Winter in Alaska. Oorsuizen eischt medische behandeling. Auto-maniakken. 'T JUTTERTJE PAG. 2 Qe olie bevriest in de lampen. Koude maakt hongerig. Eiken avond wordt hei vleesch ontdooid door Ir. J. v.d. Berg. Vroeger, toen er geen thermometers waren, bepaalde men in Alaska de temperatuur door op den grond te spuwen. Bij de ergste gevallen kwam het soms voor, dat het speeksel be vroor, voordat het den grond had be reikt! De watervoorziening levert dan ook de grootste moeilijkheden op. Aan een waterleiding valt niet te denken; de buizen zouden stukvriezen, hoe diep zij ook gelegd worden. Zelfs de diepste putten bevriezen des winters. Het wa ter wordt dan in tanks door de stra ten gereden met sleden. Op elke slede staan twee tanks en daartussehen een fel brandende kachel, anders zou het water bevriezen. De moderne huizen in Alaska heb ben dubbele wanden; de ruimte er tusschen wordt met zaagsel opgevuld, waardoor de koude tamelijk goed wordt tegengehouden. Verder zijn zij voor zien van dubbele ramen en centrale verwarming. In deze huizen blijft de temperatuur zeer aangenaam, hoe koud het buiten ook is. In de grootere plaatsen heeft men ook electrisch licht. Waar dit niet aanwezig is, maakt men gebruik van petroleumlampen, doch het onaangename is. dat de olie daarin hard wordt. De witte massa, die dan ontstaat, moet zorgvuldig verwarmd worden, voordat de lamp kan branden. Dit verwarmen van de petroleum is niet ongevaarlijk. In Alaska ziet men 's winters drie maanden lang de zon niet. De lampen branden 24 uur in een etmaal en moe ten voortdurend worden verzorgd. Het gebrek aan zonlicht heeft een on aangename uitwerking op de stem ming. Alle menschen worden zenuwachtig en prikkelbaar, zoodat zij zelfs met hun beste vrienden voortdurend twisten. Men kan er vaak het Noorderlicht zien. dat in veelkleurige stralenbundels aan den hemel vlamt en men hoort de electriciteit in de lucht letterlijk knet teren bij het borstelen van zijn haar, of bij het streelen van zijn hond. De geringste wrijving doet electriciteit overspringen. Wanneer het Noorderlicht bijzonder fraai en kleurrijk is, kan als regel een bijzonder strenge koude worden ver wacht. Als het zeer koud is, zoo koud, dat men zich feitelijk niet buitenshuis moest begeven, waait het als regel weinig. Een lucifer bzrandt er even rustig als in een kamer. Bij sterke vorst valt er ook geen sneeuw. De Poolkoude maakt de menschen buitengewoon hongerig; zij hebben dan ook veel en krachtig voedsel noo- dig. Vooral vet is onmisbaar. Een ve getariër zou een winter in het Pool gebied niet overleven, vandaar dat er in Alaska geen vegetariërs zijn. Be gin November wordt gewoonlijk de ge- heele vleeschvoorraad voor den winter kader van den dorpsinensch uitstegen. Vooral met Hans, onderwijzer op dezelfde school en op kamers wonend in hetzelfde hotelletje, sympathiseerde ze. Ze hielden beiden van muziek, mu siceerden in de lange winteravonden veel met elkaar, waren kortom harte lijke kameraden voor elkander. Toch was het eens geweest, alsof deze kameraadschappelijke verhou ding verbroken zou worden. Hans had haar over zijn liefde ge sproken! Ze had het pijnlijk gevonden, maar had moeten weigeren. „Waarom", had Hans gevraagd, „hou je dan niet van mii?" Rustig had ze hem geantwoord: „Ik hou wel van jou, Hans, maar er is een andere. „Wie is de gelukkige?" „Nu word je indiscreet, Hans. Dat had ik niet van jou verwacht." (Slot volgt.) in huis gehaald en in April is het nog even versch als in November. Eiken avond wordt de hoeveelheid vleesch, die men den volgenden dag noodig heeft, in de verwarmde kamer ge bracht, om te ontdooien. Ook eieren, boter, melk en groenten bljjven door de lage temparetuur volkomen versch. Bij dit alles kunnen de bewoners van Alaska zich voortdurend moed inspre ken door le denken aan den zomer. Dan krijgen zy drie maanden onafge broken zonneschijn. Natte zomers ko men er evenmin voor als natte zachte winters. Het is een land van uitersten. Weest voorzichtig met het nemen van zee- en zwembaden. Veelal is de oorzaak een verhoogde bloeddruk door Drs. R. v.d. Heyden. Veelal hoort men klagen over een onaangenaam suizen in de ooren en toch beschouwt men dit niet als hootd- cf buikpijn als een ziekteverschijnsel, hoogstens als een buitengewoon on aangenaam iets. Toch is het veelal als een sein te beschouwen, dat hier of daar in de menschelijke madhine iets hapert. Het lichamelijk instrument is hier of daar ontstemd en hierdoor ont staan in een der gevoeligste deelen hiervan nevengeluiden, dissonanten, die verholpen moeten worden. Het is van groot belang, om dit ge suis, niet alleen als een vrij onaange- naa miets te beschouwen, doch men is verplicht hieromtrent medisch advies in te winnen; vooral indien het hard nekkig blijkt te zijn. De medicus zal het hart der patiënten onderzoeken, zoo mede den bloeddruk meten, aangezien het een gevolg kan zijn van niet nor maal bloedvatenstelsel. Het gesuis kan op verschillende wij zen ontstaan, ook na een middenoor ontsteking kan men er nog geruimen tijd hinder van hebben. Veelal is het slechts een nerveus verschijnsel, ter wijl het eveneens bij struma voorkomt, bij verwijdering van den hals-slagader en bij allerlei hartziekten en afwijkin gen in den bloedsomloop. Bij verhoogden bloeddruk kan het gesuis zeer intensief optreden, doch evenzeer bij een te lagen bloeddruk, en bij aderverkalking. Daarnevens zijn nog vele onver klaarbare gevallen, die men onder de groep der nerveuzen «amenvat, hoe wel men, nerveus zijnde van aanleg, als leek minder kan vaststellen, dat d:t inderdaad de oorzaak is. Voor den medicus zal in de meeste gevallen van oorsuizingen de noodza kelijkheid blijken te bestaan voor een grondig algeheel onderzoek. Van groote beteekenis is het. dat dit onderzoek niet alleen beperkt blijft tot de ooren, doch van het geheele orga nisme. De resultaten hieromtrent zul len den medicus den weg wijzen in welke richting hij de behandeling zal voortzetten. Er zijn geen algemeene middelen aan te geven, daarom is het ook zéér af te keuren den raad van Ieeken aan te nemen. Bovendien vermijde men kwakzalversmiddeltjes aan te wenden, indien men aan dit euvel lijdt. Hoe langer men wacht zich onder desKun- dige behandeling te stellen, des te er ger kan de oorzaak worden. Niet zelden houdt het suizen der ooren verband met ziekelijke storin gen in den neus, de maag, de inge wanden, alsook nog van inwendige klieren. In dergelijke gevallen bewij zen die preparaten, die op de stofwis seling inwerken, goede diensten. Een groote rol speelt hier tevens het me disch voorgeschreven diëet. De erva ring heeft geleerd, dat b.v. een over matige vleeschvoeding zeer verkeerd werkt en het suizen in vele gevallen bevordert, terwijl een algemeene ver andering in de voeding, en wel een overheerschend vegetarisch diëet zeer veel goeds kan doen. De natuurartsen zullen véél voor waterkuren voelen, doch lang niet iedereen is hiermede gebaat, is b.v. het suizen een gevolg van verhoogden bloeddruk, dan zal deze door koud- water-wasschingen veelal nog mee. naar omhoog gaan, terwijl een warm- water-behardeling deze in den regel naar beneden doet gaan. Een lauw warm volbad van 34 tot 3(1 Celcius werkt veelal verkwikkend en doet het onaangename suizen verminderen. Meer dan twee-, hoogstens driemaa per week is het nemen van zoo'n bad echter niet aan te raden, terwijl de badkamer niet al te warm mag zijn en men niet te lang in het bad mag blijven. De overige dagen van de week wassche men zich met warm water het geheele lichaam. Vele menschen, die bij het ontwaken een zware hoofdpijn en erge oor suizingen hebben, gevoelen zich na het nemen van een warme douche aan merkelijk verkwikt. In andere gevallen zullen lauwe zit baden weder een gunstige uitwerking uitoefenen, hetgeen geheel en al af hangt van de oorzaak der kwaal. Ook wisselvoetbaden werken veelal gun stig. Men houdt dan de voeten 1 2 mi nuten in warm water, daarna 20 secon den in koud, weer warm, weer koud, tezamen tot 5 a 10 minuten lang. Ongunstig werken: koude douche, terwijl men tevens zeer voorzichtig moet zijn, geen water in de ooren te krijgen met zwemmen, hetzij in zee of in het zwembad. Bij rustkuren, die eventueel voor geschreven worden, kieze men zooveel mogelijk beschutte plaatsen; heeft men de vrije keus, waarheen men zich begeven wil, dan is een hoogte van 700 tot 1000 Meter het meest aan te be velen. Warme, droge plaatsen, evenals zee badplaatsen, moeten liefst vermeden worden. Het oorsuizen kwelt de lijders in den regel des avonds en bij slapelooze nachten, als alles rustig is, heeft men er het meest last van. Aan te bevelen is, de avonden zoo kalm mogelijk door te brengen, zich niet opwinden en zoo mogelijk voor het naar bed gaan nog even een kleine wandeling maken, zij het maar 15 a 20 minuten. Late en overvloedige maaltijden moeten beslist vermeden worden, evenals het drinken van koffie en andere opwekkende dranken. De slaapkamer moet frisch, doch niet te koud zijn en het bed liefst voorgewarmd worden. De flanellen lakens zijn voor gevoelige menschen zeer aan te bevelen, zij doen niet zoo onaangenaam aan bij het in bed gaan. Vóór alles eindigen wij met den raad, niet zelf te dokteren, doch bij een voortdurend lijden aan dit euvel me dische hulp te vragen, tpneinde van het hinderlijke oorsuizen bevrijd te worden. /2/&S7I Nou, ze schijnen hier allemaal nog al erreg van op 't tooneel te spelen te houwen hè, want dat doene ze nouw allemaal, want ze spelen van goud sterretje en dat was mooi en die ouwe jufrouw de Boer-van Rijk, die nou al tachtig jaar is en laatst zoo'n hoop bloeme hep gehad in Kassienoo die gaat daar nou ook weer spelen en dan gaat ze in de doofpot zitten en dat zal mooi zijn. D'r zalle wel een hoop menschen naar toe gaan, want ze weten nou niet waar ze allemaal naar toe moeten met die regen en die storm, want ze kenne nou niet gaan wandelen en de vis- schers kenne ook maar altijd niks doen met die mist, die regen en die storm. En daarom ben ikke nou eens voor die visschers aan het prakizeeren gegaan en nou hep ikke een nieuwe uitvinding gedaan. Ze kenne hem voor niks krijgen, dus das mooi hè en as ze die nieuwe uitvinding dan gebrui ken dan zal meneer Yvel Dwalnurg d'r ook wel weer over schrijven want die kent datte goed hè. Nou dan, asse die blauwe zeeridders nou 's een ouwe duikboot van de ma rine koopen, want die hep ze wel, en asse ze dan voor aan die duikbooten een heele lange priem maken, dan kenne ze, as ze onder water zijn, zoo tegen die visschen opvaren en dan priemen ze die visschen zoo aan die priem vas en dan hebben ze ook geen las van kapotte netten. Maar, omdatte ze nou aan één zoo'n ding niet genoeu hebben kenne ze nog meer van die nriemen aan die duikboot vastmaken, dan kenne die visschen ook niet zoo gauw wegloopen hè en dan kenne de visschers die visschen veel beter uit zoeken en dan halen ze ook geen rom mel meer naar boven en dan gaan alle visschers veel geld verdienen. Ja, 't is maar een weet, en dat zeg meneer Idenburg nou ook. Da's een meneer, die door de Koningin aange steld is om eens te kijken of ze niet wat meer centen in d'r porteinonnaie houwen ken en die hep dat nouw ge. daan en die hep gezegd dat de mari niers foetsie moeten en dat al de ma trozen en die er de baas van zijn in Den Helder moeten koomen wonen en as dat dan gebeurd is dan is d'r ner- regens meer marine as alleen in <je Jutterij en as d'r dan oorlog komp, wat natuurlyk niet te hoopen is, dan gaan ze allemaal in roeibootjes achter een sleepboot aan d'r naar toe, omdatte die meneer Idenburg ook gezeg hep dat alle ouwe booten weg moeten en asse ze nou geen groote schepen meer hebben dan moeten ze maar met die roeibootjes gaan. Das wel zoo gemak kelijk hè, want dan worden ze niet zoo gauw ondersteboven geschoten, omdatte je die roeibootjes bijna toch niet ziet. Nou, minister Deckers weet wel waarom ie voor z'n vrouw sinaas appelen is gaan halen in Valencia, want met een roeibootje ken ie dat niet doen hè. En ze gaan nou op ue ruigweg al weer een hoop huizen bouwen, dat zal dan wel zijn omdatte al die matrozen vrouwen naar hier komen. Ja den Hel der wordt nou een heele groote stad en as dat zoo door gaat, dan zalle ze die ouwe koffiemolen die vroeger op de dijk geloopen hep wel uit 't museum halen en mooi oppoesten want dan hebben we weer een tram noodig. En as de jutterij dan zoo'n groote stad wordt dan zal de polisie ook wel op harmonie gaan blazen en dan gaan ze ook prijzen winnen en dan wordt de Heldersche Courant ook groot en mis schien krijgen ze dan op de drukkerij een lift en een rollende trap en dan komp er ook zoo'n joggie met zoo'n mooi rood pakkie en een mooie pet op voor te staan en die zeg dan alle men schen die binnen komen goeien dag. En omdatte we nouw zoo'n groote stad gaan worden hep de burreger- meester gezeg datte ie er van plan is om van het ouwe raadhuis een zwem inrichting te gaan maken. Zeker om- dattie bang is datte de zee te klein wordt. Nou dat zou wat zijn as dat ouwe raad- nieuw badhuis dan klaar is, dan moet dat ding natuurlijk door de bur- regermeester en wethouders oficieel geopend worden. En as dat dan gedaan is dan zal de burregermeester en die wethouders er natuurlijk, omdatte dat zoo hoort, er 't eerst met een zwem- broekie in moeten springen. Asse al die mijnheeren dan maar niet vergee- ten om eers hun hooge hoeden af te zetten. Ja, we gaan een groote toekoms te gemoet zeg m'n vader en as die 't zeg dan is het zoo. Nou m'n briefie is al weer vol. Tot de vollegende week dan maar weer hè. Daaaag, Jan en Piet, twee kameraden, deden aan de autosport, en zoo huurden z' op een middag eens een afgedankte Ford. 't Was toch nog een knappe wagen, zooals men geen tweede ziet; (alles rammelde aan de auto, slechts de claxon deed het niet!) De vergane knalpot-motor, net als 't tweetal had verwacht, werd na vijftig slingerslagen eindelijk op gang gebracht, i. Wagentje kwam in beweging, met een knarsend piepgeluid, en, knipoogend tot de meisjes, tuften zij Den Helder uit. Eenmaal buiten in de ruimte, reden zij met sneltreinvaart, door wat droomertge koeien in de weide nagestaard. Voor hen op het breede wegdex zagen zij twee mannen gaan: 't waren telegraaf-herstellers met hun blauwe werkpak aai,. Of zij 't afgesproken hadden, ging het tweetal aan de haal, •n behendig, vlug en moedig, klom men in zoo'n hooge paal. 'in, chauffeerend, zei ontmoedigd ..Kijk. zij vluchten uit de buurt; 'er, ze denken zeker, dat ik nooit een auto heb bestuurd!" Hendrik Hakkelaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 14