Buitenlandsch Overzicht. HONIG'S OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND Liefde in de Wildernis DINSDAG 30 JANUARI 1934 62ste JAARGANG KONIJN's Vleeschwaren i zijn tóch heerlijker Uitbreiding van de Japan sche vloot gewenscht? Een tien-jaren-plan Mantsjoekwo. in De vlootconferentie te Singapore. Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53, De verjaardag van den Duitschen keizer. HELD Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wiel ingen en Texel f 1.65;binnen- and f 2.-, NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f3.20 Losse s. 4ct.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad esp, f 0.50 f 0.70, f 0.70.f l._ Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 11.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v b C. DE BOER Jk. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Giro re kening No. 160(56. ADVERTENTIËN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekstl dubbele prqs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Verwacht wordt dat het Duitsch-Poolsche accoord een ver' sterking van den Europeeschen vrede beteekent. In Frankrijk is het kabinet Zaterdag afgetreden. Het accoord tusschen Duitschland Polen. en Over het Duitsch- Poolsche verdrag, dat Vrijdag gesloten is, heerscht over het ge heel genomen, groote voldoening in Euro pa, men verwacht er algemeen een vestevi- ging van den Europeeschen vrede van en de afsluiting ervan mag dus een groote voldoening geven. In regeerings- kringen te Warschau wordt er vooral de aandacht op gevestigd, dat het pact niet afhankelijk gesteld is van het bestaan van eenigerlei internationale instellingen, temeer daar deze onder den invloed kun nen staan van een wisselvallig lot. Verder wordt gezegd, dat de thans tot stand gebrachte pacificatie van de betrekkingen tusschen de beide lan den een versterking van den Euro peeschen vrede beteekent, Niet in de laatste plaats wordt de lange periode van 10 jaar, waarvoor de overeen komst is gesloten, als een belangrijk feit, ook van oeconomische strekking beschouwd. De regeeringsgezinde Kurjer Poranny schrijft, dat de overeenkomst de Duitsch- Poolsche betrekkingen belangrijk verbe tert en een belangrijke stap beteekent op den weg naar pacificatie van geheel Europa. De Kurjet Polski, het blad van de grootindustrie, legt den nadruk op de om standigheden, dat de bestaande inter- nationaale regelingen door het nieuwe verdrag in het geheel niet in het gedrang komen. Ook de Engelsche pers heeft het ver drag gunstig ontvangen. De Times verklaart, dat dit de eerste maal is dat beide landen een politiek verdrag in zulk een vriendschappelijke!! geest en blijken van goeden wil hebben onderteekend. Ofschoon, aldus het blad, natuurlijk niemand kan gelooven dat hier door de kwestie van de Poolsche corridor CARLOS MEN Dl ETA, leider der nationalisten, thans president van Cuba. Heeft op het onrustine eiland de regeering op zich genomen. „Waarom, zei hij, zou ik over dit verdrag niet tevreden zijn. Het regelt op zeer vreedzame wijze de Duitsch- Poolsche betrekkingen en draagt daardoor bij tot den terugkeer van de internationale samenwerking. Het vriendschapsverdrag met Polen wordt in de geheele Berljjnsche pers met vreugde en genoegdoening begroet. De Volkische Beobaehter schrijft, dat liet pact de politiek van vrede en openlijke gedachten wisseling voortzet, die de leider gekenmerkt heeft als zijn buitenlandsch politiek program. Kabinetscrisis in Frankrijk MUST AF A KEMAL, Turkije's president, die zijn land volgens een grootsch vijf jarenplan wil indüstrialiseeren. geregeld is, schijnt toch het vooruitzicht grooter te zijn, op een goede verstand houding tusschen beide landen. De Daily Herald schrijft, dat de onderteekening van het Duitsch- Poolsche verzoeningsverdrag den ge- heelen internationalen toestand ver betert. In Frankrijk heeft het totstandkomen van het verdrag grooten indruk gemaakt, Wij laten hier eenige persstemmen vol gen. De Berlijnsche vertegenwoordiger van het Journal schrijft, dat de onderteeke ning van dit verdrag in diplomatieke kringen eenige verrassing heeft teweeg gebracht en bij de openbare meening eenige sensatie. Ofschoon aan beide zij deal nog groote moeilijkheden blijven be staan, is de politieke hemel tusschen Duitschland en Polen toch opgeklaard. De Matin noemt het verdrag een ge beurtenis van groote beteekenis. Het be wijst, dat Duitschland de bondgenoot schappen van Polen met Frankrijk en met Roemenië, zonder voorbehoud er kent en dat het zich niet wil mengen in de birineniandsch-politieke aangelegen heden van Polen. De Excelsior verwacht, dat het ver drag door de Fransche openbare meening gunstig zal worden ontvan gen, daar hierdoor de moeilijkheden aan de Weichsel voorloopig zijn weggenomen, waardoor de verant woordelijkheid van Frankrijk lichter wordt gemaakt, Paul Boncour, de Fransche minister van buitenlandsche zaken heeft tegenover journalisten zijn voldoening te kennen ge geven over de totstandkoming van het verdrag. Reeds eenige dagen hing boven de Fran sche regeering het ontslag als het zwaard van Damocles. De sla gen, die het in de laatste weken, tenge volge van de ernstige financieele schan dalen heeft gekregen, heeft het kabinet niet kunnen overleven en Zaterdag is liet in zijn geheel afgetreden. In den kabinets raad van Zaterdagmiddag is daartoe be sloten. Tegen vijven Zaterdagmiddag begaven de ministers zich naar het Elysee om den President der Republiek het ontslag van het kabinet aan te bieden. De President aanvaardde het ontslag en verzocht de ministers de loopende zaken te blijven waarnemen. Over den kabinetsraad, waarin het be sluit tot aftreden werd genomen, meldt een communiqué: De minister-president stelde zijn col lega's op de hoogte van de omstandighe den, waaronder het aftreden van den mi nister van justitie plaats had. De minister van justitie, die in verband met de affaire- «Cacazan, welke vijf jaar geleden is en welke in geenerlei verband staat met de zaak-Stawisky, beschuldigd is, heeft het in overleg met den inin.-president zijn plicht geacht, zijn vrijheid van handelen volledig te hernemen om ziel) te kunnen verdedigen en de waarheid te doen vast stellen. De min.-president heeft dienten gevolge het ontslag aanvaard. In verband met den hierdoor geschapen toestand verklaarde Chautemps, dat zijn regeeringsleiding de laatste dagen her haaldelijk door een groote meerderheid van beide Kamers was goedgekeurd. Het tand in het verre Oosten. H1ROTA. de Japansche minister van buitenlands! he zaken. openbare leven staat op het oogenblik echter onder invloed van de verwarring, die het financieele schandaal heeft ver oorzaakt, dat bovendien als middel tot politieke propaganda is gebruikt. Het af treden van den minister van justitie maakt de regeering de vervulling van haar plicht in een rustige atmosfeer nog moeilijker. Minister-president Chautemps heeft daarom zijn collega's meegedeeld, don President het ontslag van het heele kabinet aan te bieden, om een nieuwe re- geering de voortzetting van den arbejd mogelijk te maken. De kabinetsraad heeft dit voorstel aangenomen. Chautemps, de afgetreden minister-pre sident, heeft geweigerd een nieuwe op dracht te aanvaarden, verwacht wordt, dat Herriot door den president der republiek zal worden aangezocht. HET KABINET CHAUTEMPS EN DE ZAAK-STAWISKY. Weer relletjes te Parijs- Er hebben Vrijdagavond op verschil lende punten van Parijs weer relletjes plaats gehad. Een groep betoog.os, die van de Place de République vertrokken was, wist ondanks den tegenstand van de politie de Place Madéleine te bereiken on der het uitroepen van kreten: Weg met de dieven. Een groep van 300 man wilde de richting van het Kamergebouw uit trekken, maar werd op de Place de la Concorde verspreid. Eenigen tijd later poogde een honderdtal betoogers het de partement van oorlog te bereiken: ook dezen werden door de politie uiteen ge dreven. Tegelijkertijd poogde een troep van 600 man van het Gare du Nord naai de Rue de Lafayette te trekken. Er ont stond een botsing met de politie, waarbij twee agenten werden gearresteerd. Op verschillende andere punten verzamel den zich nog kleinere groepen. Het bleef den heelen avond onrustig op de boulevards. Graaf Osoemi, de Japansche minister van marine, heeft Zaterdag in de Kamer verklaard, dat Japan na afloop van het verdrag van Washington een herziening moeten aanvragen van de verhoudigs- cijfers 553 zooals die thans voor de vloten van Fingeland, Amerika en Japan gelden, omdat 60 pet. van de vlootsterkte der beide andere mogendheden niet lan ger voldoende zal zijn voor de verdedi ging van Japans vitale belangen, tenzij voor den afloop van het verdrag de ont wapeningsconferentie in een of anderen vorm een tastbaar resultaat zou hebben verkregen. Het eerste tienjaren-plan, dat de nieuwe staat Mantsjoekwo heeft opgesteld bevat o.a. den aanleg van 1000 km nieuwe spoorwegen. Dit plan wordt reeds met groote snelheid ten uitvoer gebracht en bij den aanleg der spoorwegen wordt rekening gehouden zoowel met de strate gische behoeften als de oeconomische ont wikkeling. De spoorwegen moeten n.1. kunnen dienen voor een snel vervoer van troepen en materiaal en tevens, behalve ontwikkeling brengen aan tot dusver on bereikbare gebieden, ook den uitvoerhan del van de Russische haven Wladiwostock afleiden naar de havens in Mantsjoerije en Korea. Het net van spoorwegen zal er ook toe bijdragen de bandieten uit te roeien. Op vallend is, dat een groote aanleg ge schiedt rechtstreeks Noordwaarts naar de rivier Amoer en naar het N.W., ter wijl voor verbinding gezorgd wordt met de hoofdlijn, den Zuid Mantsjoerijschen spoorweg. De vele havens in Korea worden op het oogenblik uitgebreid en gemoderniseerd daar zij tot dusver slechts accomodatie konden verleenen voor schepen niet veel grooter dan visschersvaartuigen. Batavia, 27 Jan. lAneta). De Straits- bladen en de Indische pers hielden zich de laatste dagen bezig met het onver klaarbare uitblijven van verdere bijzon derheden over het verloop van de reis van den gewezen Britschen Hoogen Com missaris voor Egypte, Lord Allenby, die 8 Januari j.1. op Java arriveerde, door den Gouverneur-Generaal in audiëntie werd ontvangen, daarna Bali zou bezoe ken, doch omtrent wien daarna niets meer werd vernomen. Uiteraard brachten de bladen, die deze aangelegenheid op prominente plaatsen op de voorpagina's bespraken, de klaarblij kelijke plotselinge reisplanverandering, waaromtrent de meest strikte geheimhou ding in acht was genomen, in verband met de vlootconferentie welke momenteel te Singapore aan boord van den Brit schen kruiser »Kent« wordt gehouden. Aneta is thans in staat hieromtrent de volgende bijzonderheden te brengen, welke, om begrijpelijke redenen, tot dus ver niet ter publicatie konden worden vrij gegeven Tijdens het verblijf van Lord Allenby op Java ontving de Indische recherche een telegram van den politieleen inlich tingendienst uit Washington, waarin werd gemeld, dat op het leven van Lord Allen by door een aantal lieden van buiten landsche, niet Nederlandsche, nationali teit een aanslag was beraamd. In dit tele gram werd het signalement der verdachte meegeseind. De Procureur-Generaal trof onmiddel lijk alie noodzakelijke maatregelen en liet Lord Allenby en zijn gezelschap o.a. voortdurend door een gewapende politie macht «schaduwen». Dat de uit Washington verkregen waar schuwing niet voorbarig was, zou o.a. uit het feit zijn gebleken, dat in het Hotel in Buitenzorg waar het Hooge gezelschap logeerde, een drietal buitenlanders van de door Washington opgegeven nationa liteit, hun intrek namen,die onmiddellijk door de politie werden verwijderd. Hoewel Lord Allenby er oorspronkelijk op stond om zijn reis conform het uit gestippelde reisplan voort te zetten, is de hooge gast later van meening veran derd op grond van het hinderlijke dat gelegen is in het reizen onder voortdu rende politiebescherming. Daarom is hij in het geheim incognito Per K.N.I.L.M.-vliegtuig naar Medan ge- Comestibles Delicatessen. Telefoon 420. vlogen, vanwaar hij verder is doorgereisd, zoodat hij thans Ned.-Indië heeft verlaten. Omtrent de momenteele reisbestem- ming, reisgelegenheid en andere bijzon derheden zijn geen inlichtingen verkrijg baar. Monarchistische oud-officieren naar huis gestuurd. De ex-keizer heeft Zaterdag zijn 75sten verjaardag gevierd. Er was om het kas teel, waarschijnlijk ook in verband met het slechte weer, weinig belang stelling. Hier en daar zag men vlaggen; op het poortgebouw de zwart-wit-roode vlag. Op het kasteel zelf de Hohenzollern- vlag en op de orangerie de vlag van prinses Hermine. Een hakenkruisvlag viel nergens waar te nemen. Nu en dan begaven zich inwoners van Doorn naar het poortgebouw om de registers te tee kenen. Vrijdag en Zaterdag zijn er groote hoeveelheden telegrammen en schrifte lijke gelukwenschen op het kasteel be zorgd. De meeste gelukwenschen kwa men uit Duitschland. Ook werden vele honderden bloemstuk ken op het kasteel afgegeven. Velen had den ook de bloemen achterwege gelaten en vervangen door een gift voor het win- terhulpwerk van prinses Hermine. Om half tien werd begonnen met een godsdienstoefening in de hall van het kasteel, welke geleid werd door pastor Schneller uit Keulen en welke door alle familieleden en een groot deel van liet huispersoneel werd bijgewoond. Als tekst van de preek had pastor Schneller ge kozen, de slotverzen van Pslam 73. Alle aanwezige heeren waren in civiel gekleed. Na de godsdienstoefening kregen de aanwezigen gelegenheid den keizer ge luk te wenschen en hun cadeaux aan te bieden. Vele cadeaux bestonden uit bij dragen voor het nieuwe Pinetum van den ex-keizer. Zaterdagavond werd een feestdiner ge houden. De dag zou worden besloten met de vertooning van de Bali-film. Wij vernemen nog, dat generaal Ma- ckenzen Zaterdag op huize Doorn is ge komen om de gelukwenschen van het oude leger aan den keizer over te bren gen. Ook rijkspresident von Hindenburg had gelukwenschen gezonden. De Konin gin-moeder zond bloemen. Reuter meldt uit Berlijn: Een aantal leden van de Nationale Of ficieren Liga waren Zondagavond bijeen gekomen om den verjaardag van den ex- keizer te vieren. Even voor middernacht werd het ge bouw, waar de bijeenkomst plaats had, door politie en S.A. omsingeld en toen klokslag twaalf, volgens gewoonte, een toast werd uitgebracht op den keizer, Feu i11 eto n Naar het Engelsch van Ottwell Binns 86) HOOFDSTUK XVIII. Een dood meisje. „Aha! Zoo is het beter. Bij den hemel, dat was door het oog van den naald. De woorden drongen tot Stane dooi, toen hij de oogen opende en werden ge volgd door andere, die hij instinctief ge hoorzaamde. „Drink nog wat- De whisky zal je goed doen." Hij slurpte uit den tinnen beker die voor zijn lippen gehouden werd en hoest te, toen het scherpe, sterke vocht-in zqn keel brandde. Toen ging hij zitten en keek den man, die hem zoo vriendelijk hl®Wiea- wie ben je?" vroeg hij zwak „Ik ben Jean Bénard. Ik kom langs het meer hoor schieten en zie mijn hut bian- den als een hel. Ik denk daar is iets niet pluis en trek me terug in de bosschen. Toen zie ik u naar buiten rennen en hoor u schieten onder liet loopen. Ik zie dien grooten man met u vechten, zie dat die door een ander neergeveld i\ordt, die ook valt en toen de man met de bijl naar u toekomt, begin ik te schieten. Ik ben in het bosch en de duivels zien me niet en ik schiet ze neer, un deux, trois! Ze liggen daar nog. De anderen werden bang en gingen loopen zoo hard als een eland die door wolven vervolgd wordt. Het gaat prachtig en ik schiet, terwijl ze vluchten en tenslotte blijf ik alleen over Ik schop sneeuw met mijn sneeuwschoe- nen op de brandende hut, want ik hond van die petite cabine als van een king en toen denk ik, ik ga eens naar u kijken- U niet dood, dus ik schenk warme whisky in uw mond en u keert terug van de ge lukzalige jachtvelden. Dat is de heele ge schiedenis." „Maar Helen?" riep Stane uit, In de rondte kijkend. „Waar...." „Ik heb geen meisje gezien," antwoordde de wildjager. „Ik wist niet, dat er. „Dan hebben ze haar meegenomen," riep Stane uit, terwijl hij overeind sprong en rond keek. Jean Bénard keek ook rond. Behalve de gestalten, die voorover in de sneeuw lagen, waren ze geheel alleen. „Dat moet wel," zei hij, „als er een meisje geweest is." Hij keek Stane aan, als twijfelde hij aan zijn verstand en Stane stelde hem gerust. „Ik ben niet gek geworden, Bénard. Er was een blank meisje bij me in de hut, juffrouw Yardeley. Je hebt er wel van gehoord!" „Juffrouw Yardeley! Is die hier?" riep de wildjager, plotseling opgewonden. „Ze was hier", verbeterde Stane. „Tk denk, dat ze haar ontvoerd hebben- We moeten haar volgen." „Oui, oui", antwoordde Bénard. „Ik heb van haar gehoord. De agent in Fort Malsum heeft me gezegd, dat ik goed uit moest kijken. Er is een belooning...." „We moeten haar vinden", viel Stane in de rede. „Je moet me helpen. Ik ver dubbel de belooning. Begrepen?" „Oui, ik begrijp u, m'sieur. Dat meisje is u vee] waard." „Ze is mij alles waard." „Dan zullen we gaan zien, mêsieu. Maar eerst voeren we de honden en laten ze uitrusten. Dan gaan we vlugger later, vous comprenez? Ik zal eten klaar ma ken, dan zal uw hoofd tot rust komen en daarna gaan we als de wind." De wildjager liep de nog smeulende hut in en begon zich met de toebereidselen bezig te houden, terwijl Stane weer rond keek- De duisternis en de gestalten, die in de sneeuw lagen, maakten het tooneel van den strijd onbeschrijfelijk troosteloos en één oogenblik bleef hij onbewegelijk staan; toen liep hij naar de plaats, waar hii neergeveld was, als viel hem plotse ling iets in. Daar lagen drie gestalten wonderlijk dooreen op de sneeuw, en aan één van deze dankte hij zijn leven. Aan welke? Twee dooden lagen met het ge zicht in de sneeuw, maar de derde lag op den rug, het gezicht naar den hemel ge keerd. Hij bukte en bekeek het gezicht. Het was dat van een man, met wien hij geworsteld had en die neergeveld was met het mes, waarvan hij verwacht had, dat hem zelf zou treffen. Hij keek naar de beide anderen. Een bijl lag vlak bij de hand van den één en hij twijfelde er niet aan of dat was de man, die hem had wil len dooden. De derde, was zijn redder. Hq keek weer -en toen hij de kleeding zag. kromp zijn hart van angst ineen, want het was die eener vrouw. Hij viel op de knieën, draaide het lichaam om en hoog zich over het gezicht. Maar hij deinsde terug en een luide kreet ont snapte zijn lippen. Op dezen kreet kwam Jean Bénard uit de hut naar liem toe rennen. „Wat is er, m'sieu?" vroeg hij, toen hij Stane bereikt had, die knielde, onbe wegelijk, als ware hij in steen veranderd. „Het is een dood meisje," antwoordde Stane haperend.„een meisje, dat voor mij haar leven liet." De wildjager boog zich over het neer gevelde lichaam en riep toen uit: „Miskodeed!" „Ja. Miskodeed. Ik wist niet, dat zij het ij-as. Zij doodde den één met haar mes en werd neergeslagen door den ander'.' „Dien ik niet een kogel gedood heb." Een oogenblik bleef Jean Bénard zwij gen, maar toen hij sprak, klonk er aan doening in zijn stem. „Ik ben blij, dat ik dien man gedood heb. Als ik het niet had gedaan, zou ik hem de heele wereld door vervolgd heb ben tot het gedaan was" Een snik maakte hem eenige oogenblikken het spreken onmogelijk. „Ah, m'sieu, ik had dat meisje lief. Ik zei tot mezelf, den heelen weg van Good Hope af, dat ik met haar zou trouwen en den prijs, dien ik haar vader zou betalen, heb ik op de slede. Ik zag haar den vorigen winter, maar ik wist toen nog niet, hoe het met me stond; maar toen ik weg was, riep rnjjn hart om haar en ik nam het be sluit. En nu is ze dood! Daar heb ik nooit aan gedacht! Ik dacht alleen maar aan de gelukkige jaren, die we samen zouden hebben1" Hij liet zich plotseling in de sneeuw vallen en boog zich over het gezicht, ter wijl hij snikte, zooals slechts een sterke man kan snikken. Hij bukte zich dieper en kuste de ijs koude lippen, terwijl Stane moeizaam op stond ?n een eind weg ging. Hij kon het niet verdragen Jean Bénards verdriet te zien- Terwijl hij naar liet bosch tuurde, zag hij weer het gezicht van het Indiaan- sche meisje voor zich, toen ze hem fluis terend gevraagd had, of hij Helen niet kon verlaten; de klank van haar stem klonk hem weer in de ooren en hij wist. dat hij nu wel mocht weten, dat het kind der wildernis hem haar liefde geschonken had, ongevraagd. Ze had van hem gehouden en ze was voor hem gestorven, terwijl de man, die haar lief had, nu bij haar lijk weende. De tragiek van dit alles schokte hem en de ironie van Jean B(nards verdriet was bijna ondragelijk. Een diepe verslagen heid vulde zijn hart en hoewel hij zich niets te verwijten had, berouwde het hem, dat hij haar zoo heftig had afgewezen. Al haar woorden kwamen hem weer voor den geest. Ze moest geraden hebben, dat hij Helen liefhad; toch had ze, in de vol heid harer liefde haar leven gewaagd en was ze zonder aarzelen voor hem den dood ingegaan. Hij begon heen en weer te loopen, in stinctmatig trachtende warm te worden, terwijl hij geheel verdiept was in Misko- deeds tragedie; maar na eenigen tijd keerden zijn gedachten tot Helen terug en hij liep snel naar de plaats, waar Jean Bénard in de sneeuw geknield lag. Het gezicht van den wildjager was verbor gen in zijn handen. Even aarzelde Stane, toen legde hij een hand op den schouder van den man. „Jean Bénard," zei hij rustig, „er is werk te doen." Bénard richtte zich langzaam op en hij het zwakke licht, dat door de sneeuw weerkaatst werd, kon Stane het verdriet van den man op zijn gezicht lezen. „Oui, m'sieu! We moeten haar begra ven; ma petite Miskodeed." „Ja, dat ook- Maar er is nog ander werk." „Ik zou niet kunnen verdragen, te moe ten denken, dat de wolven haar opalen." „Ik zal je helpen, Jean. En dan moet jij mij helpen." „Non, m'sieu. Hulp heb ik niet noodig. Ik zal zelf de laatste eer bewijzen aan ma pauvre Miskodeed. Mijn handen, die haar hadden willen streelen en vertroe telen, zullen haar helpen; en ik, die voor haar had willen sterven, ik zal haar be graven. U, m'sieu, moet de gebeden zeg gen, want ik weet niets van die dingen af, maar. „Roep me, als je klaar bent", viel Stane hem in de rede en keerde zich om, want dit was meer dan hij kon verdragen. Hij ging naar de hut en hield zich bezig met het maal, waar de wildjager mee be gonnen was en na eenigen tijd riep Jean Bénard hem. De man had het doode meisje in een deken gewikkeld en had de toppen van twee, dicht bij elkaar groeiende, denne- boompjes bijna tot op den grond neerge bogen; een touw van de slede hield ze daar bijeen. Aan de hoornen had hij het doode lichaam bevestigd en hij stond er bij met een mes in de hand. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1