Thomasvaêr ra Pieterael terug van de bruiloft TWEEDE BLAD HELDERSChE COURANT VAN DINSDAG 2 JANUARI 1934. Laaf SIEGERS uw reparateur zijn ABONNEMENTSGELDEN, nutsspaarbaxk te den helder. Stadsnieuws. begrafenis van den heer c. bakker. (prdfeia fefe neg waf m ever een jarir c) slecht begin voor het nieuwe jaar. Nieuwjaar. DE GEZONDHEIDSCOMMISSIE VEPDWIJNT. I WU danken onze post-abonné's, die Vergeldend jaaroverzicht. - ons het abonnementsgeld voor het eerste Het twd in 1633 kwartaal '34 reeds overmaakten voor hun <S3->.ts44.ti5 (\.j. medewerking. Willen onze abonné's, die dit nog niet deden, twee galden storten of Bij de Nutsspaarbank te Den Helder overschrijven op onze postrekening 1(5066 werd in 1933 aan spaargelden ontvangen of ons dit per postwissel toezenden? Tot T --31:> lv~9 en 15 Januari is daartoe gelegenheid; daarna f 2-^5 925,70 (vor.g ,aar 1 2.333.960.19), zoodat meer werd in komt een kwitantie. gelegd dan terugbetaald 129.288 72 Over het abonnementsgeld in de stad 145 383 65) wordt beg'n Januari per kwitantie be-| Voorts werd op 31 December aan rente schikt en wij verzoeken vriendelijk de over 1933 op de spaarrekeningen bijge- kwitantie bij eerste aanbieding te voldoen. J "schreven totaal 71.687.65 vorig jaar if' 65.322.32.V. Het tegoed der spaarders bij den agn- yang van 1933 groot 2.434.867.28 steeg dientengevolge niet 200.976.37 tot 2.635.843.65, In 1933 werden* 1399 nieuwe boekjes examen van surnumerair der registratie en domeinen, onze stadgenoot, de heer A. van Urk. Geslaagd voor het vergelijkend uitgereikt (vorig jaar 1314), terwijl 470 boekjes werden ingetrokken (vorig jaar 387). Bij den aanvang van 1933 bedroeg het aantal in omloop zijnde spaarbankboekjes 6811. Dit aantal vermeerde in 1933 alzoo met 929 tot 7740. In 1932 bedroeg het aantal posten van Men schrijft ons; inleg 24.577 (v. j. 24.013) en dat van Maandagmorgen 12 uur had de begra- j terugbetaling 18.640 (v. j. 16.201) teza- fenis plaats van den heer C. Bakker, welke men 43.217 (v. j. 40.214). op zoo noodlottige wijze om het leven was j gekomen. REIZEN NAAR DUITSCHLAND. I>e belangstelling zoowel by het vertrek van het sterfhuis als op het kerkhof was I Het blijkt herhaaldelijk, dat reizigers zeer groot. Vele collega's en kameraden naar Duitschland nog niet voldoende op bewezen door hunne aanwezigheid de laat-de hoogte zijn van het gebruik van de ste eer aan den overledene. Ook vele jon- Register Marken in het verkeer met dat geren waren aanwezig. land. De heer Bakker werd grafwaarts ge dragen door de leden van de V.V. „Hel- dersche Boys", waarvan hij lid was. Een drietal kransen dekten c'e baar. Daarop volgden de familieleden, eenige vrienden en het bestuur der bovengenoemde ver- eeniging. Aan de groeve werd het woord gevoerd door den heer J. Krijns als voor zitter der „Held. Boys", welke in enkele goedgekozen woorden den heer Bakker als een goed vriend en plichtsgetrouw clublid schetste. In den korten tijd, dien hii iid was, kon hij reeds voor velen a's voor beeld gesteld worden. Daarna sprak hij een woord van troost tot de familieleden. De vader en de zwager van den over ledene brachten dank aan allen voor het bewijzen van de laatste eer. Voor de betaling van de reis- en ver blijfkosten worden hier te lande chèques in Register Marken verstrekt in cpupures vanaf Mk. 50.tegen een koers van on geveer 50 ct. per Mark. Deze chèques kunnen vrijwel op alle plaatsen van eenige beteekenis in Duitsch land worden verzilverd, met dien ver stande, dat men per dag niet meer mag opnemen dan Mk. 100.per persoon. Deze bedragen mogen uitsluitend in Duitschland worden uitgegeven ter ver effening van rekeningen voor reis- en verblijfkosten, voor maaltijden, alsmede voor andere uitgaven voor dagelijksch wezigen den doodenakker. AANKOMST INDISCHE MAIL, Diep onder den indruk verlieten de aan- gebruik en het is niet toelaatbaar die som men^ we]jcen vorm (jan O0jc> 0ver de grens te brengen; hierop staat gevange nisstraf. De Rotterdam Lloyd Rapide, rijdende Ook de spoorbilletten naar en door in aansluiting op het 2 Jan. te Marseille I Duitschland worden op basis van deze verwacht wordend motorschip „Sibajak", registermarken berekend, hetgeen een be- zal morgen. 3 Jan., 9. u. 34 Amsterdam lan9riik voordeel oplevert. Er wordt spe- (C.S.) arriveeren. j ciaal de aandacht op gevestigd, dat deze billetten niet aan de stations verkrijgbaar SOIREE „HELDERS MANNENKOOR". Zaterdag 18 Januari. Zooals het nu al eenige jaren traditie is geworden, geeft bovengenoemd koor dit jaar weer, en'wel op Zaterdag 13 Jan. a.s., in „Casino" een Soriée, waarop de kunstlievende leden worden uitgenoodigd en voor publiek tegen een zeer matig entreebedrag introducties bij de leden en bestuur zijn te verkrijgen. Ook dezen keer heeft het bestuur weer voor een gevarieerd programma gezorgd. Natuurlijk zingt het koor enkele num- v' mers, terwijl het „Casino '-orkest mede werkt, eenige leden een komisch kwartet znïkn~f .p veer en en enkele tenor- en bari- ton-soli resp. door de leden Ebbing en Van Weelde zullen worden gezongen. En als clou van dezen avond vermelden we het optreden van den bekenden humo rist M. Nabarro, („Bolletje"), van Am sterdam. met een geheel nieuw repertoire. Voor bijzonderheden zie men de adver tentie in dit blad van deze en volgende week. HORLOGERIE KONINGSTRAAT 112 zijn. Inlichtingen worden verstrekt door het Passage- en Reisbureau. NED. ARBEIDERS SPORTBOND. Uitvoering Zaterdag 6 Januari. De Nederl. Arbeiders Sportbond, af- deeling Den Helder, kondigt voor Zater dag 6 Januari a.s. een buitengewone uit voering aan, waar o.m. zal worden opge voerd het modern tafereelenspel „Hou Stand", op tekst van Martien Beversluis. Het „Volksblad van 11 Dec. deze „revue" uitvoerig besprekend, noemt haar „een belangrijke cultureele aanwinst", een „bewogen tafereelenspel", een „tref fend beeld van het lijden der verdrukte arbeidersklasse", „een kostbaar juweel, dat vooralsnog niet op de juiste waarde te schatten is" en laat zich verder nog in dezen zin uit'. „Een organisatie, welke een dergelijk cultureel werk in wezen en ont staan het hare mag noemen, bewijst over een groote innerlijke kracht en een prach tig idealisme te beschikken". „Hou Stand" is een machtig epos van dezen tijd, dat zich voornamelijk bepaald tot het ontzettende drama van het prole tariaat, zooals het door het kapitalisme werd gegrepen en meegesleurd, verraden, verkocht en aangezet tot broedermoord in den wereldoorlog en zooals het thans PIETERNEL v Geloof me, Thomasvaêr, je kunt op mij vertrouwen, Je kunt op wat ik zeg gerust wel huizen bouwen, 1 'k Begrijp niet dat je nog 't eenvoudigste niet' kent, Omdat je 'n pessimist, 'n ongelóóvige Thomas bent I Gisteren, op 't tooneel, heb je aan alle menschen Met 'n opgewekt gezicht nog Nieuwejaar staan wensclien, En nog geen dag daarna, we zijn weer nauw'lijks thuis, Of Thomasvaêr loopt als een brombeer door het huïs. THOMASVAÊR Het is niet mieer te doen! Ik heb me goed gehouden, Opdat de menschen het niet aan mfj merken zouden Dat 'k van de pijn verging, die schoot maar door me heen, Eerst door mijn lendenen en dan weer door mijn been. PIETERNEL Dat was je eigen schuld, het „spit" heeft je te pakken, Met 'n enkel Akkertje, zou dat onmiddellijk zakken. Doch jij bent eigenwijs, zooals haast elke man, Een jaar geleden, och, toen wist ik nergens van, Bestonden ze nog niet, toen zei men: heb je pijpen. Wacht dan maar geduldig af tot ze vanzelf verdwijnen. Maar wat zegt men vandaag? Nu ze, precies een jaar In omloop zijn gebracht? „De Akkertjes staan klaar, Zij maken radicaal en spoedig korte metten Met elke pijn die plotseling wreedaardig op komt zetten",. THOMASVAÊR Ik geloof dat zoo maar niet, dat I11 zóó'11 korten j tijd Dat kind volwassen werd, bekend werd wijd en! zijd, PIETERNEL Ach, beste Thomasvaêr, jij 'hoort ook tot de groenen Akkertjes genieten bekendheid bij millioenèh, Als jij dat in één jaar géén overwinning vindt? Dat ze pijn verdrijven weet zelfs haast ieder kind! 1 j THOMASVAÊR Jij raakt al van den kook, ik noem het maar met name, Door advertenties en die mooie krant-reclame, Met teekeningetjes en 'n suggestieven tekst,' Die hebben jou, denk ik, voor de Akkertjes bsjiekstf PIETERNEL Dat heb je goed gezien, maar 'k ben geen domme tante, Ik ken de waarde van reclame in de kranten, Die heeft alleen succes, als ik mij niet vergis, Wanneer daarin dan ook geen woord gelogen jè. THOMASVAÊR Wat is een Akkertje? Jij gelooft dus dat de pijnen Als men er eentje neemt, maar dadelijk verdwijnen.? Dat zou een wonder zijn! PIETERNEL 'k Zie aan je zuur gezicht, Dat je bent opgestaan 'met scheuten van de jicht. Probeert èr dan eens een en Ik wil mét je wedden, Dat jij je goed humeur met 'n Akkertje künt redden.. Je ziet, het zijn cachets, daar gaat het nu julsfjcm. THOMASVAÊR Nu, Pieternel, jou schuld, als 'k op de koffie kom, Mijn overgrootmoeder had ouwels, in een trommel, Maar dat was ln je mond een kleverige rommel Hoewel 't uitstekend hielp, gaf het toch weer niet veel, Want je kreeg die dingen gewoon niet door je keelt Maar deze glijdt vanzelf, dat moet ik eerlijk zeggen, PIETERNEL Het is de heele kunst in 't oud iets nieuws te leggen. Die oude middeltjes waren ook lang niet kwaad. Met nieuwe wetenschap geven zij dubbel baat. THOMASVAÊR Je hebt zoowaar gelijk, de pijnen gaan al wijken Laat mi) die Akkertjes nauwkeurig eens bekijken, Je proeft er óók niets van, nu niet en bij 't begin, PIETERNEL Je neemt ze met gemak en heel plezierig in. THOMASVAÊR Geen enkele nasmaak ook, die Akkertjes mag 'k lijden. En hoe gemakkelijk ze door het keelgat glijden! PIETERNEL En wat in dezen tijd mij zeer ter harte gaat, Je stilt je helsche pijn met.... Nêerlandsch fabrikaat! THOMASVAÊR 'k Ben heel wat opgeknapt, eerst wou 'k er niet van hooren, Er zijn veel middeltjes die slechts je maag verstoren. PIETERNEL Dit is onschadelijk! Dat 'k Akkertjes zoo ken, Dat is omdat 'k ze neem, als 'k soms niet lekker ben. 't Gaat met ons vrouwen ook niet steeds zooals we 't willen, Tosn las lk in de krant dat ze de pijnen stillen. Sedert ben lk tevrêe, zooals ook ledereen Die Akkertjes gebruikt. THOMASVAÊR Ik ben weer kwiek ter been. Als ik het volgend jaar, op het tooneel, de menschen Weer allerhande goeds voor 't Nieuwe Jaar moet wenschen, Dan weet ik wat ik doe, ik zeg: geacht publiek, Voelt zich een onder u dit Jaar een beetje ziek, Of werd het op een feest somtijds een ietsje later, Staat gij met hoofdpijn op en met een reuzen kater, Gij weet wel wat dat is, dat pijnlijke gesuis, Dan Is mijn beste wensch: veel Akkertjes in huis! PIETERNEL Eén Jaar geleden pas werd Akkertje geboren, Het is een, groeizaam kind, je zult er meer van hooren, Ik hoop nu Thomasvaêr, jij, die verstandig bent, De snelle werking van de Akkertjes nu kent, Dat het nu voortaan uit is met zeuren en met dreinen, Omdat je wordt gekweld door plotselinge pijnen. THOMASVAÊR Ik zweer je, Pieternel, nóóit hoor je meer een klacht, 'k Neem nog een Akkertje en wensch je goeden nacht! weer door het verscheurend dier, dat re actie heet, is besprongen en moet vechten voor zijn bestaan. Medewerking wordt verleend door Ru Mulder, Nel Voogd, (solo-dans), Harry Stapel, wat betreft declamatie en spreek stem. Verder door musici van H.F.C. en door de afdeeling van den Arb. Sport bond. Behalve dit tafereelenspel zullen vrije- en orde-oefeningen worden uitge voerd. Voor het overige verwijzen wij naar de advertentie in het nummer van heden. BEDORVEN SPEL. Reeds dagen lang was er ongestoorde vreugd in Huisduinen, door de sneeuwval was de kluft in een prachtige bobslee laan veranderd en de jeugd kon niet ge noeg krijgen van het heerlijke sleetje rijden. Menige oudere bleef onwillekeurig staan als hij het uitgelaten troepje jongens en meisjes zag dat niet moe werd hun slee naar boven te trekken om dan met een vaartje naar beneden te glijden soms tot voorbij de kerk. Hun gelach en ge roep klonk zoo vroolijk in de prikkelende winterlucht en het moeten voor hen heer lijke vacantiedagen geweest zijn die hun lichaam en geest verfrischt zullen hebben al zullen zij daar niet bij stilgestaan hebben, daar was voor hen geen tijd voor. Zaterdagmorgen was het feest weer in vollen gang tot het wreed verstoord werd door de zandauto van de Gemeente-rei niging die in enkele seconden hun mooie glijbaan vernielde en onbruikbaar maakte. Was dat nu noodig vroeg ik mij af en vele oudere dorpsbewoners staken hun afkeuring hierover niet onder stoelen of banken. Moest die enkele gelegenheid die de jeugd hier heeft om deze sport te beoefenen zoo onnoodig vernield worden. Zelf was ik een paar maal per auto naar Huisduinen geweest en had met plezier de andere helling bij den vuurtoren ge nomen, maar die werden vergeten door de zandauto, zooals vele andere plaatsen waar het meer noodig geweest was. Ze waren er een oogenblik stil van de jongens en meisjes, tot een der ouderen hun toeriep bezems te halen en het zand er vlug af te vegen voordat het door er over heen te loopen te diep doorgedrongen was en hun baan voorgoed vernield was. In enkele seconden kwamen ze terug met bezems en zelfs de bewoners zonder kinderen stonden graag hun bezems af. Zelden zullen ze zoo vol vuur hun bezem gehanteerd hebben om hun baan weer ia orde te krijgen. Laat ik hopen dat het hun gelukt ia en de Directeur der Gemeente-Reiniging bij een volgende gelegenheid order geeft hun baan te ontzien. Nu er een goede opgang naarhetbad hotel is kan deze die enkele keer best gemist worden. AUTOBOTSING. Door de gladheid van de straat slipte Zaterdagmiddag, bij het nemen van de bocht Artilleriestraat—Vlootstraat een vrachtautowagen, zoodanig, dat deze in botsing kwam met een vrachtauto. Van de laatste werd een lamp gebro ken, terwijl de bumper en de treeplank verbogen werden. Gelukkig bleef het bij deze materieels schade. Gisteren (Maandag) werd de controleur van den nachtveiligheidsdienst „Noord- Holland" op zijn ronde aan de Spoorgracht te tl uur door den heer G. aldaar er van in kennis gesteld, dat bij hem was in gebroken tijdens een korte afwezigheid. Er werd een bedrag van 55 mede genomen. De politie heeft de zaak iu onderzoek. Maanden, komt, brengt bloemen aan. De lucht is bleek met oe laatste maan. En het jaar, het jaar is dood! Zoo zong, ruim dertig jaar geleden, Albert Verwey in zijn »Rouw om het jaar». Zeker kon de dichter het heengaan van een jaar uit dat allereerste begin der nieuwe eeuw, betreurenwas het niet in een opgaande lijn, dat zich de ontwikke ling en de beschaving der wereld bewoog en was niet elk verdwenen jaar weder een afgesloten kring, opgenomen in da eeuwigheid, die nieuwe cultuurvormen, nieuwe ideeën, nieuwe waarheden, bracht? Bloeide niet op ongekende wijze de we tenschap, bracht niet iedere dag schier ons nieuwe ontdekkingen? Het onderwijs, niet alleen het elementair onderwijs, maar ook het vormende, middelbaie en zelfs hooger onderwijs, was toegankelijk ook voor de eenvoudigen, de kleine luyden; literatuur, kunst en muziek gingen op nieuwe wegen, heel het"menschelijk be staan vertoonde een omhooggaande curve. U 1 wel mocht dan ook Verwey van het heengegane oude jaar zeggen: Hij was een schoon, groot man in zijn tijd, Draagt hem met zangen en klagen uit!... Maar dit is thans meer dan dertig jaar geleden. Meer dan een derde van een eeuw is sindsdien heengegaan, meer dan dertig oude jaren zijn omgezet in nieuwe, en we hebben nu geen dichter die rouw bedrijft voor het heengaan van 1938. We hebben hem niet noodig ook, we zouden zelfs als we hem bezaten, geen raad met zoo'n idealist weten. Want we kijken 1933, dat nu verdwenen is, na met een boozen blik, als het rampjaar bij uitstek, het jaar van de omlaaggaande curve, van crisis, werkloosheid, reactie en afbraak, van... ach van schier alles wat negatief is! En vooral het einde van het jaar heeft zich al heel ongunstig doen kennen. Zware straffen, groote rampen, de overal doorgevoerde bezuinigingen, dat zijn er zoo enkele grepen uit. Er staan ook wel lichtpunten tegenover, maar over 't alge meen slaat de balans toch naar het nega tieve over. 1933 is in de wereldgeschiede nis een zwart jaar; het zal met zwarte kool worden aangeteekend en er zullen jaren van bovenmatige inspanning noodig zijn om er weer wat bovenop te komen We zullen niet gaan napleiten over het oude jaar. Het heeft immers geen zin, het verandert niet aan de feiten en wat ge beurd is is gebeurd. We moeten nu weer vooruit zien, het nieuwe jaar in, aan welks ingang wij staan. Maar wel mogen we voor eenmaal eens bij ons zeiven blijven Op Oudejaarsavond is het bestaan der Gezondheidscommissies in ons land en dus ook van de Gezondheidscommissie in onze gemeente geëindigd. Zij heeft bijna den leeftijd van dertig jaren bereikt. Im mers, het was bij besluit van den Com missaris der Koningin in Noordholland van 19 Januari 1903 en- met ingang van 1 Februari daaraanvolgende, dat voor de eerste maal werden benoemd: tot lid en voorzitter de heer A. W. Drijver, geneeskundige: tot leden de heeren mr. J. G. van Heu- ven, griffier bij het Kantongerecht; dr. W. P. Jorissen. leeraar in de schei kunde aan het Kon. Instituut voor de Marine: jhr. W. Rappard, ingenieur bij de Kon. Marine; J. Spruit, aannemer en timmerman. De heer Van Heuven werd met ingang van 1 Maart 1903 secretaris der Commis sie. Deze eerste leden der Commissie zijn thans, voor zoover zij nog in leven zijn, niet meer in deze gemeente woonachtig. Zij werden in den loop der jaren herhaal- j delijk door anderen vervangen. De taak. die aan de Gezondheidscom missies door de Gezondheidswet van 1901 werd opgedragen, kan in het kort aldus worden omschreven: Zij moeten aan verschillende autoritei ten advies geven, wanneer hun dit ge vraagd wordt Zij moeten klachten, die tot hen komen, overwegen en de aandacht der autoriteiten vestigen op maatregelen, die in het belang der volksgezondheid wenschelijk zijn. Zij moeten zich op de hoogte houden van den stand der volksgezondheid in hun ambtsgebied en zoo noodig onderzoe kingen instellen of doen instellen. Op al deze gebieden, de onderzoekin gen, de gevraagde en de ongevraagde adviezen, heeft de Heldersche Gezond heidscommissie in de dertig jaren van haar bestaan een groote hoeveelheid ar beid verricht. Reeds onmiddellijk na hare oprichting vatte zij het plan op voor een zeer om vangrijk werk: een onderzoek naar den toestand der arbeiderswoningen. Hier voor werden door enkele leden der Com missie, bijgestaan door eenige vrijwilli gers uit de burgerij en door eenige tim merlieden, alle woningen met drie of min der vertrekken, ten getale van 3759, op gemeten en onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in een in 1906 verschenen verslag, dat, behalve eenige algemeene beschouwingen, 31 ta bellen met cijfers bevat. Met dit onderzoek had de Commissie een terrein betreden, dat gedurende haar j geheele bestaan een belangrijk deel van haar werkzaamheid in beslag zou nemen en dat dan ook voor de volksgezondheid van zeer groot belang was. Immers, wie kan gezond blijven in een vochtige en tochtige woning, waar de wind door de reten van deuren en ramen blaast en regen en sneeuw door het dak of elders binnendringen? De Woningwet had dan ook aan de Gezondheidscommissies de taak opgelegd aan het gemeentebestuur die woningen aan te wijzen, die verbetering behoefden. De Woningwet onderscheidt daarbij drie gevallen: 1. Woningen, die niet onbewoonbaar zijn, maar toch verbetering behoeven; 2. Woningen, die onbewoonbaar zijn, maar door verbetering in bewoonbaren staat zijn te brengen; 3. Woningen, die onbewoonbaar zijn en niet voor verbetering vatbaar. Van de ruim 2500 adviezen, die de Commissie ingevolge de Woningwet aan het bestuur der gemeente Den Helder heeft uitgebracht, behooren verreweg de meeste tot de eerstgenoemde categorie. Soms betroffen deze kleine gebreken, zoo als een lekkende goot of een verstopt ri ool, soms ernstiger tekortkomingen. Steeds had de klager zich eerst tevergeefs tot den eigenaar gericht. Het gevolg was, dat de betrokken eigenaren van het gemeen tebestuur de aanschrijving ontvingen, de vereischte verbeteringen aan te brengen. Meestal geschiedde dit dan ook: slechts enkele onwillige eigenaars lieten het op een ontmoeting met den Kantonrechter aankomen. Sommige woningen echter bleken in zoodanigen toestand te verkeeren, dat de Commissie zich genoodzaakt zag ze voor onbewoonbaarverklaring voor te dragen. In de meeste dier gevallen heeft de ge meenteraad die onbewoonbaarverklaring dan ook uitgesproken. Dit lot trof gedu rende het bestaan der Commissie 145 wo ningen. Onbewoonbaarverklaring is echter een zeer onbevredigende maatregel als men aan de bewoners geen betere woning kan aanwijzen. Wat baat het of zij van het eene krot naar het andere verhuizen, wei nig beter of misschien nog wel slechter dan de woning, die zij verlaten hebben? Toch deed zich dit verschijnsel hier ter plaatse herhaaldelijk voor. Menschen, die onbewoonbaar verklaarde woningen be wonen, kunnen uit den aard der zaak geen hooge huren verwonen en het bou wen van nieuwe woningen tegen een prijs, die zij wel zouden kunnen betalen, is geen rendabel bedrijf. De Woningwet had met deze bezwaren dan ook rekening gehouden door te be palen, dat Rijk en Gemeente hun finan- cieele medewerking zouden kunnen ver- leenen bij den bouw van goedkoope wo ningen. In 1909 was het gebrek aan goedkoope woningen hier ter plaatse reeds zoo merkbaar geworden, dat de plaatselijke afdeeling der S.D.A.P. tot den gemeenteraad het verzoek richtte ge bruik te maken van de in art. 32 der Wo ningwet gegeven bevoegdheid. Naar aanleiding van dit adres werd in 1910 door het Gemeentebestuur, op ad vies der Commissie, een onderzoek inge steld naar het aantal leegstaande wonin gen, gerangschikt naar ligging en huur waarde. Hierbij bleek, dat het percentage der leegstaande woningen van 1900 tot 1910 gedaald was van 4,8 tot 0,9, terwijl er van de 3305 woningen met een week- huur lager dan 2.25 slechts vijf leeg stonden. Er kon dus reeds toen van een gebrek aan arbeiderswoningen worden gesproken. In datzelfde jaar werden echter reeds twee woningbouwvereenigingen opge richt en in 1911 werden de eerste voor schotten verleend en wel aan de vereeni- ging „Helder" voor den bouw van wo ningen aan den Polderweg en zijstraten, aan de vereeniging „Licht en Lucht' voor een complex woningen aan de Fabrieks- gracht en de Van Hogendorpstraat. In de daarop volgende oorlogsjaren bleek de noodzakelijkheid van woningbouw met steun van de overheid nog sterker: in dien tijd werd de woningnood nijpend. Maar ook daarna bleek voortdurend nieu we aanbouw noodig. Zoo heeft de Ge zondheidscommissie in den loop der jaren advies uitgebracht over een aantal plan nen, door welker verwerkelijking het groote aantal woningen is gebouwd, dat thans onder beheer .staat van de Wo ningstichting. Een van de vereischten, waaraan een goede woning moet voldoen, is de aan wezigheid van goed drinkwater. Is de aansluiting aan de waterleiding voor iedere woning thans een van zelf spre kende zaak, dertig jaar geleden bij de in stelling der Gezondheidscommisie, was dit nog geenszins het geval. Het eerste jaar verslag der Commissie deelt mede, dat slechts een-vierde gedeelte van alle wo ningen in de gemeente aan de waterlei ding was aangesloten en dat in 63 straten geen hoofdbuis van de waterleiding aan wezig was. Drie vierde gedeelte van alle woningen waren dus voor hun drinkwatervoorzie ning aangewezen op regenbakken. Een belangrijk gedeelte van de taak der Com missie in die eeret» iar«n waj dan ook. naar aanleiding van klachten, het water in die regenbakken te doen onderzoeken en eventueel tot aansluiting aan de wa terleiding te adviseeren. Na tien jaren kon het verslag vermelden, dat er meer dan 2900 nieuwe aansluitingen waren tot stand gekomen, waardoor de verhouding tusschen aangesloten en niet-aangesloten woningen ongeveer .was omgekeerd: er was toen drie-vierde gedeelte aangesloten en een-vierde niet. Ook waren er rlog slechts drie straten, waarin geen hoofd buis aan de waterleiding aanwezig was. In 1924 werd de aansluiting aan de waterleiding voor alle woningen verplich tend gesteld. Nog meer bemoeienis dan met het wa ter had de Commissie in haar eerste levensjaren met een andere belangrijke volksdrank: de melk. Het kwam haar voor, dat het vocht, dat destijds door de melk- slijters onder den naam van „melk" werd verkocht, niet altijd zuivere, volle melk was. Dit sombere vermoeden werd beves tigd door een in 1906 ingesteld onderzoek van een aantal melkmonsters, waarbij bleek, dat 85 van dit aantal een vet gehalte hadden lager dan 2.85 de grens, die door de Amsterdamsche melk- verordening destijds werd gesteld. Dat deze grens ook voor Den Helder niet te hoog was. bleek wel hieruit, dat de melk, die aan het Marine-Hospittaal werd ge leverd en waarvan de leveranciers wisten, dat zij werd onderzocht een vetgehalte had dat gemiddeld 3,2 be« droeg. (Wordt vervolgd). C. H. K.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 5