Buitenlandsch Overzicht. DIAMANT HONIG'S VERMICELUSOEP 6 borden voor 15 ets. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Zoo weet gij!! nijvere handen, De arrestatie van R.K. geestelijken. BINNENLAND Bak- en Braadvet No. 7378 EERSTE BLAD DONDERDAG 11 JANUARI 1934 62ste JAARGANG Voor ECHTE Getdersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. Keizer Poe Yi. Alg. salarisherziening voor het prov.nciaal personeel Nd.-Holland. De burgeroorlog in China. in Inkomstenbelasnng voor Indische gepensionneerden. Liefde in de Wildernis Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.— Nederl. Oost- en West-indië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct. jfr.p.p 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resP- f 1-20, f 1.50, f 1 -50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekeuing No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Toenemende spanning in Oostenrijk wegens de nat. soc. terreur. Een belangrijk gesprek van den Russischen dictator Stalin. - Rusland behoeft militair niet bevreesd te zijn voor een oorlog met Japan. De Nat. Soc. terreur in Oostenrijk De toestand in Oos tenrijk heeft de laat ste dagen een belang rijke verscherping on dergaan tengevolge van de nationaal- socialistische tenvur. Het Oostenrijksche kabinet is Dinsdagmiddag in een buiten gewonen kabinetsraad bijeengekomen, on der voorzitterschap van dr. Dolfuss. Er is uitsluitend gesproken over nieuwe maatregelen tegen de toe nemende nationaal-soaialistische be weging in Oostenrijk. Men heeft besloten tot publicatie van een proclamatie der bondsregeering aan het Oostenrijksche volk. Het kabinet heeft in de zitting, zooals officieel wordt medegedeeld, kennis geno men van een rapport over de in de laat ste dagen bijzonder verscherpte en klaar blijkelijk georganiseerde nationaal-socia- listische agitatie, welke verbonden is met tal van daden van terreur. De hierdoor noodzakelijk geworden maatregelen heb ben de volledige goedkeuring ontvangen van den ministerraad. Het Duitsche Nieuws-Bureau meldt over den omroep aan het Oostenrijksche volk, dat de regeering hierin verklaart, dat zij gehoopt had, dat eindelijk verstand over den waanzin zou zegevieren. Daar om was met Kerstmis en Nieuwjaar tot gratie-verleeningen over gegaan. De ge koesterde hoop is echter beschaamd. In de laatste dagen zijn niet minder dan 140 aanslagen met ontplofbare stof fen gepleegd. De bondsregeering is nu besloten met de scherpste middelen hier aan voor goed een einde te maken. Met ingang van den dag van afkondi ging der proclamatie zullen daarom sterke afdeelingen van het vrijwillige beschermingscorps opgeroepen worden om tezamen met politie en gendarmerie alle pogingen tot voortzetting van deze misdadige actie te vernietigen. De Weensche correspondent van de N.R.Crt. meldt nog: De regeeringsbladen constateeren, dat het geduld van de regeering tegenover de nazi's ten einde is. De officieuze Reichs- post merkt op, dat sinds nieuwjaar ten koste van groote sommen stelselmatig nieuwe aanslagen zijn gepleegd op de rust en orde in Oostenrijk, al heeft men dan ook naieve middelen daartoe ge bruikt. De aanstichters zitten in Duitsch- land, de medeplichtigen in Oostenrijk. De Politische Korrespondenz zegt in een of ficieus commentaar op de proclamatie van de regeering: „De regeering roept de va derlandlievende bevolking op tot den eindstrijd tegen een minderheid van on verbeterlijke, terroristische vijanden van den staat. waar U voor de allerbeste Brelwol zal belanden. JA AP SNOR, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel) Onder leiding van prins Stahremberg zijn Dinsdag de bondsleiders van de Heimwehr te Weenen bijeengekomen. Men hechtte aan deze bijeenkomst groote beteekenis. Het ging voornamelijk over de houding van de Heimwehren, ten aan zien van den verscherpten strijd der re geering tegen de uationaal-socialisten. Een belangrijk gesprek met Stalin De Russische dic tator, Stalin, heeft een interessant en be langrijk gesprek ge sprek gehad met een correspondent van de New York Times, waarin hij meeningen verkondigd heeft, die zeker de moeite waard zijn om te lezen. Wij vinden in de N.R.Crt. daar een en ander over vermeld en het blad maakt er hier en daar rake opmerkingen bij. Wij hebben zoo schrijft het dit interview met bizondere belangstelling en niet zonder vermaak gelezen. Hoe geeft het opperhoofd #van alle bolsjewiki Dr. Schacht er van langs, wegens zijn gebrek aan kapitalistisch fatsoen. „Ik weet dat het op het oogenblik geen gewoonte is, credie- ten af te betalen. Maar wij doen het. Andere staken hun betalingen En duidelijk kwam Stalin er nog op te rug. „Zie naar onze oeconomische betrek kingen met Duitschland. Duitsehland S^cJÖ.» JOSEPH STALIN, Algemeen secretaris der Communistische Partij in Sowjet-Rusland en dictator der Sowjet-Uhie. heeft een moratorium afgekondigd voor een aanzienlijk deel van zijn buitenland- sche schulden, en wij hadden van het voorbeeld van Duitschlad gebruik kun nen maken om tegenover Duitschland hetzelfde te doen. Maar wij hebben dat niet gedaan." Wij nemen niet meer ver plichtingen op ons dan wij kunnen na komen, zoo vernam men verder nog. Aldus leest Stalin den president van de Duitsche Rijksbank de les! Wij vreezen echter dat hij, en dat zelfs het paradoxale van het feit, niet veel indruk zullen heb ben gemaakt op Dr. Schacht. In Duitsch land is het revolutionair socialisme eerst in zijn begin, in Rusland heeft het reeds rijkelijke ervaringen opgedaan. Dit lijkt ons een verklaring voor het verschil in houding en in kapitalistische eerlijk heid tusschen Stalin en Dr. Schacht. Stalin heeft intusschen door ondervinding geleerd dat men zekere dingen in deze wereld niet naar zijn hand kan zetten, en dat miskenning van deze waarheid zich op den duur moet wreken. „Eerlijk duurt het langst", is niet een moralisee- rend lesje voor brave Hendriken, maar een gezond oeconomisch en financieel be ginsel. Het is een stille waarheid, die op den duur niet weg te schetteren is. Als Schacht even leerzaam was als Sta lin, voegt het blad er ironisch bij, zou men op den duur nog hoop voor hem kunnen koesteren. Een bijzonder lesje in politieken moed en consequentie gaf hij den Amerikanen toen hij over den Vol kenbond sprak. Amerika en Rusland staan op het oogenblik vrijwel op gelijke wijze tegen over deze organisatie. Vanwege dingen, die in het verleden gebeurd en gezegd zijn, kunnen zij beiden er niet aan deel nemen. Maar zij werken naar beste krach ten te Genève mede, en blijken onder de tegenwoordige omstandigheden zelfs aan zienlijk meer vertrouwen in het nut van dit lichaam te hebben, dan nu in menig er toebehoorend land valt waar te nemen. Juist als buitenstaanders zien zij blijk baar beter de voordeel en. Roosevelt heeft in den laatsten tijd niet geschroomd, dit duidelijk te kennen te geven. Anders sprak Stalin. Ook op het punt van den Volkenbond geeft hij duidelijke teekenen van bekeering. Ruslands houding is niet meer uitslui tend negatief tegenover den Bond. Sta lin verdedigt den Volkenbond zelfs, zoo als zijn beste vrienden dat niet beter kun nen doen. Juist om het gebeurde met Japan en Duitschland, zoo betoogt Hij, heeft de Volkenbond beteekenis gekre gen als rem voor oorlogsgevaar, als vluchtheuveltje voor den vrede. Rusland kan het nu reeds mogelijk achten, dat het den Volkenbond, ondanks al zijn ge breken, zal gaan ondersteunen, als deze op dit punt werkelijk zijn bruikbaarheid bewijst. Beteekent dit dat Rusland mogelijk lid zal worden van den Bond, die altijd be reid is voor Moskou een nieuwen perma nenten zetel aan zij raadstafel aan te schuiven? Natuurlijk kon men geen aan kondiging van dien aard van Stalin ver wachten. Maar aanduidingen zijn er wel degelijk in het interview te vinden. nu, in een van de laatste afleveringen van de „Deutsche Wehr" van 1933, heeft Hans Wagner zich ook deze vraag ge steld. En hij antwoordt daarop o.m.: Sinds Rusland door het sluiten van non-agressie tractaten de handen in het Westen heeft vry gekregen, be hoeft dit niet meer het geval te zijn, meent de schrijver. Daardoor kan het veel meer dan tot dusverre zijn aan dacht tot het Verre Oosten bepalen, waaruit ongetwijfeld ook zijn tegen woordig zelfbewuste houding tegen over Japan voortspruit. Meermalen hoort men de meening ver kondigen, dat Rusland daarom niet in staat is in het Oosten een oorlog te voe ren, omdat zijn binnenlandsche toestand dit niet gedoogt. De kans, dat een oorlog met Japan op het overige deel van het Rijk een politieken en oeconomischen terugslag heeft is tegenwoordig echter geringer dan in 1905. Daarbij komt, dat volgens den schr. de bevolking van Si berië en in het algemeen die van het Verre Oosten misschien zelfs in tegen stelling met die van het Europeesche Rusland het Sowjet-stelsel onvoor waardelijk is toegedaan. Een opstand van de bevolking in den rug van het strij dende leger (die men in Europeesch Rusland algemeen voor mogelijk houdt) zou in het Verre Oosten als zeer onwaar schijnlijk worden beschouwd. Verder wa ren de oogsten in Siberië vele jaren achtereen goed; de laatste oogst was zoo overvloedig, dat de verplegingsdepots ten behoeve van het Oost-Aziatische leger opgericht, voor langen tijd gevuld'zijn. Het Oost-Aziatische leger, dat op het oogenblik pl.m. 100000 man sterk moet zijn, moet uit de élite van het Roode le ger bestaan. Onophoudelijk is men met zijn verbetering, wat opleiding en uitrus ting betreft, bezig. Het beschikt thans overvloedig over de modernste strijdmid delen (o.m. vecht- en pantserwagens, en chemische strijdmiddelen). Comestibles Delicatessen. Telefoon 42q. Met het oog op den nog steeds gespan nen toestand in het Verre Oosten, waar door een oorlog tus schen Rusland en Japan niet tot de on mogelijkheden behoort, heeft men zich wel eens afgevraagd of Rusland momen teel in staat is een oorlog te voeren. Wei- Zuiver militair gesproken was de toe stand der Russen in het Verre Oosten ten opzichte van Japan nooit werkelijk slecht; hij wordt den laatsten tijd van maand tot maand beter Wat verder de omstandigheden aan gaat ook deze hebben voor Rusland een gunstigen keer genomen. De vriend schap tusschen Frankrijk en Japan is aan het tanen; Amerika en Rusland zijn na der tot elkaar gekomen. China zal het verlies van Mantsjoerije en Jehol wel niet gemakkelijk vergeten. Het is thans ijverig bezig met behulp van Amerika zijn leger te reorganiseeren en uit te breiden (levering van vliegtuigen en moderne artillerie). Uit het vorenstaande volgt, dat mocht Rusland bij een eventueel cpnflict met Japan ook alleen den oorlog moeten voe ren, het in elk geval den moreelen steun van Amerika en China zal hebben, ter- wijl Engeland en Frankrijk op het oogen blik niets liever zouden zien, dan dat de .Tapansche ondernemingslust een gewel digen klap kreeg. Alles bij elkaar zou Rusland er in het Verre Oosten nog niet zoo kwaad voor staan en zal Japan zich nog wel eens bedenken zijn hand in dit wes pennest te steken. Zal trouwen met een Japansche Prinses. De draadlooze dienst van Moskou meldt, dat Poe-ji op den dag van zijn kroning tot keizer van Mandsjoerije in den echt zal treden met een Japansche prinses, een nicht van den Japanschen Mikado. Consternatie in Zuid-Duitschland. Onder de lagere katholieke geestelijk heid in Zuid-Duitschland, in het bijzon der in Beieren en Würtemberg, heeft de overbrenging van twee r.k. priesters naar het concentratiekamp van Heuberg veel consternatie verwekt. Men hoopt zich met succes te kunen wenden tot de boogere geestelijkheid, kardinaal Faul- haber en aartsbisschop Bertram, met klachten over de wijze waarop het con cordaat wordt toegepast. De ontevrede nen meen en zich te kunnen beklagen over belemmering van de uitoefening der geestelijke werkzaamheden door de pries ters t. o. v. hun jeugd, belemmering van de gezellenvereeniging, in de ontplooi ing van hun werkzaamheden en over be snoeiing van de r.k. pers. (Nw. Rott. Crt.) Foetsjoe bedreigd door de regeeringstroepen Uit Sjanghai wordt gemeld, dat blijkens een officieel bericht de regeeringstroepen zijn opgerukt tot een punt aan de Min- rivier, op 25 mijl van Foetsjou. De val van Foetsjou wordt aanstaande geacht. Het heet, dat de leiders van den opstand in Foetsjou reeds naar Tsjang- tsjou zijn gebracht, terwijl generaal Tsai Tingkai is achtergebleven om de stad te verdedigen tegen het leger van de regee- ring te Nanking. In Foetsjou heerscht een paniek. De winkels zijn gesloten en het zakenleven staat stil. Overwinning op het leger van Foekien. Dé Chineesche regeeringstroepen heb ben de troepen der opstandelingen in de provincie Foekien in de nabijheid van Foetsjou verslagen. Een brigade van het in opstand gekomen negentiende leger heeft zich zonder strijd overgegeven. De thans aanhangige voorsteller! teruggetrokken In de Dinsdagmorgen gehouden verga- I dering van de Provinciale Staten van I Noordholland heeft het lid van Ged. Sta- jten, de heer Gerhard (s.d.) medegedeeld, dat Ged. Staten een aantal voorgestelde wijzigingen van de salarisregelingen te rug nemen. Ged. Staten zijn n.1. voorne mens, in verband met de snelle wisseling van aspect in de betrekkingen tusschen overheidslichamen, de salarisreglementen aan een algemeene herziening te onder werpen en wel zoodanig, dat deze herzie ning invloed zal hebben op de begrooting voor 1935. O.a. wordt teruggenomen het voorstel inzake de vaste aanstelling van verplegend personeel bij het behalen van het diploma, omdat ook dit voorstel direct verband houdt met de salarisregeling. Eenige andere wijzigingen worden terug genomen, omdat zij niet voldoende in over eenstemming zijn met de riiksrep; Verscheidene leden verzochten ue voor stellen tot salarisherziening thans aan te houden. Aldus werd besloten. Kan voor 1934 nog niet worden vastgesteld. Naar het Nederlandsol) Corresponden tiebureau verneemt, kunnen de aanslagen in de inkomstenbelasting van Ned.-Indië over het belastingjaar 1934, op te leggen aan de buiten Ned.-Indië wonende gepen sionneerden, nog niet worden vastgesteld. De oorzaken daarvan zijn: le. dat bij den Volksraad een voorstel aanhangig is om op de aanslagen over 1984 50 opcenten te heffen; 2e. dat de gegevens voor de vaststelling der aanslagen van hen, op wier pensioe nen korting plaats vindt, bij de Indische belastingadministratie nog niet bekend zijn, omdat die aanslagen moeten worden berekend naar het zuiver bedrag der pen sioenen over het belastingjaar 1934. 45 ets p. pond - 22 J ets p. half pond Depot Den Helder M. A. GRUNWALD Feu 111 eto n Naar het Engelsch van Ottwell Bmns 28) Haar hand rustte nog op zijn arm en hun oogen ontmoetten elkaar. Iets in het grijs van de hare trof hem als een vuri ge dolk. Een wilde vreugd maakte zich van hem meester en bedwelmde hem. Zijn oogen glinsterden. Hij zag de blijdschap van het meisje weerkaatst in haar blik, zag het warme bloed naar haar wangen stijgen en hartstochtelijke woorden kwa men hem op de lippen, die uitgesproken moesten worden. Bijna was hij overmand, toen Helen haar hand wegnam en zich omkeerde. De roep van de bijeengekomen wolven weer klonk door de stilte. Hij sprak niet en Helen zelf was stil, terwijl ze naar de hut terugliepen, maar ieder had diep gelezen In het hart van den ander en ze hadden gevoeld de roepstem, die de sterkste is op de aarde, die van geslacht naar ge slacht van man naar vrouw. Teruggekeerd in de hut begon Stané met koortsachtigen ijver te werken aan den sneeuwschoen, waar hij mee bezig was. Bij dit eentonige werk herhaalde bij telkens een gezegde, dat hij lang ge-| leden gelezen had, waar, wist hij niet meer. „Mijn werk is mijn redding, mijn werk is mijn redding!" Hij werkte als een bezetene, zonder op te zien, terwijl het meisje zich bezig hield met overbodig werk. Zij wist, wat hij wist en ze waar deerde hem om zijn zwijgen, omdat ze de reden er van begreep, en toen eindelijk haar rumoerig hart wat bedaard was, begon ze te spreken, over onverschillige dingen om de gedwongen stilte te ver breken. „Ja," antwoordde hij. „Ik ga een heele rij vallen uitzetten. Dan heb ik wat te doen en het loopen zal een goede oefening zijn voor mijn been. Als de eigenaar van de hut terugkomt zullen we hem huur kunnen betalen in den vorm van bont vellen, die ik vang." „Zou hij er al niet moeten zijn, als hij komt?" „Ja, maar hij kan oponthoud gehad hebben!" „Of hij is niet van plan terug te komen. Hij kan wel een ander arbeidsveld ge vonden hebben." „Toen hij wegging, was hij van plan terug te keeren; waarom zou hij anders zijn strikken hier gelaten hebben?" „U denkt dus dat hij terugkomt?" „Ik hoop het." „En als hy komt, zult u hem trachten te bewegen ons naar Fort Falsun te bren gen?" „Dat is mijn plan," antwoordde Stane, terwijl hij zich boog over zijn vlechtwerk. „U verlangt er dus naar hier weg te komen?" „Ik denk aan u," antwoorde hij snel. „Ik weet wat een heele winter in het Noorden beteekent." „En als ik naar Fort Malsun ga, denkt u, dat ik dan aan den winter ontkom?" „Neen, maar dan hebt u gezelschap." „Dat heb ik nu ook," antwoordde ze glimlachend, „en geloof me, ik voel me heelemaai niet eenzaam." „Ik dacht er aan, dat u dan de vrouw van den agent. „Bah!" luidde het uitdagende antwoord. „Gelooft u, dat een vrouw niet zonder vrouwen kan?" Hij beantwoordde haar vraag niet, om dat hij voelde, dat ze de gevaarlijke zóne weer overschreden en na een oogenblik bracht hij het gesprek op het eerste on derwerp terug. „Als ik geluk heb met de strikken, dsn kunt u misschien een bontstel krijgen, als souvenir aan uw verblijf hier." „O," antwoordde ze lachend, „als dat het eenige souvenir is, dat ik zal krij gen. „Dan?" vroeg hij. Even zweeg ze, toen sprak ze uitda gend; „Wel, dan zal ik teleurgesteld zijn. Dat is alles." Hij vroeg niet waarom. Hij wist het en juist zijn stilzwijgen verried Helen, dat hij het begreep en één oogenblik voelden beiden weer die macht, die zich had laten gelden in het bosch. Toen werd de stilte verbroken door een geluid buiten de hut. Beiden hoorden het en luisterden aandachtig. „Krak, krak, krak!" Er liep iemand op sneeuwschoenen om de hut. De onbekende bleef staan voor de deur. Zou hij binnenkomen? Een hal ve minuut verliep, terwijl ze roerloos za ten te wachten, en toen wierp Stane een blik op zijn gezellin. Ze zat vooroverge bogen met een uitdrukikng van nieuws gierigheid en gespannen verwachting op het gezicht, maar volkomen onbevreesd. Hij stond langzaam op, legde den half- voltooiden sneeuwschoen op tafel en sloop naar de deur. De indringer, wie hij ook was, had zich niet bewogen en Stane had het gevoel, dat hij daar aan den an deren kant van de ruwe planken stond te luisteren. Hij wilde hem verrassen, maar werd teleurgesteld, omdat hij, toen hij de deur bereikt had, zag, dat Helen die met den houten sluitboom had gesloten, toen ze thuis gekomen waren. De boom sloot vast tegen de deur en hij trachtte tever geefs hem geruisloos los te maken. De boom bleef haken en toen hij eindelijk de deur openwierp en naar buiten trad, wist hij, dat hij te laat was. Hij keek in den vallenden avond. Eerst zag hij even naar de donkere schaduwen onder de hoornen. Daar was niemand. Toen liep hij om naar de zijde van het meer en flauw onder scheidde hij een gedaante in de duister nis, die zich snel in noordelijke richting verwijderde. Hij keek scherp, verwon derde zich blijkbaar over iets en plotse ling riep hij. De verdwijnende gedaante bleef geen oogenblik staan en keek niet om, maar liep in een rechte lijn over de onbetreden sneeuw. Stane wist, dat het doelloos zou zijn hem te vervolgen, want de hitteree koude deed zijn handen en gezicht al ver kleumen en drong hem door merg en been. Hij keerde om, haastte zich naar de hut, en sloeg de deur achter zich dicht terwijl Helen opstond. „Hebt u hem gezien?" riep ze opge wonden. „Neen, ik heb haar gezien!" antwoord de Stane. „Het was een vrouw." Helen was even verbaasd, als hij-zelf geweest, was. „Een vrouw! Wpet u het zeker?" „Ik geloof niet, dat ik me kan vergis sen," „Maar wie.en waarom zou ze hier komen, alleen om weer weg te loopen?" „Ik weet het niet. Ik heb er geen idee van, maar toen ik naar de deur liep, dacht ik nog niet aan de mogelijkheid, dat wie daar ook achter stond, er stond te luisteren." „Het is geheimzinnig", zei Helen pein zend. Toen viel haar iets in en keek ze Stane plotseling aan. als wilde ze iets zeggen. Hij ving haar blik op. „Wou u wat zeggen?" „Ja," zei Helen, terwijl ze even lachte, maar ik zal het maar voor me houden. Er viel me plotseling iets heel kinderachtigs in." Iets in haar manier van spreken, in haar schamper lachen, verwonderde Sta ne en deed hem op een antwoord aan dringen, „Laat het maar kinderachtig zijn," zei hij. „Zeg het maar." „Het is werkelijk niet de moeite waard," antwoordde ze, met een kort lachje, maar toen begreep Stane. dat ver der aandringen vruchteloos zou zijn en hij deed dit dan ook niet. Eenigen tijd bleef hij zwijgend in het vuur zitten staren, zich afvragend, wat zijn gezellin gedacht kon hebben, terwijl het meisje zelf zich verdiepte in de zon derlinge gedachte, die haar was ingeval len. Was de vrouw, die zich tot twee keer toe in de nabijheid van de hut had gewaagd, zonder zich bekend te maken, Miskodeed? Het was heel goed mogelijk, want welke andere vrouw zou in de buurt kunnen zijn. die zooveel belang stelling in de hut kon hebben, dat ze die rot twee keer toe op die manier bezocht? Toen ze er verder over doordacht, dron gen zich Anile.v's toespelingen in al haar hatelijkheid aan haar op en ze herinner de zich de houding van het Indiaansehe meisje na Stane's vertrek. Nog andere dingen kwamen haar voor den geest en ze hoorde weer de woorden, waarover de man in woede ontstoken was, toen ze ge uit werden. „Zie deze landelijke idylle." Ze herinnerde zich de wilde schoon heid van het meisje, haar openlijke be langstelling in Stane, en weer voelde ze het verterende vuur der jaloerschheid in zich branden. Het griefde haar te den ken, dat deze man, dien ze had leeren liefhebben, mogelijk belang stelde in dit meisje, dat al was ze niet veel meer. dan een wilde, toch van ongeëvenaarde schoonheid was. Ze lachte plotseling bit ter en uit verachting voor zich-zeïf en hij dien lach wendde Stane zich plotseling tot haar. „Wat is er?" vroeg hij. „Tk dacht prgens aan," antwoordde ze onverschillig, al voelde ze, dat ze een kleur kreeg. Stane vroeg haar niet, waaraan ze dacht. Hij vond iets raadselachtigs in haar manier van doen en nu het voor den tweeden keer bleek, dat ze niet van plan was nader uitleg te geven, ging hij niet op dit onderwerp door. Hi.j waehtte even en vertelde toen, waar hij zelf over ge dacht had. „Als de storm voorhij is en de sneeuw hard, zullen we samen eens een onder zoekingstocht maken. Misschien vinden we het kamp. waar die vrouw vandaan komt. Als het vannnaMU niet waait, zul len we gemakkelijk haar spoor in de sneeuw kunnen volgen." Helen zag hem half door haar wim- persaan. Vermoedde hii wie de indring ster was? (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1