Ernstig vliegongeluk in de Betuwe.
IVoï wilt 11 lezen 1
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAO 11 OCTOBEP 1933.
tweede kamer.
Twee militaire vliegtuigen neergestort; de vier inzittenden gedood.
I)e Marine ls the silent Service Ie«w .1 u
hte moet eenvoudig /.i|n nlUht deen irh.wi heegste tot de laag-
Admiraal Mar Leod. A <M,rhU«aande schepen
In de vestibule van het directiegebouw
komt een onderofficier op mij af.
„Wat wenaoht U?" vraagt hij vriende
lijk. dooh kort.
„Ik zou gaarne den vice-adniiraal willen
ap reken".
De onderofficier wenkt een dienstdoeu-
den marinier en deze brengt me naar den
adjudant.
„Neemt U plaats", /egt deze, „de vice-
niiiniraal is nog even bezet. U excuseert
ine dat ik doorga?"
Ik zie stapels stukken. De adjudant van
dm vice-n 'miraal zit geheel achter brie
ven en dienststukken verscholen. En
steeds komen mariniers met nieuwe sta
rets. Ik sla den officier gade. Rustig en
ersnstig leest hü.... brief na brief, stuk
iui stuk....
V ico-Ad miraal
C. J. E. Brutel de la Rivière
H zie, dat ik mü vergist beb. Ik dacht
allpd, dat adjudant van oen admiraal zijn,
alleen maar een heel prettig eerebaantje
was. «lat bestond in het vergezellen van
den admiraal op zün tochten, en wist nooit,
dat een adjudant zoo'n berg papier moest
doorworstelen, 't Wijkt echter, dat het
werk, dat de heer Heynlerse doet, wel de
gelijk veel zorg vereischt, want woord
voor woord leest hu de stukken door en
legt ze dan op een stapeltje, dat weer door
een marinier wordt weggehaald. Het is
een eenvoudige werkkamer, waar de adju
dant zetelt. Niet veel bijzonders! Aan de
kamers van menige eenvoudige particu
liere scheepvaart maatschappij is meer
zorg besteed dan aan deze.
en,™' bericht van schepen ont
gaat hem. ihe Silent Service!" In de
Kr nacht d0«t ,!e man zijn
.h en dle matroos, met zijn geweer op
schouder, die hier, en voor de schepen op
en neer gaat, overdag en in 't holst van
den nacht? Hü doet zün plicht, zooals het
noodig is, dat iedereen, van den hoogster»
burger tot den laagsten. en ieder militair
in Nederland zijn plicht doet. zonder zich
daarop te beroemen, „Silent Service"!
reugdo in het .doen van zyn plicht,
vreugde te hebben in den arbeid, die op-
ge.egd is, dat kan Nederland helpen! De
Ne er.ander moet niet alleen zorgen heb
ben of de gulden de gulden blijft, Neder
land moet Nederland blijven, dat is ho
ningrijker, dan een admiraals-interview,
dat heeft geen interesse, dat is niet be-
•ïgruk maar de eer van de natie, die
is belangrijk."
„Er zün geen Nederlanders, die ni>t
wenschen, dat Holland Holland blijft, ad
miraal zeg ik. „Er mag geharrewar,
uiterlijke verdeeldheid zijn, in groote
kwesties zijn we altüd één volk geweest en
zullen dat ook blijven
Allen, zonder uitzondering van partü,
rang of stand, houden wij van Nederland.
Innerlijk wortelt het nationaliteitsgevoel
diep, heel diep in ieders ziel."
„Men moet nooit wachten tot het huis
brandt, 0111 dan gezamenlijk te blusschen",
zegt de admiraal. „Te allen tijde moet e,r
eenheid zün, moet de liefde voor het va
derland zieh uiten. Het gaat om het vader
land, dat is de grootste, voornaamste,
brandende kwestie".
Er is weer een oogenblik van zwiigsn,
dan zeg ik: „Admiraal, er zit toch heuseh
wel vee] copy in U. U hebt mij gew eigerd,
den admiraal te interviewen, goed, ik be
rust. wat ik niet gauw doe, maar.... Jk
heb ook mün orders van de „Heldersche
Courant"-directie. Ik zal dus niet den ad
miraal. maar mijnheer Brutel de la Rivière
interviewen. Er was immers ook nog een
tijd, dat U nog geen admiraal was, maar
een jong officier, een adelborst? Over
lang vervlogen tijden mag ik U toch wel
interviewen?"
Het ernstige gelaat van den admiraal
verandert plotseling. Een breede. heldere
lach pntspant eveji zün gezicht.... „U
ontdekt den admiraal aan zichzelf", z°gt
de vlootvoogd. „Ja toen, vroeger, dat was
wat anders". Lees ik iets als verlangen
in de oogen van den admiraal, een hun
keren naar dat vroeger? Stormen herinne
ringen uit jeugdjaren op hem af? „Een
adelborst is nog 'een onbezorgde school
jongen", zegt de admiraal, „maar zoo
gauw als hü de grens gepasseerd is en
luitenant ter zee derde klasse wordt, is hü
een münheer. Dien tijd van vroeger onder
mün commandant Jékel, dat was leven,
zeemansleven.... Dat was iets!"
Altijd een mooi gezicht, een schip de
haven te zien binnenloopen, maar vanuit
de breede vensters van 't Paleis is het een
wondermooi aspect. Als fonteinen spuit
het water bij den boeg omhoog. Het straks
zoo- kalme water is nu in heftige beroe
ring, het kolkt en draait en witgeknifde
golven doen de vletten en vletjes slingeren
als notedoppen in de branding....
Het is eenige dagen later, ik loop in
Rijswijk, naast Johan Kohier, den beken
den revue-directeur. In een der stille lanen
gaat een stokoude man ons voorbij, zijn
rug is gebogen, zijn gang moeilijk.
„Dat is admiraal Mac Leod hij was
vroeger vlootvoogd in Den Helder", zegt
Köhier tegen mü, „een heele bekende ad
miraal."
Ik kük naar den grijsaard. Die man, nu
zoo terneergebogen, was eens de bekende
admiraal Mac l-icod! Plotseling begreep ik
de bedoeling van de woorden van admiraal
Brutel de la Rivière: „Niet de admiraal,
alleen omdat hij de hoogste bü de marine
is, heeft beteekenis voor Nederland, want
iedere marineman, ieder mensch, heeft D*1-
teekenis. Het Vaderland alleen heeft de
grootste beteekenis voor den Nederlander.
Het Vaderland is nummer één en moet
dit blijven!"
Ik keek naar den ouden gewezen admi
raal, eens geëerd en bekend.... nu ver
geten door de meesten!
Voor iederen admiraal komt eens de
tijd, als voor Mac Leod, dat hü evenals
andere marinemannen, buiten dienst wordt
gesteld, zooals ook het schip, d-at hü in
zün jeugd bevaren heeft, buiten dienst ge
steld wordt.... dan gaat de admiraal heen,
raakt in vergetelheidmaar Neder'ar.d,
het Vaderland, blü'ft; blijft zün rang en
waardigheid eisehen in de rü der volkeren.
WETTELIJKE REGELING
HUISINDUSTRIE.
De Tweede Kamer heeft het wetsont
werp tot wettelijke regeling van de huis
industrie z.h.s. aangenomen met aanteekc-
ning, dat de heer Vervoorn tegen is.
DE PRIJSVRAAG VAN HET
NATIONAAL CRISIS-COMITE.
De oplossing.
Wjj kunnen thans de oplossing van de
prijsvraag van het Nationaal Crisis-comité
ineedeelen. Zü luidt als volgt: 3H, 7 E,
16 J, 5 I, 10 A, 8 B, 9 F, 1 C, 2 G, 4 D.
De totale opbrengst van de postzegels
op deinzendingskaarten wordt op tusschen
de 70 en 80,000 gulden geschat, volgens
een nadere schatting zal het aantal in
zendingen zich tusschen de 170 en 180,000
bewegen.
„UNION"-BESPREKINGEN
ZONDER RESULTAAT.
Vandaag is de Amsterdamsche confe
rentie van de Union Int. de Radiodiffu-
sion uiteengegaan, zonder praktische
resultaten ten aanzien van de verdeeling
der golflengten te hebben bereikt.
Gelderschen IJsel geheel verloren is ge
gaan, en dat in de palingvisscherü in
bovengenoemde wateren, door het ont
breken van aas (garnalen) voor de aal-
kubben en door den gewüzigden water
stand, geen bestaan meer is te vinden?
3. Wil de minister, als deze feiten juist
bevonden worden, bevorderen, dat deze
visschers aanspraak krügen op steun,
hetz'ü volgens de Zuiderzeesteunwet,
hetzij volgens een voor die visschers af
zonderlek te treffen steunregeling?
De Tweede Kamer heeft Donderdag
goedgekeurd een wetsontwerp tot wijziging
van de begrooting van Binnenlandsche
Zaken voor 1933. Daarby is echter ver
worpen het ondérdeel betreffende toe
kenning van een rijksbijdrage voor den
bouw van een destructor te Woerden.
Hierbij bespreekt mej. G roene weg
(s.d.) de quaestie van de bijdrage voor,
keuringsdiensten.
De heer van den Heuvel (a.r.) op
pert bezwaren legen het voorstel inzake
den destructor en meent dat de Kamer
het niet moet aannemen.
De heer van derSluis (s.d.) zegt.
dat het oordeel van de Vereenigit g van
Nederlandsche gemeenten, van de land
bouworganisaties en van veterinaire auto
riteiten eenstemmig is. dat men met de
Thermo-Chemische fabrieken in zee moet
gaan. j
De heer van Voorst tot Voorst
(r.k.) vraagt, of het verantwoord is, dat
liet rijk f 1.080.000 waagt in een bedrijf,
dat voor hét westen des lands overbodig is.
De heer S c h i 11 h u i s (v.d.) zegt, dat
de benoodigde destructiebedrijven er
moeten komen zonder rüksvoorschot, dat
liet voorgestelde voorschot niet moet wor
den toegestaan.
De heer Westerman (r.k.)bestrüdt
het voorstel eveneens.
•Er is geen reden oin in dezen rijd aan
de Nederlandsche Thermo-Chemische fa
brieken een voorschot van meer dan een
millioen te verleenen.
De heer K. ter Laan (s.d.) zegt, dat
men door het voorstel der regeering ge
heel onnoodig concurrentie gaat aandoen
aan de Noord-Hollandsclie destructoren
en aan den particulieren destructor te
Overschie.
De minister kan niet van het wetsont
werp af, maar de Kamer zal den mi
nister een dienst bew ezen door het voor
stel te verwerpen.
De heer L 0 v i n k (c.-h.) acht het voor
stel absoluut overbodig, gezien wat in
Noord-Holland, met' name te Purmerend,
tot stand is gebracht.
De heer De Visser (c.p.) verzet zich
tegen de in het wetsontwerp eveneens
opgenomen bezuiniging op de keurings
diensten. Spr.'s fractie stemt tegen de
voorgestelde bezuiniging.
De heer Roestan (c. p.) bestrüdt het
voorstel inzake den destructor.
De heer Boon (lib.) is eveneens tegen
het voorstel inzake den destructor Bij
verwerping van het voorstel zal het van
zelf wel komen tot de samenwerking der
bestaande bedrijven, die noodig is.
De heer Bakker (c.-h.) wijst op den
pioniersarbeid van de Nederlandsche
Thermo-Chemische fabrieken. Spr. uit
den wensch, dat het voorstel zal worden
aangenomen.
De lieer Vervoorn (platteland) is
tegen het voorstel. Aanneming van het
voorstel is niet verantwoord.
Minister Slotemaker verdedigt het
voorstel, dat evenwel verworpen wordt.
De andere artikelen van het wetsont
werp en het wetsontwerp zelf worden
z. h. s. aangenomen.
Een aantal wetsontwerpen, worden aan
genomen, waaronder dat betreffende nacht
arbeid in bakkeiyen.
De heer Schaper (s.d.) vreest, dat
met dit wetsontwerp een stap zal worden
gedaan, die naar herstel van den nacht
arbeid zal blyken te voeren.
De heer S tn e e n k (a.r.) zegt, dat er
tegen de ongelijkheid van de aanvangs-
uren steeds bezwaren zyn geopperd.
Alleen dan zal spr. vóór het wetsont
werp kunnen stemmen, als de regeering
er in slaagt, hem te overtuigen, dat dit
wetsontwerp het definitieve einde is van
de vervroeging der aanvangsuren en niet
naar wederinvoering van den nachtarbeid
leidt.
De heer Kuiper (r.k.) zegt, dat het
met deze materie gaat als met de winkel
sluitingswet. Jaren lang heeft de midden
stand om een winkelsluitingswet gevraagd
en nu deze er is, klaagt zij.
Mej. Katz (c.h.) meent, dat hetmoge-
ljjk moet worden gemaakt, versch klein
brood vroeg te krijgen.
De heer Sneevliet (r.s.) meent te
moeten ontkennen, dat er eenige rechts
grond zou zyn om met dit wetsontwerp
mee te gaan. Er wordt volstrekt geen
sociaal belang door gediend. Het wets
ontwerp is een stuk destructie van de
sociale wetgeving en daartegenover moet
de Kamer destructief staan.
Buitenlandsch Overzicht pag. U
F^leton
Radio-programma
Van links en rechts 2
Door de droogte in Z.-Afrika zijn
es millioen schapen omgekomen. 10
Wenschen van de Nederl. werk
gevers ten aanzien van de econo
mische en sociale politiek der re-
9eerin9
De eerste dagvaardingen in ver
hand met de muiterij op de „Zeven
ProvinciënDe houding van de
officieren q
De veenbrand bij Emmen bedwon
gen. Een schade van ruim 50.000
Wilden10
De ontwapeningsbesprekingen.
Een ingrijpen van Mussolini? 6
Tweede Kamer. (Kort Verslag)5
Op en om het Binnenhof „2
De oplossing van de prijsvraag
van het Crisis-Comité5
De opbrengst van de Crisis
collecte in onze stad. Een bevre
digend resultaat9
Crisis-accijns op rund- en kalfs-
vleesch. Maandag in werking 5
Bezwaren van slagerszijde tegen
de inkrimping van den rundvee
stapel 5
Omtrek-nieuws6
Marktberichten „11
Marineberichten „II
Sportnieuws11
Minister Slotemaker verdedigt het wets
ontwerp.
Van spr. is geen enkelen stap te ver
wachten in de richting van een aanvangs-
uur van 4 uur.
In deze zitting werd de vroegere burge
meester van Alkmaar, mr. Wendelaan
beëedigd.
De vice-admiraal kan mü ortt vangen en
Ik betreed zün werkkamer. Ook deze is
eenvoudig en gewoon; maar niet gewoon
als men door de hooge.ramen naar buiten
kykt. Wijd ver weg ziet men de zee, als
e:n zilveren spiegel in het klaterend zon-
I cht, en ziet men over de heele haven
leen.
„Gaat U zitten, daar in het zonnetje
legt ce admiraal, mii een stoel bü het raam
*ÜzenJe.
„Admiraal", zeg ik ..de Heldersche Cou
rant droeg mü op een aantal populair''
marineschetsen te schrijven enmet
den admiraal te beginnen".
De admiraal heft afwerend de hand op
en zegt ernstig: ..De marine, dat is goed.
daar heb ik niets op tegen, maar over den
admiraal te schrijven? Een admiraal, of
schoon de hoogste bü de marine, is net
als ieder ander slechts een deel ervan. Ken
interview met den admiraal heeft niets be-
langrüks voor den Nederlander. Het voor
naamste is, dat de Nederlander, het ader-
land, de Marine, hoog houdt!
„Het zou zeer zeker goed zün. admiraal,
wanneer de marine, althans de taak, die
zü verricht, meer bü 't volk bekend werd,
onbekend maakt onbemind."
..O. ik weet wat U bedoelt", zegt de ad
miraal en er is bitterheid in zün stem.
„Velen denken, dat de marine weinig
presteert, maar de marine maakt geen
propaganda voor zichzelf. De marine vin(
haar hoogsten plicht in werken en haar
Plicht te doen. de marine is de „biieni
Service", de stille kracht, een dienst, waar
op het vaderland moet kunnen rekenen.
's Nachts, wanneer de menachen slap< n>
alles stil is. dan zit hier beneden, eenzaam,
een telegrafist, een eenvoudig nian, fnaar
Mi luistert. Ik sta er borg voor, dat nu a
•cinen opneemt, geen S.O.S., geen noo.
In de stilte ean den naclit doet de tele
grafist zijn plicht.
De ernstige admiraal is verdwenen, de
vroolijke, ongedwongen toon, die zeelui
eigen is, beluister ikerder admi
raal", zeg ik levendig.
„Nu niet", zegt de admiraal, „ik heb nu
geen gelegenheid om over niyn vroegere
dienstjaren te spreken. Misschien later,
over mün Uid bü den torpedo-dienst, maar
nu moet ik stukken teekenen, nu word ik
^De^adnüraa/'staat op, geeft niü de hand
t0,„Admdraai", zeg ik. zuchtend over mijn
nederlaag, „ik zal dan maar beginnen net
het instituut voor adelborsten.
„Niets op tegen", zegt de admiraalL U
vervoegt zich maar bü den commando ït.
Plots wendt de admiraal zich om en
loopt in snellen pas naar 't venster. Buiten
in de haven snydt een marineboot door
het water.
Voorbijgaande schepen.
WIJZIGING WINKELSLUITINGSWET.
Minister Verschuur heeft op de ver
gadering van den Middenstandsraad me
degedeeld, dat een wüz'g'ng va" de Win
kelsluitingswet voor den duur der crisis
kan worden tegemoet gezien, waarin meer
verkoopgelegenheid op Zondag in beperkte
mate zal worden gegeven en met de be
langen der Joodsche winkeliers rekening
wordt gehouden.
CRISIS-ACCIJNS OP RUND- EN
KALFSVLEESCH.
Maandag a.s. zal worden begonnen met
het heffen van een crisis-accijns op slacht-
runderen en -kalveren, bedragende het
dubbele van den beslaanden accijns op
het geslacht, dus 20 pCt. der waarde van
het levende slachtbeest. By gelykblyvende
consumptie, zou de opbrengst f 13 a 14
millioen per jaar bedragen.
Accijns op schapen- en paardenvleesch
in voorbereiding.
I)E INKRIMPING VAN DEN
RUNDVEESTAPEL.
Bezwaren van slagers/,ijde.
Aan den minister van oeconomische
zaken is het volgende telegram gezonden:
De r.-k. Slachterspatroonsvereeniging
Sint Petrus te Amsterdam meent, dat door
het thans heerschende mond- en klauw
zeer en de gewijzigde omstandigheden in
den vee- en vleeschhandel het vraagstuk
der inkrimping en afslachting thans niet
meer urgent is.
Terwijl in het najaar de piyzmi van het
vee telkenjare belangrijk d; al len, toont
de markt thans een stygende tendens.
Daar van het Nederlandsche volk vol
gens uw collega van financiën ontzaglyke
offers zullen worden gevraagd en mede
in verband met de geringe koopkracht
van het publiek, dringt onze organisatie
er by Uwe Excellentie met de meeste klem
op aan, dit van het Nederlandsche volk
tientallen millioenen vergende plan niet
te laten doorgaan of op te schorten tot
dat de gevolgen van de heerschende epi
demie zijn te overzien.
DE AFSLUITING VAN DE
ZUIDERZEE EN DE VISSCHERS
AAN DE MONDEN VAN DEN
GELDERSCHEN IJSEL.
Het Tweede Kamerlid van Zadelhoff
heeft tot den minister van waterstaat de
volgende scbriftelyke vragen gericht:
1 Is het den minister bekend, dat door
de afsluiting van de Zuiderzee, de vis
schers op den Gelderschen IJsel, de
monden van deze rivier, het Zwarte Water
en liet Zwolsche Diep, hun bedryf niet
meer loonend kunnen uitoefenen?
2 Weet de minister, dat met name de
spieringvisschery aan de monden van den
Donderdagochtend zijn twee militaire
vliegtuigen, zooals wy reeds voor ons
raam gebulletineerd hebben, op een weide
te Marsch bü Lienden aan een zijweg van
den hoofdweg TielRhenen naar beneden
gestort. De vliegtuigen zün geheel ver
nield. Hieronder laten wy het verslag vol
ledig volgen:
Volgens mededeeling van ooggetuigen
bevonden zich ca. 10 uur vier tóestellen
in de lucht. Zü manoeuvreerden ongeveer
ter hoogte van den Marschpolder en gaven
bü deze oefeningen af en toe staaltjes van
kunstvliegen te zien.
Op een gegeven moment vlogen twee
vliegtuigen hooger dan de beide andere,
zü maakten toeren alsof zü krijgertje
speelden. Daarbii raakten zü met de vleu
gels in elkaar en wel zoodanig, dat het
eene toestel dadelijk neerstortte, enkele se
conden later viel ook het andere. Het eer
ste vliegtuig raakte onder het vallen in
brand, het tweede kwam ca. 100 m verder
neer. De vliegtuigen waren uit de richting
Soesterberg gekomen.
RÜks- en gemeentepolitie, alsmede bur
gemeester Houtkooper uit Lienden waren
SDOedig ter plaatse. Met een aantal om
standers begon men naar de inzittenden te
zoeken. Om half twaalf waren er drie lij
ken gevonden en was men bezig een vier
de slachtoffer uit den chaos te halen.
De lijken zün vreeselijk verminkt.
De beide andere toestellen hebben neg
even boven de plaats des onheiis gecirkeld
en zijn daarna in de richting van Soester
berg vertrokken.
Rondom op het terrein liggen de ip el
kaar gedrukte resten van de vliegtuigen,
een parachute, met bloed bevlekte draag
banden in de nabijheid van een van de
vernielde draagvlakken.
De nummers van de vliegtuigen zijn
304 en 325.
De slachtoffers.
De namen van de slachtoffers zijn: jhr.
van Coehoorn van Sminia en sergeant
Hardeveld, die in toestel 304 waren geze
ten; jhr. van Asch van Wiick en ser
geant-majoor Vermeulen, die in toestel
325 zaten.
Jhr. van Asch van Wiick was een van
onze bekwaamste vliegers en houder van
het Nederiandseh hoogterecord. Op 8 Juni
j.l. startte hij van het vliegveld Soester
berg met een Fokker jager type XVI, uit
gerust met een Armstrong Siddeley „Pan-
ther'-motor, voor een meteorologische
hoogtevluoht. Op deze vlucht bereikte hij
een hoogte van 9587 m, waarmede hij her
Nederiandseh hoogterecord op zijn naam
bracht.
De eerste luitenant-vlieger jhr. H. J. M.
van Asch van Wijk heeft op 9 Maart 1929,
de res. 2e luitenant-vlieger jhr. A. J. M.
van Coehoorn van Sminia op 23 Augustus
1932, de sergeant-vlieger W. C. van Har
develd op 9 Juni 1924 en de vliegtuikma-
ker-sergeant-majoor A. G. Vermeulen op
20 April 1923 het klein brevet gehaald. De
eerste drie behoorden tot de J.A.V.A
(jachtv'liegtuigenafdeeling) te Soesterberg.
De heer Hardeveld werd in 1902 gebo
ren en is in 1922 in militairen dienst geko
men. De heer Vermeulen resp. 1892 en
1912.
Relaas van een ooggetuige.
Een ooggetuige, die het ongeluk van
zee^ nabij heeft gadegeslagen, deed het
volgende relaas aan een vertegenwoordiger
van het Persbureau Vaz Dias:
Ik stond op het terrein van de steen
fabriek van de N.V. Ten Cate Co. te kij
ken naar de vier militaire vliegtuigen, die
boven Lienden manoeuvreerden. De toe
stellen maakten allerlei manoeuvres, vlo
gen dan weer over en dan weer onder el
kaar. Plotseling vlogen twee toestellen
met de vleugels tegen elkaar. Een der toe
stellen vloog horizontaal, 't andere schuin
van onderen naar boven. De vleugels
raakten elkaar en stukken ervan vlogen
ver door het luchtruim. Beide toestellen,
die veel snelheid hadden, stortten naar be
neden. Op ongeveer 100 m boven de aarde
sloeg het eene toestel nog eenmaal over
een kop en kwam toen op slechts eenige
honderden meters van mii verwijderd, op
het weiland neer. Het andere toestel viel
loodrecht naar beneden, direct met den
kop in den grond.
Gevechtsocfening, geen lucht-
acrofoatiek.
Van bevoegde zijde deelde men mede,
dat de manoeuvres boven Lienden een ge
vechtsoefening golden en dat er geen
sprake was van luchtacrobatiek. Kapitein
Van Weerden Poelman en luit. Rozendaal
zagen het ongeluk gebeuren. Zij konden
niet landen en zijn dadelijk doorgevlogen
naar Soesterberg. Kapitein Poelman deel
de mede, dat het ongeluk op ongeveer 400
meter hoogte moet zijn gebeurd.
De officieele leiding.
Kapitein Van Weerden Poelman was
Donderdagmorgen met een escadrille van
drie Fokkers C.V. uit Soesterberg ver
trokken om de gewone escadrille-oefenin
gen te houden. Links in het escadrille zat
met de 325 de eerste luitenant Van Asch
van Wijck met de opzichter derde klasse
sergeant-majoor Vermeulen als waarne
mer. Rechts van den commandant zat in
de 304 sergeant-vlieger W. C. van Harde
veld, bii wien jhr. Van Sminia als waar
nemer fungeerde.
Boven Lienden deed een vierde C.V.,
bestuurd door jhr. Sandberg, een aanval
1 den commandant van het escadrille, dat
daarop met Immelmans uiteenviel. De
beide toestellen, die naast den comman
dant hadden gevlogen, keerden zich daar
na eveneens tegen den aanvaller en bij die
manoeuvre moeten de toestellen tegen el
kander zy'n gebotst. Het eene is, vleugel
lam, in een vrille omlaag gekomen, het
andere in een steilen duik. Vandaar dat
het eene toestel zwaarder dan het andere
beschadigd is. Alle vliegers hadden val
schermen bü zich. maar geen van de vier
heeft blijkbaar gelegenheid gevonden vilt
het toestel te springen.
De commandant van het escadrille, kani-
tein Van Weerden Poelman, heeft het on
geluk niet zien gebeuren; wel zijn waarne
mer de luitenant Kozendaal. Hoe snel het
geval zich voltrokken heeft kan afgeleid
woruen uit het feit dat kapitein Van
Weerden Poelman de toestellen reeds op
den grond zag liggen toen hij omkeek, na
door zijn waarnemer gewaarschuwd te zijn.
De twee luitenants waren ongehuwd,
maar sergeant-vlieger Hardeveld laat een
vrouw en twee kinderen, sergeant-majoor
Vermeulen een vrouw en negen kinderen
30h 101*
Deelneming van den minister
van defensie.
De minister van defensie heeft dadelijk
na het vernemen van de ramp, aan de
nabestaanden van de slachtoffers zyn
innige deelneming in het tragisch ver
lies betuigd.
DE «I VL1ES0SAv^
Jhr. A. J. M. van <>c w„k eJJ 8tr0Cant-majoor A. G. Vermeulen.