m 'MRl 1034 ;enü! HONIG S BOUILLONBLOKJES bh ans6 voor 10 ct. <te Wildernis NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDiSfL KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA DE UITWEG UIT DE WERELDCRISIS Liefde Puitschland en het ontwapeningsprobleem. - De buiten- jindsche politiek van Rusland. - De moord op den ioemeenschen premier. KONIJN's Vleeschwaren Voor ECHTE Geidersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. IttAAGJOTl [erste OLAC COUR a *Ov Abonnei11011^ per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2 Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct>; fr.p.p.6ct. Zondagsblad 5esp. f 0.60 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70. -«k- Verschijnt Ditfesdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. iHedacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. **Jlrukkeri.i v/h C. Bureau: Koningstraat 78 Post-Girorekeuing No. DE BOER ,1 r. Telefoon: 50 en 412 16066." ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). 1ngez. meded. (kolombreedte als redacti tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te">° bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-co^e- taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit en met brieven onder no.10 ci aurverientie extra). v--- ^rfmmers 4 ct. zijn toch voordeeliger. Diiitschland 4 het ontwapeningspro bleem. De JHtsche minister van bui- tenlandsclie zakn, von Neurath, heeft vlak voor de Kestaagen, een onderhoud gehad met een ütljjnsehen correspondent van de „New Yijk Times", waarvan het verslag eerst thjis verschenen is. De Duitsche ministe: verklaarde o. m.: De ontwapenibsconfeientie is onbe kwaam gebleken een oplossing van het ontwapeningsproieem tot stand te bren gen en de morel en juridisch gemoti veerde aansprak van Duitsohland op rechtsgelijkheid en gelijke veiligheid te verwezenlijken, öo vendien heeft het vol komen fiasco vin den Volkenbond in de ontwapeningskvestie definitief tot klaar heid gebracht, ®t deze voor zakeliike en rechtvaardige v-slina van moeilijke kwes- tioa i zjjn op ^en we_ j„j'e 1 niet geschikt is. fa'ons genoopt de ont- fa en den Volkenbond nsehe houding heteekent (ten de opwekking einde- i de politieke realiteiten te nemen. In haar op- rede wenscht de Duitsche regeering evf als tevoren te komen tot een overeensf fcnming met de andere sta ten inzake d< ontwapeningskwestie. De hoop, dat tha s een overeenstemming op een werkelijke wapenings- er zwaar bewapende staten t stand komen, heeft zij sven. Onze eisch van alge- fining blijft bestaan, doch >aas. vaststellen. dat hfi in igen tijd niet te verwezen- ;ondervindingen der laatste oen al te duidelijk getoond, wapende staten, in het bij- ik, niet bereid zijn. werke- nen. Het is te betreuren, feit van den tot nu toe op getreden wil om niet te ont- .nitgangspunt is genomen e onderhandelingen. De )e wij onder deze omstan- )t moeten nemen, zijn bui- atigd. Zij hebben ten doei, ties, welke var reldvrede, in t Deze erkenninj wapeningsconf te verlaten. De voor de andere Hik op grond hun beslissing rechten wil to de basis van vermindering zal 'runnen evenwel opge meene or.twr we moeten. 1 den tegen woc lijken is. De acht jaren he dat de zwaar zonder Frank 'tik te ontwa dat thans het,; den voorgroni wapenen, tol voor de vero wenschen, we dogheden In a tengewoon ge L** Hl., Duitschland tvTn minimum van defensieve militaire veiii met het oog van zijn buur Hierover v kingen gevoe onderhandelii held tot over ten wil tot v bij de onderb den geest lat/ overeenstem aanspraak v en gelijke v rheid te geven, waarvan het p de geweldige wapeningen taten niet kan afzien. )rden diplomatieke bespre- d. Wü voeren deze directe ten in den geest van bereid- nstemming en van oprech- e. Wanneer onze partners delingen zich door denzelf- 'Mden, is te hopen, dat een le* tot stand komt. Aan de ®®uitschland op gelijk richt ■(leid, zal evenwel de Duit- jjZ© 2 «jflusen en s \e 'ktfeor, 2i kleeding' >sa best en krimpen doen ze niet, de m, welke wij voor U breien, tl'. 19 (Let op den gelen winkel) Vinr. voor alle soorten wollen sche regeering met alle energie en onbuig zaamheid vasthouden, welke haar het be wustzijn verleent, een goede en rechtvaar dige zaak te behartigen en de vastbeslo tenheid van het Duitsche volk achter zich te* hebben. ITALO BALBO, de gewezen Italiaansche minister van Luchtvaart, die nu in Tripolis zijn nieuw ambt van Stadhouder van Libyen heeft aanvaard. De bultenlandsche politiek van Rus land. In de zitting van het centraal uit voerend comité van de Sovjet-unie heeft Litwinof gesproken over de buitenland- sche politiek. Hij legde er den nadruk op, dat de Russische regeering den laatsten tijd heeft getracht, de ontwapeningscon ferentie over het doode punt heen te hel pen. Het is niet de schuld van Rusland, dat men tot dusverre niet tot tastbare resultaten is gekomen. Rusland zal ieder werk steunen, dat den vrede kan bevor deren. Litwinof ging verder in op de situatie in het Verre Oosten en betoogde, dat Rusland zijn vredespolitiek met feiten heeft bewezen. Rusland heeft geen belang bij een conflict met Japan, het heeft veel meer belang by een handhaving van den vrede. Heftig voer Litwinof uit tegen de „militaire cliques" in Japan, die moeite doen om Rusland in een oorlog te wikke len. Over zijn bezoeken te Washington en te Rome verklaarde Litwinof, dat zij dienstig waren geweest aan de vebete- ring der betrekkingen van Rusland tot de burgerlijke kereld. In zijn rede zeide Litwinof ook, dat het burgerlijke tijdperk van het pacifisme ge ëindigd bleek te zijn. De tegenstellingen tussehen de kapitalistische landen wor den grooter en scherper. Ten gevolge van den nieuwen militairen geest zijn nieuwe personen e nnieuwe partijen aan het be wind gekomen. Men maakt zich druk, aldus Litwinof, over herziening der- verdragen. Er is zelfs een land, dat zonder zijn toevlucht te nemen tot een theoretische voorberei ding der herziening, daarvoor in de plaats stelde een herziening zijner grenzen, die het opjdroeg niet aan diplomaten, maar aan generaals, die hun legers in alle rich tingen door Azië voeren. De diplomatieke verantwoordelijkheid van Rusland is groot, aldus Litwinif, omdat alle problemen, waarvan hier sprake is, Rusland betreffen of kunnen betreffen. Dit geldt speciaal voor de her ziening .omdat er plannen bestaan tot het te vredenstellen van zekere staten ten koste van het gebied der Sowjet-unie. Het richtsnoer voor de Russische buitenland- sche politiek, aldus Litwinof, wordt weer geven in de korte formule van Stalin: „Wij wenschen geen grondgebied van anderen te bezitten, maar wij zullen geen duimbreed van ons eigen gebied afstaan." Wanneer Rusland geen vreemd grond gebied wenscht, kan het ook geen oorlog wenschen. De moord op den Roemeenschen pre mier. De moord op Duca, die ook hij zijn politieke tegenstanders zeer gezien was zoo meldt men uit Boekarest aan de Nw. Rott. Crt. heeft in het geheele land de grootste opschudding teweeg ge bracht. Onmiddellijk na het bekend worden van den aanslag in de hoofdstad is een buitengewone ministerraad bijeengeko men. De minister van onderwijs, Ange- lescu, is nog in den nacht naar Sinaia vertrokken. De regeering heeft het uit geven van extra-bladen verboden. Van de beide gevluchte handlangers wordt thans nog bekend, dat een van hen, de student Caranciu. op de lijst van de ijzeren garde in het district Durostor gecandidateerd is geweest. Daar in Roemenië geen doodstraf be staat, kan de moordenaar ten hoogste tot levenslange gevangenisstraf worden ver oordeeld. Van hijzonder belang schijntdat het ••ationalistische orgaan van Goga, Zara I Xoastra (Ons Land) reeds drie weken geleden een entrefilet bevatte, waarin de minister-president werd gedreigd voor de gevolgen van een eventuee'e ontbinding van de IJzeren Garde. Onder de honder den leden, zoo werd in het artikeltje ge zegd, zou er zeker wel een zijn, die vol doenden moed had 0111 een dergelijken maatregel te wreken. Men schonk destijds weinig aandacht aan dit dreigement, wat thans blijkbaar met den moordaanslag i3 uitgevoerd. Het orgaan van Goga is de spreekbuis van de nationalistische oppo sitie en heeft de IJzeren Garde, die zelf over geen eigen blad beschikt, her haaldelijk ondersteund. Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. ,,Er zal geen oorlog komen" Wij moeten eenvoudiger worden Middelen om de wereldvrede te bevorderen door Dr. Thomas G. Masarijk. (President van Tsjecho-Slowakge) volkeren te bezielen met idealen, zoodat zü j even welwillend en vastberaden tegenover I elkaar staan als vrienden, die een kwestie met elkander besproken hebben. Zoowel in de samenleving der volkeren als in die J der individueele personen dient men ailer- j eerst menschelijk te zijn. Menschelijk. ver- standig en vriendelijk meer kan men niet doen. Doch iedere mensch heeft de moreele plicht om mede te werken aan de verwezenlijking van het ideaal: een goede verstandhouding tussehen alle volkeren. Geen volk kan op zichzelf staan! JUAN VICENTE GOMEZ, die yedurende 25 jaar president der repu bliek Venezuela yeweest is, wier staats schuld, ten bedrage van ongeveer 20 mil- lioen Mark, hij eenige jaren geleden uit eigen middelen betaalde. Hoe den uitweg uit de wereldcrisis te I vinden? Dat is een vraag, die moeilijk te beantwoorden is. Maar zieker kan gezegd worden, dat het herstel wel niet plotseling of onverwacht zal komen, doch geleidelijk aan. Elk land moet met zichzelf beginnen en niet wachten totdat de andere landen de eerste stappen doen. Dan gebeurt er n.1. r.iets. Nu is het de tijd dat elk land voor zichzelf en eik mensch voor zichzelf 01de moet gaan stellen op zijn eigen zaken. Wat de landen betreft, zü hebben nieer dan aan iets anders behoefte aan'onderling vertrouwen. Eerst wanneer dit aanwezig is, kan men confereeren en tot overeen stemming komen. Vertrouwen zal altijd leiden tot overeenstemming, de basis van alle samenwerking. Wantrouwen heeft daarentegen ten gevolge, dat men zich te rugtrekt en weigert met anderen samen te werken. De wereld heeft samenwerking noodig en daarom is het absoluut noodza kelijk, het wederzü'dsch vertrouwen tus sehen de volkeren aan te kweeken. Ongetwijfeld zou het economisch herstel spoediger tot stand komen, wanneer de wereldvrede was verzekerd. Als menschen opgewonden zijn, doen zü dwaze dingen. II een opgewonden stemming kan geen ..ükele kwestie behandeld worden. Wij hebben rust noodig dan kunnen wii be ter denken. Met rust bedoel ik natuurlijk niet. dat de volkeren moeten nietsdoen; zü moeten voortgaan met hun werk Fan op bouw. Doch onder zekere omstandigheden is het noodzakelijk, dat wii rustig ziin en elkaar vertrouwen. De wereld heeft daar om een vredespolitiek noodig. Non-agressiepacten kunnen veel hiertoe bijdragen. Laat er, als het mogelijk is, een goede verhouding tussehen de volkeren bestaan. Doch, als dat niet mogelijk is, laten zü dan tenminste elkander verdra gen. Van oorlog kan niets goeds komen. Er zal trouwens geen oorlog uitbreken, want oorlog voeren beteekent geld, geld en nog eens geld en m. i. is er geen enkel volk, dat het zich kan veroorloven, daaraan geld te verspillen. De nrenschheid is op gewonden en spreekt over oorlog, doch het zal niet tot gevechten komen. Twee duizend jaar geleden klonk het woord: „Hebt uw naaste lief". Dat woord wordt nog steeds in alle landen gepredikt. Laten wij er dan ook allen aan gehoorza men! Toch zou deze leer nog niet alle ellende van de wereld wegnemen. Men kan zijn naaste liefhebben en toch niet weten, hoe men hem moet liefhebben. Men heeft ook nog'het inzicht noodig om hen te kun nen hebben. Jezus heeft gezegd: „Hebt uw naaste lief als uzelf", dus wii moeten eerst leeren onszelf lief te hebben en ons zelf te helpen. Er zijn in elk land tal van goede menschen, die spreken van liefde en hulpvaardigheid, doch niet weten, hoe zü dit streven in praktijk moeten brengen. In dit opzicht kan zelfs de crisis ons iets leeren. Zij is niet zoo erg als men denkt, doch wij moeten eenvoudiger wor- d n. Wij zijn te zeer gewend geraakt aan weelde. Ik heb medelijden met de men schen, die niet genoeg te eten hebben, doch niet met de menschen, die hun auto moeten aanschaffen. En ik verwacht niet anders, of de crisis zal inmoreel opzicht verscheidene goede gevolgen hebben. Om maar iets te noemen, wanneer iemand weinig geld heeft, is hii wel gedwongen 0111 zuinig en verstandig te ziin. En hü kan zich ongewenschte amusementen afwen nen, zoodat hii een heter leven gaat leiden. Denk maar eens aan wat Jezus zeide over een rijke. Trouwens, ook de rijksten kun nen zich diep ongelukkig voelen. Ik heb geloofd en geloof nog steeds in de democratie, doch ik weet, hoe moeilijk het is om d« democratische idealen werke lijk in praktijk te brengen. Als een van de voornaamste middelen om den wereldvrede te verzekeren, be schouw ik de pers. De journalisten dragen een groote verantwoordelijkheid. Zii be hoorden vredesapostelen te zijn! Geen van hen mag zich aan dit werk onttrekken. De dagbladen richten zich dageüiks tot het volk en wanneer zii dat op verstan dige en aantrekkeüike wiize doen, kunnen zii bii de menigte de juiste denkbeelden doen, postvatten. Het tweede middel om den wereldvrede te bevorderen, ligt in de opvoeding der kinderen. Dit dient echter op de juiste wijze te geschieden. Men moet de kinde ren niet met vredespropaganda vervelen. Mijn streven in de wereldpolitiek is. de -5 1 Een beslagen tong is een vrl) zeker bewijs van slechte spijsvertering en verstopping. Ook voor kinderen zijn Poster's Maagpillen, het bekende laxeermiddel, uitstekend. f 0.65 oer flacon. Ir. MUSSERT EN DE N.S.B. Het U. D. heeft ir. Mussert gevraagd, naar aanleiding van het verbod van de I Nationaal-Socialistische Beweging voor j ambtenaren, wat voor hem de consequentie 'is van dit besluit der regeering, dat den heer Mussert thans definitief plaatst voor de keuze- hoofd-ingenieur van den 1 waterstaat blijven, of deel blijven uit maken van de N. S. B. j »De heer Mussert antwoordde ons, aldus I het blad, dat het wel voor iedereen dui- delqk zal zijn, hoe zqn besluit zal uit- I vallen; hg zal zqn hoofdingenieurschap bij den provincialen waterstaat neerleg gen, daartoe gedwongen door de regee- ring, die aldus een ambtenaar met zestien dienstjaren dwingt tot heengaan DE WERKVERSCHAFFINGEN. Vrije dagen voor tewerkgestelde». De rgksinspectie voor de werkver schaffing heeft aan de gemeentebesturen medegedeeld, welke dagen als officieele vrije dagen voor de tewerkgestelde» bq de werkverschaffing worden beschouwd en waarvoor feestdagvergoeding wordt gegeven. Vrijaf wordt gegeven aan alle tewerk- gestelden op den Nieuwjaarsdag. Goeden Vrqdag (als in 't algemeen in het vrije bedrqf vrijaf wordt gegeven). 2en Paasch dag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag. Ie 'Kerstdag (indien deze niet op Zondag j valt) en 2en Kerstdag; voor de R.K. te- werkgestelden indien zü den wensch daartoe te kennen geven, 15 Augustus [(Maria Hemelvaart) en 1 November (Allerzielen). Aan protestantsche arbeiders kan, in dien hiervoor in het particuliere bedrijf [vrijaf wordt gegeven, voor den bid- en 1 dankdag vrijaf worden verleend, met ver goeding voor loonderving. Voor de aan de tewerkgestelden we gens loonderving uit te betalen vergoe ding geldt de volgende regeling: Wanneer het voor de gemeente aan gegeven gemiddelde accoordloon niet hooger loopt dan 23 cent per uur, 1.25, bg een gem. accoordloon van 2429 cent 1.50, bq een gem. accoordloon van 3034 cent 2 en bq een gem. accoord loon van 35 cent en meer bedraagt deze vergoeding 2.25. DE GEMEENTEN EN DE OMZET BELASTING. In een circulaire aan de gemeentebestu ren zegt de minister van binnenlancsche zaken, dat ziin ambtgenoot van financiën ÜLLITON 86) „Morgen mezelf mo; terwijl ze tiet verzek volleerd a den tijd, d bereik." „Als da Ze keek rondom hi „Het zoi al gebeurt heeft haar opwindend geus mee. de wilden „U bent geweest, ft t' l,i' het Mugeiseb r van l WELL BINNS. jik een nieuw huis voor pouwen," zei ze lachend, thee opslurpte. „En ik zal l'r tegen brand. Ik zal een jfjet en bouwer zün tegen de bewoonde wereld weer ?jt gebeurt!" lachte hq. r het wilde landschap 'ji lachte ook. 'niet veel kunnen schelen, t nooit. Deze levenswqze .dring en brengt werkelijk .ebeurtenissen en genoe- 1 bestaan erger dingen, dan ti nog nooit in den winter „Neen.'Tv'iaar juffrouw Yardeley?" liet wel emtwoordde ze, „maar ik zou Stane (Willen beleven." maakte qd peinzend aan zijn pqp, raadsel' berekening en zei toen vrq trouw „Er is wel kans op, juf- sen n als u mij blijft oppas- 1 doen," 1 de Kers ir >en goede thuis te blijdschap 'e Crt."). .18 tl kunnen trekken en dat wil zeggen, dat het dan herfst is. U hebt niet veel onder vinding van wat het beteekent in dit land bepakt en bezakt den weg te volgen. En als we al op weg kunnen gaan, dan zul len we toch niet in staat zqn snel te rei zen, en het naastbqzqnde punt, dat be woond is, is Fort Malsun." „Hoe lang zouden we er over doen om het fort te bereiken?" „Dat weet ik niet," zei hq hoofdschud dend. „Ik ben er alleen dien éénen keer geweest, dien u weet en toen nog langs het water. Er zal veel van afhangen, hoe het land is tussehen hier en daar, maar ik ben bang, dat we ons degelijk zullen moeten inspannen om het te bereiken, voor de winter ons overvalt." „We moeten er ons zoo goed mogelqk in schikken," zei het meisje luchtigjes. „Er bestaat natuurlijk de kans, dat we gevonden worden door menschen, die uw oom uitgezonden heeft om u te zoeken; en verder kan het nog zijn, dat we stui ten op een Indianenkamp, maar als dat niet toevallig gebeurt, kunnen we geen hulp verwachten van anderen en het zal hoogst noodzakelijk zqn onze levensmid delen te rantsoeneeren, zooals ik u een paar dagen geleden al gewaarschuwd heb." Het meisje liet zich niet ontmoedigen. „De streek hier is rijk aan wild," ant woordde ze vroolqk. „We zullen niet ver hongeren. Morgen ga ik jagen, mijnheer Stane, en dan zult u eens wat zien! Dan heeft het ten slotte toch nog eenig nut gehad, dat ik iederen herfst naar Schot land ben geweest. Ik zal wel voor den pot zorgen, wees maar niet hang." Hq keek naar haar vroolqk gezichtje, herinnerde zich wat ze al gedaan had en zei vol vuur: „Dat geloof ik zeker, juffrouw Yar- dely." Er werd niet verder over gesproken, tot ze den volgenden dag, terwql ze bezig was met een nieuwe hut voor zich-zeÜ te maken, haastig naar het kamp kwam en een geweer nam: „Wat is er?" vroeg hq'. „Eten," fluisterde ze lachend, „op viei pooten en met hoorns. Ik weet niet hoe liet eigenlqk heet, maar ik geloof, dat het een soort hert is. Het is naar het water gegaan, net aan den anderen kant van de rots. Ik zal het gaan besluipen." Ze haastte zich weg uit het kamp. Tien minuten verliepen en nog lag Stane te wachten op haar schot. Toen weerklonk het en vlak er na een heldere, luide vreugdekreet. De gewonde man glimlach te van genoegen. Toen Helen eenige oogenblikken later terug keerde, zag ze er opgetogen uit. „Geraakt!" riep ze. „We zulieu van daag een wqziging in ons menu bren gen." „U hebt nog werk genoeg voor den boeg," zei Stane, nadat hü haar geluk gewenselit had. „Het dier moet gevild worden en. „Bah!" viel ze hem, met een vies ge zicht in de rede. „Dat weet ik, en het zal een vuile boei worden, want daar heb ik geen kaas van gegeten." „Daar is niet aan te ontkomen als men door de wildernis trekt," zei Stane met glimlach. „Ik wou wel dat ik het van u over kon nemen. „Dat kan niet," viel zq hem vroolqk in de rede, „en al kon liet, dan ben ik er nog lang niet zeker van, ''.at ik het u zou laten doen. Ik wil mqn opvoeding in de wildernis voltooien en, al ben ik geen slager, ik zal het wel zoo goed en zoo kwaad, als het gaat, klaar spelen. U moet zeggen wat ik doen moet en al zal ik zit ten knoeien, ik zal toch het vleesch er wel vanaf krijgen. Geef me nu maar eens een cursus over de kunst van villen, schoonmaken en vierendeelen." Hq legde haar alles zoo goed mogelqk uit en daarna vertrok ze, voorzien van zün lang jachtmes. Twee uren verliepen, voordat ze terugkwam met een bonk vleesch in een stuk huid gewikkeld. Ze keek bedremmeld. „Vraag me niets," riep ze hem met een spqtig lachje toe. „Tic ben diep vernederd, maar ik heb het grootste deel van het vleesch meegebracht en dat is de hoofd zaak, al weet ik niet wat we met zoo een hoeveelheid moeten beginnen. We kun nen het met geen mogelqkheid opeten, voor dat het bedorven is.' „We zullen het drogen en rooken, of er pemmican van maken." „Pemmican!" Toen ze dat woord her haalde, helderde haar gezicht op. „Daar heb ik wel eens van gelezen," zei ze j lachend, „in romans en reisverhalen. Dat! klinkt romantisch." „Het smaakt niet romantisch," zei hij lachend. „Dat zult u wei merken, als we er eens aan toe zijn. Maar in het uiterste geval kan het ons behoeden voor den hongerdood." „Dan gaan we pemmican maken." zei ze met een glimlach, „of liever gezegd, ik zal het doen. Het zal weer een stap nader zün tot de voltooiing van mijn opvoeding en als deze pelgrimstocht voorhij is, zal ik 11 een diploma vragen en me verhuren als gids voor gezelschappen, speciaal voor de wildernis." „Ik denk wel, dat ik er u, onder ge wetensbezwaren één zal kunnen uitrei ken," antwoordde Stane lachend. „O, maar u hebt dien vreeselqken smeerboel aan de andere zijde van de rots nog niet gezien. Ik ril bq de idee, dat ik het weer onder oogen zal krqgen. Maar we hebben het vleesch toch noodig, denk ik." Nadat ze wat gerust had, verliet ze het kamp opnieuw en de man zag haar na, met innige bewondering. Terwql hq daar lag, bedacht hq, dat, al rilde ze ook bij de gedachte aan een ellendig vies werk, ze er toch niet voor terugdeinsde en als hq terugdacht aan de gebeurtenissen der laatste paar dagen, dan kwam een gevoel in hem op, dat hq niet kon onderdruk ken. Hij hield van dit in weelde opge groeide meisje, dat zich zoo opgewekt aanpaste aan de moeilijkheden van de wildernis; en al kwam er een bittere uit drukking op zijn gezicht als hq bedacht, hce de omstandigheden hem liet zwqgen oplegden, toch was hij in zijn hart ver-| heugd, dat ze elkaar ontmoet hadden en dat ze zijn leerling was tijdens het leven in de wildernis. HOOFDSTUK XIII. Fen woning In de wildernis. Zes weken waren sindsdien verstreken. Het werd later licht en de avond viel merkbaar vroeger. Er was een ongewone frischheid in de lucht eu de bladeren der hoornen ver loren hun groene kleur en kregen alle mogelijke tinten van lichtgeel eu oud goud tot donker rood. Stane en Helen Yardelj bemerkten beiden deze voorteekenen. De herfst was ingetreden en nog toefden ze in liet kamp bq het meer, al was Stane nu in staat wat rond te strompelen met een paar krukken, die ze gemaatk hadden van zich in tweeën splitsende takken, die bii de splitsing onder zün arm bedekt waren met zacht mos en overtrokken met hertehuid. Helen zelf was van den och tend tot den avond in de weer. Uit woor den, die hii zich had laten ontvallen, be greep ze, dat ze den wedstrijd met de jaargetijden verloren hadden en dat de winter zou invallen, voor ze in staat zou den zqn hun tocht te beginnen. Ze bleef bq dit weinig opwekkende vooruitzicht opgewekt, maar zij liet niet na al zijn wenken op te volgen 0111 een winterver blijf in dit ruwe klimaat dragelük te ma ken. Ze ving en droogde visch. ving ko nijnen en hazen in strikken, niet alleen 0111 hun vleesch, maar ook 0111 de huid die ze, als er een voldoend aantal hq' el kaar was. tot jassen en dekens naaide als bescherming tegen de strenge koude, die hen langzaam, maar zeker naderde. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1