Bu itenlandsch Overzicht.
De Postjager thuis.
HONIG'S OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7379 EERSTE BLAD
62ste JAARGANG
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
Ernstige gebeurtenissen
in Oostenrijk.
Eéri proclamatie van
Starhemberg.
GOUDZEGEL 80 ct.
GROENZEGEL 65 ct.
ROODZEGEL 50 ct;
Liefde in de Wildernis
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel! 1.65;binnen
land f 2.— NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20. Losse nos. 4ct-Tr-P-P 6ct- Zondagsblad
resp f 0.50 0.70, f 0.70,f I.- Modeblad resP- f 1.20, f 1.50, f 1.50, 11.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jh.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extrai. Bewijsnummers 4 ct.
Er heerscht onrust in Frankrijk tengevolge van de vele ge^
beurtenissen in den laatsten tijd. -• Een overzicht van den
inhoud van het Fransche memorandum. - Het daghet in het
Oosten.
Het is geen wonder,
dat de gemoederen in
Frankrijk in bewe
ging gekomen zijn na
de schokkende ge
beurtenissen van den laatsten tijd. De
spoorwegramp bij Lagny heeft groote be
roering gebracht en daar komt nu boven'
op het millioenenschandaal van Stawisky
Zelfs een meer apathisch volk dan hét
Transche zou er door van den kook raken.
De eerste en met groote spanning ver
wachte Kamerzitting, aan het milioenen-
schandaal gewijd, heeft Donderdag plaats
gehad en is boven verwachting nogal rus-
stig verloopen.
De Kamervoorzitter, Bouisson, hield een
rede, waarin hij verklaarde:
De Kamer is ongeduldig. Zij wil zonder
dralen de door het heele land verwachte
gedachtenwisseling doen aanvangen. Moe
ten wij toelaten, dat nog langer onrust
blijft bestaan ten aanzien van het ondanks
alle inspanningen voortdurend deficit op
de begrooting? Ook bestaat onrust ten
aanzien van den buitenlandschen politie-
ken toestand, die onzeker schijnt te zijn,
ondaks het feit, dat de Fransche politiek
in haar vasthouden aan den vrede besten
dig is. Zal de ontwapeningsconferentie
door een onhoudbare paradox het begin
van een nieuwe wapening in de wereld
zijn? Voorts bestaat er onrust over de
voortdurende onstabiliteit van de regee
ring. Is het voor de autoriteit der regee
ring niet hoogst nadeelig, dat er in één
jaar vier kabinetten geweest? Onrust
heerscht ook wegens de spoorwegramp bij
Lagny. En nu werpt het nieuwe schandaal
de moeilijkste vraag op: Zal het praticu-
liere kapitaal, waarop de regeering een
beroep doet om de vlottende schuld te
consolideeren, steeds opnieuw door bru
tale lieden uitgebuit worden? De openbare,
meening is gealarmeerd. Zij zal alleen
door duidelijke uitspraken gerustgesteld
kunnen worden.
Na de voorlezing van de lange lijst van
interpellaties verklaarde hierop min.-pres.
Chautemps, dat hij als datum van behan
deling van de interpellaties over het
spoorwegongeluk bij Lagny 19 Januari
voorstelde en over de gedachtenwisseling
van de zaak-Stawisky de zitting van he
den (Donderdag).
Over den inhoud
De inhoud van van het Fransche me-
het Fransche morandum aan Berlijn
zijn al heel wat gis-
memorandum singen geweest. Men
is er benieuwd naar
omdat men interesse heeft voor het feit
of Duitschland er mee accoord kan gaan
of een afwijzende houding er tegenover
aan zal nemen, waardoor de spanning
tusschen Frankrijk en Duitschland be
langrijk zou toenemen.
De „Times" geeft nu een overzicht van
den inhoud van het Fransche memoran
dum, dat afkomstig is van zijn Pariisehen
correspondent. Wü ontleenen er het vol
gende aan:
Het doel der Fransche voorstellen zou
zijn gelijkheid te brengen binnen een
stelsel van veiligheid op grond van een
overeenkomst, welke een controle
collectieve garantie van alle bii het ver
drag betrokken troepen voorziet.
De schrijver acht de voorstellen
dienstig om te leiden tot algemeene
Europeesche ontwapening et land en
in de lucht op het Duitsche geliik-
heidsstandpunt en niettemin zonder
verhooging van den Duitschen bewa
peningsstand. Met uitzondering van
een enkel gedeelte zijn de voorstellen
zoo goed als gelijkluidend met die,
welke Frankrijk te Genève heeft inge
diend, doch die nooit ten volle gepu
bliceerd zijn, in verband met het ver
trek van Duitschland.
De voorstellen houden zich bezig met
twee perioden. De eerste is de overgangs
periode, terwijl in de tweede volledige ge
lijkheid van ontwapening wordt ver
kregen.
De duur der eerste periode, aanvanke
lijk vier jaar, zal afhangen van den tijd,
dien Duitschland noodig heeft om de
Rijksweer in werkelijkheid te hervormen
tot een leger van 200.000 man met een
korten diensttijd. Het cijfer 300.000 is
naar Fransche opvatting onaannemelijk.
Frankrijk verplicht zich gedurende deze
periode zijn wapening op geen enkele
wijze uit te breiden en stap voor stap met
de Duitsche reorganisatie soortgelijke
reorganisaties in zijn eigen leger te ver
wezenlijken. Aangezien het doel ontwape
ning is, behoort Duitschland zich te ver
plichten bewapeningsmaterieel, dat op het
oogenblik verboden is, noch te fabricee-
ren, noch te bezitten. Natuurlijk zal het
't, recht hebben, zich wapens aan te schaf
fen voor de in dienst te nemen 100.000
man.
De door Frankrijk gewenschte controle
commissie moet onmiddellijk ingesteld
worden. Voorts zou niet de afschaffing,
zooals aanvankelijk werd gemeld, doch de
inkrimping van S A., S.S., enz. worden
verlangd. Het memorandum staat op het
standpunt, dat het huidige régime in
Duitschland zoo stevig in den zadel zit,
dat althans een deel dezer formaties ge
mist kan worden, die door Frankrijk nog
steeds als militair-bruikbaar worden be
schouwd.
De berichten dat Frankrijk aanbiedt, 50
pet. van zijn militaire vliegtuigen buiten
dienst te stellen, zijn juist. Het aanbod is
er echter van afhankelijk, dat de andere
landen hetzelfde doen.
Aan het einde der eerste periode
wordt de Fransche belofte, om stap
voor. stap tot het Duitsche niveau te
ontwapenen, van kracht. Men neemt
aan, dat wanneer de eerste periode op
bevredigende wijze verloopt, dit pro
ces eveneens vrij snel en vlot zal ver
loopen.
De toestand
in het
verre Oosten
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 42q.
We hebben op deze
plaats nog al eens ontslag ingediend door burggraaf
melding gemaakt van,U?u!lat en Sraat Carton de Wiart, resp.
onrustbarende berich-1 m™s er van binnenlandsche zaken en
ten uit het Verre Oos-1'mnister van soc|ale voorzorg. In hetzelf-
ten. Nu er melding de nun™er van de staatscourant wordt de
gemaakt kan worden van eenige ontspan- '>enoel,1ing aangekondigd van mr. F. van
ning tusschen Rusland en Japan, haasten Dauwe aert tot minister van nijverheid,
we ons dat onzen lezers mee te deelen. binnenlandsche handel en middenstand en
Want er zijn inderdaad eenige lichtpun-1 yan. senat°r Pierlot minister van binnen-
ten. De Nw. Rott. Crt. schreef er Donder-1 la™lsflie zaken en hygiëne.
Een geestdriftigen ontvangst
door enthousiaste menigte.
dagavond over:
Een heel belangrijk bericht was
het, dat Joerenef, de Russische gezant
te Tokio, Hirota, den Japanschen mi
nister van buitenlandsche zaken had
opgezocht om hem mee te deelen, dat
Rusland altijd nog bereid was zijn
rechten op den Oost-Chineeschen
spoorweg aan Japan te verkoopen.
Formeel is dat niet in den haak; want
Tokio heeft in deze aangelegenheid steeds
de regeering van Mantsjoekwo naar voren
geschoven. Moskou doet daar echter niet
aan mede; het schuift den Mantsjoekwo-
schen sluier ter zijde en stapt recht
streeks toe op de regeering, waarmede het
zaken wil doen. Tokio heeft blijkbaar ook
niet gepoogd, de fictie te handhaven.
Na al de groote woorden, die in den
laatsten tijd in Rusland gesproken zijn,
komt men weer op minnelijker methode
terug. Moskou geeft den Japanners te ver
staan, dat het volstrekt niet onwillig is
over den prijs met zich te laten praten. De
Russen hebben indertijd 200 millioen
goudroebel verlangd, oftewel 250 millioen
gulden. Japan heeft daar tegenover 50
millioen papieren yen, dat is ongeveer>25
millioen gulden geboden. Dat is zelfs voor
Oost-Azisch loven en bieden een wat
groot verschil. Daar kon dus niets van
komen. De Russen moeten echter besef
fen, dat zoolang zij niet met eere van den,
strategisch toch waardeloos geworden
spoorweg af zijn, een bijzonder ernstig
gevaar voor oorlog blijft voortbestaan.
Zou daaruit inderdaad oorlog voortkomen,
dan zou men moeten vechten ter wille vi„;
een geldsom, die in het ergste geval niet
meer dan 225 millioen gulden zou bedra
gen. Die is toch zeker geen oorlog waard!
Iedere transactie, die voor Rusland geen
bezwaren van prestige heeft, heeft dus de
voorkeur boven het voortbestaan van de
kans, naar aanleinding van den spoorweg
in oorlog te geraken. Dat is een eenvou
dig rekening, die den stap van Joerenef
onmiddellijk begrijpetlijk maakt.
De verstandige elementen te Tokio den
ken er blijkbaar niet anders over.
Men heeft te Tokio onmiddellijk groote
belangstelling voor den stap van Joerenof
getoond. Dat is een goed teeken.
Het gewijzigd kabinet de Broqueville is
nu samengesteld uit 5 conservatieve ka
tholieken, inplaats van vier, 2 katholiek
democraten in plaats van drie en 5 libe
ralen.
Twee dooden.
Volgens een Woensdag tegen midder
nacht gepubliceerd officieel communiqué
zijn er, tengevolge van een van nationaal-
socialistische zijde gegeven instructie,
deels ernstige relletjes verwekt door
leden van verscheidene werkkampen van
de Vereeniging Oostenrijksche Arbeids
dienst en den Studentenarbeidersdienst.
Bijzonder ernstige gebeurtenissen hebben
zich afgespeeld te Klagenfurt, waar 70 tot
80 menschen uit het kamp Hollenburg
voor het gebouw van de drukkerij van
het Christen-socialistische Kaerntner Ta-
geblatt betoogingen hebben gehouden.
Verscheidene vensterruiten zijn ingesla
gen en een bom is geworpen op de bin
nenplaats van het gebouw. De betoogers
hebben een hulpagent, die voor het ge
bouw stond, aangevallen, waarop deze
uit noodweer drie schoten heeft gelost,
waardoor twee demonstranten gedood en
een derde gewond werden. Tal van
demonstranten zijn gearresteerd.
Op voor het nieuwe fascistische
Oostenrijk.
MINISTERWISSELING IN BELGIË.
Poullet en Carton de Wiart af
getreden. Van Cauwelaert en
Pierlot minister.
De Belgische staatscourant bevatte Don
derdagochtend de koninklijke besluiten
houdende aanvaarding van het verzoek
Prins Starhemberg, de leider van de
Oostenrijksche Heimwehren heeft een
proclamatie uitgevaardigd, waarin hij zijn
aanhangers tot discipline maant. „Ik be
loof u, zegt Starhemberg, dat ik voor geen
consequenties terug zal schrikken, indien
ik de overtuiging mocht krijgen dat gij
misbruikt wordt en dat wij ten aanzien
van ons doel bedrogen worden. Ons doel
is de onvoorwaardelijke uitvoering van
de fascistische ideeën op een voor ons
vaderland geschikte wijze. De proclamatie
richt zich scherp tegen de nat. socialisten
en besluit: Op kameraden, op tot den
strijd tegen de corruptie, tegen de sabo
teurs en de vijanden van de vernieuwing
van Oostenrijk. Op, voor het nieuwe, fas
cistische Oostenrijk.
Onder „laatste berichten" van ons
vorig nummer hebben wij nog de thuis
komst van den Postjager met een paar
regels vermeld.Hieronder laten
daarvan een ..uitvoeriger verslag votgeïL
ontleend aan cfo^Nw. ËotL Crt.":
1 Als de Postjaj^P* eivn. jowt half twaalf
in het zicht komt erUvlak daarna boven
Schiphol vliegt, is het op Schiphol gelei
delijk zeer vol geestdriftige belangstellen
den geworden, zoodat, wie voorspeld
mochten hebbeu, dat het in vergelijking
met de aankomst van de Pelikaan en on
der den indruk van de vele ondervonden
tegenslagen een ontvangst met stille trom
zou worden, slechte profeten zijn ge
bleken.
Te 11.38 was de aluminium geschilderde
machine met haar fraaie stroomlijnen aan
den grond en taxide tot voor het restau
rant, waar de autoriteiten en genoodigden
zich op het platform rondom de microfoon
hadden opgesteld. Met een daverend ge
juich werd de bemanning begroet. Op de
glundere gezichten van Asjes, Geysen-
dorfer en Van Straten was niets meer te
zien van de vele ondervonden teleurstel
lingen en tegenslagen. Het eerst was
Asjes uit de machine gesprongen. Zijn
verloofde, vader en moeder en verdere
familieleden verwelkomden hem zeer ont
roerd en ontvingen hem met groote bou-
quetten witte seringen. De vliegers waren
blijkbaar na het gemakkelijke verloop van
de laatste étappe niet vermoeid; zü maak
ten, toen zü het vliegtuig verlieten, een
zelfden indruk alsof zü van een wandelin
getje thuis kwamen.
Het Studie-Comité had ervoor gezorgd,
dat zij onmiddellijk met groote kransen
gehuldigd werden. Onder de eersten, die
hen verwelkomden, was Iwan Smirnoff,
die dit met buitengewone hartelijkheid
deed namens de bemanning van de Peli
kaan en in zijn kameraadschappelijke ont
roering Asjes bijna omhelsde. Intusschen
sprak de heer Van Zalingen voor de
Phohi-microfoon eenige woorden tot de
luisteraars in Oost en West, die nauw
keurig van het verloop van de ontvangst
op de hoogte werden gehouden.
Het eerst nam thans de heer Bronsing,
voorzitter van het Studie-Comité Snelpost
NederlandIndië het woord, die Asjes,
Geysendorfer en Van Straten namens het
Studie-Comité Nederland-Indië van harte
en met groote vreugde gelukwenschte met
hun behouden terugkomst op vaderland-
schen bodem.
Het Studie-Comité zal zoo zeide spr.
ongetwijfeld uit uw tocht waardevolle
conclusies trekken en besluiten kunnen
nemen van groote beteekenis voor de ver
dere ontwikkeling van de Nederland sche
luchtvaart. Als deze in nog sneller tempo
voort zal schrijden, zal dat voor een groot
gedeelte ook te danken zijn aan onzen
tocht van de Postjager en aan Asjes, Gey-
sendorffer en Van Straten. (Luide toejui
chingen).
Daarna heeft uit naam van de fa. H.
Pander Zonen, de heer Henk Pander,
directeur, de bemanning van de Postjager,
dank gebracht voor de waardige wijze,
waarop zij den tocht volbracht heeft, ten
spijt van de tegenslagen.
Vervolgens voerde generaal Seyffardt,
chef van den Generalen Staf, het woord,
die den vliegers de bewonderende hulde
van het heele Nederlandsclie leger over
bracht, waarna kapitein Nierstrasz na
mens den commandant van het veldleger,
luitenant-generaal Röell, een kort woord
sprak, terwijl Overste De Best namens
het vliegkamp Soesterberg de bemanning
huldigde.
De heer Boogaarts, directeur van de
handelsinrichtingen te Amsterdam, waar
onder de luchthaven Schiphol ressorteert,
bracht hulde aan de Postjager-bemanning
namens den wethouder voor de Handels-
inrichtingen, en wenschte hun geluk na
hun moderne Odyssee met hun behouden
aankomst.
Overste Van Santen, oud-commandant
van Soesterberg, heeft daarna een harte
lijke toespraak gehouden.
Onder luid gejuich van de vele omstan
ders klom daarna Smirnoff op het kleine
podium, om een rede uit te spreken. Men
kent zoo zoetjes aan de redenaarstalenten
van Smirnoff. Hij verklaart, dat hij geen
goed spreker is en stamelt dan, dat hij
geen woorden kan vinden om te vertellen,
wat hem op het hart ligt. Zoo ging het ook
nu, en de handdruk, dien hij wisselde met
de drie leden der Postjager-bemanning,
was welsprekender dan zijn woorden.
De heer Crone, voorzitter van de Am-
sterdamsche Aeroclub, heeft daarna ge
sproken namens deze, de Rotterdamsche
en andere Aeroclubs..
De heer Kolff heeft namens de Natio
nale Luchtvaartschool, ook namens de
f inclusief f/esch
UNILEVER VERKOOPCENTRALE N.V. ROTTERDAM
Depot Den Helder
M. A. GRUNWALO
Fe u 111 e t o n
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
29)
„U schijnt erg verlangend te zijn, die
geheimzinnige vrouw te vinden.
„Dat niet zoo zeer," antwoordde hq
lachend, maar ik wil graag weten, wie
onze buren zijn en of we eenige hulp
van ze kunnen verwachten."
Dit onverschillige antwoord stelde het
mcisie gerust. Het bleek nu duidelijk, dat
hij geen oogenblik aan Miskodeed ge
nacht had en ze werd weer vrijer tegen
over hem.
.Gelooft u, dat we afhankelijk zqn van
hun hulp?" vroeg ze. „Is u bang, dat we
pr ons alleen niet door zullen slaan?
Stane lachte weer. „O neen! Daar ben
ik geen oogenblik bang voor, maar het
zal afhangen van het aantal honden dat
ze hebben, of we hier den heelen winter
moeten blijven of niet, want zonder hon
den kunnen we Fort Malsum niet berei
ken, vooral omdat ik den weg over het
land niet ken. Niet dat het er zooveel op
aankomt, nu we gezien hebben, dat Am-
ley over het meer weggegaan is^ en er
dus waarschijnlijk in die richting een
weg is naar de Malsun-rivier. Maar we
moeten honden hebben."
„Dan zullen we morgenochtend het
spoor van de geheimzinnige volgen."
„Ja, als het vannnacht niet waait of
sneeuwt."
Maar in den nacht sneeuwde en storm
de het en 's ochtends was het spoor van
de vrouw geheel verdwenen en de sneeuw
maakte het meer geheel onbegaanbaar.
Helen Yardely merkte dit zonder veel
spijt.
„Vandaag geen onderzoekingstochten",
zei ze, „ik ga dus maar naar mijn konij-
nenstrikken kijken".
„Dan ga ik met u mee," antwoordde
Stane, „de wandeling door de sneeuw zal
mü'n been lenig maken."
Ze begaven zich samen op weg, maar
ze hadden pas een klein stukje geloopen,
toen het meisje plotseling: „Sst", zei.
„Wat is er?" vroeg hij snel, denkend
dat ze een stuk wild zag.
„In de struiken voor ons is een man",
antwoordde ze fluisterend.
„Een man. Weet u dat zeker?"
„Absoluut zeker. Ik zag hem over die
open plek. Hij heeft een geweer."
De struiken, waar ze op gedoeld had,
waren ongeveer driehonderd meter van
hen verwijderd en Stane nam ze scherp
op. Maar hij zag niets en na dit eerste
onderzoek zei hij: „Ik zal er heen gaan.
Blijft u hier, juffrouw Yardeley".
„Neen", antwoordle ze. „Ik ga liever
met u mee."
Ze liepen beiden voort. Stane met zijn
geweer klaar om te schieten, nu hij wel
dacht, dat de persoon, die hen vermeed,
geen vriendelijke bedoelingen had. Hij
wendde de oogen niet van de struiken af,
terwijl ze die naderden, maar zag nh»te en
toen ze ze bereikt hadden liep hij eh
dwars doorheen, in de overtuiging, dat
het meisje zich vergist had. Er was nie
mand achter de struiken, maar er waren
sporen van moccassins op de sneeuw. Hij
nam ze nauwkeurig op, volgde toen de
richting waarin ze liepen, keek in het
bosch en terwijl hij dat deed, meende hif
de gedaante van een man achter een
boom te zien verdwijnen. Hü bleef kij
ken, maar de gedaante verscheen niet
weer en Helen, die om de struiken heen
was geloopen, sprak: „Er was iemand",
„Ja," antwoordde hü, „en wie hü ook
geweest is, hü wou ons niet ontmoeten.
Hü heeft zich in het bosch verborgen."
„Wat zou dit te beteekenen hebben?"
„Dat weet ik niet," antwoordde hü,
maar ik ben bang, dat er vüandige In
dianen in de buurt zijn"-.
„Denkt u, dat ze de hut bewaken
ons bewaken, tot ze de gelegenheid heb
ben ons aan te vallen?"
„Het schijnt zoo", antwoordde Stane
ernstig.
Een oogenblik zweeg het meisje; toen
lachte ze even, vroolijk en moedig. „Ik
ben niet bang, maar ik wou dat we nog
een geweer hadden".
Stane wierp haar een bewonderenden
blik toe en keek toen weer naar het zwij
gende woud, dat nu vol bedreigingen
scheen.
„Misschien was het verstandiger om
naar de hut terug te keeren."
„Neen," antwoordde het meisje koppig.
„We zullen eerst naar de strikken gaan
kijken. Ik laat me niet een lekker maal
afhandig maken door een rondzwerven-
den Indiaan."
HOOFDSTUK XV.
Een gezicht voor de tentopening.
„Kük," riep helen uit, „kük!"
Ze hadden op hun terugweg de hut
büna bereikt en zagen het meer voor zich
liggen. Bü deze woorden wees ze op het
met sneeuw bedekte oppervlak en toen
Stane in de aangeduide richting keek,
zag hü iets, dat zq'n hart met blüdschap
vervulde. Een span honden kwam over
het meer aangeloopen, een man op
sneeuwschoenen ging voor hen uit en
zocht het spoor.
„Wie zou het kunnen zün?" vroeg het
meisje opgewonden.
„De eigenaar van de hut. zonder
twüfel!" antwoordde Stane, die voelde,
dat hij bevrüd werd van den angst, die
hem dien morgen overvallen had.
„Dan," antwoordde het meisje rustig,
„blijft u hier, om hem te ontvangen, ter
wijl ik ons maal klaar ga maken."
Ze verdween in de hut, terwijl Stane
naar den oever van het meer afdaalde.
De onbekende reiziger ging recht op de
hut aan en terwijl Stane hem gadesloeg,
zag hij, dat hü moeilijk liep, alsof hij een
verren tocht achter den rug had of zeer
zwak was. Het duurde geruimen tijd,
voordat hü Stane zag staan wachten en
toen hij hem zag, liet hij een vreugde
kreet hooren. Stane beantwoordde dien
en toen de man eenige oogenblikken la
ter zijn honden stil liet staan, zag hij,
dat hü zich vergist had, toen hü den
nieuw aangekomene voor den eigenaar
der hut had aangezien, want hij droeg het
wintertenue van de North-West Moun-
ted Police.
„Hallo 1" zei de politie-man ter verwel
koming. „Waar is Jean Bénard?"
Stane haalde zün schouders op. „Weet
ik niet. Is Jean Bénard de eigenaar van
de hut?"
Bü deze vraag zag.de politie-man hem
onderzoekend aan.
„Weet je dat niet? Wel allemachtig
Stane! Bü den heiligen Christoffel!"
Toen hij hem herkende, stak de vreem
deling hem zün gehandschoende hand
toe. „Dat is een geluk. Herken je me
niet?"
Stane keek hem aan, terwül hij hem de
hand drukte. „Ik geloof het wel," zei hij.
„Je bent Dandy Anderton, is het niet?"
„Dat was ik," lachte de ander. „Nu ben
ik Richard Allan Anderton, in dienst bü
de R. N. W. M. P. en geen dandy meer.
Maar ik ben allemachtig blij je hier te
treffen, Stane, te meer omdat ik een lee-
lijken klap heb gehad. Vanochtend,
toen.
Hij zweeg plotseling, toen hij beweging
hoorde in de hut en vroeg snel: „Heb je
een kameraad?"
„Ja," antwoordde Stane met een lachje,
„en een betere kon ik niet hebben, want
mün kameraad is toevallig een dame."
„Een dame!" Anderton floot. „En dat
hier! Bii Jupiter, dan hebben jullie alle
bei moed."
„Ja, zie je Anderton, het is niet heele-
maal uit eigen verkiezing. We waren te
zamen gestrand en door toeval vonden
we deze hut. Maar maak de honden los
en kom binnen, dan zal ik je voorstellen.
„In orde," antwoordde de politieman.
„In een ommezien kom ik bü je."
Stane ging de hut binnen om Helen
voor te bereiden. Toen ze hem hoorde.
zag ze op van de kachel. „Is het de eige
naar van ons paleis?"
„Neen. Het is een oude kennis uit Ox
ford, die nu bq' de politie is."
„Dan hebben we dus geen uitzetting
te verwachten?" zei ze lachend en Stane
meende iets van verlichting in haar stem
te hooren.
„Neen, maar hjj zal ons bevrijden. Als
hü zelf niets voor ons kan doen, kan hq'
toch nieuws voor ons naar Fort Malsum
brengen en...."
Op dat oogenblik hamerde een zweep
tegen de deur der hut en Anderton trad
binnen. Eén minuut stond hü beduusd
door de verschijning van het meisje; toen
stelde Stane hem voor.
„Juffrouw Yardeley; Mijnheer Ander
ton."
„Juffrouw Yardely!" riep hü uit.
Bent u het nichtje van Sir James, dat
sedert een paar maanden vermist wordt?"
„Dezelfde," antwoordde Helen glim
lachend.
„Er is een belooning uitgeschreven
voor dengeen, die u vindt. Niet meer of
minder dan vijfduizend dollar."
„Ik wist niet, dat ik zooveel waard
was," zei het meisje lachend.
„Uw oom heeft het zoo bepaald, en de
helft van de wildjagers in het noorden
houden een oog in het zeil, want het is
bekend, dat u door iemand gevonden
bent."
„Daar staat mq'n redder," viel Helen
in de rede, wijzend op Stane.
„Gelukkige kerel," zei de man lachend.
..Hoe is het gebeurd?"
(Wordt vervolgdX