m
'MRl 1034
;enü!
HONIG S BOUILLONBLOKJES bh ans6 voor 10 ct.
<te Wildernis
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDiSfL KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
DE UITWEG UIT DE WERELDCRISIS
Liefde
Puitschland en het ontwapeningsprobleem. - De buiten-
jindsche politiek van Rusland. - De moord op den
ioemeenschen premier.
KONIJN's Vleeschwaren
Voor ECHTE Geidersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
IttAAGJOTl
[erste OLAC
COUR
a
*Ov
Abonnei11011^ per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2 Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct>; fr.p.p.6ct. Zondagsblad
5esp. f 0.60 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70.
-«k-
Verschijnt Ditfesdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
iHedacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. **Jlrukkeri.i v/h C.
Bureau: Koningstraat 78
Post-Girorekeuing No.
DE BOER ,1 r.
Telefoon: 50 en 412
16066."
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). 1ngez. meded. (kolombreedte als redacti
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te">°
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-co^e-
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit en met
brieven onder no.10 ci aurverientie extra). v--- ^rfmmers 4 ct.
zijn toch voordeeliger.
Diiitschland 4 het ontwapeningspro
bleem. De JHtsche minister van bui-
tenlandsclie zakn, von Neurath, heeft
vlak voor de Kestaagen, een onderhoud
gehad met een ütljjnsehen correspondent
van de „New Yijk Times", waarvan het
verslag eerst thjis verschenen is. De
Duitsche ministe: verklaarde o. m.:
De ontwapenibsconfeientie is onbe
kwaam gebleken een oplossing van het
ontwapeningsproieem tot stand te bren
gen en de morel en juridisch gemoti
veerde aansprak van Duitsohland op
rechtsgelijkheid en gelijke veiligheid te
verwezenlijken, öo vendien heeft het vol
komen fiasco vin den Volkenbond in de
ontwapeningskvestie definitief tot klaar
heid gebracht, ®t deze voor zakeliike en
rechtvaardige v-slina van moeilijke kwes-
tioa i zjjn op ^en we_
j„j'e 1 niet geschikt is.
fa'ons genoopt de ont-
fa en den Volkenbond
nsehe houding heteekent
(ten de opwekking einde-
i de politieke realiteiten
te nemen. In haar op-
rede wenscht de Duitsche
regeering evf als tevoren te komen tot
een overeensf fcnming met de andere sta
ten inzake d< ontwapeningskwestie. De
hoop, dat tha s een overeenstemming op
een werkelijke wapenings-
er zwaar bewapende staten
t stand komen, heeft zij
sven. Onze eisch van alge-
fining blijft bestaan, doch
>aas. vaststellen. dat hfi in
igen tijd niet te verwezen-
;ondervindingen der laatste
oen al te duidelijk getoond,
wapende staten, in het bij-
ik, niet bereid zijn. werke-
nen. Het is te betreuren,
feit van den tot nu toe op
getreden wil om niet te ont-
.nitgangspunt is genomen
e onderhandelingen. De
)e wij onder deze omstan-
)t moeten nemen, zijn bui-
atigd. Zij hebben ten doei,
ties, welke var
reldvrede, in t
Deze erkenninj
wapeningsconf
te verlaten. De
voor de andere
Hik op grond
hun beslissing
rechten wil to
de basis van
vermindering
zal 'runnen
evenwel opge
meene or.twr
we moeten. 1
den tegen woc
lijken is. De
acht jaren he
dat de zwaar
zonder Frank
'tik te ontwa
dat thans het,;
den voorgroni
wapenen, tol
voor de vero
wenschen, we
dogheden In a
tengewoon ge L** Hl.,
Duitschland tvTn minimum van defensieve
militaire veiii
met het oog
van zijn buur
Hierover v
kingen gevoe
onderhandelii
held tot over
ten wil tot v
bij de onderb
den geest lat/
overeenstem
aanspraak v
en gelijke v
rheid te geven, waarvan het
p de geweldige wapeningen
taten niet kan afzien.
)rden diplomatieke bespre-
d. Wü voeren deze directe
ten in den geest van bereid-
nstemming en van oprech-
e. Wanneer onze partners
delingen zich door denzelf-
'Mden, is te hopen, dat een
le* tot stand komt. Aan de
®®uitschland op gelijk richt
■(leid, zal evenwel de Duit-
jjZ© 2
«jflusen en s
\e 'ktfeor, 2i
kleeding' >sa
best en krimpen
doen ze niet, de
m, welke wij voor U breien,
tl'. 19 (Let op den gelen winkel)
Vinr. voor alle soorten wollen
sche regeering met alle energie en onbuig
zaamheid vasthouden, welke haar het be
wustzijn verleent, een goede en rechtvaar
dige zaak te behartigen en de vastbeslo
tenheid van het Duitsche volk achter zich
te* hebben.
ITALO BALBO,
de gewezen Italiaansche minister van
Luchtvaart, die nu in Tripolis zijn
nieuw ambt van Stadhouder van
Libyen heeft aanvaard.
De bultenlandsche politiek van Rus
land. In de zitting van het centraal uit
voerend comité van de Sovjet-unie heeft
Litwinof gesproken over de buitenland-
sche politiek. Hij legde er den nadruk op,
dat de Russische regeering den laatsten
tijd heeft getracht, de ontwapeningscon
ferentie over het doode punt heen te hel
pen. Het is niet de schuld van Rusland,
dat men tot dusverre niet tot tastbare
resultaten is gekomen. Rusland zal ieder
werk steunen, dat den vrede kan bevor
deren.
Litwinof ging verder in op de situatie
in het Verre Oosten en betoogde, dat
Rusland zijn vredespolitiek met feiten
heeft bewezen. Rusland heeft geen belang
bij een conflict met Japan, het heeft veel
meer belang by een handhaving van den
vrede. Heftig voer Litwinof uit tegen de
„militaire cliques" in Japan, die moeite
doen om Rusland in een oorlog te wikke
len. Over zijn bezoeken te Washington
en te Rome verklaarde Litwinof, dat zij
dienstig waren geweest aan de vebete-
ring der betrekkingen van Rusland tot de
burgerlijke kereld.
In zijn rede zeide Litwinof ook, dat het
burgerlijke tijdperk van het pacifisme ge
ëindigd bleek te zijn. De tegenstellingen
tussehen de kapitalistische landen wor
den grooter en scherper. Ten gevolge van
den nieuwen militairen geest zijn nieuwe
personen e nnieuwe partijen aan het be
wind gekomen.
Men maakt zich druk, aldus Litwinof,
over herziening der- verdragen. Er is
zelfs een land, dat zonder zijn toevlucht
te nemen tot een theoretische voorberei
ding der herziening, daarvoor in de plaats
stelde een herziening zijner grenzen, die
het opjdroeg niet aan diplomaten, maar
aan generaals, die hun legers in alle rich
tingen door Azië voeren.
De diplomatieke verantwoordelijkheid
van Rusland is groot, aldus Litwinif,
omdat alle problemen, waarvan hier
sprake is, Rusland betreffen of kunnen
betreffen. Dit geldt speciaal voor de her
ziening .omdat er plannen bestaan tot het
te vredenstellen van zekere staten ten
koste van het gebied der Sowjet-unie. Het
richtsnoer voor de Russische buitenland-
sche politiek, aldus Litwinof, wordt weer
geven in de korte formule van Stalin:
„Wij wenschen geen grondgebied van
anderen te bezitten, maar wij zullen geen
duimbreed van ons eigen gebied afstaan."
Wanneer Rusland geen vreemd grond
gebied wenscht, kan het ook geen oorlog
wenschen.
De moord op den Roemeenschen pre
mier. De moord op Duca, die ook hij
zijn politieke tegenstanders zeer gezien
was zoo meldt men uit Boekarest aan
de Nw. Rott. Crt. heeft in het geheele
land de grootste opschudding teweeg ge
bracht.
Onmiddellijk na het bekend worden
van den aanslag in de hoofdstad is een
buitengewone ministerraad bijeengeko
men. De minister van onderwijs, Ange-
lescu, is nog in den nacht naar Sinaia
vertrokken. De regeering heeft het uit
geven van extra-bladen verboden.
Van de beide gevluchte handlangers
wordt thans nog bekend, dat een van
hen, de student Caranciu. op de lijst van
de ijzeren garde in het district Durostor
gecandidateerd is geweest.
Daar in Roemenië geen doodstraf be
staat, kan de moordenaar ten hoogste tot
levenslange gevangenisstraf worden ver
oordeeld.
Van hijzonder belang schijntdat het
••ationalistische orgaan van Goga, Zara
I Xoastra (Ons Land) reeds drie weken
geleden een entrefilet bevatte, waarin de
minister-president werd gedreigd voor de
gevolgen van een eventuee'e ontbinding
van de IJzeren Garde. Onder de honder
den leden, zoo werd in het artikeltje ge
zegd, zou er zeker wel een zijn, die vol
doenden moed had 0111 een dergelijken
maatregel te wreken. Men schonk destijds
weinig aandacht aan dit dreigement, wat
thans blijkbaar met den moordaanslag i3
uitgevoerd. Het orgaan van Goga is de
spreekbuis van de nationalistische oppo
sitie en heeft de IJzeren Garde, die
zelf over geen eigen blad beschikt, her
haaldelijk ondersteund.
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
,,Er zal geen oorlog komen"
Wij moeten eenvoudiger worden
Middelen om de wereldvrede te bevorderen
door
Dr. Thomas G. Masarijk.
(President van Tsjecho-Slowakge)
volkeren te bezielen met idealen, zoodat zü
j even welwillend en vastberaden tegenover
I elkaar staan als vrienden, die een kwestie
met elkander besproken hebben. Zoowel
in de samenleving der volkeren als in die
J der individueele personen dient men ailer-
j eerst menschelijk te zijn. Menschelijk. ver-
standig en vriendelijk meer kan men
niet doen. Doch iedere mensch heeft de
moreele plicht om mede te werken aan de
verwezenlijking van het ideaal: een goede
verstandhouding tussehen alle volkeren.
Geen volk kan op zichzelf staan!
JUAN VICENTE GOMEZ,
die yedurende 25 jaar president der repu
bliek Venezuela yeweest is, wier staats
schuld, ten bedrage van ongeveer 20 mil-
lioen Mark, hij eenige jaren geleden uit
eigen middelen betaalde.
Hoe den uitweg uit de wereldcrisis te
I vinden? Dat is een vraag, die moeilijk te
beantwoorden is. Maar zieker kan gezegd
worden, dat het herstel wel niet plotseling
of onverwacht zal komen, doch geleidelijk
aan. Elk land moet met zichzelf beginnen
en niet wachten totdat de andere landen de
eerste stappen doen. Dan gebeurt er n.1.
r.iets. Nu is het de tijd dat elk land voor
zichzelf en eik mensch voor zichzelf 01de
moet gaan stellen op zijn eigen zaken. Wat
de landen betreft, zü hebben nieer dan
aan iets anders behoefte aan'onderling
vertrouwen. Eerst wanneer dit aanwezig
is, kan men confereeren en tot overeen
stemming komen. Vertrouwen zal altijd
leiden tot overeenstemming, de basis van
alle samenwerking. Wantrouwen heeft
daarentegen ten gevolge, dat men zich te
rugtrekt en weigert met anderen samen te
werken. De wereld heeft samenwerking
noodig en daarom is het absoluut noodza
kelijk, het wederzü'dsch vertrouwen tus
sehen de volkeren aan te kweeken.
Ongetwijfeld zou het economisch herstel
spoediger tot stand komen, wanneer de
wereldvrede was verzekerd. Als menschen
opgewonden zijn, doen zü dwaze dingen.
II een opgewonden stemming kan geen
..ükele kwestie behandeld worden. Wij
hebben rust noodig dan kunnen wii be
ter denken. Met rust bedoel ik natuurlijk
niet. dat de volkeren moeten nietsdoen; zü
moeten voortgaan met hun werk Fan op
bouw. Doch onder zekere omstandigheden
is het noodzakelijk, dat wii rustig ziin en
elkaar vertrouwen. De wereld heeft daar
om een vredespolitiek noodig.
Non-agressiepacten kunnen veel hiertoe
bijdragen. Laat er, als het mogelijk is, een
goede verhouding tussehen de volkeren
bestaan. Doch, als dat niet mogelijk is,
laten zü dan tenminste elkander verdra
gen. Van oorlog kan niets goeds komen.
Er zal trouwens geen oorlog uitbreken,
want oorlog voeren beteekent geld, geld
en nog eens geld en m. i. is er geen enkel
volk, dat het zich kan veroorloven, daaraan
geld te verspillen. De nrenschheid is op
gewonden en spreekt over oorlog, doch
het zal niet tot gevechten komen.
Twee duizend jaar geleden klonk het
woord: „Hebt uw naaste lief". Dat woord
wordt nog steeds in alle landen gepredikt.
Laten wij er dan ook allen aan gehoorza
men! Toch zou deze leer nog niet alle
ellende van de wereld wegnemen. Men kan
zijn naaste liefhebben en toch niet weten,
hoe men hem moet liefhebben. Men heeft
ook nog'het inzicht noodig om hen te kun
nen hebben. Jezus heeft gezegd: „Hebt
uw naaste lief als uzelf", dus wii moeten
eerst leeren onszelf lief te hebben en ons
zelf te helpen. Er zijn in elk land tal van
goede menschen, die spreken van liefde
en hulpvaardigheid, doch niet weten, hoe
zü dit streven in praktijk moeten brengen.
In dit opzicht kan zelfs de crisis ons
iets leeren. Zij is niet zoo erg als men
denkt, doch wij moeten eenvoudiger wor-
d n. Wij zijn te zeer gewend geraakt aan
weelde. Ik heb medelijden met de men
schen, die niet genoeg te eten hebben,
doch niet met de menschen, die hun auto
moeten aanschaffen. En ik verwacht niet
anders, of de crisis zal inmoreel opzicht
verscheidene goede gevolgen hebben. Om
maar iets te noemen, wanneer iemand
weinig geld heeft, is hii wel gedwongen
0111 zuinig en verstandig te ziin. En hü kan
zich ongewenschte amusementen afwen
nen, zoodat hii een heter leven gaat leiden.
Denk maar eens aan wat Jezus zeide over
een rijke. Trouwens, ook de rijksten kun
nen zich diep ongelukkig voelen.
Ik heb geloofd en geloof nog steeds in
de democratie, doch ik weet, hoe moeilijk
het is om d« democratische idealen werke
lijk in praktijk te brengen.
Als een van de voornaamste middelen
om den wereldvrede te verzekeren, be
schouw ik de pers. De journalisten dragen
een groote verantwoordelijkheid. Zii be
hoorden vredesapostelen te zijn! Geen van
hen mag zich aan dit werk onttrekken.
De dagbladen richten zich dageüiks tot
het volk en wanneer zii dat op verstan
dige en aantrekkeüike wiize doen, kunnen
zii bii de menigte de juiste denkbeelden
doen, postvatten.
Het tweede middel om den wereldvrede
te bevorderen, ligt in de opvoeding der
kinderen. Dit dient echter op de juiste
wijze te geschieden. Men moet de kinde
ren niet met vredespropaganda vervelen.
Mijn streven in de wereldpolitiek is. de
-5 1
Een beslagen tong is
een vrl) zeker bewijs van
slechte spijsvertering en
verstopping. Ook voor
kinderen zijn Poster's
Maagpillen, het bekende
laxeermiddel, uitstekend.
f 0.65 oer flacon.
Ir. MUSSERT EN DE N.S.B.
Het U. D. heeft ir. Mussert gevraagd,
naar aanleiding van het verbod van de
I Nationaal-Socialistische Beweging voor
j ambtenaren, wat voor hem de consequentie
'is van dit besluit der regeering, dat den
heer Mussert thans definitief plaatst voor
de keuze- hoofd-ingenieur van den
1 waterstaat blijven, of deel blijven uit
maken van de N. S. B.
j »De heer Mussert antwoordde ons, aldus
I het blad, dat het wel voor iedereen dui-
delqk zal zijn, hoe zqn besluit zal uit-
I vallen; hg zal zqn hoofdingenieurschap
bij den provincialen waterstaat neerleg
gen, daartoe gedwongen door de regee-
ring, die aldus een ambtenaar met zestien
dienstjaren dwingt tot heengaan
DE WERKVERSCHAFFINGEN.
Vrije dagen voor tewerkgestelde».
De rgksinspectie voor de werkver
schaffing heeft aan de gemeentebesturen
medegedeeld, welke dagen als officieele
vrije dagen voor de tewerkgestelde» bq
de werkverschaffing worden beschouwd
en waarvoor feestdagvergoeding wordt
gegeven.
Vrijaf wordt gegeven aan alle tewerk-
gestelden op den Nieuwjaarsdag. Goeden
Vrqdag (als in 't algemeen in het vrije
bedrqf vrijaf wordt gegeven). 2en Paasch
dag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag. Ie
'Kerstdag (indien deze niet op Zondag
j valt) en 2en Kerstdag; voor de R.K. te-
werkgestelden indien zü den wensch
daartoe te kennen geven, 15 Augustus
[(Maria Hemelvaart) en 1 November
(Allerzielen).
Aan protestantsche arbeiders kan, in
dien hiervoor in het particuliere bedrijf
[vrijaf wordt gegeven, voor den bid- en
1 dankdag vrijaf worden verleend, met ver
goeding voor loonderving.
Voor de aan de tewerkgestelden we
gens loonderving uit te betalen vergoe
ding geldt de volgende regeling:
Wanneer het voor de gemeente aan
gegeven gemiddelde accoordloon niet
hooger loopt dan 23 cent per uur, 1.25,
bg een gem. accoordloon van 2429 cent
1.50, bq een gem. accoordloon van
3034 cent 2 en bq een gem. accoord
loon van 35 cent en meer bedraagt deze
vergoeding 2.25.
DE GEMEENTEN EN DE OMZET
BELASTING.
In een circulaire aan de gemeentebestu
ren zegt de minister van binnenlancsche
zaken, dat ziin ambtgenoot van financiën
ÜLLITON
86)
„Morgen
mezelf mo;
terwijl ze
tiet verzek
volleerd a
den tijd, d
bereik."
„Als da
Ze keek
rondom hi
„Het zoi
al gebeurt
heeft haar
opwindend
geus mee.
de wilden
„U bent
geweest, ft
t'
l,i' het Mugeiseb
r van
l WELL BINNS.
jik een nieuw huis voor
pouwen," zei ze lachend,
thee opslurpte. „En ik zal
l'r tegen brand. Ik zal een
jfjet en bouwer zün tegen
de bewoonde wereld weer
?jt gebeurt!" lachte hq.
r het wilde landschap
'ji lachte ook.
'niet veel kunnen schelen,
t nooit. Deze levenswqze
.dring en brengt werkelijk
.ebeurtenissen en genoe-
1 bestaan erger dingen, dan
ti
nog nooit in den winter
„Neen.'Tv'iaar juffrouw Yardeley?"
liet wel emtwoordde ze, „maar ik zou
Stane (Willen beleven."
maakte qd peinzend aan zijn pqp,
raadsel' berekening en zei toen vrq
trouw „Er is wel kans op, juf-
sen n als u mij blijft oppas-
1 doen,"
1 de Kers
ir
>en goede
thuis te
blijdschap
'e Crt.").
.18
tl
kunnen trekken en dat wil zeggen, dat
het dan herfst is. U hebt niet veel onder
vinding van wat het beteekent in dit land
bepakt en bezakt den weg te volgen. En
als we al op weg kunnen gaan, dan zul
len we toch niet in staat zqn snel te rei
zen, en het naastbqzqnde punt, dat be
woond is, is Fort Malsun."
„Hoe lang zouden we er over doen om
het fort te bereiken?"
„Dat weet ik niet," zei hq hoofdschud
dend. „Ik ben er alleen dien éénen keer
geweest, dien u weet en toen nog langs
het water. Er zal veel van afhangen, hoe
het land is tussehen hier en daar, maar
ik ben bang, dat we ons degelijk zullen
moeten inspannen om het te bereiken,
voor de winter ons overvalt."
„We moeten er ons zoo goed mogelqk
in schikken," zei het meisje luchtigjes.
„Er bestaat natuurlijk de kans, dat we
gevonden worden door menschen, die uw
oom uitgezonden heeft om u te zoeken;
en verder kan het nog zijn, dat we stui
ten op een Indianenkamp, maar als dat
niet toevallig gebeurt, kunnen we geen
hulp verwachten van anderen en het zal
hoogst noodzakelijk zqn onze levensmid
delen te rantsoeneeren, zooals ik u een
paar dagen geleden al gewaarschuwd
heb."
Het meisje liet zich niet ontmoedigen.
„De streek hier is rijk aan wild," ant
woordde ze vroolqk. „We zullen niet ver
hongeren. Morgen ga ik jagen, mijnheer
Stane, en dan zult u eens wat zien! Dan
heeft het ten slotte toch nog eenig nut
gehad, dat ik iederen herfst naar Schot
land ben geweest. Ik zal wel voor den pot
zorgen, wees maar niet hang."
Hq keek naar haar vroolqk gezichtje,
herinnerde zich wat ze al gedaan had en
zei vol vuur:
„Dat geloof ik zeker, juffrouw Yar-
dely."
Er werd niet verder over gesproken, tot
ze den volgenden dag, terwql ze bezig
was met een nieuwe hut voor zich-zeÜ
te maken, haastig naar het kamp kwam en
een geweer nam:
„Wat is er?" vroeg hq'.
„Eten," fluisterde ze lachend, „op viei
pooten en met hoorns. Ik weet niet hoe
liet eigenlqk heet, maar ik geloof, dat het
een soort hert is. Het is naar het water
gegaan, net aan den anderen kant van de
rots. Ik zal het gaan besluipen."
Ze haastte zich weg uit het kamp. Tien
minuten verliepen en nog lag Stane te
wachten op haar schot. Toen weerklonk
het en vlak er na een heldere, luide
vreugdekreet. De gewonde man glimlach
te van genoegen.
Toen Helen eenige oogenblikken later
terug keerde, zag ze er opgetogen uit.
„Geraakt!" riep ze. „We zulieu van
daag een wqziging in ons menu bren
gen."
„U hebt nog werk genoeg voor den
boeg," zei Stane, nadat hü haar geluk
gewenselit had. „Het dier moet gevild
worden en.
„Bah!" viel ze hem, met een vies ge
zicht in de rede. „Dat weet ik, en het zal
een vuile boei worden, want daar heb ik
geen kaas van gegeten."
„Daar is niet aan te ontkomen als men
door de wildernis trekt," zei Stane met
glimlach. „Ik wou wel dat ik het van u
over kon nemen.
„Dat kan niet," viel zq hem vroolqk in
de rede, „en al kon liet, dan ben ik er
nog lang niet zeker van, ''.at ik het u zou
laten doen. Ik wil mqn opvoeding in de
wildernis voltooien en, al ben ik geen
slager, ik zal het wel zoo goed en zoo
kwaad, als het gaat, klaar spelen. U moet
zeggen wat ik doen moet en al zal ik zit
ten knoeien, ik zal toch het vleesch er
wel vanaf krijgen. Geef me nu maar eens
een cursus over de kunst van villen,
schoonmaken en vierendeelen."
Hq legde haar alles zoo goed mogelqk
uit en daarna vertrok ze, voorzien van
zün lang jachtmes. Twee uren verliepen,
voordat ze terugkwam met een bonk
vleesch in een stuk huid gewikkeld. Ze
keek bedremmeld.
„Vraag me niets," riep ze hem met een
spqtig lachje toe. „Tic ben diep vernederd,
maar ik heb het grootste deel van het
vleesch meegebracht en dat is de hoofd
zaak, al weet ik niet wat we met zoo een
hoeveelheid moeten beginnen. We kun
nen het met geen mogelqkheid opeten,
voor dat het bedorven is.'
„We zullen het drogen en rooken, of
er pemmican van maken."
„Pemmican!" Toen ze dat woord her
haalde, helderde haar gezicht op. „Daar
heb ik wel eens van gelezen," zei ze j
lachend, „in romans en reisverhalen. Dat!
klinkt romantisch."
„Het smaakt niet romantisch," zei hij
lachend. „Dat zult u wei merken, als we
er eens aan toe zijn. Maar in het uiterste
geval kan het ons behoeden voor den
hongerdood."
„Dan gaan we pemmican maken." zei
ze met een glimlach, „of liever gezegd, ik
zal het doen. Het zal weer een stap nader
zün tot de voltooiing van mijn opvoeding
en als deze pelgrimstocht voorhij is, zal
ik 11 een diploma vragen en me verhuren
als gids voor gezelschappen, speciaal
voor de wildernis."
„Ik denk wel, dat ik er u, onder ge
wetensbezwaren één zal kunnen uitrei
ken," antwoordde Stane lachend.
„O, maar u hebt dien vreeselqken
smeerboel aan de andere zijde van de
rots nog niet gezien. Ik ril bq de idee,
dat ik het weer onder oogen zal krqgen.
Maar we hebben het vleesch toch noodig,
denk ik."
Nadat ze wat gerust had, verliet ze het
kamp opnieuw en de man zag haar na,
met innige bewondering. Terwql hq daar
lag, bedacht hq, dat, al rilde ze ook bij
de gedachte aan een ellendig vies werk,
ze er toch niet voor terugdeinsde en als
hq terugdacht aan de gebeurtenissen der
laatste paar dagen, dan kwam een gevoel
in hem op, dat hq niet kon onderdruk
ken. Hij hield van dit in weelde opge
groeide meisje, dat zich zoo opgewekt
aanpaste aan de moeilijkheden van de
wildernis; en al kwam er een bittere uit
drukking op zijn gezicht als hq bedacht,
hce de omstandigheden hem liet zwqgen
oplegden, toch was hij in zijn hart ver-|
heugd, dat ze elkaar ontmoet hadden en
dat ze zijn leerling was tijdens het leven
in de wildernis.
HOOFDSTUK XIII.
Fen woning In de wildernis.
Zes weken waren sindsdien verstreken.
Het werd later licht en de avond viel
merkbaar vroeger.
Er was een ongewone frischheid in
de lucht eu de bladeren der hoornen ver
loren hun groene kleur en kregen alle
mogelijke tinten van lichtgeel eu oud
goud tot donker rood.
Stane en Helen Yardelj bemerkten
beiden deze voorteekenen. De herfst was
ingetreden en nog toefden ze in liet
kamp bq het meer, al was Stane nu in
staat wat rond te strompelen met een
paar krukken, die ze gemaatk hadden
van zich in tweeën splitsende takken, die
bii de splitsing onder zün arm bedekt
waren met zacht mos en overtrokken met
hertehuid. Helen zelf was van den och
tend tot den avond in de weer. Uit woor
den, die hii zich had laten ontvallen, be
greep ze, dat ze den wedstrijd met de
jaargetijden verloren hadden en dat de
winter zou invallen, voor ze in staat zou
den zqn hun tocht te beginnen. Ze bleef
bq dit weinig opwekkende vooruitzicht
opgewekt, maar zij liet niet na al zijn
wenken op te volgen 0111 een winterver
blijf in dit ruwe klimaat dragelük te ma
ken. Ze ving en droogde visch. ving ko
nijnen en hazen in strikken, niet alleen
0111 hun vleesch, maar ook 0111 de huid
die ze, als er een voldoend aantal hq' el
kaar was. tot jassen en dekens naaide als
bescherming tegen de strenge koude, die
hen langzaam, maar zeker naderde.
(Wordt vervolgd).