Buitenlandsch Overzicht.
DIAMANT
Hederlandsche Middenstandsbank
OosLlndië.
HONIG S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor 10 ct.
Bak- en Braadvet
NIEUWSBLAD VOOR OEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS
No. 7387 EERSTE BLAD
DONDERDAG 1 FEBRUARI 1934
63ste JAARGANG
KONINGSTRAAT 7
Handelscredieten Girorekening
Deelneming door ambte
naren aan kansspelen.
De zware Westmoeson.
J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53,
De Koningin en de Prinses
in Den Haag terug
De scheepvaart op het
IJselmeer.
Valsche bankbiljetten van
twintig gulden.
Liefde in de Wildernis
m soyp-a
V .'iXi
Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringtnen Texel f 1.65;binnen-
land f 2.— Nederl. Oost- en West-indii per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overigelanden 13.20 Losse nc a. 4 ct.;fr.p.p 6 ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,11.— Modeblad resp. 1 1.20,11.50, 1 1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 et. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Een uiteenzetting van Hitier over de binnen' en buitenland'
sche politiek. Daladier is er in geslaagd een nieuw kabinet
samen te stellen.
slechts weer gelukkig kan zijn onder
rle bondsvorsten, die van oudsher
hier hebben geregeerd. (Stormachtig
applaus).
Neen. Eén volk zijn wij en in één rijk
Duitsdiland heeft
zijn eersten verjaar
dag van de nationaal-
socialistische revolu
tie gevierd en ter
herdenking van dit
feit is de Rijksdag bijeengekomen, waar- WM
in Hitlgr een groote redevoering gehou- willen wij leven. Bij allen eerbied voor de
den heeft, waarbij hij het doe) van de bui- j beteekenis der monarchie, bij alle respect
tenlandsche politiek heeft uiteengezet, voor de werkelijke groote keizers en ko-
TSSSttS «M*» geschiedenis,
die zich in Duitschland hebben voltrok
ken.
Wat de kwestie van de binnenlandsche
politiek bangaat sprak Hitier de hoop uit,
dat er overeenstemming zal worden be
reikt bij de Evangelische kerken. De
nationaal-socialistische staat heeft zijn
achting bewezen voor het christelijk ge
loof, maar verwacht nu dezelfde achting
der confessies voor de sterkte van den
nat.-soe. staat. (Langdurige toejuichin
gen.)
De nat.-soc. partij kan onder geen
beding dynastieke belangen en de
resultaten van de politiek dezer be
langen beschouwen als verplichtin
gen: die in de toekomst altijd geres
pecteerd moeten worden.
staat toch de kwestie van den definitie
ven staatsvorm van het Duitsche rijk
thans buiten elke discussie.
Ook de Saarkwestie kwam natuurlijk
ter sprake; Hitier zeide dat het motief
waarom Duitschland de Saarkwestie nu
reeds wilde afhandelen berustte op de
volgende overwegingen;
1. De Duitsche regeering is, na oplos
sing dezer kwestie bereid, de uiterlijke
formuleering van het Locarno-pact ook
innerlijk te aanvaarden.
2. De Duitsche regeering vreest, dat al
zal een enorme meerderheid voor
Duitschland stemmen, toch gedurende de
voorbereiding der stemming de nationale
hartstochten der propaganda worden op
gezweept.
3. Onverschillig hoe de stemming af
loopt, in elk geval zal zij bij een der
heide landen het gevoel eener nederlaag
achterlaten.
4. Wij zijn overtuigd, dat als Frankrijk
De Duitsche stammen zijn de van God j deze kwestie te voren in een gemeen
ten nog in den oorlog zij aan zij met
de Duitsdhers hebben gevochten.
Als de Oosten rij ksche regeering het
noodig acht, deze beweging met alle mid
delen te onderdrukken, is dat haar eigen
zaak. Zij moet dan ook voor de gevolgen
daarvan de verantwoordelijkheid dragen.
De Duitsche regeering heeft uit de actie
tegen het nationaal-socialisme eerst con
sequenties getrokken, toen er Duitschers
in Oostenrijk door werden getroffen.
Duitschland kan niet dulden, dat zijn na
tionale symbolen worden gesmaad, zooals
dat in Oostenrijk is geschied.
Hitier gaf Oostenrijk den raad om,
evenals Duitschland dat gedaan heeft, een
stemming te laten houden, ten einde na
te gaan of het volk van Oostenrijk het
met de politiek der regeering eens is.
Moge het lot 'geven, dat ten slotte toch
de weg wordt gevonden voor een bevre
digend accoord tusschen Duitschland en
Oostenrijk, ging de rijkskanselier verder.
De Duitsche regeering is bereid, met
volle eerbiediging van den. vrijen wil van( KONUN's Vleeschwaren
het Oostennjksche Deutschtum, de hand
ter verzoening te reiken.
We hebben hier nu de voornaamste
passages uit de redevoering van den
rijkskanselier overgenomen. Elders in
dit blad vindt men nog een en ander over
de drukte en feestelijkheden op dezen
gedenkdag.
gewilde bouwsteenen van ons volk;
Hitier, de Duitsche rijkskanselier.
politieke vormen der staten zijn
schenwerk en dus vergankelijk.
Voor het nationaal-socialisme geldt
slechts één beginsel: het in stand
houden van het Duitsche volk. Op
deze plaats zou ik opnieuw willen
protesteeren tegen de thans weer op
duikende stelling, dat Duitschland
DAnnxnilAlll aan a,,e soorten
ff eparatie l l wllen Kleedins,
Kousen en Sokken (ook de allerfijnste). Vraagt
on^e eigengebreide Sport- en Schoolkousen. JAAP
SNOR, Zuidstraat 19, (Let op den gelen winkel).
de i schappelijke overeenkomst had willen op
lossen, de geheele Saar-bevolking deze
regeling gaarne zou hebben aanvaard.
Ik betreur het nu nog, dat men aan
Fransche zijde deze gedachte niet meen
de te kunnen aanvaarden. Toch geef ik
de hoop niet op, dat in beide naties het
verlangen naar waarachtige verzoening
en het definitief hegraven van de histo
rische strijdbijl steeds sterker zullen
worden en zullen overwinnen. Als dat
gelukt zal Duitschlands rechtsgelijkheid
in Frankrijk niet meer worden gevoeld
als een aanval op de Fransche veiligheid,
maar als het natuurlijke recht van een
groot volk, waarmede men niet alleen in
politieke vriendschap leeft, maar econo
misch zoo oneindig veel gemeenschappe
lijke belangen heeft. (Stormachtig ap
plaus).
Over de kwestie Oostenrijk zei Hitier:
De bewering, dat het Duitsche volk
den Oostenrijkschen staat met ge
weld wil overmeesteren kan door
niets bewezen worden, ging Hitier
verder. Het spreekt echter vanzelf,
dat een beweging, die de geheele
Duitsche natie beweegt, niet bij de
grenspalen van één land blijft stil
staan, vooral als dat land eeuwen
lang een integreerend deel van het
Duitsche rijk is geweest en zijn solda-
men-
KANTOOR DEN HELDER
Koopvaardij: Guy la Chambre (onafh.
linkerzijde);
Openbare werken: Paganon (soc. rad.);
Handel: Mistler (soc- rad.);
Pensioenen: Ducos (soc. rad.);
Volksgezondheid: Lisbonne (senator,
soc. rad.);
P. T. T.: Paul Bernier (soc. rad.);
Landbouw: Queuille (soc- rad.);
Arbeid: Valladier (senator, soc. rad.).
De opgaaf van de ministers van justitie,
onderwijs en oorlog ontbreekt nog.
Het nieuwe
Fransche
kabinet
Daladier is in zijn
opdracht, om een
Franseh kabinet sa
men te stellen, ge
slaagd. Dinsdagmid
dag om lialf een kon
Havas seinen, dat de kabinetsformateur
zijn ministerie gevormd had. Hij heeft
zelf de portefeuille van buitenlandsehe
zaken onder zijn beheer genomen. Vol
gens den Parijschen corr. van de Nw
Roti Ort. zou hij niet in zijn voornemen
De nieuwe Fransche premier, Daladiet,
geslaagd zijn een kabinet van „persoon
lijkheden" samen te stellen.
We laten hier het lijstje met namen
volgen:
Minister-president, ministar van bui
tenlandsehe zaken, Daladier (socialistisch
radicaal);
Binnenlandsche zaken: Frot (soc. rad.);
Financiën: Piéri (links republikein);
Koloniën: De Jouvenel (senator, partij
loos);
Luchtvaart: Pierre Cot (sac. rad.);
Marine: De Chappedelaine (onafh. lin
kerzijd);
zijn tóch beter
Aan te duiden als plichtsverzuim.
Zoo noodig ontslag uit
's lands dienst.
De regeering heeft, naar het „Soer.
nbl." verneemt, aan de ambtenaren mede
gedeeld, dat zij in verband met de zich
voordoende gevallen van fraude door
landsdienaren, het gewenscht oordeelt,
dat in afwachting van de totstandko
ming van een algemeene regeling betref-
f 'i de de aan ambtenaren op te leggen
ïfd.ministratieve straffen al dadelijk
maatregelen worden getroffen ter bescher
ming van de landsgelden onder berusting
van hen, die bekend staan of van wie op
goede gronden wordt vermoed, dat zij zich
gaarne aan dobbelspel overgeven.
De regeering wenscht het min of meer
geregeld deelnemen aan hazard- of kans
spelen of aan andere spelen, waarmede
geldelijke verliezen kunnen worden gele
den, welke buiten verhouding staan tot
den vermogenstoestand van den betrok
kene, alsmede het grof speculeeren in
effecten of goederen als plichtsverzuim
te zien aangeduid, in de eerste plaats voor
alle landsdienaren, aan wie op eenigerlei
wijze landsgelden of goederen zün toever
trouwd, doch voorts ook voor andere amb
tenaren, die door een en ander ongunstig
kunnen worden beïnvloed.
In voorkomende gevallen moeten terzake
strenge maatregelen worden getroffen,
desnoods ontslag uit de betrekking of uit
's lands dienst wegens ongeschiktheid.
DE BERECHTING VAN DE MUITERIJ
OP DE „ZEVEN PROVINCIËN".
Aneta meldt uit Soerabaja:
De Zeekrijgsraad heeft Dinsdagmor
gen de zaak tegen de vierde groep mui-
ters van de „Zeven Provinciën", bestaan
de uit 33 man machinekamerpersoneel,
behandeld.
Semarang. De zeer zware regenval,
di» onafgebroken gedurende den geheelen
nacht neerstroomde, heeft talriike over
stroomingen, verkeersstremmingen en
verzakkingen veroorzaakt. O. a. werd de
treinverbinding tusschen Semarang en
Pekalongan gestremd, terwijl de treinver
binding tusschen Tegal en Pekalongan
onderling nog slechts door middel van
overstappen in stand kon worden gehou
den wegens de verzakking van een brug.
Ook het asverkeer langs de noordkust van
Java tusschen Semarang en Cheribon is
gestremd. De verbindingen der N.I.S. zijn
niet verbroken. Bij het aanbreken van
den dag moest de blauwe vlag ter reede
van Semarang opnieuw worden gehe-
schen.
Nader wordt gemeld, dat de stremming
van het asverkeer van Semarang in Wes
telijke richting, nabij Pati veroorzaakt
wórdt. Ook de weg naar het vliegveld bij
Semarang is onbegaanbaar, zoodat het
luchtpostvervoer naar Semarang wordt
bemoeilijkt. (Aneta).
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
MR. i. E. W. DUYS.
Het Kamerlid mr. J. E. W. Duys moet
gedurende zes weken het bed houden.
mer Stoomboot mij., die thans haar dienst
nog op Stavoren onderhoudt, zouden ver
moedelijk Dinsdag, doch in ieder geval
Woensdag, naar Lemmer komen, zoodat
dan de dienst LemmerAmsterdam weer
normaal functioneert.
WERING VAN REVOLUTIONNAIRE
VERTEGENWOORDIGERS
Instelling eener commissie.
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer nopens de algemeene be
schouwingen over de rijksbegrooting
voor 1934, deelt de regeering mede, dat
een commissie zal worden ingesteld tot
onderzoek van de noodzakelijkheid van
wettelijke en andere voorzieningen met
betrekking tot het bekleeden van het lid
maatschap van de vertegenwoordigende
lichamen door personen, wier staatkun
dig streven is gericht op verandering der
staatsinstellingen met toepassing of be
vordering van onwettige middelen.
NAASTING VAN SPOORWEGEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot naas
ting per 1 Januari 1935 van verscheidene
locaal spoorwegen o.a. de lijnen Medem-
blikHoorn, NijkerkBarneveldEde en
enkele lijnen in Friesland, zooals de
spoorweg LeeuwardenDokkum.
Binnenland
De Koningin en Prinses Juliana zijn
Dinsdagochtend te 10 u. 56 Hollandsche
Spoor met den trein uit Zwitserland te
's-Gravenhage teruggekeerd.
Te Rotterdam, waar de trein uit Bazel
was aangekomen, werd met de Konink
lijke wagons en een locomotief een extra-
treih gevormd, welke in Den Haag aan
het perron van de lijn HofpleinDen
Haag voorreed.
De burgemeester, jhr. mr. Bosch ridder
van Rosenthal, en de gouverneur der resi
dentie, luitenant-generaal jhr. W. Röell,
waren op het perron ter begroeting aan
wezig. Na een kort onderhoud in de ge
reserveerde wachtkamer met deze autori
teiten verlieten de vorstëlijke personen
per auto het stationsgebouw.
Op het stationsplein waren vele belang
stellenden.
Alvorens naar het Paleis Noordeinde te
rijden, hebben de Koningin en de Prinses
een bezoek gebracht aan de Koningin-
Moeder te haren paleize aan het Voor
hout.
Maandagnacht is te Amsterdam een
Rian aangehouden, die verdacht wordt
valsche bankbiljetten van twintig gul
den te hebben nagemaakt en uitge
geven.
Deze man houdt in het algemeen ver
blijf in nachthuizen, enz.
De vorige week zijn drie dergelijke bil
jetten uitgegeven aan vrouwen, met wie
hij heeft omgegaan. Toen men hein zou
arresteeren heeft hii de vlucht genomen,
maar is later gegrepen.
Langs den weg, dien hij nam, is een
dergelijk biljet van twintig gulden ge
vonden.
De biljetten werden met de hand nage-
teekend en zijn gemakkelijk te herkennen
als valsch. Reeds een paar weken geleden
viel een dergelijk biljet in handen der
politie.
Men meldt uit Lemmer:
De Holland-FriesIand-Groningen-lijn
van Koppe's scheepsagentuur te Amster
dam heetf haar geregelden denst van
Lemmer naar Amsetrdam van Maandag
avond af hervat, zulks nadat deze een
paar dagen zeer ongeregeld was uitge
oefend.
Ook de booten van de Groninger Lem-
45 ets p. pond - 22 J ets p. half pond
Depot Den Heider
M. A. GRUNWALD
Feuilleton
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
37)
„De grond," sprak hij met vaste stem,
„is te hard om te graven. We begraven
Miskodeed in de lucht en als de lente
wind waait en de aarde zacht wordt,
graaf ik een graf. Nu willen we, als
m'sieu klaar is, de godsdienstige woor
den hooren"
Stane werd bijna overmand, dooi] de hit
tere ironie van dit alles, maar hij begon
de eeuwige woorden te zeggen, die vreemd
zoo niet onbegrijpelijk waren geweest
voor het doode meisje.
„Ik ben de opstanding en het leven.
Hij, die in mij gelooft^zal leven, ook al
ware hij gestorven...."
Om den man, die daar stond "ïet^ net
mes in de hand, te troosten, zei hij ieder
woord, dat hij zich kon herinneren en
toen hij gekomen was bij: „Daarom leg
gen we haar lichaam in het graf sneed
het mes het touw door en de hoornen,
vrijgekomen, hogen terug, het lichaam
van het meisje meevoerend naar het
hooge graf, terwijl een wolk van sneeuw
neerviel van de boomen rondom. Stane
sprak den zegen uit, wachtte eenige
oogenblikken en legde toen de hand op
den schouder van den ander.
„Bénard, we hebben gedaan, wat we
konden voor de doode; we moeten nu
denken aan de levende.
„Oui, m'sieu!"
„Je moet eten- Ik heb het maal klaar.
En als je gegeten hebt en de honden
klaar zijn, moeten we het spoor van juf
frouw Yardeley volgen."
„Oui, m'sieu."
Ze keerden te zamen naar de hut terug
en toen de wildjager zag dat eenige blok
ken aan den buitenkant der hut nog
smeulden, schopte hij er sneeuw tegen
met zijn sneeuwschoen, waarna beiden
binnentraden. De hut had niet zoo van
den brand te lijden gehad, als Stane ver
wachtte. De slaapplaats was uitgebrand,
maar de binnenmuur had nauwelijks
vlam gevat en de hut was nog bewoon
baar. Bénard bedekte het raam en ze zet
ten zich aan den maaltijd.
Gedurende eenigen tijd verliep het maal
in stilte, daar Stane geen gesprek wilde
beginnen, om de gevoelens van zijn met
gezel te ontzien; als hij van tijd tot tijd
een blik op hem wierp zag hij een vra
gende uitdrukking op het gezicht van
den wildjager. Plotseling begon Bénard
te spreken.
„Maar, m'sieu, ik begrijp het niet.
Hadt u geen twist met den stam?"
„Neen," antwoordde Stane en vertelde
hem, wat Miskodeed hem gezegd had.
„Ah, m'sieu, dan zit er een blanke ach
ter. Die Chigmok deugt niet, die is wat
je noemt een smeerlap, maar dit zou hij
niet uit zichzelf gedurfd hebben."
„Dat dacht ik ook," antwoordde Stane.
..Maar hoe we achter de waarheid zullen
komen, is me nog niet recht duidelijk
„We zullen naar het kamp gaan. We
zullen het opperhoofd George dwingen de
waarheid te spreken."
„Als we het kunnen," merkte Stane
twijfelend op.
„Zooals u zegt, als we kunnen. Maar
iets komen we te weten, dat is zeker."
„Ik hoop het, Jean."
Een uur later begaven ze zich op weg.
Zij volgden het spoor der vluchtelingen
over het meer, een breed spoor, dat ver
ried, dat ze een slede gebruikt hadden,
zoowel bij het komen als bij het gaan.
Toen ze zich op weg begaven, wees de
wildjager hier op.
„Ziet u, m'sieu, ze kwamen voorbereid.
Ze wisten, dat uw Helen niet zou willen
loopen; daarom brachten ze een slede
mee en bonden haar daarop vast."
„Ja, dat schijnt zoo," gaf Stane toe,
terwijl zijn hart in woede ontvlamde bij
de gedacht, aan de mogelijke beleedigin-
gen, die het meisje aangedaan waren.
Zwygend trokken zy het meer over en
en na eenigen tijd bereikten zij de plaats,
waar de hutten van elandsvel haar don
kere vormen verhieven tegen den achter
grond van sneeuw en boomen. Het kamp
was donker en stil, als ware het uitge
storven. Een oogenblik dacht Stane, dat
de heele stam verdwenen was met ach
terlating van de tenten, maar Jean Bé-
nards gefluister verdreef die gedachte
weer.
„Blijf hier bij de honden wachten,
m'sieu, terwijl ik het opperhoofd George
naar buiten sleur. Houd uw geweer
klaar en als ik last krijg, schiet dan gauw.
Vous comprenez?"
„Ja." antwoordde Stane. „Als je in
moeilijkheden komt, zal ik niet aarzelen."
Hij stond klaar om te vuren, terwyl hij
Jean Bénard door de sneeuw zag loopen
Hij zag, dat hij de tent van het opper
hoofd bereikte, het elandsvel oplichtte en
verdween. Voor zijn gevoel wachtte hij
eindeloos. Eenmaal hoorde hij een gerit
sel in de tent, waar hij uit opmaakte, dat,
niettegenstaande de stilte in het kamp,
opmerkzame oogen het doen en laten van
zijn metgezel en hem zelf bespiedden.
Toen hoorde hij een schor gemompel en
uit de tent, die de wildjager binnenge
treden was, kwamen twee gestalten te
voorschijn, de voorste gebogen en wan
kelend, de andere die van Jean Bénard.
Ze liepen dicht bij elkaar tusschen de
tenten door en toen ze de slede naderden,
zag Stane, dat de wankelende gestalte het
opperhoofd George was en dat hij liep
met den loop van het pistool van den
wildjager in den rug.
„We zullen een eindje het meer op
gaan, m'sieu, buiten schot van de pijlen.
Dan zal het opperhoofd George spreken
of sterven."
Ze liepen vijfhonderd meter of meer
het meer op, het kamp, nog stil als de
dood, achter zich latend- Toen maakte
Jéan Benard halt.
„Nu," zei hij, „zullen we eens praten".
Zijn pistool richtend op den Indiaan en
sprekend in het dialect van zijn stam,
wendde hij zich tot hem.
„Wat heeft de aanval op mijn hut te
beduiden?"
„Ik weet van niets," mompelde de In
diaan. bevend van koude of angst. „Het
was Chigmok, de zoon van mijn zuster,
die de jonge mannen meenam."
„Zoo. Maar jij hebt de geweren en het
brandende water, de dekens, de thee en
de suiker gezien, die als loon gegeven
zouden worden. Ik weet, dat je die ge
zien hebt." Bij deze woorden schrikte het
opperhoofd George even, en gaf toen
toe: „Ja, ik heb het gezien. Het is een
mooi loon."
„Maar wie betaald het?"
„Ik weet niet. Een blanke, dat weet ik
alleen. De rest weet alleen Chigmok."
Bénard overwoog dit antwoord even en
daar hij er niet aan twijfelde dat het
waar was, verspilde hij verder geen tijd
in die richting
„Waar is het blanke meisje heen ge
voerd?"
Het opperhoofd George wees met de
hand naar het Oosten. „Door de bosschen
naar het meer van den Kleinen Eland,
om daar den man te ontmoeten, die het
loon betaalt."
„Zijn deze woorden woorden der waar
heid?" vroeg de wildjager barsch. „Als
je liegt
„Waarom zou ik liegen, als u al zoo
veel bekend is?" viel de Indiaan hem in
de rede.
„Het zou een dwaasheid zijn," gaf Bé
nard toe en vroeg toen: „Wat wil de man,
die het loon betaalt, met het blanke
meisje doen?"
„Ik weet niet. Ik denk, dat hij haar wil
Hebben als zijn squaw; waarom zou hij
anders zooveel geven?"
Bénard zag Stane aan. „Hij kan ons
verder niets vertellen."
„Ja. Laat hem maar gaan."
De wildjager knikte toestemmend en
wendde zich toen weer tot den Indiaan.
„Nu ga je terug naar je woning, maar de
zaak is nog niet afgeloopen. Je zult moe
ten boeten voor het kwaad, dat gedaan is.
Later zullen de mannen der wet, de rui-
fers der vlakte, komen en jou zullen ze
halen.
„Het is Chigmok, de zoon van mijn
zuster, die het plan heeft beraamd.
„Maar jou zullen ze nemen om te straf
fen en Chigmok bovendien Ga nu!"
Het opperhoofd George liet zich dit
geen tweemaal zeggen, maar strompelde
weg door de sneeuw in de richting van
zjjn kamp. Beide mannen keken hem
eenigen tijd zwijgend na en toen zei
Stane: „Dat meer van den Kleinen
Eland, waar is dat?"
„Ongeveer zestien mijl naar het Oos
ten. Ik ken het. Een klein meer, verlaten
als de hel, te midden van heuvels. We
zullen er heen gaan en dien blanke en
juffrouw Yardeley zoeken."
„We moeten ons haasten, anders is de
man misschien al weg," antwoordde
Stane.
„Oui, dat weet ik We zullen vannacht
doorreizen. Er loopen twee wegen heen,
één door de bosschen, pen andere over
de heuvels. De weg door de bosschen is
de gemakkelijkste, maar die over de heu
vels is korter. Dien zullen we nemen en
misschien bereiden we Chigmok en den
b'anke een vera ing"
Bij het licht der sterren en geholpen
door het noorderlicht, trokken ze een
eind over het meer, verlieten het toen en
hogen plotseling naar het oosten af, een
rechten weg volgend door een landstreek,
die snel van karakter veranderde. De
groote bosschen werden dunner en de
weg, dien ze volgden, begon te stijgen,
terwijl een harde wind in hun gezicht
woei.
(Wordt vervolgd).