Buitenlandsch Overzicht. Wij ij Breien binnenland HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans6 voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7385 EERSTE BLAD ZATERDAG 27 JANUARI 1934 62ste JAARGANG Het Zuid-Slavische kabinet afgetreden. Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. De loonsverlaging van het spoorwegpersoneel. De rechtspositie van het gemeentepersoneel. Credietverleening aan den middenstand. De Postvluchten van en naar Indië. Liefde in de Wildernis HFïl COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen- land f 2.—Nederl. Oost- en W'est-Indië per zeepost t 2.10, dem per mail en overige landen f3.20 Losse n s. 4ct.: fr.p.p fict. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f I.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, 1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (gaijard). Ingez. ineded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te buur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De verzoeningspogingen tusschen Frankrijk en Duitschland in verband met het ontwapeningsvraagstuk. - Teleurstelling en ontevredenheid in Duitschland. Heftiger verzet tegen de nationaahsocialistische propaganda in Oostenrijk. Frankrijk' Duitschland en de ontwapening Dat er zoo weinig schot zit in de prac- tische ontwapening is voor een niet gering deel te danken aan Frankrijk en Duitsch en laat ons er dadelijk aan toe voegen dat de andere mogendheden in hun vuistje lachen dat het eigenlijk niet al te best botert tusschen de beide naties, want in het andere geval zouden zij ook moe ten komen tot een practische uitvoering van de ontwapening en daarvoor voelt meli bitter weinig, op denzelfden grond, waarop Frankrijk niets voelt voor ont wapening en waarop Duitschland bewa pening eischt, n.1. den grond van „wan trouwen". Het is niet voor het eerst, dat we dit zeggen en het zal ook niet voor het laatst zijn, omdat nu eenmaal het „wantrouwen" steeds opnieuw het strui kelblok zal zijn om tot elkander te komen. En hoe dit weg te nemen? Wij geloo- ven dat men dit nimmer zal kunnen, daarvoor zou een wonder moeten gebeu ren, een geestelijke omzetting, vandaar dat we niet gelooven in eenig resultaat van beteekenis van alle pogingen tot ont wapening, het blijft een praten en praten, men neemt resoluties en verdragen aan, maar wanneer het aankomt op de daad, dan aarzelt men terug, dan heeft men duizend argumenten tegen ontwapening, dan lacht de booze geest van het wan trouwen satanisch en de wereld blijft voortsukkelen. Als eerst Frankrijk en Duitschland maar tot elkaar komen, zoo roept men nu. Doch het is zoover nog niet en men roept Engeland te Ijulp, maar daar steekt men zijn hand ook liever niet in een wespen nest, omdat er meer verloren dan gewon nen kan worden en de schuld bij verlies op Groot-Brittannië geschoven kan wor den. —En daar bedankt men voor. Zoo lazen we gisteren in eenige Fransche persuittreksels: De Excelsior acht de vooruitzichten op succes der Britsche bemiddeling twijfel achtig. Ook MacDonald maakt zich onge twijfeld geen illusies. Hij zou echter in stane maximum-grens van vlootbewape- ning overschreden en niettemin is de wanverhouding tusschen de behoefte der verschillende landen duidelijk gebleken. Ook het politieke bankroet der vloot- ontwapeningsovereenkomst is duidelijk gebleken. Tusschen Frankrijk en Italië is een rivaliteit ontstaan, die vroeger niet bestond. In Engeland is een gevoel van onveiligheid ontstaan, zooals men het zelfs in de ergste dagen van den Fransch- Engelschen bewapeningswedstrijd niet heeft gekend. Amerika en Japan zijn zoo argwanend geworden, dat men er zich ernstig bezorgd voor maakt. Nooit is duidelijker het dwaze karakter aan het licht gekomen van de theorie, dat men door bewapeningsvoorschriften de veiligheid zou kunnen waarborgen. De betrekkingen tusschen de volken worden bedreigd door de hartstochten, die men niet onder controle kan stellen en door die politieke conflicten, die niet op pdpier geregeld kunnen worden, doch in de eer ste plaats door het verstoorde oeconomi- sche evenwicht. oote verlegenheid raken en de pu blieke opinie in Engeland zou nog meer verontrust worden, wanneer Frankrijk het aanbod zou aanvaarden op voor waarde, dat Engeland zwart op wit de verantwoordelijkheid voor alle mogelijke gevolgen op zich zou nemen. Ook de Figaro is sceptisch en schrijft, dat het Engelsche bemiddelingsvoorstel hierop neerkomt, dat Duitschland een aantal dingen wordt toegestaan, zonder de geringste tegenprestatie en slechts terwille van de vrijheid. Het Journaal toont de onhoudbaarheid der ontwapeningspogingen aan met het voorbeeld van de geschiedenis der ontwa pening ter zee. Geen land heeft de toege- alle soorten w -1leiiT Kleeding, Kousen en Sokken (ook de aller fijnste). Vraagt onze ijzersterke Sport- en School- Itouscn. ]AAP SNOR, Zuidstraat 19, (Let op den gelen winkel). Wij hebben de Onrust' vorige week reeds verschijnselen °P ^eze P'aats zen op den kerkely- ïn Duitschland ken strijd en op dien op vereenigingsgebied in Duitschland, waardoor bij verschillen den verzet was ontstaan. In de „Nw. Rott. Crt-" van Donderdagavond vinden wij een hoofdartikel gewijd aan de „ontnuchte ringsverschijnselen" in Duitschland, zoo- als het blad fe°t noemt. Wij ontleenen daaraan het volgende: Uit Duitschland vernemen wij een voorzichtig, maar steeds duidelijker wordend gemopper van teleurgestel- den en ontevredenen. Het komt uit alle klassen der maatschappij. Van industrieelen, kooplieden, finan ciers bereikt het ons land langs vele ka nalen. De mistroostigheid van een groot gedeelte van den handeldrijvenden mid denstand en neringdoenden blijft voor geen tot oordeelen bevoegd bezoeker van Duitschland, die werkelijk iets te zien krijgt, nog een geheim. Men wantrouwt de arbeiders, die men „bruin van buiten maar rood van binnen" noemt, naar het bekende voorbeeld van de Russische „radijsjes" die „rood var. buiten en wit van binnen" heetten. Ontnuchtering blijkt ook uit de houding der overheid tegenover de Joden. Ont zettende oeconomische slachting is onder hen aangericht. Maar de zakenlieden, die het hebben overleefd, spreken van een gevoel van opluchting. Dit komt ook tot uitdrukking in maat regelen van overheidswege. De jurist, die belast was met het uitwerken van een bij zonder, en natuurlijk verminderd, burger recht voor de Joden, is van die opdracht ontheven. Andere, belangrijke kwesties, dringen onweerstaanbaar naar voren. In Duitsch land zijn zij van allerlei aard, oecono- misch, financieel, godsdienstig, sociaal. Zij betreffen den regeeringsvorm, repu bliek (^keizerrijk. De in werkelijkheid zoo lamg mogelijk op den achtergrond gehouden kwesties betreffende de bewa pening en de buitenlandsche politiek komen uit heel- of halfduister te voor schijn, waarin de gang van zaken hun opsluiting niet meer gedoogt. Thans gaat men ook de protestant- sche geestelijkheid, die den moëd van een overtuiging heeft getoond in een tijd, toen nog niemand anders durfde spreken, mores leeren. Leek het eerst alsof de Germaansch- christelijke leiding van de protestantsche gemeenschappen voor dezen moet zou terugwijken, nu wordt het steeds duide lijker dat zij de weerspannige» wel dege lijk te lijf wil. De regeering houdt zich formeel nog op den achtergrond, maar het is duidelijk dat bisschop Müller reeds gesteund wordt door groote machtheb benden te Berlijn. Volgens den oorrespondent van de Times te Munchen melden de Zuid- Duitsche bladen bijna dagelijks arresta ties van priesters, verder zou aan vele arrestaties niet eens ruchtbaarheid wor den gegeven. Kloosters en andere reli gieuze instellingen krijgen plotseling- be zoek van de politie. Hun telefonische en- schriftelijke betrekkingen met de buiten wereld staan onder streng toezicht. Kardinaal Faulhaber heeft in zijn jong ste preeken den strijd opgenomen tegen de Germaansche Christenen, waarover de regeeringsbladen hem hevig aanvallen. Zoo ziet men, dat op verschillend ge bied ontevredenheid zich weer durft uiten. De ontnuchtering is ingetreden, de moeilijkheden gaan komen. De opper ste leiding heet politiek, sociaal, gods dienstig niet eensgezind. Zij bevat ook elementen als Goering, die zonder du prikkels van een revolutionnaire atmos feer en zonder revolutionnaire vrijheden niet kunnen bestaan. Al deze moeilijk heden zijn in ontwikkeling; hoe hoog zij zullen opschieten wij kunnen het nog niet gissen. Maar zij hebben zeker nog heel wat groei te goed. De Nazi' propaganda in Oostenrijk Een officieuze Duit- sche mededeeling er kent, dat de Oosten- rij jjsche gezant te Ber lijn op last van zijn regeering „eenige be zwaren heeft ingebracht tegen het uit oefenen van invloed van zekere Rijks- duitsche kringen op de nationaal-soeialis- tische beweging in Oostenrijk", met de mededeeling dat Oostenrijk zich genoopt zou zien zich tot den Volkenbond te wen den, indien geen rekening zou worden gehouden met deze bezwaren. De Weensche corr. van de Nw. Rott. Crt. schreef d.d. 23 dezer aan zijn blad o.m.: De Oostenrijksche staatslieden hebben tot dusver elke gelegenheid te baat ge nomen, om te betoogen, dat zij aan de spanning met Duitschland gaarne een eindgemaakt wilden zien. Lang gele den heeft Dollfuss er al den nadruk op gelegd, dat Oostenrijk er geen prijs op stelt, het conflict met Duitschland voor den Volkenhond te brengen, hoewel er toeudertyd geruchten dienaangaande in omloop waren. Sedert twee weken onge veer schijnen wat deze za»L '«-treft, de Dr. ENGELBERT DOLLFUSS, - Bondskanselier van Oostenrijk. Oosjtenrjjksche staatslieden hun standpunt te hebben gewijzigd. Ter gelegenheid van de bijeenkomst va4 de aanvoerders van het Vaderland- scbe front te Weenen heeft Dollfuss een toespraak gehouden tot de menigte, die hem een spontane hulde bracht. Daarbij zei hjjj: „Met ons geduld is het gedaan Wij kunnen thans hier geen klaag redenen houden over hetgeen van ever de grens komt. Want daarover zullen wij ons op een andere plaats in in èen anderen vorm beklagen.. '"rrreur is in Oostenrijk alleen nog ar mogelijk, omdat de terroristen .uft hoop gevestigd hebben op zekere kringen over de grens...." De regeering ziet zich klaarblijkelijk onder den druk der gebeurtenissen op politiek gebied, zoowel als dien op econo misch gebied verplicht nu eens voorgoed aan de moeilijkheden met het Duitsche rijk en de nazi-beweging in Oostenrijk een einde te maken. Tomasjitsj kabinetsformateur Naar Vaz Dias uit Belgrado meldt, is het Zuid-slavische kabinet afgetreden. Marinkowitsj, de oud-premier, heeft ge weigerd een nieuw kabinet te formeeren, waarna Tomasjitsj de opdracht tot het vormen van een kabinet heeft aanvaard. Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. De minister teleurgesteld over de besprekingen. Woensdag heeft op het bureau van den personeelsraad van de rijksspoorwegen te Utrecht een nieuwe bespreking plaats gehad inzake de loonsverlaging niet den minister van waterstaat. De minister verklaarde dat het re sultaat der besprekingen tusschen directie en personeelsraad zeer ver beneden zijn verwachtingen was ge bleven. Als gevolg daarvan valt er niet aan te denken de geldigheids duur van het reglement dienstvoor- waarden te verlengen tot 1 Juli 1934. Voorts was de minister van oordeel dat de gewijzigde loonregeling slechts zou mogen gelden tot 1 Januari 1935, vóór welk tijdstip, volgens het oordeel van den minister, een algeheele herziening van het reglement dienstvoorwaarden haar beslag zou moeten hebben gekregen. Na langdurige bespreking, waarbij het bu reau van den raad uitvoerig zijn bezwa ren tegen de denkbeelden van den mi nister uitbracht, heeft deze zich ten slotte bereid verklaard te bevorderen dat de datum van het thans geldende R. D. V. verlengd zal worden tot 1 Mei 1934, op welken datum dus de nieuwe loonsverla ging, welke naar men weet 4 pet. be draagt .in werking zal treden. Gemeenschappelijk overleg van de besturen van gemeenten tusschen 25.000 en 4O.OOO inwoners. Op initiatief van het gemeentebestuur van Almelo heeft in het raadhuis te Amersfoort een vergadering plaats ge vonden van vertegenwoordigers van ge nieenten met 25.000 tot 40.000 inwoners, zulks ter bespreking van de vraag of het mogelijk is voor die gemeenten een ge meenschappelijke regeling te treffen ten aanzien van de rechtspositie van het ge meentepersoneel. Ter vergadering waren vertegenwoor digd de gemeentebesturen van Almelo, Bussum, Deventer, Ede, Gouda, Haarlem mermeer, Hengelo (O.), Lonneker, Vlaar- dingen en Zaandam. Van de gemeente Helmond en Zeist waren berichten van verhindering tot bij woning van de vergadering ingekomen. De vergadering stond onder leiding van mr. N. Sigtema, burgemeester van Al melo. Besloten werd om zich ten aanzien van het voormelde onderwerp in den meest ruimen zin te laten voorlichten door de commissie van voorberiding, welke commissie zal bestaan uit vertegen woordigers van de gemeenten Almelo, Bussum, Ede, Zaandam en Helmond, die alsnog door de besturen dezer gemeenten moeten worden aangewezen. Wanneer is een wetsontwerp tegemoet te zien? Het Tweede Kamerlid Boon heeft tot den minister van oeconomische zaken de volgende schriftelijke vragen gesteld: I. Kan de minister mededeelen, wan neer een wetsontwerp, regelende crediet verleening aan den middenstand, hetwelk door den middenstand ten zeerste wordt verlangd, bij de Kamer zal worden inge diend? II. Is ook de minister niet van oor deel, dat de totstandkoming van zulk een credietverleening zeer spoedeisehend ge noemd mag worden? Terugreis. De „Snip" is 25 Januari van Singapore vertrokken en 25 Januari te Bangkok aangekomen. Heenreis. De „Pelikaan" is 25 Januari te Calcutta vertrokken en 25 Januari te Bangkok aangekomen. De „Oehoe" is 25 Januari van Amster dam vertrokken. Aan boord: een passagier voor Ban- doeng, een voor Batavia en een voor Marserlle. RECHT OVEREIND IN BED. Nachtenlang niet anders dan hoesten. „Meer dan 4 jaar lijdende te zijn is iets dat met geen pen te beschrijven is. Geen lucht, kortademigheid en bijna geen nacht slapen, zoo bracht ik mijn leven door. 's Nachts zat ik dikwijls recht overeind in bed van benauwdheid, was rillerig, had last van koude handen en voeten. Door mijn vrienden werd ik opmerkzaam ge maakt op Abdijsiroop. Nadat ik een flesch van deze bijzondere siroop had gebruikt, kwam het slijm los en na 4 flesschen ge bruikt te hebben, voel ik mij weer beter dan ooit, terwijl ik thans nog steeds Ab dijsiroop in huis heb en regelmatig ge bruik en mij er best bij vind". Zoo schreef ons de Heer Joh. de L. te Sch., wiens origineele brief voor elk ter inzage ligt. De op bijzondere wijze samengestelde Akker's Abdijsiroop werkt heerlijk slijm- oplossend, verzachtend, hoeststillend; verruimt Uw ademhaling en tast Uw hoest in de grondoorzaak aan, vermijdt etterige slijmvorming en ontsteking. Door Abdij siroop te nemen hebt Gij iets bijzonders voor borst en keel en op iederen leeftijd kunt Ge Abdijsiroop gebruiken. Thans per flesch 1.ƒ1.50 en 2.75. Alom verkrijgbaar. (Adv) Feuil leton f Naar het Engelsch van Ottwcll Binns 25) Hij zocht naar andere verklaringen. Was er een ander, een blanke, die Helen had gezien en haar op deze wijze wilde bemachtigen? De gedachte leek onge rijmd. Toen viel hem iets anders in. De belooning die Sir James uitgeloofd had voor het vinden van zijn nichtje! Deed iemand het met het oog daarop de een of andere gewetenlooze avonturier, die, uit vrees, dat hij-zelf een deel zou op- eischen, zich van hem wilde bevrijden, opdat de buit niet verdeeld hoefde te worden? Het scheen nauwelijks moge'ijk, en. Zijn gedaehtengang werd plotseling verbroken. Buiten hoorde hij het kraken van mocassins op de bevroren sneeuw Hij sprong op en nam zijn geweer, met een snellen blik op het meisje, ze kreeg een kleur van opwinding, maar de oogen, die de zijnen ontmoetten, wax-en koud als ijs. Hij gaf haar zyn revolver. „Het is beter, dat u dit neemt, op het oogenblik, juffrouw Yardely, wanf ik ge loof dat de aanval op komst is. Maar ge bruik haar niet voordat ik het 11 zeg. Ze nam den revolver zonder een woord te spreken en de hoogheid waarmee ze dit deed, deed hem, zelfs op dit oogen blik, zich afvragen, wat de oorzaak er van kon zijn- Maar hij had niet veel yd bij dit onderwerp stil te staan, want meer voetstappen werden hoorbaar en een stem mompelde onverstaanbare woorden-. Hij nam een bijl op, legde die bij de hand vlak bij de deur en doofde het licht. De hut was nu vol schaduwen, maar toch kon hij het gezicht van het meisje nog onderscheiden in den gloed van het vuur en hij zag tot zijn voldoening, dat ze onbevreesd was. Maar de plaats, waar ze stond was niet veilig en hij moest haar vragen ergens anders te gaan staan. „Het is beter, dat u hier in den hoek komt, juffrouw Yardeley. Hij ligt buiten het bereik van pijlen door het venster. Die barricade van mij kan het niet lang uithouden en ze zullen zeker bij hev raam beginnen." Het meisje antwoordde niet, maar ver anderde van plaats en op hetzelfde oogen blik klonken twee of drie bijlslagen (zoo als hij vermoedde) tegen het percament van het venster. Maar de barricade hield liet uit. De aanval echter hield aan en toen de geïmproviseerde verschansing begon mee te geven, hief Stane zijn ge weer omhoog. „Er zit niets anders op," fluisterde hij Het volgend oogenblik weerklonk een schot, dat gevolgd werd door een kreel van pijn. „Het eerste bloed," zei hij grimmig. Er was een oogenblik rust en toen werd iets zwaar tegen de verschansing gewor pen, zoodat die de kamer inviel. Terwijl dit gebeurde werd de loop van een ge weer voor de opening gelegd en werd er blykbaar op goed geluk af gevuurd De kogel trof den muur der hut, ruim twee nieter van de plaats, waar Helen stond Stane wendde zich snel tot haar. „Zooveel mogelijk in den hoek, juf frouw Yardeley; dan is er geen gevaar, tenzij er een kogel terugspringt." Helen gehoorzaamde. De opwinding van het oogenblik deed haar haar boos heid vergeten en toen ze hem zag staan, terwijl hij kalm en onverstoorbaar de ge beurtenissen afwachtte, werd ze van op rechte bewondering vervuld. Wat ook zijn zonden waren, hij was een man! Toen kwam een nieuw soort aanval. Pylen van verschillende punten afge schoten, begonnen door de hut te vliegen en bleven met een nijdig geluid in de wanden der hut steken. Stane berekende de hoeken, die ze konden maken en lachte kort. „Ze verknoeien nu hun tijd. Die list gaat niet op." De vlucht van de pijlen bleef eenigen tijd aanhouden en toen volgde, wat Stane vreesde. De opening van het raain werd plotseling lichter, teekenile zich scherp af tegen een gloed van buiten en het vol gend oogenblik werden drie bossen brandende takken naar binnen gewor pen. Stane vuurde tweemaal gedurende deze operatie, maar of hij raakte of niet, wist hij niet.- Eén der brandende bun dels viel op de slaapbank, die weldra in üchte laaie stond en de hut vulde zich met rook. Tegelijkertijd ontwaardden de belegerden een hevig geknetter buiten en het uitzicht op het met sneeuw be dekte meer werd verlicht door een steeds sterker wordenden gloed. Stane begreep onmiddellijk de beteekenis van dit ver schijnsel en keek naar het meisje. „Ze trachten de hut in brand te ste ken," zei hy, „ik ben bang dat het een troep duivels is, juffrouw Yardely. We moeten óf hier blijven en stikken of verbranden of buiten aan den slag." „Laten we dan naar buiten gaan," sprak het meisje vastberaden. Jk geloof niet, dat ze u kwaad zullen foen. Ik meen, dat hun dat verboden is, maar. „Heeft Miskodeed u dat verteld?" Eén oogenblik stond hij versteld bij deze vraag, maar toen hij merkte, dat ze wist van het laatste onderhoud met Mis kodeed, antwoordde hij eerlijk. „Ja! U moet levend gevangen worden, maar ik moet sterven, volgens het opge maakte programma!" „O, neen, neen!" riep ze plotseling ver schrikt uit. „U mag niet sterven. U moet vechten! U moet leven, leven! Ik wil niet dat u sterft!" Bij het helder wordende licht in de hut kon hij haar gezicht duidelijk zien en de angstige bezorgdheid in haar oogen schokte hem meer, dan ooit het dreigend gevaar hem had kunnen doen. Eén oogenblik vergat hij zich-zelf en strekte zijn hand naar haar uit- „Lieveling!" stamelde hij. „Mijn lieve ling!" „Dus je weet zeker, dat ik dat ben?" riep ze uit. „Ik weet het al maanden lang!" Ze bewoog zich even om dichter bij hem te komen en toegevend aan het plotseling opkomend verlangen, sloeg hij zijn arm 0111 haar heen. „Als je dood gaat...." begon ze en zweeg; een rookwolk omhulde hen. „Ik denk, dat daar niets aan te doen is," antwooYdde hij. „Maar ik ben blij, dat ik dit oogenblik gehad heb." Hij bukte zich en kuste haar, terwijl ze snikte. „Dan zal ik ook sterven!" zei ze. „We zullen samen stervenmaar het zou zoo heerlyk geweest zijn om te leven." „Maar jij zult leven," sprak hij. „Je moet leven. Er is geen reden, waarom jij zou sterven." „Maar waarom zou ik leven?" riep ze uit. „En waarom moet ik gespaard blij ven? Weet je daar iets van „Ja," antwoordde hij snel en legde haar in korte woorden uit, wat hij van de zaak dacht. „Als ik het wel heb, zal jouw geen kwaad geschieden- En we moeten gaan. Het is tijd. Kijk!" Een klein vuurtongetje kroop door de blokken aan het einde der hut en'de blok ken, waar de slaapbank gestaan had, be gonnen verraderlijk te knetteren en te sissen. De rook was dikker geworden en de lucht was scherp en verstikkend. Hij verliet een oogenblik haar zijde en keerde met haar bontkleeren terug. „Je moet die aantrekken," zei hij, „an ders bevries je buiten." Hij zelf had zijn bontjas aangetrokken en toen hij haar erin geholpen had, nam hij zijn geweer en wees op het pistool, dat ze nog vasthield. „Je hoeft het niet te gebruiken buiten", zei hij. „Houdt het voor voor als het noodig is. Begrijp je me?" „Ik begrijp je," antwoordde ze kalm, wetend, dat ze als laatste redmiddel zou moeten toepassen, wat veel vrouwen van haar' ras vóór haar gedaan hadden. „Ik zal eerst gaan," zei hij. „En je moet minstens een minuut wachten, voor je naar buiten gaat. Ik zal trachten de bos- schen aan den achterkant te bereiken en als het 111e lukt, moet je me volgen. Be grepen?" „O, mijn man, myn man!" riep ze met bevende stem, wetend, dat al sprak hij luchtig, hij weinig hoop had te ontkomen. Niet wetend, hoe haar te troosten of gerust te stellen omhelsde Stane haar nogmaals, kuste haar en bleef toen een oogenblik staan luisteren. Buiten was alles stil en al het leven, dat er had kun nen zijn, werd overstemd door het steeds luider wordende geloei en geknetter van het vuur- „Nu?" zei hij. „Nu?" Hij liet den sluitboom zakken, wierp de deur plotseling open en snelde naar bui ten. Een gegil begroette Stane's verschij ning en hij zag een groepje mannen op eenigen afstand van de hut staan. Onder het loopen vuurde hij op hen van terzijde en wendde zich geheel naar links. Twee mannen verschenen plotseling van ach ter de boomen om hem den weg te versper ren, zoo snel, dat hij geen tijd had te vu ren, voordat één van de twee hem gegre pen en geklemd in de armen van zijn en één oogenblik worstelden ze samen, toen, terwijl de andere man nog kwam aansnellen, verscheen er een donkere ge daante van achter een dikken stam vlak bij de plaats, waar de beide mannen voch ten en Stane zag plotseling een mes glin steren, toen de gloed van het vuur er op scheen. Hy kon zichzelf niet meer hel pen en gekimd in de armen van zijn tegenstander, wachtte hij den dreigenden stoot af. Twee maal daaldt het mes neer en de greep van zijn tegenstander ver slapte plotseling, terwijl de man langzaam op den grond gleed. De toesnellende man had nu het terrein van den strijd bereikt. Hij had een bijl in de hand en hij trof eerst den onbekende, die zijn makker had gedood en de onbekende viel ter aarde als een steenblok. Voordat Stane van zijn ver bazing bekomen was, were de bijl ten tweede male opgeheven. Hij sprong op den man af, juist toen de bijl neerdaalde. Deze raakte even een boomtak en draaide daardoor, zoo, dat zij zyn hoofd slechts ter zijde raakte. Hij viel bewusteloos neer. Terwijl hij viel hief de Indiaan nog maals de bijl op Maar voordat de slag kon neerkomen, knalde een geweerschot in het bosch achter hem; de aanvaller sprong in de lucht en sloeg voorover op den grond. (Wordt vervolgd.il

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1