ik zeg, kan ik niet bewijzen. Het is een zuiver psychologische re kensom. Er waren dus acht personen, in clusief de weduwe in de buurt, toen de misdaad plaats had. Een van die men schen hééft het gedaan, daarover be staat niet veel twijfel, het schijnt vrij wel onmogelijk te zijn, dat iemand van buitenaf de misdaad beging. Mooi, maar nu kan men niet ontdekken, wie van de acht. Ieder van hen kan .en reden hebben gehad. Ten eerste de vrouw, die erfde. Ten tweede een van zijn logé's, die op de vrouw verliefd was. Ten derde een secretaris, met wien hij ongenoegen had. Ten vierde een jonge vrouw, die hem zijn huwe lijk een jaar geleden zeer kwalijk schijnt te hebben genomen, daar hij eerst op haai- verliefd was. Ten vijfde een bediende, dien hij op oneerlijkheid betrapt had en met aangifte bedreigd. Ten zesde een oud vriend, die geeu enkele reden had, hem te haten dat zijn de gevaarlijkste menschen! Ten zevende een zakenman, met wien hij in relatie stond en die hun gezamenlijk opgezette zaken alleen in handen zou krijgen, als hij sierf. Ten achtste een driftig aangelegd heer, met wien hij pas ruzie had gehad over iets bij het bridgen. Welnu, ik kan u zeggen, wie van allen het deed, doch ik zal ermee vol staan u te zeggen hoe il: het weet. Er is in de criminaliteit een zeer eigenaardig verschijnsel en dat is de herhaling van een misdaad. U zult het misschien ook wel eens hebben opge merkt. Een hijzonder gruwelijke mis daad wordt steevast na eenigen tijd gevolgd door een soort spiegelbeeld ervan. De mensch stamt niet voor niets van de apen af. Menschen en misdadigers zijn in den grond primi tief hebben die neiging tot na-apen nog sterk. Zij apen niet alleen anderen, doch ook zichzelf na. Het is een feit, dat sommige groote misdadigers alleen daardoor in de val liepen, dat hun misdaden te veel op elkaar leken. Zoo ontstaat er het beroemde geval van den man, die zijn vrouw in een bad verdronk ora de levensverzekering»-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 13