Ernstig vliegongeluk in de Betuwe. IVoï wilt 11 lezen 1 TWEEDE BLAD HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAO 11 OCTOBEP 1933. tweede kamer. Twee militaire vliegtuigen neergestort; de vier inzittenden gedood. I)e Marine ls the silent Service Ie«w .1 u hte moet eenvoudig /.i|n nlUht deen irh.wi heegste tot de laag- Admiraal Mar Leod. A <M,rhU«aande schepen In de vestibule van het directiegebouw komt een onderofficier op mij af. „Wat wenaoht U?" vraagt hij vriende lijk. dooh kort. „Ik zou gaarne den vice-adniiraal willen ap reken". De onderofficier wenkt een dienstdoeu- den marinier en deze brengt me naar den adjudant. „Neemt U plaats", /egt deze, „de vice- niiiniraal is nog even bezet. U excuseert ine dat ik doorga?" Ik zie stapels stukken. De adjudant van dm vice-n 'miraal zit geheel achter brie ven en dienststukken verscholen. En steeds komen mariniers met nieuwe sta rets. Ik sla den officier gade. Rustig en ersnstig leest hü.... brief na brief, stuk iui stuk.... V ico-Ad miraal C. J. E. Brutel de la Rivière H zie, dat ik mü vergist beb. Ik dacht allpd, dat adjudant van oen admiraal zijn, alleen maar een heel prettig eerebaantje was. «lat bestond in het vergezellen van den admiraal op zün tochten, en wist nooit, dat een adjudant zoo'n berg papier moest doorworstelen, 't Wijkt echter, dat het werk, dat de heer Heynlerse doet, wel de gelijk veel zorg vereischt, want woord voor woord leest hu de stukken door en legt ze dan op een stapeltje, dat weer door een marinier wordt weggehaald. Het is een eenvoudige werkkamer, waar de adju dant zetelt. Niet veel bijzonders! Aan de kamers van menige eenvoudige particu liere scheepvaart maatschappij is meer zorg besteed dan aan deze. en,™' bericht van schepen ont gaat hem. ihe Silent Service!" In de Kr nacht d0«t ,!e man zijn .h en dle matroos, met zijn geweer op schouder, die hier, en voor de schepen op en neer gaat, overdag en in 't holst van den nacht? Hü doet zün plicht, zooals het noodig is, dat iedereen, van den hoogster» burger tot den laagsten. en ieder militair in Nederland zijn plicht doet. zonder zich daarop te beroemen, „Silent Service"! reugdo in het .doen van zyn plicht, vreugde te hebben in den arbeid, die op- ge.egd is, dat kan Nederland helpen! De Ne er.ander moet niet alleen zorgen heb ben of de gulden de gulden blijft, Neder land moet Nederland blijven, dat is ho ningrijker, dan een admiraals-interview, dat heeft geen interesse, dat is niet be- •ïgruk maar de eer van de natie, die is belangrijk." „Er zün geen Nederlanders, die ni>t wenschen, dat Holland Holland blijft, ad miraal zeg ik. „Er mag geharrewar, uiterlijke verdeeldheid zijn, in groote kwesties zijn we altüd één volk geweest en zullen dat ook blijven Allen, zonder uitzondering van partü, rang of stand, houden wij van Nederland. Innerlijk wortelt het nationaliteitsgevoel diep, heel diep in ieders ziel." „Men moet nooit wachten tot het huis brandt, 0111 dan gezamenlijk te blusschen", zegt de admiraal. „Te allen tijde moet e,r eenheid zün, moet de liefde voor het va derland zieh uiten. Het gaat om het vader land, dat is de grootste, voornaamste, brandende kwestie". Er is weer een oogenblik van zwiigsn, dan zeg ik: „Admiraal, er zit toch heuseh wel vee] copy in U. U hebt mij gew eigerd, den admiraal te interviewen, goed, ik be rust. wat ik niet gauw doe, maar.... Jk heb ook mün orders van de „Heldersche Courant"-directie. Ik zal dus niet den ad miraal. maar mijnheer Brutel de la Rivière interviewen. Er was immers ook nog een tijd, dat U nog geen admiraal was, maar een jong officier, een adelborst? Over lang vervlogen tijden mag ik U toch wel interviewen?" Het ernstige gelaat van den admiraal verandert plotseling. Een breede. heldere lach pntspant eveji zün gezicht.... „U ontdekt den admiraal aan zichzelf", z°gt de vlootvoogd. „Ja toen, vroeger, dat was wat anders". Lees ik iets als verlangen in de oogen van den admiraal, een hun keren naar dat vroeger? Stormen herinne ringen uit jeugdjaren op hem af? „Een adelborst is nog 'een onbezorgde school jongen", zegt de admiraal, „maar zoo gauw als hü de grens gepasseerd is en luitenant ter zee derde klasse wordt, is hü een münheer. Dien tijd van vroeger onder mün commandant Jékel, dat was leven, zeemansleven.... Dat was iets!" Altijd een mooi gezicht, een schip de haven te zien binnenloopen, maar vanuit de breede vensters van 't Paleis is het een wondermooi aspect. Als fonteinen spuit het water bij den boeg omhoog. Het straks zoo- kalme water is nu in heftige beroe ring, het kolkt en draait en witgeknifde golven doen de vletten en vletjes slingeren als notedoppen in de branding.... Het is eenige dagen later, ik loop in Rijswijk, naast Johan Kohier, den beken den revue-directeur. In een der stille lanen gaat een stokoude man ons voorbij, zijn rug is gebogen, zijn gang moeilijk. „Dat is admiraal Mac Leod hij was vroeger vlootvoogd in Den Helder", zegt Köhier tegen mü, „een heele bekende ad miraal." Ik kük naar den grijsaard. Die man, nu zoo terneergebogen, was eens de bekende admiraal Mac l-icod! Plotseling begreep ik de bedoeling van de woorden van admiraal Brutel de la Rivière: „Niet de admiraal, alleen omdat hij de hoogste bü de marine is, heeft beteekenis voor Nederland, want iedere marineman, ieder mensch, heeft D*1- teekenis. Het Vaderland alleen heeft de grootste beteekenis voor den Nederlander. Het Vaderland is nummer één en moet dit blijven!" Ik keek naar den ouden gewezen admi raal, eens geëerd en bekend.... nu ver geten door de meesten! Voor iederen admiraal komt eens de tijd, als voor Mac Leod, dat hü evenals andere marinemannen, buiten dienst wordt gesteld, zooals ook het schip, d-at hü in zün jeugd bevaren heeft, buiten dienst ge steld wordt.... dan gaat de admiraal heen, raakt in vergetelheidmaar Neder'ar.d, het Vaderland, blü'ft; blijft zün rang en waardigheid eisehen in de rü der volkeren. WETTELIJKE REGELING HUISINDUSTRIE. De Tweede Kamer heeft het wetsont werp tot wettelijke regeling van de huis industrie z.h.s. aangenomen met aanteekc- ning, dat de heer Vervoorn tegen is. DE PRIJSVRAAG VAN HET NATIONAAL CRISIS-COMITE. De oplossing. Wjj kunnen thans de oplossing van de prijsvraag van het Nationaal Crisis-comité ineedeelen. Zü luidt als volgt: 3H, 7 E, 16 J, 5 I, 10 A, 8 B, 9 F, 1 C, 2 G, 4 D. De totale opbrengst van de postzegels op deinzendingskaarten wordt op tusschen de 70 en 80,000 gulden geschat, volgens een nadere schatting zal het aantal in zendingen zich tusschen de 170 en 180,000 bewegen. „UNION"-BESPREKINGEN ZONDER RESULTAAT. Vandaag is de Amsterdamsche confe rentie van de Union Int. de Radiodiffu- sion uiteengegaan, zonder praktische resultaten ten aanzien van de verdeeling der golflengten te hebben bereikt. Gelderschen IJsel geheel verloren is ge gaan, en dat in de palingvisscherü in bovengenoemde wateren, door het ont breken van aas (garnalen) voor de aal- kubben en door den gewüzigden water stand, geen bestaan meer is te vinden? 3. Wil de minister, als deze feiten juist bevonden worden, bevorderen, dat deze visschers aanspraak krügen op steun, hetz'ü volgens de Zuiderzeesteunwet, hetzij volgens een voor die visschers af zonderlek te treffen steunregeling? De Tweede Kamer heeft Donderdag goedgekeurd een wetsontwerp tot wijziging van de begrooting van Binnenlandsche Zaken voor 1933. Daarby is echter ver worpen het ondérdeel betreffende toe kenning van een rijksbijdrage voor den bouw van een destructor te Woerden. Hierbij bespreekt mej. G roene weg (s.d.) de quaestie van de bijdrage voor, keuringsdiensten. De heer van den Heuvel (a.r.) op pert bezwaren legen het voorstel inzake den destructor en meent dat de Kamer het niet moet aannemen. De heer van derSluis (s.d.) zegt. dat het oordeel van de Vereenigit g van Nederlandsche gemeenten, van de land bouworganisaties en van veterinaire auto riteiten eenstemmig is. dat men met de Thermo-Chemische fabrieken in zee moet gaan. j De heer van Voorst tot Voorst (r.k.) vraagt, of het verantwoord is, dat liet rijk f 1.080.000 waagt in een bedrijf, dat voor hét westen des lands overbodig is. De heer S c h i 11 h u i s (v.d.) zegt, dat de benoodigde destructiebedrijven er moeten komen zonder rüksvoorschot, dat liet voorgestelde voorschot niet moet wor den toegestaan. De heer Westerman (r.k.)bestrüdt het voorstel eveneens. •Er is geen reden oin in dezen rijd aan de Nederlandsche Thermo-Chemische fa brieken een voorschot van meer dan een millioen te verleenen. De heer K. ter Laan (s.d.) zegt, dat men door het voorstel der regeering ge heel onnoodig concurrentie gaat aandoen aan de Noord-Hollandsclie destructoren en aan den particulieren destructor te Overschie. De minister kan niet van het wetsont werp af, maar de Kamer zal den mi nister een dienst bew ezen door het voor stel te verwerpen. De heer L 0 v i n k (c.-h.) acht het voor stel absoluut overbodig, gezien wat in Noord-Holland, met' name te Purmerend, tot stand is gebracht. De heer De Visser (c.p.) verzet zich tegen de in het wetsontwerp eveneens opgenomen bezuiniging op de keurings diensten. Spr.'s fractie stemt tegen de voorgestelde bezuiniging. De heer Roestan (c. p.) bestrüdt het voorstel inzake den destructor. De heer Boon (lib.) is eveneens tegen het voorstel inzake den destructor Bij verwerping van het voorstel zal het van zelf wel komen tot de samenwerking der bestaande bedrijven, die noodig is. De heer Bakker (c.-h.) wijst op den pioniersarbeid van de Nederlandsche Thermo-Chemische fabrieken. Spr. uit den wensch, dat het voorstel zal worden aangenomen. De lieer Vervoorn (platteland) is tegen het voorstel. Aanneming van het voorstel is niet verantwoord. Minister Slotemaker verdedigt het voorstel, dat evenwel verworpen wordt. De andere artikelen van het wetsont werp en het wetsontwerp zelf worden z. h. s. aangenomen. Een aantal wetsontwerpen, worden aan genomen, waaronder dat betreffende nacht arbeid in bakkeiyen. De heer Schaper (s.d.) vreest, dat met dit wetsontwerp een stap zal worden gedaan, die naar herstel van den nacht arbeid zal blyken te voeren. De heer S tn e e n k (a.r.) zegt, dat er tegen de ongelijkheid van de aanvangs- uren steeds bezwaren zyn geopperd. Alleen dan zal spr. vóór het wetsont werp kunnen stemmen, als de regeering er in slaagt, hem te overtuigen, dat dit wetsontwerp het definitieve einde is van de vervroeging der aanvangsuren en niet naar wederinvoering van den nachtarbeid leidt. De heer Kuiper (r.k.) zegt, dat het met deze materie gaat als met de winkel sluitingswet. Jaren lang heeft de midden stand om een winkelsluitingswet gevraagd en nu deze er is, klaagt zij. Mej. Katz (c.h.) meent, dat hetmoge- ljjk moet worden gemaakt, versch klein brood vroeg te krijgen. De heer Sneevliet (r.s.) meent te moeten ontkennen, dat er eenige rechts grond zou zyn om met dit wetsontwerp mee te gaan. Er wordt volstrekt geen sociaal belang door gediend. Het wets ontwerp is een stuk destructie van de sociale wetgeving en daartegenover moet de Kamer destructief staan. Buitenlandsch Overzicht pag. U F^leton Radio-programma Van links en rechts 2 Door de droogte in Z.-Afrika zijn es millioen schapen omgekomen. 10 Wenschen van de Nederl. werk gevers ten aanzien van de econo mische en sociale politiek der re- 9eerin9 De eerste dagvaardingen in ver hand met de muiterij op de „Zeven ProvinciënDe houding van de officieren q De veenbrand bij Emmen bedwon gen. Een schade van ruim 50.000 Wilden10 De ontwapeningsbesprekingen. Een ingrijpen van Mussolini? 6 Tweede Kamer. (Kort Verslag)5 Op en om het Binnenhof „2 De oplossing van de prijsvraag van het Crisis-Comité5 De opbrengst van de Crisis collecte in onze stad. Een bevre digend resultaat9 Crisis-accijns op rund- en kalfs- vleesch. Maandag in werking 5 Bezwaren van slagerszijde tegen de inkrimping van den rundvee stapel 5 Omtrek-nieuws6 Marktberichten „11 Marineberichten „II Sportnieuws11 Minister Slotemaker verdedigt het wets ontwerp. Van spr. is geen enkelen stap te ver wachten in de richting van een aanvangs- uur van 4 uur. In deze zitting werd de vroegere burge meester van Alkmaar, mr. Wendelaan beëedigd. De vice-admiraal kan mü ortt vangen en Ik betreed zün werkkamer. Ook deze is eenvoudig en gewoon; maar niet gewoon als men door de hooge.ramen naar buiten kykt. Wijd ver weg ziet men de zee, als e:n zilveren spiegel in het klaterend zon- I cht, en ziet men over de heele haven leen. „Gaat U zitten, daar in het zonnetje legt ce admiraal, mii een stoel bü het raam *ÜzenJe. „Admiraal", zeg ik ..de Heldersche Cou rant droeg mü op een aantal populair'' marineschetsen te schrijven enmet den admiraal te beginnen". De admiraal heft afwerend de hand op en zegt ernstig: ..De marine, dat is goed. daar heb ik niets op tegen, maar over den admiraal te schrijven? Een admiraal, of schoon de hoogste bü de marine, is net als ieder ander slechts een deel ervan. Ken interview met den admiraal heeft niets be- langrüks voor den Nederlander. Het voor naamste is, dat de Nederlander, het ader- land, de Marine, hoog houdt! „Het zou zeer zeker goed zün. admiraal, wanneer de marine, althans de taak, die zü verricht, meer bü 't volk bekend werd, onbekend maakt onbemind." ..O. ik weet wat U bedoelt", zegt de ad miraal en er is bitterheid in zün stem. „Velen denken, dat de marine weinig presteert, maar de marine maakt geen propaganda voor zichzelf. De marine vin( haar hoogsten plicht in werken en haar Plicht te doen. de marine is de „biieni Service", de stille kracht, een dienst, waar op het vaderland moet kunnen rekenen. 's Nachts, wanneer de menachen slap< n> alles stil is. dan zit hier beneden, eenzaam, een telegrafist, een eenvoudig nian, fnaar Mi luistert. Ik sta er borg voor, dat nu a •cinen opneemt, geen S.O.S., geen noo. In de stilte ean den naclit doet de tele grafist zijn plicht. De ernstige admiraal is verdwenen, de vroolijke, ongedwongen toon, die zeelui eigen is, beluister ikerder admi raal", zeg ik levendig. „Nu niet", zegt de admiraal, „ik heb nu geen gelegenheid om over niyn vroegere dienstjaren te spreken. Misschien later, over mün Uid bü den torpedo-dienst, maar nu moet ik stukken teekenen, nu word ik ^De^adnüraa/'staat op, geeft niü de hand t0,„Admdraai", zeg ik. zuchtend over mijn nederlaag, „ik zal dan maar beginnen net het instituut voor adelborsten. „Niets op tegen", zegt de admiraalL U vervoegt zich maar bü den commando ït. Plots wendt de admiraal zich om en loopt in snellen pas naar 't venster. Buiten in de haven snydt een marineboot door het water. Voorbijgaande schepen. WIJZIGING WINKELSLUITINGSWET. Minister Verschuur heeft op de ver gadering van den Middenstandsraad me degedeeld, dat een wüz'g'ng va" de Win kelsluitingswet voor den duur der crisis kan worden tegemoet gezien, waarin meer verkoopgelegenheid op Zondag in beperkte mate zal worden gegeven en met de be langen der Joodsche winkeliers rekening wordt gehouden. CRISIS-ACCIJNS OP RUND- EN KALFSVLEESCH. Maandag a.s. zal worden begonnen met het heffen van een crisis-accijns op slacht- runderen en -kalveren, bedragende het dubbele van den beslaanden accijns op het geslacht, dus 20 pCt. der waarde van het levende slachtbeest. By gelykblyvende consumptie, zou de opbrengst f 13 a 14 millioen per jaar bedragen. Accijns op schapen- en paardenvleesch in voorbereiding. I)E INKRIMPING VAN DEN RUNDVEESTAPEL. Bezwaren van slagers/,ijde. Aan den minister van oeconomische zaken is het volgende telegram gezonden: De r.-k. Slachterspatroonsvereeniging Sint Petrus te Amsterdam meent, dat door het thans heerschende mond- en klauw zeer en de gewijzigde omstandigheden in den vee- en vleeschhandel het vraagstuk der inkrimping en afslachting thans niet meer urgent is. Terwijl in het najaar de piyzmi van het vee telkenjare belangrijk d; al len, toont de markt thans een stygende tendens. Daar van het Nederlandsche volk vol gens uw collega van financiën ontzaglyke offers zullen worden gevraagd en mede in verband met de geringe koopkracht van het publiek, dringt onze organisatie er by Uwe Excellentie met de meeste klem op aan, dit van het Nederlandsche volk tientallen millioenen vergende plan niet te laten doorgaan of op te schorten tot dat de gevolgen van de heerschende epi demie zijn te overzien. DE AFSLUITING VAN DE ZUIDERZEE EN DE VISSCHERS AAN DE MONDEN VAN DEN GELDERSCHEN IJSEL. Het Tweede Kamerlid van Zadelhoff heeft tot den minister van waterstaat de volgende scbriftelyke vragen gericht: 1 Is het den minister bekend, dat door de afsluiting van de Zuiderzee, de vis schers op den Gelderschen IJsel, de monden van deze rivier, het Zwarte Water en liet Zwolsche Diep, hun bedryf niet meer loonend kunnen uitoefenen? 2 Weet de minister, dat met name de spieringvisschery aan de monden van den Donderdagochtend zijn twee militaire vliegtuigen, zooals wy reeds voor ons raam gebulletineerd hebben, op een weide te Marsch bü Lienden aan een zijweg van den hoofdweg TielRhenen naar beneden gestort. De vliegtuigen zün geheel ver nield. Hieronder laten wy het verslag vol ledig volgen: Volgens mededeeling van ooggetuigen bevonden zich ca. 10 uur vier tóestellen in de lucht. Zü manoeuvreerden ongeveer ter hoogte van den Marschpolder en gaven bü deze oefeningen af en toe staaltjes van kunstvliegen te zien. Op een gegeven moment vlogen twee vliegtuigen hooger dan de beide andere, zü maakten toeren alsof zü krijgertje speelden. Daarbii raakten zü met de vleu gels in elkaar en wel zoodanig, dat het eene toestel dadelijk neerstortte, enkele se conden later viel ook het andere. Het eer ste vliegtuig raakte onder het vallen in brand, het tweede kwam ca. 100 m verder neer. De vliegtuigen waren uit de richting Soesterberg gekomen. RÜks- en gemeentepolitie, alsmede bur gemeester Houtkooper uit Lienden waren SDOedig ter plaatse. Met een aantal om standers begon men naar de inzittenden te zoeken. Om half twaalf waren er drie lij ken gevonden en was men bezig een vier de slachtoffer uit den chaos te halen. De lijken zün vreeselijk verminkt. De beide andere toestellen hebben neg even boven de plaats des onheiis gecirkeld en zijn daarna in de richting van Soester berg vertrokken. Rondom op het terrein liggen de ip el kaar gedrukte resten van de vliegtuigen, een parachute, met bloed bevlekte draag banden in de nabijheid van een van de vernielde draagvlakken. De nummers van de vliegtuigen zijn 304 en 325. De slachtoffers. De namen van de slachtoffers zijn: jhr. van Coehoorn van Sminia en sergeant Hardeveld, die in toestel 304 waren geze ten; jhr. van Asch van Wiick en ser geant-majoor Vermeulen, die in toestel 325 zaten. Jhr. van Asch van Wiick was een van onze bekwaamste vliegers en houder van het Nederiandseh hoogterecord. Op 8 Juni j.l. startte hij van het vliegveld Soester berg met een Fokker jager type XVI, uit gerust met een Armstrong Siddeley „Pan- ther'-motor, voor een meteorologische hoogtevluoht. Op deze vlucht bereikte hij een hoogte van 9587 m, waarmede hij her Nederiandseh hoogterecord op zijn naam bracht. De eerste luitenant-vlieger jhr. H. J. M. van Asch van Wijk heeft op 9 Maart 1929, de res. 2e luitenant-vlieger jhr. A. J. M. van Coehoorn van Sminia op 23 Augustus 1932, de sergeant-vlieger W. C. van Har develd op 9 Juni 1924 en de vliegtuikma- ker-sergeant-majoor A. G. Vermeulen op 20 April 1923 het klein brevet gehaald. De eerste drie behoorden tot de J.A.V.A (jachtv'liegtuigenafdeeling) te Soesterberg. De heer Hardeveld werd in 1902 gebo ren en is in 1922 in militairen dienst geko men. De heer Vermeulen resp. 1892 en 1912. Relaas van een ooggetuige. Een ooggetuige, die het ongeluk van zee^ nabij heeft gadegeslagen, deed het volgende relaas aan een vertegenwoordiger van het Persbureau Vaz Dias: Ik stond op het terrein van de steen fabriek van de N.V. Ten Cate Co. te kij ken naar de vier militaire vliegtuigen, die boven Lienden manoeuvreerden. De toe stellen maakten allerlei manoeuvres, vlo gen dan weer over en dan weer onder el kaar. Plotseling vlogen twee toestellen met de vleugels tegen elkaar. Een der toe stellen vloog horizontaal, 't andere schuin van onderen naar boven. De vleugels raakten elkaar en stukken ervan vlogen ver door het luchtruim. Beide toestellen, die veel snelheid hadden, stortten naar be neden. Op ongeveer 100 m boven de aarde sloeg het eene toestel nog eenmaal over een kop en kwam toen op slechts eenige honderden meters van mii verwijderd, op het weiland neer. Het andere toestel viel loodrecht naar beneden, direct met den kop in den grond. Gevechtsocfening, geen lucht- acrofoatiek. Van bevoegde zijde deelde men mede, dat de manoeuvres boven Lienden een ge vechtsoefening golden en dat er geen sprake was van luchtacrobatiek. Kapitein Van Weerden Poelman en luit. Rozendaal zagen het ongeluk gebeuren. Zij konden niet landen en zijn dadelijk doorgevlogen naar Soesterberg. Kapitein Poelman deel de mede, dat het ongeluk op ongeveer 400 meter hoogte moet zijn gebeurd. De officieele leiding. Kapitein Van Weerden Poelman was Donderdagmorgen met een escadrille van drie Fokkers C.V. uit Soesterberg ver trokken om de gewone escadrille-oefenin gen te houden. Links in het escadrille zat met de 325 de eerste luitenant Van Asch van Wijck met de opzichter derde klasse sergeant-majoor Vermeulen als waarne mer. Rechts van den commandant zat in de 304 sergeant-vlieger W. C. van Harde veld, bii wien jhr. Van Sminia als waar nemer fungeerde. Boven Lienden deed een vierde C.V., bestuurd door jhr. Sandberg, een aanval 1 den commandant van het escadrille, dat daarop met Immelmans uiteenviel. De beide toestellen, die naast den comman dant hadden gevlogen, keerden zich daar na eveneens tegen den aanvaller en bij die manoeuvre moeten de toestellen tegen el kander zy'n gebotst. Het eene is, vleugel lam, in een vrille omlaag gekomen, het andere in een steilen duik. Vandaar dat het eene toestel zwaarder dan het andere beschadigd is. Alle vliegers hadden val schermen bü zich. maar geen van de vier heeft blijkbaar gelegenheid gevonden vilt het toestel te springen. De commandant van het escadrille, kani- tein Van Weerden Poelman, heeft het on geluk niet zien gebeuren; wel zijn waarne mer de luitenant Kozendaal. Hoe snel het geval zich voltrokken heeft kan afgeleid woruen uit het feit dat kapitein Van Weerden Poelman de toestellen reeds op den grond zag liggen toen hij omkeek, na door zijn waarnemer gewaarschuwd te zijn. De twee luitenants waren ongehuwd, maar sergeant-vlieger Hardeveld laat een vrouw en twee kinderen, sergeant-majoor Vermeulen een vrouw en negen kinderen 30h 101* Deelneming van den minister van defensie. De minister van defensie heeft dadelijk na het vernemen van de ramp, aan de nabestaanden van de slachtoffers zyn innige deelneming in het tragisch ver lies betuigd. DE «I VL1ES0SAv^ Jhr. A. J. M. van <>c w„k eJJ 8tr0Cant-majoor A. G. Vermeulen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 5