m
TOB NOOIT HOEKIE
mm. m, mm.
Moeilijkheden der
opvoeding.
PAG. 8
De oplossing van het probleem van Niemeyer zal ik de volgende week geven.
Tn het onlangs uitgekomen jaarboek van den Bond van Probleemvrienden
vindt men onder meer een verzameling van de problemen, die dit jaar prijzen
behaalden, van de leden van den Bond. Verder een interessant artikel van
Dr. A. Meurs over matverandering na blokkeering en een van Mr. E. J. van
den Berg over witte en zwafte terugkeer (switchback). Het werkje is f 1.25
verkrijgbaar bij F. W. Naoning, Gerarduslaan 15, Eindhoven.
G. H. Drese.
Ie prijs, het Schaakleven 1933.
Botwinnik
Flohr
X.
e4
c6
2.
d4
d5
3.
ed5 s
cdö
4.
c4
Pf6
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kg4, Dh8, Td8, Ld6 en g8, Pc4, pi a3, e2 en f3.
Zwart: Kd5, Da4, Tb2 en e6, Le3, Pa7 en b3, pi c6, c5 en d2.
Ook de negende partij van den wedstrijd BotwinnikFlohr won eerstge
noemde in keurige stijl. Zij volgt hier:
13. Tfelf Kd8
14. Dh4 g5
Er dreigde Pe5.
15. Dh5 Ld6
Na Dc.7 komt Pel.
16. Df7Tf8
17. Dh7g4
Zwart is verloren.
18. Pd2 Dc7
19. Dn6 Df7
20. Pc4 Le5
Kost nog een pion.
21. Pe5fe5
22. Dg5f De7
23. De5De5
24. Te5: Lf5
25. Tfl Kd7
26. f3 b5
27. fg4: Lg4
28. h3 b4
Om na Tf8: bc3: te spelen.
29. Pe4 Tfl :f
Veel beter Le2.
30. Kfl
31. Kei
32. g4
33. Te6
Wit speelt de Panowattaque van de
Caro—Kann.
5. Pc3 Pc6
Ook dc4: kan. In deze stelling speelde
Mieses tegen Schlechter (Breslau
1912) cd5:, Pd5:, Lc4, Le6. Nu is
meer gebruikelijk Pf3. Wit heeft iets
nieuws
6. Lg5 dc4:
Dit was wit's bedoeling. Overweging
verdient de zonderlinge ret Le6. Na
Lf6:, gf6cd5:, Ld5:, Pd5:, Dd5:
krijgt zwart met Tg8 en Lh6 een
fraai spel.
7. d5 Pe5
8. Dd4 Pd3f
9. Ld3cd3
10. Pf3 g6
In de eerste partij kwam Lf6
beter. g6 is fout.
11. Lf6 ef6
12. 0-0 Db6
Na Le7 volgt d6!
dit is
Tf8f
Lf5
Lg6
opgegeven
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Slagzet van Bizot en Sonier.
W. a
I
vvwywi 'WK//.
'"SS'/S.
H Él
W/a
Zw. 2, 3, 5, 7/10, 12/14,17/20, 23,25, 29.
Wit 16, 26, 27, 32, 34/38, 40/43, 45,47/49.
Wit speelt en wint.
Een origineele complicatie van den
»Coup de Napoléon"
Eindspel van C. Blankenaar,
Rotterdam.
47 48 49 50
Wit 2 sch. op 20 en 31 en 2 dammen
op 8 en 29.
Zwart 2 sch. op 15 en 32 en een dam
op 46.
Wit speelt en wint
Oplossingen
Probleem C. A. Cremer:
Zw. 8, 9, 17, 19, 23, 26, 28.
Wit 31, 32, 34, 37, 38, 39, 42.
1. 34—29 23X43
2. 32X21 43X41
3. 42—37
Het nu ontstane Z-flguurtje is heel
aardig.
41X32 gedw.
4. 31-27 26X17
5. 27X38 en wint
Eindspel van C. Blankenaar, R dam
Zw. 2 sch. 10 en 13 en dam op 35
Wit 2 sch. 22 en 24 en 2 dammen op
16 en 30
1. 30-48 35X19
2. 16—11 19-14
Op 19-46; 22-18, 13X22; 11X 5
Op 19-35; 48-30, 35X24; 22-18
Op 10—14; 48—37, 49X46 zie voren.
Op 10—15; 22-18
3. 48-37 14X46
4. 22-18 13X22
5. UX 5 en wint.
Alles betreffende deze rubriek te
adresseeren aan:
G. L. GORTMANS
Reguliersdwarsstr. 32,
Amsterdam O.
De slam-bouble conventie.
Mr. Fr. England gaat in een zijner
artikelen nog verder en wil deze con
ventie ook toegepast zien bij manche
biedingen, waarvan dus een der part
ners vrjjwel zeker weet de tegenpartij
down te kunnen laten gaan, indien niet
wordt uitgekomen met een 'door de dou-
bleerders geboden kleur.
Ook hiervan geeft hij een bijzonder
goed voorbeeld; een op een wedstrijd
gespeelde hand" en wei de volgende:
,S. 8.7.
H. a.v.4.3.
R. 10.
K. v.9.8.6.5.3.
S. a.10.5.
H. h.b.10.9.8.
R. li.v.9.
K. h.4.
S. h.v.b.9.4.
H. 7.6.5.
R. 6.
K. a.b.10.2.
S. 6.3.2.
H. 2.
R. a.b.8.7.5.4.3.2.
K. 7.
Geen der partijen kwetsbaar en wa
ren de biedingen als volgt:
Noord Oost Zuid West
Pas IS. 2 S.A. 3 H.
4. K. 4 S.
Het_ bod van 2 S.A. van Zuid is een
psychisch bod, ten einde zoo mogelijk
de tegenpartij van een manche-bod', in
elk geval van slam af te houden.
Zuid kwam aan beide tafels uit met
R.aas, in de een© kamer gevolgd door
een kleine R., in de andere door een
kleine Iv met beide hetzelfde resultaat,
dat door de bieders klein-slam werd ge
maakt.
7iin0trw*"er slam"double conventie
hihn aePuf dan zou Nooi'd moeten
Rft.fid(!urren'waan,a z'na ee,'st
Kaas te hebben gespeeld en in de
dummy ziende, dat die kleur geen re
sultaat meer kon hebben, genoodzaakt
H "voor te ^6ei? K" «^eTom zijn
h. looi te spelen, hetgeen dan ook de
bedoehng van N. is, omda hj door de
H. bieding van West daar heer-boer
zoodatIhiMn Vi°°r zijn aas-vro"w,
b«t „ie, U^LISiSlSs. SS
maakt. ujd AVOl'dt "e-
Persoonlijk lijkt mij daze conventie ook
srsism
natuurlijk terdege rekende er
den, dat door no,ig bon-
in de verkeerde klem T' °°k V1 ep,ls
gekomen, fn(Hen^ er tT?* uit'
kleuren overblijven "minste twee
Een volgend maal hoop ik TT
Paarvoortoldeu.antNL^'S.jf»
1 -"JTTERTi.
maar zoo gauw mogelijk maken van
slag met een aas niet altijd de fW
weg is, dikwijls zelfs de tegenno!»
hierdoor voordeel krijgt, en metl i,!.'1
doet de risico te loopen van den
heelemaal niet meer te kunnen tnakea?
N- s.n
MOEILIJKHEDEN DER
OPVOEDING.
„Laat Uw „neen"
vastig zijn.
Ouders, die hun kinderen vemen
nen, bewijzen die kinderen, ziehzel
en de maatschappij een slechten dien
Het leven is gewoonlijk niet genegi
om ons menschenkinderen te verwei
nen. Daardoor zal het verwende ki»
een harden dobber krijgen, zoodra hi
met anderen dan met vader en mot
der te doen krijgt. De ouders van ee
verwend kind zullen gewaar wordei
dat het kind hun steeds grooter eoi
cessies afdwingt, zoodat ze tenslotl
tegenover hun eigen kind machtelw
staan. En de maatschappij heeft, bi
venal in den moeilijken tijd, waarin
leven, behoefte aan harde werkers, -
aan menschen, die een tegenslag mi
een dapperen glimlach en met verdul
belde inspanning kunnen beantwoo
den, niet aan de verweekeliiktpa.
pen, die onherroepelijk ontstaan
resultaat van een slappe opvoeding.
Uit een egoïstisch gezichtspunt is
het, op het oogenblik zelve ongetwhV
feld gemakkelijker, om een kind zij!
zin te geven, dan om aan ven ééns gt
stelden regel vast te houden!'
Maar als de ouders de vèru ngendi
gevolgen van hun slappe toe eflijk
heid overzagen, zouden er hi 1 wal
minder kinderen verwend woi ien, -
en dientengevolge zouden er 1 tel w
minder ongelukkige menschen vond-j
loopen, die zich ongelukkig
Ien, omdat hetgene, waarvoor e^/MÉ
der hardmoet werken, hèn niet i'ü de
schoot wordt geworpen.
Eenigen tijd geleden waren wjj e
bij kennissen getuigen van., dat hu.
acht-jarig zoontje om MÜf negen naai
bed werd gosGv&ed. Het kind pruilde
en zei: „hè nee, nog even".
Te allen tijde hebben kinderen ziet'
ertegen verzet, naar bed te gaan. Ii
dit geval wilde de vader doorzetter
maar de moedei' zei verteederd: „ad
laat hem nog maar een kwartiertje"
Het kwartiertje werd een half uui
Om 9 uur zei ook de moeder: „K<4
Andri, nu moet je naar bed". De klein
boy trok weer een pruillip, en toei
moeder wilde doorzetten, kwamen f
tranen. Het resultaat was, dat het kin?
om 10 uur eindelijk, onder een vlot1
van tranen, geheel overstuur door 4'1
vader naar boven werd gebracht.
En de basis hiervoor werd gelegd
toen de moeder om half 9 zei:
hem nog maar een kwartiertje". Kilt
deren zijn schrander en gevoelig, {J
weten o zoo gauw, of er met vleien ei
een pruillip al of niet iets te bereiken
valt.
De moeder had heel wat versta»
diger gedaan, door haar man te steu
nen toen deze erop aandrong, dat n
kind op tijd naar bed zou gaan. Oud en
moeten nooit in tegenwoordigheid v»
een kind verschil van meening
nen, en zeker niet betreffende ie
wat dat. kind betreft. Doen zij dit, 4
zal het kind een onverdiende I*
keur gaan schenken aan diegene.
zijn ouders, die alles maar g°ed vl'elj
en de andere gaan beschouwen als
boeman. te
Een goed-opgevoed kind beboo1
weten, dat er aan half negen naar
gaan niet le tornen valt. Bijwee 0{
hooge uitzondering, bij bfZ° gen
iets dergelijks mag het al een-1
kwartiertje later worden, dan
schouwt het kind dit als een P
en zal zeker niet protesteeren
neer —moeder of vader zegt:
het is al een kwartier over ,ie ^yast-
tijd, nu moet je heusch gaan. ji
houden aan een regel, die
kent, is nimmer onredelijk. v e ,s
dige, waarlijk liefhebbende ou
zullen zich van een stralend
gezichtje onlzeggen. wanneer ze
V
denken, dat verwende kindei en
lukkige en onbruikbare
worden. Wanneer ouders een kind
opvoeden, neemt het leven te l
tijd die taak over, - en meestal
me, zachte hand^ jQs