Buitenlandsch Overzicht.
Wij
ij Breien
binnenland
HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans6 voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7385 EERSTE BLAD
ZATERDAG 27 JANUARI 1934
62ste JAARGANG
Het Zuid-Slavische
kabinet afgetreden.
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
De loonsverlaging van
het spoorwegpersoneel.
De rechtspositie van het
gemeentepersoneel.
Credietverleening aan
den middenstand.
De Postvluchten van en
naar Indië.
Liefde in de Wildernis
HFïl
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen-
land f 2.—Nederl. Oost- en W'est-Indië per zeepost t 2.10, dem per
mail en overige landen f3.20 Losse n s. 4ct.: fr.p.p fict. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f I.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, 1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (gaijard). Ingez. ineded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te buur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De verzoeningspogingen tusschen Frankrijk en Duitschland in
verband met het ontwapeningsvraagstuk. - Teleurstelling en
ontevredenheid in Duitschland. Heftiger verzet tegen de
nationaahsocialistische propaganda in Oostenrijk.
Frankrijk'
Duitschland en
de ontwapening
Dat er zoo weinig
schot zit in de prac-
tische ontwapening is
voor een niet gering
deel te danken aan
Frankrijk en Duitsch
en laat ons er dadelijk aan toe voegen
dat de andere mogendheden in hun
vuistje lachen dat het eigenlijk niet al te
best botert tusschen de beide naties, want
in het andere geval zouden zij ook moe
ten komen tot een practische uitvoering
van de ontwapening en daarvoor voelt
meli bitter weinig, op denzelfden grond,
waarop Frankrijk niets voelt voor ont
wapening en waarop Duitschland bewa
pening eischt, n.1. den grond van „wan
trouwen". Het is niet voor het eerst, dat
we dit zeggen en het zal ook niet voor
het laatst zijn, omdat nu eenmaal het
„wantrouwen" steeds opnieuw het strui
kelblok zal zijn om tot elkander te komen.
En hoe dit weg te nemen? Wij geloo-
ven dat men dit nimmer zal kunnen,
daarvoor zou een wonder moeten gebeu
ren, een geestelijke omzetting, vandaar
dat we niet gelooven in eenig resultaat
van beteekenis van alle pogingen tot ont
wapening, het blijft een praten en praten,
men neemt resoluties en verdragen aan,
maar wanneer het aankomt op de daad,
dan aarzelt men terug, dan heeft men
duizend argumenten tegen ontwapening,
dan lacht de booze geest van het wan
trouwen satanisch en de wereld blijft
voortsukkelen.
Als eerst Frankrijk en Duitschland
maar tot elkaar komen, zoo roept men nu.
Doch het is zoover nog niet en men roept
Engeland te Ijulp, maar daar steekt men
zijn hand ook liever niet in een wespen
nest, omdat er meer verloren dan gewon
nen kan worden en de schuld bij verlies
op Groot-Brittannië geschoven kan wor
den. —En daar bedankt men voor. Zoo
lazen we gisteren in eenige Fransche
persuittreksels:
De Excelsior acht de vooruitzichten op
succes der Britsche bemiddeling twijfel
achtig. Ook MacDonald maakt zich onge
twijfeld geen illusies. Hij zou echter in
stane maximum-grens van vlootbewape-
ning overschreden en niettemin is de
wanverhouding tusschen de behoefte der
verschillende landen duidelijk gebleken.
Ook het politieke bankroet der vloot-
ontwapeningsovereenkomst is duidelijk
gebleken. Tusschen Frankrijk en Italië is
een rivaliteit ontstaan, die vroeger niet
bestond. In Engeland is een gevoel van
onveiligheid ontstaan, zooals men het
zelfs in de ergste dagen van den Fransch-
Engelschen bewapeningswedstrijd niet
heeft gekend. Amerika en Japan zijn zoo
argwanend geworden, dat men er zich
ernstig bezorgd voor maakt.
Nooit is duidelijker het dwaze karakter
aan het licht gekomen van de theorie, dat
men door bewapeningsvoorschriften de
veiligheid zou kunnen waarborgen. De
betrekkingen tusschen de volken worden
bedreigd door de hartstochten, die men
niet onder controle kan stellen en door
die politieke conflicten, die niet op pdpier
geregeld kunnen worden, doch in de eer
ste plaats door het verstoorde oeconomi-
sche evenwicht.
oote verlegenheid raken en de pu
blieke opinie in Engeland zou nog meer
verontrust worden, wanneer Frankrijk
het aanbod zou aanvaarden op voor
waarde, dat Engeland zwart op wit de
verantwoordelijkheid voor alle mogelijke
gevolgen op zich zou nemen.
Ook de Figaro is sceptisch en schrijft,
dat het Engelsche bemiddelingsvoorstel
hierop neerkomt, dat Duitschland een
aantal dingen wordt toegestaan, zonder
de geringste tegenprestatie en slechts
terwille van de vrijheid.
Het Journaal toont de onhoudbaarheid
der ontwapeningspogingen aan met het
voorbeeld van de geschiedenis der ontwa
pening ter zee. Geen land heeft de toege-
alle soorten
w -1leiiT Kleeding, Kousen en Sokken (ook de aller
fijnste). Vraagt onze ijzersterke Sport- en School-
Itouscn. ]AAP SNOR, Zuidstraat 19, (Let op den
gelen winkel).
Wij hebben de
Onrust' vorige week reeds
verschijnselen °P ^eze P'aats
zen op den kerkely-
ïn Duitschland ken strijd en op dien
op vereenigingsgebied
in Duitschland, waardoor bij verschillen
den verzet was ontstaan. In de „Nw. Rott.
Crt-" van Donderdagavond vinden wij een
hoofdartikel gewijd aan de „ontnuchte
ringsverschijnselen" in Duitschland, zoo-
als het blad fe°t noemt. Wij ontleenen
daaraan het volgende:
Uit Duitschland vernemen wij een
voorzichtig, maar steeds duidelijker
wordend gemopper van teleurgestel-
den en ontevredenen. Het komt uit
alle klassen der maatschappij.
Van industrieelen, kooplieden, finan
ciers bereikt het ons land langs vele ka
nalen. De mistroostigheid van een groot
gedeelte van den handeldrijvenden mid
denstand en neringdoenden blijft voor
geen tot oordeelen bevoegd bezoeker van
Duitschland, die werkelijk iets te zien
krijgt, nog een geheim. Men wantrouwt de
arbeiders, die men „bruin van buiten
maar rood van binnen" noemt, naar het
bekende voorbeeld van de Russische
„radijsjes" die „rood var. buiten en wit
van binnen" heetten.
Ontnuchtering blijkt ook uit de houding
der overheid tegenover de Joden. Ont
zettende oeconomische slachting is onder
hen aangericht. Maar de zakenlieden, die
het hebben overleefd, spreken van een
gevoel van opluchting.
Dit komt ook tot uitdrukking in maat
regelen van overheidswege. De jurist, die
belast was met het uitwerken van een bij
zonder, en natuurlijk verminderd, burger
recht voor de Joden, is van die opdracht
ontheven.
Andere, belangrijke kwesties, dringen
onweerstaanbaar naar voren. In Duitsch
land zijn zij van allerlei aard, oecono-
misch, financieel, godsdienstig, sociaal.
Zij betreffen den regeeringsvorm, repu
bliek (^keizerrijk. De in werkelijkheid
zoo lamg mogelijk op den achtergrond
gehouden kwesties betreffende de bewa
pening en de buitenlandsche politiek
komen uit heel- of halfduister te voor
schijn, waarin de gang van zaken hun
opsluiting niet meer gedoogt.
Thans gaat men ook de protestant-
sche geestelijkheid, die den moëd van
een overtuiging heeft getoond in een
tijd, toen nog niemand anders durfde
spreken, mores leeren.
Leek het eerst alsof de Germaansch-
christelijke leiding van de protestantsche
gemeenschappen voor dezen moet zou
terugwijken, nu wordt het steeds duide
lijker dat zij de weerspannige» wel dege
lijk te lijf wil. De regeering houdt zich
formeel nog op den achtergrond, maar
het is duidelijk dat bisschop Müller reeds
gesteund wordt door groote machtheb
benden te Berlijn.
Volgens den oorrespondent van de
Times te Munchen melden de Zuid-
Duitsche bladen bijna dagelijks arresta
ties van priesters, verder zou aan vele
arrestaties niet eens ruchtbaarheid wor
den gegeven. Kloosters en andere reli
gieuze instellingen krijgen plotseling- be
zoek van de politie. Hun telefonische en-
schriftelijke betrekkingen met de buiten
wereld staan onder streng toezicht.
Kardinaal Faulhaber heeft in zijn jong
ste preeken den strijd opgenomen tegen
de Germaansche Christenen, waarover de
regeeringsbladen hem hevig aanvallen.
Zoo ziet men, dat op verschillend ge
bied ontevredenheid zich weer durft
uiten. De ontnuchtering is ingetreden,
de moeilijkheden gaan komen. De opper
ste leiding heet politiek, sociaal, gods
dienstig niet eensgezind. Zij bevat ook
elementen als Goering, die zonder du
prikkels van een revolutionnaire atmos
feer en zonder revolutionnaire vrijheden
niet kunnen bestaan. Al deze moeilijk
heden zijn in ontwikkeling; hoe hoog zij
zullen opschieten wij kunnen het nog
niet gissen. Maar zij hebben zeker nog
heel wat groei te goed.
De Nazi'
propaganda
in Oostenrijk
Een officieuze Duit-
sche mededeeling er
kent, dat de Oosten-
rij jjsche gezant te Ber
lijn op last van zijn
regeering „eenige be
zwaren heeft ingebracht tegen het uit
oefenen van invloed van zekere Rijks-
duitsche kringen op de nationaal-soeialis-
tische beweging in Oostenrijk", met de
mededeeling dat Oostenrijk zich genoopt
zou zien zich tot den Volkenbond te wen
den, indien geen rekening zou worden
gehouden met deze bezwaren.
De Weensche corr. van de Nw. Rott.
Crt. schreef d.d. 23 dezer aan zijn blad
o.m.:
De Oostenrijksche staatslieden hebben
tot dusver elke gelegenheid te baat ge
nomen, om te betoogen, dat zij aan de
spanning met Duitschland gaarne een
eindgemaakt wilden zien. Lang gele
den heeft Dollfuss er al den nadruk op
gelegd, dat Oostenrijk er geen prijs op
stelt, het conflict met Duitschland voor
den Volkenhond te brengen, hoewel er
toeudertyd geruchten dienaangaande in
omloop waren. Sedert twee weken onge
veer schijnen wat deze za»L '«-treft, de
Dr. ENGELBERT DOLLFUSS,
- Bondskanselier van Oostenrijk.
Oosjtenrjjksche staatslieden hun standpunt
te hebben gewijzigd.
Ter gelegenheid van de bijeenkomst
va4 de aanvoerders van het Vaderland-
scbe front te Weenen heeft Dollfuss een
toespraak gehouden tot de menigte, die
hem een spontane hulde bracht. Daarbij
zei hjjj:
„Met ons geduld is het gedaan
Wij kunnen thans hier geen klaag
redenen houden over hetgeen van
ever de grens komt. Want daarover
zullen wij ons op een andere plaats
in in èen anderen vorm beklagen..
'"rrreur is in Oostenrijk alleen nog
ar mogelijk, omdat de terroristen
.uft hoop gevestigd hebben op zekere
kringen over de grens...."
De regeering ziet zich klaarblijkelijk
onder den druk der gebeurtenissen op
politiek gebied, zoowel als dien op econo
misch gebied verplicht nu eens voorgoed
aan de moeilijkheden met het Duitsche
rijk en de nazi-beweging in Oostenrijk
een einde te maken.
Tomasjitsj kabinetsformateur
Naar Vaz Dias uit Belgrado meldt, is
het Zuid-slavische kabinet afgetreden.
Marinkowitsj, de oud-premier, heeft ge
weigerd een nieuw kabinet te formeeren,
waarna Tomasjitsj de opdracht tot het
vormen van een kabinet heeft aanvaard.
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
De minister teleurgesteld over de
besprekingen.
Woensdag heeft op het bureau van den
personeelsraad van de rijksspoorwegen
te Utrecht een nieuwe bespreking plaats
gehad inzake de loonsverlaging niet den
minister van waterstaat.
De minister verklaarde dat het re
sultaat der besprekingen tusschen
directie en personeelsraad zeer ver
beneden zijn verwachtingen was ge
bleven. Als gevolg daarvan valt er
niet aan te denken de geldigheids
duur van het reglement dienstvoor-
waarden te verlengen tot 1 Juli 1934.
Voorts was de minister van oordeel dat
de gewijzigde loonregeling slechts zou
mogen gelden tot 1 Januari 1935, vóór
welk tijdstip, volgens het oordeel van den
minister, een algeheele herziening van
het reglement dienstvoorwaarden haar
beslag zou moeten hebben gekregen. Na
langdurige bespreking, waarbij het bu
reau van den raad uitvoerig zijn bezwa
ren tegen de denkbeelden van den mi
nister uitbracht, heeft deze zich ten slotte
bereid verklaard te bevorderen dat de
datum van het thans geldende R. D. V.
verlengd zal worden tot 1 Mei 1934, op
welken datum dus de nieuwe loonsverla
ging, welke naar men weet 4 pet. be
draagt .in werking zal treden.
Gemeenschappelijk overleg van de
besturen van gemeenten tusschen
25.000 en 4O.OOO
inwoners.
Op initiatief van het gemeentebestuur
van Almelo heeft in het raadhuis te
Amersfoort een vergadering plaats ge
vonden van vertegenwoordigers van ge
nieenten met 25.000 tot 40.000 inwoners,
zulks ter bespreking van de vraag of het
mogelijk is voor die gemeenten een ge
meenschappelijke regeling te treffen ten
aanzien van de rechtspositie van het ge
meentepersoneel.
Ter vergadering waren vertegenwoor
digd de gemeentebesturen van Almelo,
Bussum, Deventer, Ede, Gouda, Haarlem
mermeer, Hengelo (O.), Lonneker, Vlaar-
dingen en Zaandam.
Van de gemeente Helmond en Zeist
waren berichten van verhindering tot bij
woning van de vergadering ingekomen.
De vergadering stond onder leiding van
mr. N. Sigtema, burgemeester van Al
melo. Besloten werd om zich ten aanzien
van het voormelde onderwerp in den
meest ruimen zin te laten voorlichten
door de commissie van voorberiding,
welke commissie zal bestaan uit vertegen
woordigers van de gemeenten Almelo,
Bussum, Ede, Zaandam en Helmond, die
alsnog door de besturen dezer gemeenten
moeten worden aangewezen.
Wanneer is een wetsontwerp
tegemoet te zien?
Het Tweede Kamerlid Boon heeft tot
den minister van oeconomische zaken de
volgende schriftelijke vragen gesteld:
I. Kan de minister mededeelen, wan
neer een wetsontwerp, regelende crediet
verleening aan den middenstand, hetwelk
door den middenstand ten zeerste wordt
verlangd, bij de Kamer zal worden inge
diend?
II. Is ook de minister niet van oor
deel, dat de totstandkoming van zulk een
credietverleening zeer spoedeisehend ge
noemd mag worden?
Terugreis.
De „Snip" is 25 Januari van Singapore
vertrokken en 25 Januari te Bangkok
aangekomen.
Heenreis.
De „Pelikaan" is 25 Januari te Calcutta
vertrokken en 25 Januari te Bangkok
aangekomen.
De „Oehoe" is 25 Januari van Amster
dam vertrokken.
Aan boord: een passagier voor Ban-
doeng, een voor Batavia en een voor
Marserlle.
RECHT OVEREIND IN BED.
Nachtenlang niet anders dan hoesten.
„Meer dan 4 jaar lijdende te zijn is iets
dat met geen pen te beschrijven is. Geen
lucht, kortademigheid en bijna geen nacht
slapen, zoo bracht ik mijn leven door.
's Nachts zat ik dikwijls recht overeind
in bed van benauwdheid, was rillerig, had
last van koude handen en voeten. Door
mijn vrienden werd ik opmerkzaam ge
maakt op Abdijsiroop. Nadat ik een flesch
van deze bijzondere siroop had gebruikt,
kwam het slijm los en na 4 flesschen ge
bruikt te hebben, voel ik mij weer beter
dan ooit, terwijl ik thans nog steeds Ab
dijsiroop in huis heb en regelmatig ge
bruik en mij er best bij vind". Zoo schreef
ons de Heer Joh. de L. te Sch., wiens
origineele brief voor elk ter inzage ligt.
De op bijzondere wijze samengestelde
Akker's Abdijsiroop werkt heerlijk slijm-
oplossend, verzachtend, hoeststillend;
verruimt Uw ademhaling en tast Uw hoest
in de grondoorzaak aan, vermijdt etterige
slijmvorming en ontsteking. Door Abdij
siroop te nemen hebt Gij iets bijzonders
voor borst en keel en op iederen leeftijd
kunt Ge Abdijsiroop gebruiken. Thans
per flesch 1.ƒ1.50 en 2.75. Alom
verkrijgbaar.
(Adv)
Feuil leton
f
Naar het Engelsch
van
Ottwcll Binns
25)
Hij zocht naar andere verklaringen.
Was er een ander, een blanke, die Helen
had gezien en haar op deze wijze wilde
bemachtigen? De gedachte leek onge
rijmd. Toen viel hem iets anders in. De
belooning die Sir James uitgeloofd had
voor het vinden van zijn nichtje! Deed
iemand het met het oog daarop de een
of andere gewetenlooze avonturier, die,
uit vrees, dat hij-zelf een deel zou op-
eischen, zich van hem wilde bevrijden,
opdat de buit niet verdeeld hoefde te
worden? Het scheen nauwelijks moge'ijk,
en.
Zijn gedaehtengang werd plotseling
verbroken. Buiten hoorde hij het kraken
van mocassins op de bevroren sneeuw
Hij sprong op en nam zijn geweer, met
een snellen blik op het meisje, ze kreeg
een kleur van opwinding, maar de oogen,
die de zijnen ontmoetten, wax-en koud als
ijs. Hij gaf haar zyn revolver.
„Het is beter, dat u dit neemt, op het
oogenblik, juffrouw Yardely, wanf ik ge
loof dat de aanval op komst is. Maar ge
bruik haar niet voordat ik het 11 zeg.
Ze nam den revolver zonder een woord
te spreken en de hoogheid waarmee ze
dit deed, deed hem, zelfs op dit oogen
blik, zich afvragen, wat de oorzaak er
van kon zijn- Maar hij had niet veel yd
bij dit onderwerp stil te staan, want meer
voetstappen werden hoorbaar en een
stem mompelde onverstaanbare woorden-.
Hij nam een bijl op, legde die bij de hand
vlak bij de deur en doofde het licht.
De hut was nu vol schaduwen, maar
toch kon hij het gezicht van het meisje
nog onderscheiden in den gloed van het
vuur en hij zag tot zijn voldoening, dat
ze onbevreesd was. Maar de plaats, waar
ze stond was niet veilig en hij moest haar
vragen ergens anders te gaan staan.
„Het is beter, dat u hier in den hoek
komt, juffrouw Yardeley. Hij ligt buiten
het bereik van pijlen door het venster.
Die barricade van mij kan het niet lang
uithouden en ze zullen zeker bij hev
raam beginnen."
Het meisje antwoordde niet, maar ver
anderde van plaats en op hetzelfde oogen
blik klonken twee of drie bijlslagen (zoo
als hij vermoedde) tegen het percament
van het venster. Maar de barricade hield
liet uit. De aanval echter hield aan en
toen de geïmproviseerde verschansing
begon mee te geven, hief Stane zijn ge
weer omhoog.
„Er zit niets anders op," fluisterde hij
Het volgend oogenblik weerklonk een
schot, dat gevolgd werd door een kreel
van pijn.
„Het eerste bloed," zei hij grimmig.
Er was een oogenblik rust en toen werd
iets zwaar tegen de verschansing gewor
pen, zoodat die de kamer inviel. Terwijl
dit gebeurde werd de loop van een ge
weer voor de opening gelegd en werd er
blykbaar op goed geluk af gevuurd De
kogel trof den muur der hut, ruim twee
nieter van de plaats, waar Helen stond
Stane wendde zich snel tot haar.
„Zooveel mogelijk in den hoek, juf
frouw Yardeley; dan is er geen gevaar,
tenzij er een kogel terugspringt."
Helen gehoorzaamde. De opwinding
van het oogenblik deed haar haar boos
heid vergeten en toen ze hem zag staan,
terwijl hij kalm en onverstoorbaar de ge
beurtenissen afwachtte, werd ze van op
rechte bewondering vervuld. Wat ook
zijn zonden waren, hij was een man!
Toen kwam een nieuw soort aanval.
Pylen van verschillende punten afge
schoten, begonnen door de hut te vliegen
en bleven met een nijdig geluid in de
wanden der hut steken. Stane berekende
de hoeken, die ze konden maken en
lachte kort. „Ze verknoeien nu hun tijd.
Die list gaat niet op."
De vlucht van de pijlen bleef eenigen
tijd aanhouden en toen volgde, wat Stane
vreesde. De opening van het raain werd
plotseling lichter, teekenile zich scherp
af tegen een gloed van buiten en het vol
gend oogenblik werden drie bossen
brandende takken naar binnen gewor
pen. Stane vuurde tweemaal gedurende
deze operatie, maar of hij raakte of niet,
wist hij niet.- Eén der brandende bun
dels viel op de slaapbank, die weldra in
üchte laaie stond en de hut vulde zich
met rook. Tegelijkertijd ontwaardden de
belegerden een hevig geknetter buiten
en het uitzicht op het met sneeuw be
dekte meer werd verlicht door een steeds
sterker wordenden gloed. Stane begreep
onmiddellijk de beteekenis van dit ver
schijnsel en keek naar het meisje.
„Ze trachten de hut in brand te ste
ken," zei hy, „ik ben bang dat het een
troep duivels is, juffrouw Yardely. We
moeten óf hier blijven en stikken of
verbranden of buiten aan den slag."
„Laten we dan naar buiten gaan," sprak
het meisje vastberaden.
Jk geloof niet, dat ze u kwaad zullen
foen. Ik meen, dat hun dat verboden is,
maar.
„Heeft Miskodeed u dat verteld?"
Eén oogenblik stond hij versteld bij
deze vraag, maar toen hij merkte, dat ze
wist van het laatste onderhoud met Mis
kodeed, antwoordde hij eerlijk.
„Ja! U moet levend gevangen worden,
maar ik moet sterven, volgens het opge
maakte programma!"
„O, neen, neen!" riep ze plotseling ver
schrikt uit. „U mag niet sterven. U moet
vechten! U moet leven, leven! Ik wil niet
dat u sterft!"
Bij het helder wordende licht in de hut
kon hij haar gezicht duidelijk zien en de
angstige bezorgdheid in haar oogen
schokte hem meer, dan ooit het dreigend
gevaar hem had kunnen doen. Eén
oogenblik vergat hij zich-zelf en strekte
zijn hand naar haar uit-
„Lieveling!" stamelde hij. „Mijn lieve
ling!"
„Dus je weet zeker, dat ik dat ben?"
riep ze uit.
„Ik weet het al maanden lang!"
Ze bewoog zich even om dichter bij
hem te komen en toegevend aan het
plotseling opkomend verlangen, sloeg hij
zijn arm 0111 haar heen.
„Als je dood gaat...." begon ze en
zweeg; een rookwolk omhulde hen.
„Ik denk, dat daar niets aan te doen
is," antwooYdde hij. „Maar ik ben blij, dat
ik dit oogenblik gehad heb."
Hij bukte zich en kuste haar, terwijl ze
snikte.
„Dan zal ik ook sterven!" zei ze. „We
zullen samen stervenmaar het zou
zoo heerlyk geweest zijn om te leven."
„Maar jij zult leven," sprak hij. „Je
moet leven. Er is geen reden, waarom jij
zou sterven."
„Maar waarom zou ik leven?" riep ze
uit. „En waarom moet ik gespaard blij
ven? Weet je daar iets van
„Ja," antwoordde hij snel en legde haar
in korte woorden uit, wat hij van de zaak
dacht. „Als ik het wel heb, zal jouw geen
kwaad geschieden- En we moeten gaan.
Het is tijd. Kijk!"
Een klein vuurtongetje kroop door de
blokken aan het einde der hut en'de blok
ken, waar de slaapbank gestaan had, be
gonnen verraderlijk te knetteren en te
sissen. De rook was dikker geworden en
de lucht was scherp en verstikkend. Hij
verliet een oogenblik haar zijde en
keerde met haar bontkleeren terug.
„Je moet die aantrekken," zei hij, „an
ders bevries je buiten."
Hij zelf had zijn bontjas aangetrokken
en toen hij haar erin geholpen had, nam
hij zijn geweer en wees op het pistool, dat
ze nog vasthield.
„Je hoeft het niet te gebruiken buiten",
zei hij. „Houdt het voor voor als het
noodig is. Begrijp je me?"
„Ik begrijp je," antwoordde ze kalm,
wetend, dat ze als laatste redmiddel zou
moeten toepassen, wat veel vrouwen van
haar' ras vóór haar gedaan hadden.
„Ik zal eerst gaan," zei hij. „En je moet
minstens een minuut wachten, voor je
naar buiten gaat. Ik zal trachten de bos-
schen aan den achterkant te bereiken en
als het 111e lukt, moet je me volgen. Be
grepen?"
„O, mijn man, myn man!" riep ze met
bevende stem, wetend, dat al sprak hij
luchtig, hij weinig hoop had te ontkomen.
Niet wetend, hoe haar te troosten of
gerust te stellen omhelsde Stane haar
nogmaals, kuste haar en bleef toen een
oogenblik staan luisteren. Buiten was
alles stil en al het leven, dat er had kun
nen zijn, werd overstemd door het steeds
luider wordende geloei en geknetter van
het vuur-
„Nu?" zei hij. „Nu?"
Hij liet den sluitboom zakken, wierp de
deur plotseling open en snelde naar bui
ten.
Een gegil begroette Stane's verschij
ning en hij zag een groepje mannen op
eenigen afstand van de hut staan. Onder
het loopen vuurde hij op hen van terzijde
en wendde zich geheel naar links. Twee
mannen verschenen plotseling van ach
ter de boomen om hem den weg te versper
ren, zoo snel, dat hij geen tijd had te vu
ren, voordat één van de twee hem gegre
pen en geklemd in de armen van zijn
en één oogenblik worstelden ze samen,
toen, terwijl de andere man nog kwam
aansnellen, verscheen er een donkere ge
daante van achter een dikken stam vlak
bij de plaats, waar de beide mannen voch
ten en Stane zag plotseling een mes glin
steren, toen de gloed van het vuur er op
scheen. Hy kon zichzelf niet meer hel
pen en gekimd in de armen van zijn
tegenstander, wachtte hij den dreigenden
stoot af. Twee maal daaldt het mes neer
en de greep van zijn tegenstander ver
slapte plotseling, terwijl de man langzaam
op den grond gleed. De toesnellende man
had nu het terrein van den strijd bereikt.
Hij had een bijl in de hand en hij trof
eerst den onbekende, die zijn makker had
gedood en de onbekende viel ter aarde als
een steenblok. Voordat Stane van zijn ver
bazing bekomen was, were de bijl ten
tweede male opgeheven. Hij sprong op
den man af, juist toen de bijl neerdaalde.
Deze raakte even een boomtak en draaide
daardoor, zoo, dat zij zyn hoofd slechts
ter zijde raakte. Hij viel bewusteloos
neer. Terwijl hij viel hief de Indiaan nog
maals de bijl op Maar voordat de slag
kon neerkomen, knalde een geweerschot
in het bosch achter hem; de aanvaller
sprong in de lucht en sloeg voorover op
den grond.
(Wordt vervolgd.il