Ons XinderverhaaL Aan het Hof van Koning Witvisch. i r ,vu<Hn Beste jongens en meisjes! Een regen van klachten is op m'n hoofd gevallen, heviger nog dan de re gen van de vorige week Woensdag en dat was me een regentje, je kon in de plassen wel zwemmen. Nu, ik ben niet hang voor water en Tjibbe ook niet, want als ik met hem op de fiets rijd, moet ik door alle plassen peddelen, zoo dat het water als fonteinen opspuit. Maar nu zou ik vergeten te vertellen, waarom die klachtenregen op me neer daalde. Welnu, er was in de raadsels van de vorige week een fout geslopen, zoodat uit nummer één kwam „Welter- vreden", in plaats van „Weltevreden", Ik begrijp KOed hoe jullie hebben zitten prakkedenken en toen je met gefronste wenkbrauwen er niet achter kon ko men, toen heb ie natuurlijk zitten mop peren op den Kindervriend en toen heb .je je vader er bij geroepen en die zei direct: Maar dat moet Weltevreden zijn en toen was je wel tevreden en bracht de raadsels naar kantoor en nu zit ik boven jullie briefjes gebogen en frons ook m'n wenkbrauwen, door den dik ken stapel, die voor me ligt. Laat ik. voordat ik jullie ga beant woorden, eerst vertellen wie het boek gewonnen heeft. Dat is deze week: Jan Goutier, v. Hogendorpstraat 14. En nu.... de briefjea Tiny Dol. Ie heele familie zingt nu zeker „'t Jutterlied", Tiny. nu ik het er op jouw ver zoek heb ingezet en jij galmt boven alle* uit. vooral als je nog een* een boek wint. want dan heeft 't Juttertje natuurlijk een nog groo teer plaats van je hart veroverd. Kee* Dol. Dat begrijp ik .Kee*. dat jij ook wel eens in de krant wilt staan. Er zijn heel wat grootere menschen dan jij, die het wat fijn vinden als hun naam voluit in de krant prijkt ra dat zoon klein jongetje al* jij er trotsch op ia. het briefje uitknipt en opplakt, nu. dat is heel natuurlijk. Dag Kees. Rod Volmer. Ik heb je teekening aan den teekenaar laten zien. Roel. want die kan het beste beoordeelen wat er goed en wat er fout aan is. En zijn oordeel was ..gunstig". Ho. ho. nu nog niet je borst vooruitzctten. hoor. want zoo ver is het nog niet De teekening was te bont gekleurd en het verhaaltje, dat er achter stond, daar stonden zulke leelijke fouten in. Roel. daar moet je ook om denken, want dat mag niet dan kijk ik bezorgd en je onder wijzer. Hanna Kohier. Hennie en Hanna. een broertje en een zusje, een vriendje en een vriendinnetje, ik raak vast met jullie namen .'n de war. Je mag tenminste wel met vette letters schrijven wie je bent of je zou er een fototje bij moeten doen. dan weet ik tenminste wie ik voor heb. Ik vind het leuk. dat je versjes in stuurt. Hanna, maar laat ik het aan het begin van deze nieuwe raadsel-periode nog maar eens zeggen: ze moeten van je zelf zijn. Als dat niet het geval is, dan moet je er duidelijk bij zetten waar je het uit overgeschreven hebt. met den naam van de(n) dichter(cs) er bij. Dit geldt voor alle kinderen. Lieny v. Lopik. Ja. als je vorige week je raadsels had ingestuurd, Lieny. dan had je een groote kans gehad dat je een boek had ge wonnen. want toen waren er maar weinig goede oplossingen. Maar je weet, hè, als je alles vooruit wist, dan deed je een heele massa dingen niet, die je nu doet en een heele massa andere dingen wel, die je nu nalaat. Annie Schaap. Nu zien je tante en je vriendinnetje en alle meisjes uit de straat je weer in 't Juttertje staan, Annie. en straks wil len ze allemaal hun naam zien en doen allemaal mee en dan weet ik me geen raad meer met de briefjes. Al kunnen er nu nog best wat bij en ben ik niet zoo heel bang voor een hoogen berg briefjes. Geertje Putting. Die „wederik" uit de vo rige raadsels heeft heel wat kinderen hoofd brekens gekost, Geertje, toch is het een plant, die in ons land veel voorkomt langs wegen en slooten, in vier verschillende soorten, waarvan de meest bekende is de soort onder den naam penningkruid. Goed onthouden, hoor. Her mi en v. d. Braak. Dat is een gezellig briefje van je. Henmien. het eerste dat ik van je kreeg. Je hebt #rt*jk. dat Je ook meedoet. want het lezen van het kinderhoekje wordt nu veel leuker voor je. omdat er ook een stukje voor jou bij is. Dit stukje, dat je hier leest, ik heb het heelemaal alleen voor jou geschreven. Sientje Nieuwdorp. Ik had je al gemist. Sientje, evenals Cobus en Nellie. Jullie waren vorig jaar zulke trouwe klantjes van me. Ik hoop, dat je van het jaar meer geluk hebt met het winnen van een boek. Henk Goutier. Dat was een dubbele feest dag voor je. Henk, 8 October. toen je jarig was en je vader zal het ook fijn gevonden heb ben, dat hij voor het eerst weer zoo'n huiselijk feest mee mocht vieren. Je bent verwend met je cadeautjes, dat komt zeker ook al omdat je vader er nu is. Jan is deze week de gelukkige voor het boek. Ik geloof, dat jij meer van lezen houdt, hè? Lcentje de Groot. Wel goeie menschen, het eerste wat jouw gewonnen boek in je huis bracht waren tranen van je kleine zusje, maar ik begrijp best, dat je gezegd hebt: ..Dat is geen kinderspeelgoed, daar moet jij afblijven". Zoo'n kleine hummel begrijpt dat natuurlijk niet en laat de waterlanders voor den dag komen. Gelukkig dat ze hun verdriet ook gauw vergeten zijn en na twee minuten weer kunnen schateren van het lachen. Fijn. dat je het boek mooi vindt. Marie de Groot 't Is niet te hopen, dat jij aan de deur op de terugkomst van Leentje hebt staan te wachten. Marie. want het was Zater dag nogal koud en als je dan drie uur stilstaat, bibber je als een schoothondje. Toch zal je wel vaak naar je zusje uitgekeken hebben, denk ik. want je was natuurlijk benieuwd met welk boek ze thuis zou komen. Tinie Wullems. Naar de duinen kan je best nog gaan. Tinie. want daar is het nog mooi en als je gaat loopen, dan wordt je niet zoo gauw moe als 's zomers. Woensdagmiddag was het er prachtig weer voor. toen is Tjibbe ook met z'n oma en opa er heen geweest en hl) vond bet prachtig, dus d^n kan jij ook wel gaan. En op den dijk is het tegen zonsondergang nog mooier dan 's zomers. De heele hemel staat soms in gloed. Kijk maar eens! Annie Jansen. Maar nu krijg je een standje van me. Annie. omdat je fiets stuk was kon je je raadsels niet brengen en je beenen zijn pas twaalf jaar oud. dus die kunnen nog stappen van hier naar Berlijn. Dat mag niet meer ge beuren, hoor. Nellie Boot Ja. dat is wel een beetje grie zelig, als je met onweer buiten bent. Nellie. zooals jij van de week. Ik heb eens een heel zwaar onweer meegemaakt midden in de bos set: en. 's nachts om twee uur, toen waren we aan het kampeeren met z'n tweeen en maakten een fietstocht 's nachts, maar het was wel griezelig, dat weet ik nog goed. Dina Wismeyer. Dat weet je nog wel van het vorig jaar. Dina. als je me schrijft, schrijf ik je terug en dus krijg jij ook een briefje, 't Is wat leuk dat ik er weer zooveel oud vriendjes en vriendinnetjes bij krijg, dat is meteen een bewijs voor me, dat we het 't vorig jaar wel gezellig met elkaar hebben gehad. Ina Bock. Twee feesten zijn er voorbij. Ina, twee van de drie en jij wrijft je oogen nog eens uit, want je hebt minstens drie uur slaap van de weck minder gehad dan anders. Maar je moet er wat voor over hebben en dan die taartjes, hè, dat is ook fijn dat ze die uitge vonden hebben, dat is beter dan buskruit, wat wg jij. w Sientje Warmcndam. Jij hebt een overwin ning op je zelf behaald, Sientje en het resul taat is dat je goede raadsels hebt ingezonden. En nu voortaan iedere week, hoor, je zet je tanden maar eens op elkaar, dan gaat het wel. Germaine Franken. Daar kom ik weer ach teraan, Germaine, ik vind jullie moesten in het vervolg maar op Zaterdag jarig zijn, dan kan ik je tenminste op je verjaardag feliciteeren. Maar je gelooft toch, Germaine, al is het wat laat, dat mijn felicitatie even goed gemeend is, hé? Ik feliciteer je nog heel hartelijk en vol gende week vertel je me van het feest. Tony Sinnigc. Ik heb het gehoord, Tony, van die globe-trotters van koeien van jullie en van dien agent, die voor koeiendrijver ge speeld heeft Gelukkig maar dat hij ze ont dekte, anders had Je ze misschien den volgen den dag uit de Spoorstraat kunnen halen. Kindervriend. Waarom Bennie nooit meer uit visschen ging Arme vUsrhen! door MARTIN VAN VALKENBORGH. (Slot). Hoe langer Bennie keek, hoe beter hij zag, wat zich daar beneden af speelde. De blaadjes en takje, die met den stroom meedreven, verhinderen hem weieens alles precies te volgen, maar ook hieraan was hij weldra ge wend en het schouwspel daar beneden boeide hem zoodanig, dat hü de geheele omgeving vergat. En zelfs recht voor zich uit, in het schaduwgedeelte, waar het eerst zoo donker leek. als in een bo- demloozen put, kan hij nu reeds vormen onderscheiden. Zoo zat hü te turen, toen er opeens een groote, witte visch uit de diepte omhoog zwom. Bennie wist niet. dat er in de rivier zulke reu- zenvissehen woonden en heimelijk hoopte hü. dat de visch in zijn aas zou bijten.... En waarlük.... de visch beet. kreeg den haak in zijn bek en ruk te, rukte., dat Bennie groote moeite had. om zich schrap te zetten! Bennie voelde, dat hij den visch niet machtig zou kannen worden en wilde den hengel loslaten. Maar neen, het leek wel of de hengel aan zün handen was vastgelijmd, en voordat hii eigenlijk goed wist, wat er gebeurd was. had de visch hem met hengel en al in het waler getrokken en nauwelijks was hü in het water of een wolk van visschen en vischjes was op hem afgeschoten en plukte en sleepte hem voort.... de donkere diepte in! Bennie begon bang te worden en smeekte de visschen hem toch los te laten. Maar zij konden hem óf niet verstaan óf zij wilden niet aan zijn ver zoek voldoen, want hoe langer en hoe dringender hü hen smeekte, hoe vinni ger zü hem de diepte in trokken. Ein delijk kwamen zü bij den ingang van een grot. Aan weerszijden van dien in gang stond een rü visschen met lange, scherpe zwaarden op hun kop. Aan deze visschen, de soldaten van koning Witvisch, werd Bennie nu overgegeven en op een wenk van een der zwaardvis- sehen om hem te volgen, drongen de andere zwaardvisschen zoo op hem aan, dat Bennie, bevreesd voor de scherpe punten van hun zwaarden, de wijste partii trok en meeging. Zoo liepen ze steeds dichter de grot in en nu zag hü pas, dat er overal van die soldaten zwommen en verder liepen er tal van waterschorpioenen, krabben en andere kwaadaardige waterdieren, soms in heele troepen, onder leiding van een der grootste zwaardvisschen. die schünbaar de functie van gardeofficier waarnam. J oen zü tenslotte een hoek omgegaan waren.... stond Bennie ineens in een groote zaal, die helder verlicht werd door een troep visschen met lampjes op nun kop. Lange rüen visc.hsoldaten stonden langs de inuren geschaard: het was het hof van Koning Witvisch. Ben- mE t Jenu.Toed zakken- Maar lUk8 had hü zich omgedraaid of een aantal zwaarden w;erd weer dreigend op m gericht, zoodat hü zich bezon en m*™ staan- zh dreven hem voori tot vlak voor t,en grooten. van oester *Tl'0uwden troon vaa den Ko mng. Naast hem stond een groote grie zelige krab. die hem beval een buiging te maaken voor den troon en toen Ben nie, die angstig om zich heen keek niet snel genoeg aan dit bevel voldeed greep nek en riri'ïï T' ZÖn srhare" den nek en drukte hem met het gezicht ter aarde, zoodot *in n(MW te. „Ik zal je leeren. den troon van v ning Witvisch te eerbiedigen'" de krab boos. nerNi 4jn verbazing bekomen, over ai'es hy zag, of ergens in de zaal klonk JI' stem: „Stilte in het Hof!" En teg,? kertüd kon men een speld hooren len.... zoo stil was het geworden Pi! een hoek van de zaal kwam de nwoiw! en grootste visch. die Bennie ooit zien had! Het was Koning Wittig Hü was gekleed in schitterend goud-r rugschubben en had zilveren schul.l.en van voren: een menigte parels en cifi steenen blonken en glansden overal M zün lichaam en het leek wel of er vuur, strelen uit hem schoten, als hü zich b»! woog. De koning besteeg den troon zün readsheeren twaalf roode baard. vissd en namen ter weerskanten Wz hem plaatas. Een van de krab-kamer, heeren kwam toen met een diepe bui! ging nader en reikte den koning eep blad toe. dat door den erooten witvisct «as geschreven, die Bennie in het ter had getrokken. ..Lees het voor", »j de koning met heldere slem en gaf het papier terug. De krab las nu op: „O, groote en rechtvaardige koning, tjj brengen dit menschenkind voor l'v Iroon en vragen U. hoe wü hem vob gens Uw rechtvaardig oordeel moeiez straffen. I)e klacht tegen hem ia. dal hü eiken dag daar op den rivieroever zit en met zü» verraderlijken hoek waaraan allerlei vlMohen-lekkmgq zün gestoken, ons vangt. Daarna maakt hü de grootste van ons dood en....i schande, de kleinen werpt hü weer te rug in het water, waar zü met hm wond maar moeten zien te genezen." Toen de krab-kanx-rheer dit had voor gelezen, maakte hü een buiging es ging enkele passen achteruit „b.eng de getuigen binnen!" gelastte de Ko ning. En een voor een werden op draai- haartjes de visschen binnengebracht, wier bekken gruwelük gewond en uit- eengescheurd waren. Bennie stond hui verend naar die processie te kijken. Toen stond de krab weer op, die «Is openbare aanklager scheen te fimgee- ren en zei: „Dit zün. o groote koning aller visschen, de getuigen! Zü kun:« niet meer pralen, want hun bekken doen te veel pün. zooals 1' kunt zien!" De Koning kwam van zün troon «I en liep langs de draaglmren. Toen keer de hü r.ich tot Bennie: ..Menschenkind". zei hü, „ziet ge. wat ge hebt gedaan. Hoe wreed moet ge zün. om zooveel verdriet en smart te veroorzaken. Gd behoort daarvoor Uw straf te o ragen. Wat moet ik met U doen?".... De arme Bennie was zoo bang araor den. dat hü trachtte weg Ie loopen. maar zoodra hü zich verroerde, prikten de zwaarden hem van alle kanten en klemde hü z-ün tanden op elkaar om niet van pün te schreeuwen.... I Zóó w as hü geschrokken, dat hij t?Una van den boomstam was gevailen. ***r' op hü zat. Want in zün slaap »'as hu steeds verder achterover gezakt en ten slotte In een braambosch je te land ge* komen, waar de scherpe dorens hem overal geprikt hadden. Geen wonder, dat hü wakker werdl Hü keek om zich heen en wist h» MUn vader geeft me altijd op nl^n verjaardag een echte parell Nou, dan zul je zoo langzamerhand a een heel collier by elkaar hebben! („Sydney Bulletin")-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 22