De orficiëele opening voor het verkeer over den afsluitdijk. OINSDAO 26 SEPTEMBER 1933. «m™ De autoriteiten tijdens de rede van Minister Kalff. Een overzicht van den afsluitdijk, gezien van den uitzichttoren. Het monument. De onthulling v;Ui het monument. I'"**!! Kruot «antal hooge autoriteiten. Ite rtgeering aanvaardt het «kor de M.U.Z. aangeboden monument. Eindelijk heeft dan de officiëele open- stelling \oor liet verkeer over den afsluit- tlijk plaats gehad. Wel was reeds sinds '33 Januari liet verkeer toegelaten, eerst gedeeltelijk en later geheel, maar daar aan was verlamden het tolgeld ten bate van het Nederlandse!) Crisis-comité. En hoe gaarne men dit eomité in zijn edel streven ook steunde, het was voor velen toch een bezwaar om den tocht naar Friesland, via den afsluitdijk te maken. Desniettegenstaande is de opbrengst voor het N.C.C ruim 100.000 geweest. Een bewijs dat deze verbindiug w'el in een dringende behoefte voorzag al was et- veel toerisme, belangstelling voor het grootsche nationale werk. dat daar als een monument van Nederlandschen durf, ligt. Hoe druk het verkeer wel was, bewijst een enkel cijfer. In de maand Juli is een verkeerstelling gehouden en toen bleek het aantal auto's, dat dagelijks den dijk passeerde, 450 te zijn. Dat getal zal zeker stijgen nu de tolbelemmering is opgehe ven. Want gisterenmiddag is daar een einde aan gemaakt. Wleringen vlagt. Voor Wielingen, waarvoor de Zuider zeewerken zoo groote beteekenis hebben («Jhad, was de dag van gisteren een feest dag. Het was een nieuwe mijlpaal, de laat st, op den weg Holland—Friesland. In Hïtypo zagen we hier en daar de vlag uit gestoken en in Den Oever, het dorp vlak voor den afsluitdijk was men kwistiger ge weest en wapperde de vaderlandsche driekleur dartel in den wind. Veldwach ters en marechausseé's regelden overal hdt verkeer. De bewoners van Den Oever hadden postgevat vlak voor den afsluit- tfijk out de auto's met autoriteiten te zien patweeren en bekende persoonlijkheden te ontdekken. Want... de upperten was voor deze plechtige openstelling uitge- tmodigd en aanwezig. Niet minder dan 4jSi autoriteiten hadden een uitnoodiging ontvangen en 330 hadden daaraan ge hoor g"7*«en. V*-rt i<r pprsvertegenwoor- Ged. Staten van Noordholland voor de Bedrijven. Commandant van de Marine te V\ tllemsoord .Commandant van het vlieg kamp De Kooy. Commandanten van de Marechaussee te Leeuwarden en te Gro ningen. Districtscommandanten van de lijjksveldwacht te Amsterdam en te Leeu warden. Directeur van de Rijkswerf te Nieuwediep. Directeuren van het Loods wezen te Amsterdam en te Harlingen. ('hef van den Technischen Dienst voor Kustverlichting. Directeuren en Secreta ris van de Prov. Electr. Bedr. in Noord- Holland en Friesland. Voorzitters van de Kamers van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier en voor Friesland. Wegenconimissie A.N.W.B.— K.N.A.C. Voorzitter van het Nationaal risis-Comité. Rijks-accountants. Medici te Slootdorp, Hippolytusboef en Makkum. Inspecteur van den Volksbond tegen Drankmisbruik. Architecten Dudok en Krop. Comité tot oprichting van een ge- denkteeken op den afsluitdijk der Zuider zee. Binnenlandsche en Buitenlandsche Persvertegenwoordigers. Commandant Deensch fregat. Voor het onderbrengen van de genoo- digden had de M.U.Z. een practische op lossing gevonden door het aan elkaar zet ten van twee flinke werkkeeten. Om tegen half vier beklom Ir. de Btocq van Kuffeler, de directeur-generaal der Zuiderzeewer ken het spreekgestoelte voor het uitspre ken van een rede, waarin hij een kort overzicht gaf van de uitvoering van het werk. Wij ontleenen aan deze rede het volgende: In de vergaedring van de Tweede Kamer van 21 November 1924 deejde de toenmalige minister van Financiën, dr. H. Colijn, mede, dat het in de bedoeling der regeering lag nog in het loopende zit tingsjaar over te gaan tot de indiening van voorstellen tot versnelde uitvoering van de Zuiderzeewerken. Deze voorstel len, welke werden verdedigd door de ach tereenvolgens opgetreden ministers van Waterstaat ir. G. J. van Swaay, ir. M. C. E. Bongaerts en mr. H. van der Vegte en door de belde Kamers der Staten-Gene- raal werden aangenomen, hielden mede baggergebied, die voordien als concur renten naast elkander hadden gestaan, sloegen de handen ineen en richten ge zamenlijk de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken (M.U.Z.) op, een zeer kapitaalkrachtige combinatie, be schikkende over ruim materieel, waaruit onder elke omstandigheid naar behoefte zou kunnen worden geput en over een rijke ervaring bij de uitvoering van wer ken van geheel uiteenloopenden aard. Met deze combinatie heeft de Staat een grondovereenkomst gesloten, waarbij haar den bouw van dén afsluitdijk c.q. ook van de daarin gelegen kunstwerken werd opgedragen, volgens nader te sluiten aan nemingsovereenkomsten, waarin telkens de aannemingssom voor elk onderdeel zou worden vastgesteld. Volgens bepaal de regelen nam de Staat deel in winst en verlies van de N.V. Een tot nu toe onge kende figuur was hier geschapen. Er kan niet anders gezegd worden dan dat de M.U.Z. een passend apparaat te werk heeft gesteld, een voortreffelijke or ganisatie in het leven riep en ook de moeilijkste omstandigheden volkomen wist te beheerschen. Voor het maken van den dijk zelf be taalde de Staat rond 60 millioen en aan stormschade bij dit zoo aantastbare grondwerk in open zee, het onbeteekenen- de bedrag van slechts 65.000 of onge veer 1/10 Beter dan woorden brengt dit cijfer hulde aan het uitvoeringsbeleid van de M.U.Z. en niet alleen aan haar leiders, maar ook aan haar staf van ge schoolde uitvoerders. Hij spreekt over de toewijding van alle medewerkers, van hoog tot laag. Ver van de bewoonde wereld zijn groote werken door duizenden arbeiders uitge voerd. Daarbij mocht zorg voor behoor lijke huisvesting, voeding, watervoorzie ning, niet ontbreken. Kerkgenootschap pen hebben de geestelijke verzorging hunner lidmaten op zich genomen. Ont spanningslokalen zijn opgericht, medi sche verzorging werd zoo goed mogelijk geregeld, enz. Den verschillenden perso nen, die zich aan deze belangen hebben gewijd, mag hier zeker een woord v&n dank niet worden onthouden. digers. waaronder 14 buitenlandsche bla den versloegen de plechtigheid. Men be grijpt dus dat het een drukte was daar midden op den dijk, bij het daar opge- riohte monument. Het stafmuziekcorps, onder leiding van den heer Kreijger, zorgde voor mu zikale afwisseling en ver voor den aan vang van de plechtigheid dartelden vroo- ljjk de blanken van opgewekte marschen over het IJsselmeer en omgeving. Wie er genoodlgd waren. Volledigheidshalve geven wij hier een lijst van de voornaamste autoriteiten die tot deze plechtigheid uitgenoodigd waren. Minister-President, dr. H. Colijn, die wegens verblijf in het buitenland verhin derd was. Verscheidene oud-ministers van Waterstaat. Vice-President van den Raad van State. Voorzitter afd. Waterstaat van den Raad van State. Leden van de Staten- Generaal. Commissarissen vande*0- ningin in de provincies Noordholland en Friesland. Familie van wijlen ir. Lely .Griffiers van de Staten van Noord- holland en Friesland. Ambtenaren van het Departement van Waterstaat. Zuiderzee raad. Conimissie-Lorentz. Zuiderzeecom- missie voor Defensiebelangen. Oud-secre taris Commissie-Vissering. Adviseurs van de Zuiderzeewerken. Generale Commissie Zuiderzeesteunwet. Directeur van Rijksdienst tot Uitvoering van de zeesteunwet. Dienst van de ken. Ambtenaren van den Rijkswate - staat Officieren van de Genie. Mq. tot Uitvoering van Zuiderzeewerken. Aan nemers die aan de afsluiting hebbengc- werkt. Voorloopige Directie van de Wie- ringermeer. Commissie Proefpol <Ujk. Directeuren-Generaal voor werkver- schaffing en ateunverleenmg, van oen Rijksdienst voor Werkloosheidsverzeke ring en Arbeidsbemiddeling, van Arb i en van het Loodswezen. Directeur en Geoloog van den Ryksgeologischen Dienst. Directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening. Directie Spoorwegen. Rijkscommissie van over g voor de wegen. Rector magnificus Secretaris van de Senaat der lechnisch Hoogeschool. Voorzitter van de afdeeling weg- en waterbouwkunde der Technische Hoogeschool. Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Hoofdingenieurs-Directeur v. d. Prov. Waterstaat van Noordholland en Friesland. Burgemeesters van de ge meenten Wieringen, Wonseradeel, Har lingen, MedemWik, Den Helder. Lid van in de afsluiting van de Zuiderzee tusschen Wieringen en Friesland. Krachtens het betreffende organieke besluit, omvat de dienst der Zuiderzeewer ken o.m. de voorbereiding en de uitvoe ring van de afsluiting van de Zuiderzee. Een mooie taak was het om dit werk het technisch meest bijzondere onder deel van Lely'8 Zuiderzeeplan uit te voeren. Er moest in open zee worden ge maakt een rond 30 km lange dijk, waarbij de dubbeldaagsche vloed- en ebstroom naar en van een zeeboezem, ter grootte van ongeveer een tiende deel van ons land, zouden worden afgesneden; er was hier een vraagstuk op te lossen, waar voor geen ingenieur vóórdien zich ge plaatst zag. Lely's magistrale studie over de afslui ting en de droogmaking van de Zuider zee, bekend uit zijn acht technische nota's aan de Zuiderzeevereeniging, lag be schikbaar. Veel is daarin gewerkt, wat steeds leidde tot bewondering voor den genialen greep, waarmede het algemeene ontwerp was opgezet. In een geval als dit ligt er echter een lange weg tusschen het voorontwerp en het gereedkomen van het werk en die weg was zonder goede voorlichting en hulp, niet veilig te begaan. Spr. brengt dan een woord van hulde aan ir. C. Lely en prof. Lorentz. Nog als minister heetf dr. Lely deze organisatie voorbereid; zijn rijke erva ring kwam hem te stade bij het instellen van het ambtelijk apparaat en aan dé gelukkige greep dien hii ook hier weder heeft gehad, is het, naar mijne overtui ging voor een groot deel te danken dat het werk goed is verloopen en wij voor veel tegenslagen zijn bespaard gebleven. Het allereerste vraagstuk, dat in ver band met de afsluiting tot klaarheid moest worden gebracht, betrof de veran dering in getqbeweging. Hiertoe werd een Staatscommissie onder voorzitter schap van prof. dr. H. A. Lorentz inge steld. Wy moeten zeer dankbaar zijn dat deze geleerde bereid was zijn tijd en zijn talenten beschikbaar te stellen voor de oplossing van het bewegingsvraagstuk dat hier aan de orde was. Hij is er niet de commissie in geslaagd de oplossing zóó nauwkeurig te benaderen, dat voor de praktijk geheel voldoende gegevens beschikbaar kwamen. Spr staat dan stil bi] de goede samen werking tusschen de aannemersfirma s. De vier grootste aannemersfirma's op Niet ik zal hier over de economische beteekenis van 't werk spreken, ik za! mij bepalen tot de opmerking, dat de econo mische studies, waarin ook de ingenieur zijn deel had, de groote beteekenis van het werk voor ons land deden uitkomen, zoo zeide spr. Wie in dit licht bezien, een groot werk mag uitvoeren, volvoert zijn taak met liefde en daardoor Telders heeft het de vorige maal terecht gezegd ligt de afsluitdijk er thans, als een werk waarop wij durven vertrouwen. Ik kan dus den minister van Water staat raden de afsluiting van de Zuiderzee alR gereed te beschouwen en het laatste beletsel weg te nemen, opdat dit werk ten volle aan zjjn bestemming zal kun nen beantwoorden. Met een hartelijk applaus werd deze redevoering, die ook door de radio werd uitgezonden beloond. Ir. TeWers aan het woord. De voorzitter van den raad van bestuur van de Zuiderzeewerken, ir. J. H. Tel ders, voerde hierna het woord. Hij deed mededeeling over de plannen voor de op richting van het monument. Men heeft gewacht tot de dijk gesloten was en toen heeft men architect Dudok een ontwerp gevraagd. Het moest een eenvoudig mo nument zijn, getuigend van een krach tig, levend volk! Spr. geeft dan een be schrijving van het monument en wees er op hoe de Zuiderzeewerken een belang rijke étappe vormen in het proces van vele eeuwen door, toen polder na polder ontstond. Altijd was en is men bezig ons land te bedijken en in te dijken. Door den beeldhouwer Hildo Krop is daarvan uiting gegeven door zijn symbolisch beeld van de drie steenzetters (zie de beschrijving van het monument in de laatste kolom). Dan valt het doek en onthult den her inneringssteen, waarop in gulden letters Btraalt de datum van het sluiten van den dijk. Rede van den burgemeester van Leeuwarden. Na deze redevoering, die met hartelijk applaus werd beantwoord, was het wooi d aan den burgemeester van Leeuwarden, jhr. mr. J. M. Beyma, die namens de co- niité's Noord-Holland en F'riesland een tweetal bronzen gedenkplaten aanbood, waarviKir plaatsing gevraagd wordt op heftorens der spuisluizen, n.1. op dj« te Kornwerderzand' aan den oostelijken zij kant en op die te Den Otver aan den wes telijken. Deze platen zijn ruim twee bij een meter groot, waarvan die aan de Noord-Holland- sche zijde, naast de wapens der beide pro vinciën en de jaartallen 1927 en 1932 tot opschrift draagt: „Onder de Regeering van Koningin Wilhelmina is deze Afsluitdiik Hoofdwerk van de gedeeltelijke droog making der Zuiderzee, Reohtstreeksohe verbinding van Noord- Holland met Friesland, in vijf jaar tijds tot stand gebracht door liet vernuft en den arbeid van Nederlandsche ingenieurs, aannemers en werklieden. Ter herinnering hieraan is deze plaat door tijdgenooten aangebracht." en die aan de Friesche zijde de verbinding aangevende woorden in omgekeerde volg orde. Naar aanleiding van dezen tekst zegt burgemeester Beyma o. m.: Naast hulde onzerzijds voor het groot sche werk en het organisatorisch kunnen op waterbouwkundig gebied, hebben wij het oog gehad op hen, die na ons komen; op een tijd, waarop voor ons allen heugenis aan dit werk zal zijn uitgesloten. De wereld vergeet zoo snel en wij willen volgende generaties hii het lezen van het opschrift, zij het misschien maar voor een oogenbiik, hun gedachten doen concen- treeren op en doen tenig denken aan den tijd toen het werk in de groote belangstel ling van iederen toen levenden Nederlan der stond. Namens het Comité uit Noord-Holland en Friesland verzoek ik Uwe Excellentie zoo eindigt de burgemeester toestem ming te verleenen tot het doen aanbren gen dezer gedenkplaten op de door mij aangegeven plaatsen en deze voor het Rijk te willen aanvaarden en tevens dit Album een plaats te doen geven in het Archief der Zuiderzeewerken. Er is bij ons Comité een gevoel van trots om den hoek komen kijken; een gevoel van nationale trots; wü hebben ge meend er aan te moeten toegeven; het was in dit geval gerechtvaardigd. De rede van den minister van waterstaat, lr. J. A. Kalff. Aan de redevoering die daarna uitge sproken werd door den Minister van Wa terstaat, ir. Kalff, onileenen we het vol gende: De minister zeide erover verheugd) te zijn, dat zoovelen hier dezen dag waren samengekomen. Leed deed' het spr., hier vandaag den oud-voorzitter van den Zui- derzee-Raad, dr. Colijn, te moeten missen, maar minister Colijn bevindt zich bui tenslands. Waarom is men hier nu bijeen? 't Is niet alleen tje wenscli en liehoefte om den Afsluitdijk terug te zien, om er redevoeringen te hooren, om het monu ment te bezichtigen, maar 't is méér de wensch om hier tezamen in één oogenbiik te doorleven wat Nederland tot stand heeft gebracht in dit groote werk op deze plaats, die is geworden en zal blijven his- torischen grond! Nooit tevoren is een strijd tegen het water gestreden in een omvang als nu juist geëindigd is. Wel is er getwijfeld aan dit werk door hen, die meenden, dat zij de Zuiderzee goed ken den, maar minder goed kenden zij de ingenieurs van Nederland! Spr. herinnerde hierna aan enkele mo menten uit het groote werk. legde er den nadruk op, dat Lely's onvergankelijke ver dienste den weg voor dit werk heeft aan gegeven. En de Afsluitdijk opent nu den weg om verder te gaan. De regeering is van meening, dat er mag en moet worden voortgegaan in het vertrouwen, dat er betere tijden zullen komen. De minister schetste vervolgens in het kort de beteekenis van den dijk, o. a. voor de verbinding tusschen Noord-Holland en Friesland1. Spr. zeide zeer zeker ook de aan de visschers berokkende nadeelen niet uit het oog te verliezen en roemde verder de samenwerking van allen', die het groote werk hier hebben uitgevoerd. Spr. wees op alles, wat daarbij de medewerkers van zichzelf geëischt hebben en zeide gaarne de gedenkplaten en het monument te aan vaarden. Wii zullen dat monument in hooge eere houden, aldus de minister, die hierna melding maakte van de uiting van dankbaarheid der regeering in den vorm van de door de Koningin verleende onder scheidingen (zie hieronder). De minister wenschte de heeren, die koninklijk onder scheiden waren, geluk en zeide tenslotte, dat nationale trots op dit oogenbiik ons gevoel vervult. Deze nationale trots brengt mede, dat men in zich draagt de bereid willigheid tot gelijke inspanning en toe wijding als bii dit werk hier betoond zijn. Moge deze nationale trots in de moeilijke jaren worden omgezet in daden! .k. j Koninklijke onderscheidingen. De Minister deelt mede, dat de volgende onderscheidingen door de Koningin zijn toegekend: Benoemd tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw: ir. W. Kamp te 's-Gravenhage, hoofdingenieur bii den Dienst der Zuiderzeewerken; ir. J. H. Tel ders te Beverwijk, voorzitter van den Raad van Bestuur van de Maatschappij tot uit voering van Zuiderzeewerken; ir. N. de Ronde Bresser te Wassenaar, secretaris van den Raad van Bestuur van de Maat schappij tot Uitvoering van Zuiderzee werken; officier in de Orde van Oranje-Nassau: ir. J. Lely te Wieringen, directeur-hoofd uitvoerder van de Maatschappij tot Uit voering van Zuiderzeewerken; ir. J. C. Pannekoek te 's-Gravenhage, eerstaanwe- zend-ingenieur bij den dienst der' Zuider zeewerken; ir. J. F. R. van de Wall te 's-Gravenhage, id.; ridder in de Orde van Oranje-Nassau: B. van Renswoude te Harlingen, technisch ambtenaar bii den dienst der Zuiderzee werken; M. A. van der Mark te Hippoly tusboef. hoofd van de administratie bij de M.U.Z.; mr. K. Jansma te Amsterdam, secretaris van den Zuiderzeeraad; mr. W J. Vogel te 's-Gravenhage,»secretaris van den Zuiderzeeraad; en is toegekend de eeremedaille verbon den aan de Orde van Oranje-Nassau: in goud aan: J. L. van Oosterhout te Zurich, onderbaas van het droge werk; J. H. Vis ser te Alkmaar, onderbaas bii de kunst werken; D. ten Veen te Haarlem, hoofd machinist, allen in dienst bii de M.U.Z.; in zilver aan: M. Kooq te Den Oever (Wieringen), waker bii den dienst der Zuiderzeewerken; K. Redelijkheid te Slie drecht zuigbaas; J. Dekker te Sliedrecht, schipper op transporteur I; C. M. Visser te Sliedrecht. onderbaas van het natte werk; in brons aan: W. Kooy te Hippo- lytushoef, kraandrijver; A. Visser te Slie drecht, molenbaas; G. van Asperen te Sliedrecht, sleepbootkapitein; N. Lont te Den Oever (Wieringen) stortbaas; A. van Heteren te Sliedrecht, putbaas van rijs- werkers; K. van Wijngaarden te Den Oever (Wieringen), putbaas van steen zetters en A. Klein tc Ter Apelkanaal (gem., Vlagtwedde), putbaas van grond werkers, allen in c'ienst bii de M.U.Z. De stafmuziek zette na de rede van den minister het „Wilhelmus" in, dat door de aanwezigen staande wordt meegezongen. De eerewün wordt rondgediend en dan is het einde van de plechtigheid gekomen, die door een bezoek aan het 17 meter hooge monument wordt besloten. Een machtig mooi uitzicht heeft men van bovenaf. Rechts, ver en wazig, de Frie sche kust, links Wieringen en de kust van Noord-Holland en achter de Zuider zee en voor het IJsselmeer, tot den horizon. Wii laten hier een beschrijving volgen van het monument: Als plaats van het monument werd ge kozen de plek, waar. op 28 Mei 1932, de afsluitdijk van de Zuiderzee werd ge sloten. De gedachte van den ontwerper Dudok is geweest een monument te ontwerpen ir. harmonie met den aard van het groot sche werk en met de uitzonderlijke om geving waarin het zou moeten worden ge plaatst. De situatie toch brengt met zich mee, dat het monument reeds van verre zichtbaar wordt, terwijl de vormen zich bii het naderen steeds scherper tegen de eindelooze ruimte zullen afteekenen, waar door de architect vooral aan de silhouet werking zijn aandacht heeft besteed bii de vormgeving, zoodat bij de omgeving in 't niet vallende versieringen achterwege zjjn gelaten. Ter weerszijden van een toren, waar van het hoogste punt ongeveer 25 meter boven den waterspiegel is gelegen, leiden breede trappen naar een bordes op ruim 6 m boven den waterspiegel, uitzicht gevende over het IJsselmeer, terwijl van af dit bordes door twee teak-houten deu ren toegang wordt verkregen tot een wenteltrap in den toren, welke aan de Waddenzeezijde opzettelijk gesloten is ge houden en aan de IJsselmeerzijde van glas is voorzien; naar boven gaande verwijdt de blik zich dan alleen over het IJssel meer. Ter hoogte van ongeveer 18 m hoven den waterspiegel krijgt men vanaf een platform een onverwacht wüdsch uitzicht over de Waddenzee, terwijl zoowel naar het Oosten als naar het Westen het mach tige dijkslichaam als 'n rechte streep ver vaagt, slechts aan de Oostzijde door het Breezand en door het Kornwerderzand onderbroken, om aan den horizon zich op te lossen in de nauw zichtbare afteeke- ning van het oude land. Aan de Waddenzeezijde is, tegen den toren, in een golfmotief, van de hand van den beeldhouwer Hagedoorn, een gedenk- hlok van Beiersch graniet aangebracht, waarop de simpele woorden: „Hier werd de dijk gesloten 28 Mei 1932" staan vermeld. Aan de IJsselmeerzijde zal ter hoogte van het bordes, onder een aan.den toren gebouwde luifel, een reliefplaat worden geplaatst, waarop de voortdurende arbeid van het Nederlandsohe volk, verricht aan de uitbreiding van zijn grondgebied, door den beeldhouwer Hildo Krop symbolisch is weergegeven door enkele steenzetters en waaraan de er bij geplaatste zinnen: „Een volk dat leeft Bouwt aan zjjn toekomst" tevens uitdrukking geven. In den toren zelf zal een bronzen plaat met verklarenöen tekst worden aange bracht. Het gebouw is opgetrokken uit gewa pend beton, de voet bezet met basalt-lava- steenen; de treden van de trappen naar het bordes en het bordes zelf zijn belegd met gele en paarse tegels, de treden van de wenteltrap met Beiersch graniet, ter wijl de dekbanden uitgevoerd zijn in zwart Zweedsch graniet en het helwitte opgaan de betonlichaam is behandeld met Tinto- crete; als dakbedekking is rood koper ge kozen. Het werk werd uitgevoerd door de Hol- landsohe Beton Maatschappij. I Minister Kalff bij het monument, dat onthuld werd op de plaats waar de dijk gesloten werd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 11