Nederland-indië in 3? dag
Wat Asjes, Geijsendorffer en Slot
er zelf van zeggen
VAN ZATERDAG 14 OCTOBER 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
DESILLUSIE
De man van het idee over:
HOE HET PLAN RIJPTE....
door
D. L. ASJES,
Reserve-Officier-Vlieger,
Instructeur der Nat. Luchtvaart School
Drie jaren geleden rypte by mij op
Soesterberg 't plan om zoo snel moge
lijk naar Indië te vliegen, om daarbij
post op rendabele wyze van A'darn naar
Batavia te vervoeren. Met verschil
lende fabrieken heb ik onderhandelin
gen gevoerd over de levering van het
vliegtuig en de verschillende daarvoor
benoodigde onderdeelen. Slechts de
financieele zyde van dit vraagstuk
moest in dt stadium nog wel verwaar
loosd blijven. Maar toen liep ik op
Waalhaven Slot tegen het lijf. Direct
maakte hij op mij den best mogelijken,
uiterst betrouwbaren indruk als con
structeur van vliegtuigen.
Slot liet mij zijn project zien voor
ftat nu is geworden de „Pander-Post-
jager".
De toestand was echter zeer somber,
de economische tijden waren slecht,
geld was moeilijk bijeen te krijgen. Be
halve van de firma H. Pander Zonen
ontving ik veel steun van Overste van
Santen, Commandant te Soesterberg,
die mij als reserve-officier-vlieger in
staat stelde groote geoefendheid te
krijgen op snelle vliegtuigen. Ik
maakte tochten boven een snelheid van
300 km per uur en oefende mij in het
z.g. nachtvliegen.
Onderwijl moest ik alle richtingen
heen en weer rennen om de inenschen
voor het plan geestdriftig te stemmen.
Slot voltooide alles op het papier, ter
wijl de heer Spittel van „Het Vader
land" ons van goeden rand diende hoe
wjj de zaak moesten aanpakken.
Wat kan economisch per vliegtuig
naar Indië vervoerd worden? Voor-
loopig alleen post!
Toestellen met groote actie-radius,
gestroomlijnd volgens vaste principe*,
zullen het meest nuttig effect hebben.
Voor dergelijke toestellen is als lading
noodig een kleine substantie, die goed
betaald wordt, dus dat is alleen post!
Natuurlijk is het altijd mogelijk, <yt
later ook passagiers zullen worden
vervoerd, maar het postbedrijf met
postjagers zal ook in de toekomst op
de Indië-route blijven bestaan.
Zonder nu alle leden van het Studie-
Comité op te sommen, wil ik toch even
In het bijzonder memoreeren de hee-
ren Bronsing, Van Zalinge en Ru.vs
van de „Nederland" en van de „K. P.
M.", benevens den heer Kolff van de
Luchtvaartschool. De vlucht wordt uit
gevoerd door het Studie-Comité.
Zoodra de plannen waren bijeen ge
bracht, kon Slot met het bouwen van
den Postjager beginnen.
De werklieden van de firma Pander
stonden hem daarbij trouw terzijde,
schitterende arbeiders, echte artiesten
in hun vak, die al hun geestdrift
schonken om het toestel goed "te laten
vliegen, waarbij ieder zijn. eigen on
derdeel van het toestel verzorgde.
Van al die tallooze kleinigheden
heeft Slot één geheel weten te maken,
door alles te combineeren en het als
één groot stuk werk te zien, zonder
door de boomen den kijk op het bosch
te verliezen.
Toen eindelijk alles zoover in kan
nen en kruiken was, kwam de bestu
ring van het toestel ter sprake. Zelf
kende ik de Indië-route niet. Geyssen-
dorffer was voor mij de aangewezen
man. Uit een zuiver sportief oogpunt
werkte hij graag met ons mede. Samen
hopen wjj met van Straten, den mar
conist, de vlucht tot iets goeds te ma
ken, waarbij zijn rijpe ervaring en
zijn deskundigheid van het vliegen op
lange afstanden van het allergrootste
belang zijn.
Zoo'n tocht is alleen maar te maken,
als er een groote vriendschap bestaat
tusschen de verschillende leden der
bemanning. Mijn vriend Geyssendorf
fer heeft reeds zeven malen met van
Straaten naar Indië gevlogen, zoodat
zij elkaar bij het minste of geringste
dadelijk begrijpen.
De tocht is momenteel, ook dank zij
het groote enthousiasme van den heer
Ter Marsch, die op de meest vriend
schappelijke wijze samenwerkte, zoo
goed als geheel voorbereid.
Na afloop zullen wij een uitgebreid
rapport indienen. De Nederlandsche
Aviatiek moet vooruit komen dat is
onze eenige bedoeling. Holland heeft
nu getoond ook een snel toestel te kun
nen bouwen. Laten wij er nu in slagen
het toestel naar Indië en terug naar
Holland te brengen. Want 300 km per
uur is nog te weinig. Wij zijn er nog
niet!
De man uit de praktijk:
G. J. GEYSSENDORFFEK
meent:
EERST PROBEEREX!
De heer Geyssendorffer meent
slechts weinig te kunnen zeg
gen. Hij wil, evenals de kloeke,
oude Oost-Indiëvaarders éérst
daden laten zien en daarom is
het zooals hij aan het slot zegt:
„Ik weet niets, ik wil eerst pro-
beeren!"
Wie vijftien jaren vliegerervaring
bezit, kijkt niet op tegen een nieuw
tochtje naar Indië. Zóó is het met mij
gesteld! Na alle hoofdsteden van Eu
ropa per vliegtuig te hebben bezocht
en vrijwel alle Europeesehe landen te
hebben „bevlogen", volgden de tochten
naar Indië. Elf malen vloog ik van
Amsterdam naar Batavia en weer te
rug naar de vaderlandsche dreven.
Voor dien tijd waren er al de groote
reizen, ondernomen met nu wijlen den
heer van Lear Black, naar Kaapstad,
naar Egypte en de Soedan, naar Cal-
cutta, naar China en Japan gemaakt.
Ten overvloede ondernam ik nog tal
looze vluchten door de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, waarbij ik
alle statm bezocht
Thans ben ik met eenige maanden
verlof uit het actieve dienstverband
van de K.L.M. getreden en wijd ik
mijn krachten aan het Studie-Comité:
„Snelpost Nederlandsch-Indië".
Met veel genoegen en veel nieuws
gierigheid heb ik de bouwplannen van
den heer Slot gevolgd, waarvan ik het
uiteindelijk resultaat vol vertrouwen
tegemoet zie.
Over de mogelijkheden van de
vlucht, het welslagen daarvan, de eco
nomische en financieele vergezichten,
die daarbij te pas komen, daarover wil
ik nog geen woord loslaten.
Ik wéét niets, ik wil eerst probeerenl
De contructeur:
T. E. SLOT
zegt:
HOE DE POSTJAGER ONTSTOND.
De heer Slot vertelde onzen
medewerker enkele bijzonderhe
den over de vliegtuigfabricatie
in het algemeen en de wijze
waarop hij tot de constructie
van den postjager is gekomen.
De Pander-Postjager is alleen ge
bouwd voor het vervoer van de post
door
BUUS BETLEM JR.
(Slot).
®ert maakte een diepe buiging naar
e geposeerde dame, die statig uit een
stoel rees by z'n binnenkomst.
«Mijnheer. eh...."
De dame staarde kippig op het
'•art je.
..Gompers!" hielp Bert, terwijl hij.
ets meer op zijn gemak, nu hij niet
Plotseling tegenover het charmante
oftallige meisje van de foto werd ge
matst, zich trachtte voor te stellen, in
*elke familieverhouding deze dame
het snoezige kind zou staan. De
"ceder? Nee.... onmogelijk... daar-
°or was de dame toen nog te jong:
"8t zag-ie welEen zuster dan.
oudere zuster? Nee.... dat was
J°k niet mogelijkdaarvoor was de
oame weer te oudl En waar de familie
trekken onweerlegbaar waren te be
speuren, stelde Bert bij zichzelf vast
dat de dame in kwestie wei een tante
of dergelijke zou zijn.
„O juist,...I ging deze inmiddels
voort, „mijnheer.eh.Gom
„Gompers" hielp Bert opnieuw.
Er werd een lorgnet met voorzich
tige vingers van een bijzettafeltje ge-
vischt.
„Ja. ja, mijnheer Gompers.. enne.,
het doel van uw bezoek is?"
„Een advertentie, mevrouw..*., ik
heb een advertentie gelezen van uw..
eh.nichtje, veronderstel ik.. over
die foto, die ze had verloren.. op het
strand. cii daraa n, mevrouw
„Juffrouw!" als ik u mag verzoe
ken," berispie de dame waardig.
„En daarom, mevrouw
„Juffrouw herhaalde de dame iets
dringender.
Bert kreeg een kleur.
„En daarom, juffrouw, ben ik even-
gekomen, want.... eh.... ik heb die
foto gebonden, begrijpt u!"
„Jajaja.... ja juist!" begreep de
dame. „misschien mag ik even zien?
Bert vischte de foto uit zijn zak,
overhandigde haar met een lichte bui-
8'nr>ank u Ja juist.... dat is ze
Ik 'hen u 'wel erkentelijk, mijnheer
eh.Gom.
"„Gompers" hielp Bert voor de derde
maal en zweeg verder, in afwachting
Maar ook de damez weeg.
Het werd penibel.dreigend, tot
dat Bert plotseling een gelukkigen in
val kreeg.
„Pardon. begon hij, „misschien
mag ikehals u 't niet te vrij
postig vindt, maar.... eh.... als be-
looning
Hy lachte minzaam, doch de dame
viel hem snel in de rede:
„Ja, jaja.... natuurlijkik
zal opdracht geven, dat men u de beloo
ning direct zal overhandigen.... Het
is me natuurlijk wel iets waard, dat ik
die foto zoo snel terug heb en dat u
zich de moeite hebt getroost...
Een korte buiging vergezelde haar
woorden.
Bert voelde het bloed naar zijn
wang.-ii vloeien.
„Pardon... maardat is een af
schuwelijk misverstand! Wat denkt u
van me? Dat ik een belooning zal aan
nemen voor het terugbrengen van een
kiek, die
„U vraagt er toch ztlf om!" vulde de
dame aan.
Bert lachte.
Iets van z'n ouden overmoed kreeg
hij terug. iets \an de flair, die hy
aanvankelijk geheel en al was kwütgo-
raakt
„We begrijpen elkaar verkeerd.
Trouwens...u liet me ook niet uit
spreken! Ik bedoelde, dat het me een
groot genoegen zou zijn, bij wijze van
belooning met de dame in kwestie.
van de foto, begrijpt u, eens te mogen
kennismaken... persoonlijk...."
Er gleed een vroolyk lachje over het
strenge, effen gelaat van de dame en
bet maakte haar opeens veel vriende
lijker dacht Bert. Zoo deed ze hem
weer even denken aan het meisje van
de foto
De dame rees op uit den stoel,
waarin ze tijdens het gesprek weer
was gaan zitten.
„Wel.... dat verzoek was u bij
voorbaat reeds toegestaan!"
En dan, terwijl ze, met nog steeds
het lachje op de lippen, haar hand uit
stak, vervlgde ze: „Ik vergat me nog
voor te stellen, ja.dat is waar, juf.
frouw ten Back! Josine ten Back...,
dezelfde van de advertentie en. de»
zelfdevan de fotomijn jeu,_
portret!"
Vijf minuten later had Bert de wo
ning verlaten, uitgeleide gedaan door
den gestreepte» huisknecht, op wiens
gezicht merkbare minachting was te
lezen, wijl de „gast" zich niet verwaar
digd had het personeel te gedenken,
volgens de gebruiken van het huis.
EINDE.
f