Thomasvaêr
ra Pieterael
terug van de bruiloft
TWEEDE BLAD
HELDERSChE COURANT VAN DINSDAG 2 JANUARI 1934.
Laaf SIEGERS
uw reparateur zijn
ABONNEMENTSGELDEN, nutsspaarbaxk te den helder.
Stadsnieuws.
begrafenis van den heer
c. bakker.
(prdfeia fefe neg waf m ever een jarir c)
slecht begin voor het
nieuwe jaar.
Nieuwjaar.
DE GEZONDHEIDSCOMMISSIE
VEPDWIJNT.
I
WU danken onze post-abonné's, die Vergeldend jaaroverzicht. -
ons het abonnementsgeld voor het eerste Het twd in 1633
kwartaal '34 reeds overmaakten voor hun <S3->.ts44.ti5 (\.j.
medewerking. Willen onze abonné's, die
dit nog niet deden, twee galden storten of Bij de Nutsspaarbank te Den Helder
overschrijven op onze postrekening 1(5066 werd in 1933 aan spaargelden ontvangen
of ons dit per postwissel toezenden? Tot T --31:> lv~9 en
15 Januari is daartoe gelegenheid; daarna f 2-^5 925,70 (vor.g ,aar
1 2.333.960.19), zoodat meer werd in
komt een kwitantie. gelegd dan terugbetaald 129.288 72
Over het abonnementsgeld in de stad 145 383 65)
wordt beg'n Januari per kwitantie be-| Voorts werd op 31 December aan rente
schikt en wij verzoeken vriendelijk de over 1933 op de spaarrekeningen bijge-
kwitantie bij eerste aanbieding te voldoen. J "schreven totaal 71.687.65 vorig jaar
if' 65.322.32.V.
Het tegoed der spaarders bij den agn-
yang van 1933 groot 2.434.867.28 steeg
dientengevolge niet 200.976.37 tot
2.635.843.65,
In 1933 werden* 1399 nieuwe boekjes
examen van surnumerair der registratie en
domeinen, onze stadgenoot, de heer A.
van Urk.
Geslaagd voor het vergelijkend uitgereikt (vorig jaar 1314), terwijl 470
boekjes werden ingetrokken (vorig jaar
387).
Bij den aanvang van 1933 bedroeg het
aantal in omloop zijnde spaarbankboekjes
6811. Dit aantal vermeerde in 1933 alzoo
met 929 tot 7740.
In 1932 bedroeg het aantal posten van
Men schrijft ons; inleg 24.577 (v. j. 24.013) en dat van
Maandagmorgen 12 uur had de begra- j terugbetaling 18.640 (v. j. 16.201) teza-
fenis plaats van den heer C. Bakker, welke men 43.217 (v. j. 40.214).
op zoo noodlottige wijze om het leven was j
gekomen. REIZEN NAAR DUITSCHLAND.
I>e belangstelling zoowel by het vertrek
van het sterfhuis als op het kerkhof was I Het blijkt herhaaldelijk, dat reizigers
zeer groot. Vele collega's en kameraden naar Duitschland nog niet voldoende op
bewezen door hunne aanwezigheid de laat-de hoogte zijn van het gebruik van de
ste eer aan den overledene. Ook vele jon- Register Marken in het verkeer met dat
geren waren aanwezig. land.
De heer Bakker werd grafwaarts ge
dragen door de leden van de V.V. „Hel-
dersche Boys", waarvan hij lid was. Een
drietal kransen dekten c'e baar. Daarop
volgden de familieleden, eenige vrienden
en het bestuur der bovengenoemde ver-
eeniging. Aan de groeve werd het woord
gevoerd door den heer J. Krijns als voor
zitter der „Held. Boys", welke in enkele
goedgekozen woorden den heer Bakker
als een goed vriend en plichtsgetrouw
clublid schetste. In den korten tijd, dien hii
iid was, kon hij reeds voor velen a's voor
beeld gesteld worden. Daarna sprak hij
een woord van troost tot de familieleden.
De vader en de zwager van den over
ledene brachten dank aan allen voor het
bewijzen van de laatste eer.
Voor de betaling van de reis- en ver
blijfkosten worden hier te lande chèques
in Register Marken verstrekt in cpupures
vanaf Mk. 50.tegen een koers van on
geveer 50 ct. per Mark.
Deze chèques kunnen vrijwel op alle
plaatsen van eenige beteekenis in Duitsch
land worden verzilverd, met dien ver
stande, dat men per dag niet meer mag
opnemen dan Mk. 100.per persoon.
Deze bedragen mogen uitsluitend in
Duitschland worden uitgegeven ter ver
effening van rekeningen voor reis- en
verblijfkosten, voor maaltijden, alsmede
voor andere uitgaven voor dagelijksch
wezigen den doodenakker.
AANKOMST INDISCHE MAIL,
Diep onder den indruk verlieten de aan- gebruik en het is niet toelaatbaar die som
men^ we]jcen vorm (jan O0jc> 0ver de
grens te brengen; hierop staat gevange
nisstraf.
De Rotterdam Lloyd Rapide, rijdende Ook de spoorbilletten naar en door
in aansluiting op het 2 Jan. te Marseille I Duitschland worden op basis van deze
verwacht wordend motorschip „Sibajak", registermarken berekend, hetgeen een be-
zal morgen. 3 Jan., 9. u. 34 Amsterdam lan9riik voordeel oplevert. Er wordt spe-
(C.S.) arriveeren. j ciaal de aandacht op gevestigd, dat deze
billetten niet aan de stations verkrijgbaar
SOIREE „HELDERS MANNENKOOR".
Zaterdag 18 Januari.
Zooals het nu al eenige jaren traditie
is geworden, geeft bovengenoemd koor dit
jaar weer, en'wel op Zaterdag 13 Jan.
a.s., in „Casino" een Soriée, waarop de
kunstlievende leden worden uitgenoodigd
en voor publiek tegen een zeer matig
entreebedrag introducties bij de leden en
bestuur zijn te verkrijgen.
Ook dezen keer heeft het bestuur weer
voor een gevarieerd programma gezorgd.
Natuurlijk zingt het koor enkele num-
v' mers, terwijl het „Casino '-orkest mede
werkt, eenige leden een komisch kwartet
znïkn~f .p veer en en enkele tenor- en bari-
ton-soli resp. door de leden Ebbing en
Van Weelde zullen worden gezongen.
En als clou van dezen avond vermelden
we het optreden van den bekenden humo
rist M. Nabarro, („Bolletje"), van Am
sterdam. met een geheel nieuw repertoire.
Voor bijzonderheden zie men de adver
tentie in dit blad van deze en volgende
week.
HORLOGERIE
KONINGSTRAAT 112
zijn.
Inlichtingen worden verstrekt door het
Passage- en Reisbureau.
NED. ARBEIDERS SPORTBOND.
Uitvoering Zaterdag 6 Januari.
De Nederl. Arbeiders Sportbond, af-
deeling Den Helder, kondigt voor Zater
dag 6 Januari a.s. een buitengewone uit
voering aan, waar o.m. zal worden opge
voerd het modern tafereelenspel „Hou
Stand", op tekst van Martien Beversluis.
Het „Volksblad van 11 Dec. deze
„revue" uitvoerig besprekend, noemt haar
„een belangrijke cultureele aanwinst",
een „bewogen tafereelenspel", een „tref
fend beeld van het lijden der verdrukte
arbeidersklasse", „een kostbaar juweel,
dat vooralsnog niet op de juiste waarde te
schatten is" en laat zich verder nog in
dezen zin uit'. „Een organisatie, welke een
dergelijk cultureel werk in wezen en ont
staan het hare mag noemen, bewijst over
een groote innerlijke kracht en een prach
tig idealisme te beschikken".
„Hou Stand" is een machtig epos van
dezen tijd, dat zich voornamelijk bepaald
tot het ontzettende drama van het prole
tariaat, zooals het door het kapitalisme
werd gegrepen en meegesleurd, verraden,
verkocht en aangezet tot broedermoord in
den wereldoorlog en zooals het thans
PIETERNEL v
Geloof me, Thomasvaêr, je kunt op mij vertrouwen,
Je kunt op wat ik zeg gerust wel huizen bouwen, 1
'k Begrijp niet dat je nog 't eenvoudigste niet' kent,
Omdat je 'n pessimist, 'n ongelóóvige Thomas bent I
Gisteren, op 't tooneel, heb je aan alle menschen
Met 'n opgewekt gezicht nog Nieuwejaar staan wensclien,
En nog geen dag daarna, we zijn weer nauw'lijks thuis,
Of Thomasvaêr loopt als een brombeer door het huïs.
THOMASVAÊR
Het is niet mieer te doen! Ik heb me goed gehouden,
Opdat de menschen het niet aan mfj merken zouden
Dat 'k van de pijn verging, die schoot maar door me heen,
Eerst door mijn lendenen en dan weer door mijn been.
PIETERNEL
Dat was je eigen schuld, het „spit" heeft je te pakken,
Met 'n enkel Akkertje, zou dat onmiddellijk zakken.
Doch jij bent eigenwijs, zooals haast elke man,
Een jaar geleden, och, toen wist ik nergens van,
Bestonden ze nog niet, toen zei men: heb je pijpen.
Wacht dan maar geduldig af tot ze vanzelf verdwijnen.
Maar wat zegt men vandaag? Nu ze, precies een jaar
In omloop zijn gebracht? „De Akkertjes staan klaar,
Zij maken radicaal en spoedig korte metten
Met elke pijn die plotseling wreedaardig op komt zetten",.
THOMASVAÊR
Ik geloof dat zoo maar niet, dat I11 zóó'11 korten j tijd
Dat kind volwassen werd, bekend werd wijd en! zijd,
PIETERNEL
Ach, beste Thomasvaêr, jij 'hoort ook tot de groenen
Akkertjes genieten bekendheid bij millioenèh,
Als jij dat in één jaar géén overwinning vindt?
Dat ze pijn verdrijven weet zelfs haast ieder kind!
1 j
THOMASVAÊR
Jij raakt al van den kook, ik noem het maar met name,
Door advertenties en die mooie krant-reclame,
Met teekeningetjes en 'n suggestieven tekst,'
Die hebben jou, denk ik, voor de Akkertjes bsjiekstf
PIETERNEL
Dat heb je goed gezien, maar 'k ben geen domme tante,
Ik ken de waarde van reclame in de kranten,
Die heeft alleen succes, als ik mij niet vergis,
Wanneer daarin dan ook geen woord gelogen jè.
THOMASVAÊR
Wat is een Akkertje? Jij gelooft dus dat de pijnen
Als men er eentje neemt, maar dadelijk verdwijnen.?
Dat zou een wonder zijn!
PIETERNEL
'k Zie aan je zuur gezicht,
Dat je bent opgestaan 'met scheuten van de jicht.
Probeert èr dan eens een en Ik wil mét je wedden,
Dat jij je goed humeur met 'n Akkertje künt redden..
Je ziet, het zijn cachets, daar gaat het nu julsfjcm.
THOMASVAÊR
Nu, Pieternel, jou schuld, als 'k op de koffie kom,
Mijn overgrootmoeder had ouwels, in een trommel,
Maar dat was ln je mond een kleverige rommel
Hoewel 't uitstekend hielp, gaf het toch weer niet veel,
Want je kreeg die dingen gewoon niet door je keelt
Maar deze glijdt vanzelf, dat moet ik eerlijk zeggen,
PIETERNEL
Het is de heele kunst in 't oud iets nieuws te leggen.
Die oude middeltjes waren ook lang niet kwaad.
Met nieuwe wetenschap geven zij dubbel baat.
THOMASVAÊR
Je hebt zoowaar gelijk, de pijnen gaan al wijken
Laat mi) die Akkertjes nauwkeurig eens bekijken,
Je proeft er óók niets van, nu niet en bij 't begin,
PIETERNEL
Je neemt ze met gemak en heel plezierig in.
THOMASVAÊR
Geen enkele nasmaak ook, die Akkertjes mag 'k lijden.
En hoe gemakkelijk ze door het keelgat glijden!
PIETERNEL
En wat in dezen tijd mij zeer ter harte gaat,
Je stilt je helsche pijn met.... Nêerlandsch fabrikaat!
THOMASVAÊR
'k Ben heel wat opgeknapt, eerst wou 'k er niet van hooren,
Er zijn veel middeltjes die slechts je maag verstoren.
PIETERNEL
Dit is onschadelijk! Dat 'k Akkertjes zoo ken,
Dat is omdat 'k ze neem, als 'k soms niet lekker ben.
't Gaat met ons vrouwen ook niet steeds zooals we 't willen,
Tosn las lk in de krant dat ze de pijnen stillen.
Sedert ben lk tevrêe, zooals ook ledereen
Die Akkertjes gebruikt.
THOMASVAÊR
Ik ben weer kwiek ter been.
Als ik het volgend jaar, op het tooneel, de menschen
Weer allerhande goeds voor 't Nieuwe Jaar moet wenschen,
Dan weet ik wat ik doe, ik zeg: geacht publiek,
Voelt zich een onder u dit Jaar een beetje ziek,
Of werd het op een feest somtijds een ietsje later,
Staat gij met hoofdpijn op en met een reuzen kater,
Gij weet wel wat dat is, dat pijnlijke gesuis,
Dan Is mijn beste wensch: veel Akkertjes in huis!
PIETERNEL
Eén Jaar geleden pas werd Akkertje geboren,
Het is een, groeizaam kind, je zult er meer van hooren,
Ik hoop nu Thomasvaêr, jij, die verstandig bent,
De snelle werking van de Akkertjes nu kent,
Dat het nu voortaan uit is met zeuren en met dreinen,
Omdat je wordt gekweld door plotselinge pijnen.
THOMASVAÊR
Ik zweer je, Pieternel, nóóit hoor je meer een klacht,
'k Neem nog een Akkertje en wensch je goeden nacht!
weer door het verscheurend dier, dat re
actie heet, is besprongen en moet vechten
voor zijn bestaan.
Medewerking wordt verleend door Ru
Mulder, Nel Voogd, (solo-dans), Harry
Stapel, wat betreft declamatie en spreek
stem. Verder door musici van H.F.C. en
door de afdeeling van den Arb. Sport
bond. Behalve dit tafereelenspel zullen
vrije- en orde-oefeningen worden uitge
voerd. Voor het overige verwijzen wij
naar de advertentie in het nummer van
heden.
BEDORVEN SPEL.
Reeds dagen lang was er ongestoorde
vreugd in Huisduinen, door de sneeuwval
was de kluft in een prachtige bobslee
laan veranderd en de jeugd kon niet ge
noeg krijgen van het heerlijke sleetje
rijden. Menige oudere bleef onwillekeurig
staan als hij het uitgelaten troepje jongens
en meisjes zag dat niet moe werd hun
slee naar boven te trekken om dan met
een vaartje naar beneden te glijden soms
tot voorbij de kerk. Hun gelach en ge
roep klonk zoo vroolijk in de prikkelende
winterlucht en het moeten voor hen heer
lijke vacantiedagen geweest zijn die hun
lichaam en geest verfrischt zullen hebben
al zullen zij daar niet bij stilgestaan
hebben, daar was voor hen geen tijd voor.
Zaterdagmorgen was het feest weer in
vollen gang tot het wreed verstoord werd
door de zandauto van de Gemeente-rei
niging die in enkele seconden hun mooie
glijbaan vernielde en onbruikbaar maakte.
Was dat nu noodig vroeg ik mij af en
vele oudere dorpsbewoners staken hun
afkeuring hierover niet onder stoelen of
banken. Moest die enkele gelegenheid
die de jeugd hier heeft om deze sport te
beoefenen zoo onnoodig vernield worden.
Zelf was ik een paar maal per auto naar
Huisduinen geweest en had met plezier
de andere helling bij den vuurtoren ge
nomen, maar die werden vergeten door
de zandauto, zooals vele andere plaatsen
waar het meer noodig geweest was.
Ze waren er een oogenblik stil van de
jongens en meisjes, tot een der ouderen
hun toeriep bezems te halen en het zand
er vlug af te vegen voordat het door er
over heen te loopen te diep doorgedrongen
was en hun baan voorgoed vernield was.
In enkele seconden kwamen ze terug met
bezems en zelfs de bewoners zonder
kinderen stonden graag hun bezems af.
Zelden zullen ze zoo vol vuur hun bezem
gehanteerd hebben om hun baan weer ia
orde te krijgen.
Laat ik hopen dat het hun gelukt ia
en de Directeur der Gemeente-Reiniging
bij een volgende gelegenheid order geeft
hun baan te ontzien.
Nu er een goede opgang naarhetbad
hotel is kan deze die enkele keer best
gemist worden.
AUTOBOTSING.
Door de gladheid van de straat slipte
Zaterdagmiddag, bij het nemen van de
bocht Artilleriestraat—Vlootstraat een
vrachtautowagen, zoodanig, dat deze in
botsing kwam met een vrachtauto.
Van de laatste werd een lamp gebro
ken, terwijl de bumper en de treeplank
verbogen werden.
Gelukkig bleef het bij deze materieels
schade.
Gisteren (Maandag) werd de controleur
van den nachtveiligheidsdienst „Noord-
Holland" op zijn ronde aan de Spoorgracht
te tl uur door den heer G. aldaar er van
in kennis gesteld, dat bij hem was in
gebroken tijdens een korte afwezigheid.
Er werd een bedrag van 55 mede
genomen. De politie heeft de zaak iu
onderzoek.
Maanden, komt, brengt bloemen aan.
De lucht is bleek met oe laatste maan.
En het jaar, het jaar is dood!
Zoo zong, ruim dertig jaar geleden,
Albert Verwey in zijn »Rouw om het jaar».
Zeker kon de dichter het heengaan van
een jaar uit dat allereerste begin der
nieuwe eeuw, betreurenwas het niet in
een opgaande lijn, dat zich de ontwikke
ling en de beschaving der wereld bewoog
en was niet elk verdwenen jaar weder
een afgesloten kring, opgenomen in da
eeuwigheid, die nieuwe cultuurvormen,
nieuwe ideeën, nieuwe waarheden, bracht?
Bloeide niet op ongekende wijze de we
tenschap, bracht niet iedere dag schier
ons nieuwe ontdekkingen? Het onderwijs,
niet alleen het elementair onderwijs, maar
ook het vormende, middelbaie en zelfs
hooger onderwijs, was toegankelijk ook
voor de eenvoudigen, de kleine luyden;
literatuur, kunst en muziek gingen op
nieuwe wegen, heel het"menschelijk be
staan vertoonde een omhooggaande curve.
U 1 wel mocht dan ook Verwey van het
heengegane oude jaar zeggen:
Hij was een schoon, groot man in
zijn tijd,
Draagt hem met zangen en
klagen uit!...
Maar dit is thans meer dan dertig jaar
geleden. Meer dan een derde van een
eeuw is sindsdien heengegaan, meer dan
dertig oude jaren zijn omgezet in nieuwe,
en we hebben nu geen dichter die rouw
bedrijft voor het heengaan van 1938. We
hebben hem niet noodig ook, we zouden
zelfs als we hem bezaten, geen raad met
zoo'n idealist weten. Want we kijken 1933,
dat nu verdwenen is, na met een boozen
blik, als het rampjaar bij uitstek, het
jaar van de omlaaggaande curve, van
crisis, werkloosheid, reactie en afbraak,
van... ach van schier alles wat negatief
is! En vooral het einde van het jaar heeft
zich al heel ongunstig doen kennen.
Zware straffen, groote rampen, de overal
doorgevoerde bezuinigingen, dat zijn er
zoo enkele grepen uit. Er staan ook wel
lichtpunten tegenover, maar over 't alge
meen slaat de balans toch naar het nega
tieve over. 1933 is in de wereldgeschiede
nis een zwart jaar; het zal met zwarte
kool worden aangeteekend en er zullen
jaren van bovenmatige inspanning noodig
zijn om er weer wat bovenop te komen
We zullen niet gaan napleiten over het
oude jaar. Het heeft immers geen zin, het
verandert niet aan de feiten en wat ge
beurd is is gebeurd. We moeten nu weer
vooruit zien, het nieuwe jaar in, aan welks
ingang wij staan. Maar wel mogen we
voor eenmaal eens bij ons zeiven blijven
Op Oudejaarsavond is het bestaan der
Gezondheidscommissies in ons land en
dus ook van de Gezondheidscommissie in
onze gemeente geëindigd. Zij heeft bijna
den leeftijd van dertig jaren bereikt. Im
mers, het was bij besluit van den Com
missaris der Koningin in Noordholland
van 19 Januari 1903 en- met ingang van
1 Februari daaraanvolgende, dat voor de
eerste maal werden benoemd:
tot lid en voorzitter de heer A. W.
Drijver, geneeskundige:
tot leden de heeren mr. J. G. van Heu-
ven, griffier bij het Kantongerecht;
dr. W. P. Jorissen. leeraar in de schei
kunde aan het Kon. Instituut voor de
Marine:
jhr. W. Rappard, ingenieur bij de Kon.
Marine;
J. Spruit, aannemer en timmerman.
De heer Van Heuven werd met ingang
van 1 Maart 1903 secretaris der Commis
sie. Deze eerste leden der Commissie zijn
thans, voor zoover zij nog in leven zijn,
niet meer in deze gemeente woonachtig.
Zij werden in den loop der jaren herhaal- j
delijk door anderen vervangen.
De taak. die aan de Gezondheidscom
missies door de Gezondheidswet van 1901
werd opgedragen, kan in het kort aldus
worden omschreven:
Zij moeten aan verschillende autoritei
ten advies geven, wanneer hun dit ge
vraagd wordt
Zij moeten klachten, die tot hen komen,
overwegen en de aandacht der autoriteiten
vestigen op maatregelen, die in het belang
der volksgezondheid wenschelijk zijn.
Zij moeten zich op de hoogte houden
van den stand der volksgezondheid in
hun ambtsgebied en zoo noodig onderzoe
kingen instellen of doen instellen.
Op al deze gebieden, de onderzoekin
gen, de gevraagde en de ongevraagde
adviezen, heeft de Heldersche Gezond
heidscommissie in de dertig jaren van
haar bestaan een groote hoeveelheid ar
beid verricht.
Reeds onmiddellijk na hare oprichting
vatte zij het plan op voor een zeer om
vangrijk werk: een onderzoek naar den
toestand der arbeiderswoningen. Hier
voor werden door enkele leden der Com
missie, bijgestaan door eenige vrijwilli
gers uit de burgerij en door eenige tim
merlieden, alle woningen met drie of min
der vertrekken, ten getale van 3759, op
gemeten en onderzocht. De resultaten van
dit onderzoek zijn gepubliceerd in een in
1906 verschenen verslag, dat, behalve
eenige algemeene beschouwingen, 31 ta
bellen met cijfers bevat.
Met dit onderzoek had de Commissie
een terrein betreden, dat gedurende haar j
geheele bestaan een belangrijk deel van
haar werkzaamheid in beslag zou nemen
en dat dan ook voor de volksgezondheid
van zeer groot belang was. Immers, wie
kan gezond blijven in een vochtige en
tochtige woning, waar de wind door de
reten van deuren en ramen blaast en
regen en sneeuw door het dak of elders
binnendringen?
De Woningwet had dan ook aan de
Gezondheidscommissies de taak opgelegd
aan het gemeentebestuur die woningen
aan te wijzen, die verbetering behoefden.
De Woningwet onderscheidt daarbij
drie gevallen:
1. Woningen, die niet onbewoonbaar
zijn, maar toch verbetering behoeven;
2. Woningen, die onbewoonbaar zijn,
maar door verbetering in bewoonbaren
staat zijn te brengen;
3. Woningen, die onbewoonbaar zijn
en niet voor verbetering vatbaar.
Van de ruim 2500 adviezen, die de
Commissie ingevolge de Woningwet aan
het bestuur der gemeente Den Helder
heeft uitgebracht, behooren verreweg de
meeste tot de eerstgenoemde categorie.
Soms betroffen deze kleine gebreken, zoo
als een lekkende goot of een verstopt ri
ool, soms ernstiger tekortkomingen. Steeds
had de klager zich eerst tevergeefs tot
den eigenaar gericht. Het gevolg was, dat
de betrokken eigenaren van het gemeen
tebestuur de aanschrijving ontvingen, de
vereischte verbeteringen aan te brengen.
Meestal geschiedde dit dan ook: slechts
enkele onwillige eigenaars lieten het op
een ontmoeting met den Kantonrechter
aankomen.
Sommige woningen echter bleken in
zoodanigen toestand te verkeeren, dat de
Commissie zich genoodzaakt zag ze voor
onbewoonbaarverklaring voor te dragen.
In de meeste dier gevallen heeft de ge
meenteraad die onbewoonbaarverklaring
dan ook uitgesproken. Dit lot trof gedu
rende het bestaan der Commissie 145 wo
ningen.
Onbewoonbaarverklaring is echter een
zeer onbevredigende maatregel als men
aan de bewoners geen betere woning kan
aanwijzen. Wat baat het of zij van het
eene krot naar het andere verhuizen, wei
nig beter of misschien nog wel slechter
dan de woning, die zij verlaten hebben?
Toch deed zich dit verschijnsel hier ter
plaatse herhaaldelijk voor. Menschen, die
onbewoonbaar verklaarde woningen be
wonen, kunnen uit den aard der zaak
geen hooge huren verwonen en het bou
wen van nieuwe woningen tegen een prijs,
die zij wel zouden kunnen betalen, is
geen rendabel bedrijf.
De Woningwet had met deze bezwaren
dan ook rekening gehouden door te be
palen, dat Rijk en Gemeente hun finan-
cieele medewerking zouden kunnen ver-
leenen bij den bouw van goedkoope wo
ningen. In 1909 was het gebrek aan
goedkoope woningen hier ter plaatse
reeds zoo merkbaar geworden, dat de
plaatselijke afdeeling der S.D.A.P. tot
den gemeenteraad het verzoek richtte ge
bruik te maken van de in art. 32 der Wo
ningwet gegeven bevoegdheid.
Naar aanleiding van dit adres werd in
1910 door het Gemeentebestuur, op ad
vies der Commissie, een onderzoek inge
steld naar het aantal leegstaande wonin
gen, gerangschikt naar ligging en huur
waarde. Hierbij bleek, dat het percentage
der leegstaande woningen van 1900 tot
1910 gedaald was van 4,8 tot 0,9, terwijl
er van de 3305 woningen met een week-
huur lager dan 2.25 slechts vijf leeg
stonden. Er kon dus reeds toen van een
gebrek aan arbeiderswoningen worden
gesproken.
In datzelfde jaar werden echter reeds
twee woningbouwvereenigingen opge
richt en in 1911 werden de eerste voor
schotten verleend en wel aan de vereeni-
ging „Helder" voor den bouw van wo
ningen aan den Polderweg en zijstraten,
aan de vereeniging „Licht en Lucht' voor
een complex woningen aan de Fabrieks-
gracht en de Van Hogendorpstraat. In de
daarop volgende oorlogsjaren bleek de
noodzakelijkheid van woningbouw met
steun van de overheid nog sterker: in
dien tijd werd de woningnood nijpend.
Maar ook daarna bleek voortdurend nieu
we aanbouw noodig. Zoo heeft de Ge
zondheidscommissie in den loop der jaren
advies uitgebracht over een aantal plan
nen, door welker verwerkelijking het
groote aantal woningen is gebouwd, dat
thans onder beheer .staat van de Wo
ningstichting.
Een van de vereischten, waaraan een
goede woning moet voldoen, is de aan
wezigheid van goed drinkwater. Is de
aansluiting aan de waterleiding voor
iedere woning thans een van zelf spre
kende zaak, dertig jaar geleden bij de in
stelling der Gezondheidscommisie, was dit
nog geenszins het geval. Het eerste jaar
verslag der Commissie deelt mede, dat
slechts een-vierde gedeelte van alle wo
ningen in de gemeente aan de waterlei
ding was aangesloten en dat in 63 straten
geen hoofdbuis van de waterleiding aan
wezig was.
Drie vierde gedeelte van alle woningen
waren dus voor hun drinkwatervoorzie
ning aangewezen op regenbakken. Een
belangrijk gedeelte van de taak der Com
missie in die eeret» iar«n waj dan ook.
naar aanleiding van klachten, het water
in die regenbakken te doen onderzoeken
en eventueel tot aansluiting aan de wa
terleiding te adviseeren. Na tien jaren kon
het verslag vermelden, dat er meer dan
2900 nieuwe aansluitingen waren tot
stand gekomen, waardoor de verhouding
tusschen aangesloten en niet-aangesloten
woningen ongeveer .was omgekeerd: er
was toen drie-vierde gedeelte aangesloten
en een-vierde niet. Ook waren er rlog
slechts drie straten, waarin geen hoofd
buis aan de waterleiding aanwezig was.
In 1924 werd de aansluiting aan de
waterleiding voor alle woningen verplich
tend gesteld.
Nog meer bemoeienis dan met het wa
ter had de Commissie in haar eerste
levensjaren met een andere belangrijke
volksdrank: de melk. Het kwam haar voor,
dat het vocht, dat destijds door de melk-
slijters onder den naam van „melk" werd
verkocht, niet altijd zuivere, volle melk
was. Dit sombere vermoeden werd beves
tigd door een in 1906 ingesteld onderzoek
van een aantal melkmonsters, waarbij
bleek, dat 85 van dit aantal een vet
gehalte hadden lager dan 2.85 de
grens, die door de Amsterdamsche melk-
verordening destijds werd gesteld. Dat
deze grens ook voor Den Helder niet te
hoog was. bleek wel hieruit, dat de melk,
die aan het Marine-Hospittaal werd ge
leverd en waarvan de leveranciers
wisten, dat zij werd onderzocht een
vetgehalte had dat gemiddeld 3,2 be«
droeg.
(Wordt vervolgd).
C. H. K.