Buitenlandsch Overzicht. DIAMANT Hederlandsche Middenstandsbank OosLlndië. HONIG S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor 10 ct. Bak- en Braadvet NIEUWSBLAD VOOR OEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND GEMENGD NIEUWS No. 7387 EERSTE BLAD DONDERDAG 1 FEBRUARI 1934 63ste JAARGANG KONINGSTRAAT 7 Handelscredieten Girorekening Deelneming door ambte naren aan kansspelen. De zware Westmoeson. J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53, De Koningin en de Prinses in Den Haag terug De scheepvaart op het IJselmeer. Valsche bankbiljetten van twintig gulden. Liefde in de Wildernis m soyp-a V .'iXi Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringtnen Texel f 1.65;binnen- land f 2.— Nederl. Oost- en West-indii per zeepost 1 2.10, idem per mail en overigelanden 13.20 Losse nc a. 4 ct.;fr.p.p 6 ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,11.— Modeblad resp. 1 1.20,11.50, 1 1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 et. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Een uiteenzetting van Hitier over de binnen' en buitenland' sche politiek. Daladier is er in geslaagd een nieuw kabinet samen te stellen. slechts weer gelukkig kan zijn onder rle bondsvorsten, die van oudsher hier hebben geregeerd. (Stormachtig applaus). Neen. Eén volk zijn wij en in één rijk Duitsdiland heeft zijn eersten verjaar dag van de nationaal- socialistische revolu tie gevierd en ter herdenking van dit feit is de Rijksdag bijeengekomen, waar- WM in Hitlgr een groote redevoering gehou- willen wij leven. Bij allen eerbied voor de den heeft, waarbij hij het doe) van de bui- j beteekenis der monarchie, bij alle respect tenlandsche politiek heeft uiteengezet, voor de werkelijke groote keizers en ko- TSSSttS «M*» geschiedenis, die zich in Duitschland hebben voltrok ken. Wat de kwestie van de binnenlandsche politiek bangaat sprak Hitier de hoop uit, dat er overeenstemming zal worden be reikt bij de Evangelische kerken. De nationaal-socialistische staat heeft zijn achting bewezen voor het christelijk ge loof, maar verwacht nu dezelfde achting der confessies voor de sterkte van den nat.-soe. staat. (Langdurige toejuichin gen.) De nat.-soc. partij kan onder geen beding dynastieke belangen en de resultaten van de politiek dezer be langen beschouwen als verplichtin gen: die in de toekomst altijd geres pecteerd moeten worden. staat toch de kwestie van den definitie ven staatsvorm van het Duitsche rijk thans buiten elke discussie. Ook de Saarkwestie kwam natuurlijk ter sprake; Hitier zeide dat het motief waarom Duitschland de Saarkwestie nu reeds wilde afhandelen berustte op de volgende overwegingen; 1. De Duitsche regeering is, na oplos sing dezer kwestie bereid, de uiterlijke formuleering van het Locarno-pact ook innerlijk te aanvaarden. 2. De Duitsche regeering vreest, dat al zal een enorme meerderheid voor Duitschland stemmen, toch gedurende de voorbereiding der stemming de nationale hartstochten der propaganda worden op gezweept. 3. Onverschillig hoe de stemming af loopt, in elk geval zal zij bij een der heide landen het gevoel eener nederlaag achterlaten. 4. Wij zijn overtuigd, dat als Frankrijk De Duitsche stammen zijn de van God j deze kwestie te voren in een gemeen ten nog in den oorlog zij aan zij met de Duitsdhers hebben gevochten. Als de Oosten rij ksche regeering het noodig acht, deze beweging met alle mid delen te onderdrukken, is dat haar eigen zaak. Zij moet dan ook voor de gevolgen daarvan de verantwoordelijkheid dragen. De Duitsche regeering heeft uit de actie tegen het nationaal-socialisme eerst con sequenties getrokken, toen er Duitschers in Oostenrijk door werden getroffen. Duitschland kan niet dulden, dat zijn na tionale symbolen worden gesmaad, zooals dat in Oostenrijk is geschied. Hitier gaf Oostenrijk den raad om, evenals Duitschland dat gedaan heeft, een stemming te laten houden, ten einde na te gaan of het volk van Oostenrijk het met de politiek der regeering eens is. Moge het lot 'geven, dat ten slotte toch de weg wordt gevonden voor een bevre digend accoord tusschen Duitschland en Oostenrijk, ging de rijkskanselier verder. De Duitsche regeering is bereid, met volle eerbiediging van den. vrijen wil van( KONUN's Vleeschwaren het Oostennjksche Deutschtum, de hand ter verzoening te reiken. We hebben hier nu de voornaamste passages uit de redevoering van den rijkskanselier overgenomen. Elders in dit blad vindt men nog een en ander over de drukte en feestelijkheden op dezen gedenkdag. gewilde bouwsteenen van ons volk; Hitier, de Duitsche rijkskanselier. politieke vormen der staten zijn schenwerk en dus vergankelijk. Voor het nationaal-socialisme geldt slechts één beginsel: het in stand houden van het Duitsche volk. Op deze plaats zou ik opnieuw willen protesteeren tegen de thans weer op duikende stelling, dat Duitschland DAnnxnilAlll aan a,,e soorten ff eparatie l l wllen Kleedins, Kousen en Sokken (ook de allerfijnste). Vraagt on^e eigengebreide Sport- en Schoolkousen. JAAP SNOR, Zuidstraat 19, (Let op den gelen winkel). de i schappelijke overeenkomst had willen op lossen, de geheele Saar-bevolking deze regeling gaarne zou hebben aanvaard. Ik betreur het nu nog, dat men aan Fransche zijde deze gedachte niet meen de te kunnen aanvaarden. Toch geef ik de hoop niet op, dat in beide naties het verlangen naar waarachtige verzoening en het definitief hegraven van de histo rische strijdbijl steeds sterker zullen worden en zullen overwinnen. Als dat gelukt zal Duitschlands rechtsgelijkheid in Frankrijk niet meer worden gevoeld als een aanval op de Fransche veiligheid, maar als het natuurlijke recht van een groot volk, waarmede men niet alleen in politieke vriendschap leeft, maar econo misch zoo oneindig veel gemeenschappe lijke belangen heeft. (Stormachtig ap plaus). Over de kwestie Oostenrijk zei Hitier: De bewering, dat het Duitsche volk den Oostenrijkschen staat met ge weld wil overmeesteren kan door niets bewezen worden, ging Hitier verder. Het spreekt echter vanzelf, dat een beweging, die de geheele Duitsche natie beweegt, niet bij de grenspalen van één land blijft stil staan, vooral als dat land eeuwen lang een integreerend deel van het Duitsche rijk is geweest en zijn solda- men- KANTOOR DEN HELDER Koopvaardij: Guy la Chambre (onafh. linkerzijde); Openbare werken: Paganon (soc. rad.); Handel: Mistler (soc- rad.); Pensioenen: Ducos (soc. rad.); Volksgezondheid: Lisbonne (senator, soc. rad.); P. T. T.: Paul Bernier (soc. rad.); Landbouw: Queuille (soc- rad.); Arbeid: Valladier (senator, soc. rad.). De opgaaf van de ministers van justitie, onderwijs en oorlog ontbreekt nog. Het nieuwe Fransche kabinet Daladier is in zijn opdracht, om een Franseh kabinet sa men te stellen, ge slaagd. Dinsdagmid dag om lialf een kon Havas seinen, dat de kabinetsformateur zijn ministerie gevormd had. Hij heeft zelf de portefeuille van buitenlandsehe zaken onder zijn beheer genomen. Vol gens den Parijschen corr. van de Nw Roti Ort. zou hij niet in zijn voornemen De nieuwe Fransche premier, Daladiet, geslaagd zijn een kabinet van „persoon lijkheden" samen te stellen. We laten hier het lijstje met namen volgen: Minister-president, ministar van bui tenlandsehe zaken, Daladier (socialistisch radicaal); Binnenlandsche zaken: Frot (soc. rad.); Financiën: Piéri (links republikein); Koloniën: De Jouvenel (senator, partij loos); Luchtvaart: Pierre Cot (sac. rad.); Marine: De Chappedelaine (onafh. lin kerzijd); zijn tóch beter Aan te duiden als plichtsverzuim. Zoo noodig ontslag uit 's lands dienst. De regeering heeft, naar het „Soer. nbl." verneemt, aan de ambtenaren mede gedeeld, dat zij in verband met de zich voordoende gevallen van fraude door landsdienaren, het gewenscht oordeelt, dat in afwachting van de totstandko ming van een algemeene regeling betref- f 'i de de aan ambtenaren op te leggen ïfd.ministratieve straffen al dadelijk maatregelen worden getroffen ter bescher ming van de landsgelden onder berusting van hen, die bekend staan of van wie op goede gronden wordt vermoed, dat zij zich gaarne aan dobbelspel overgeven. De regeering wenscht het min of meer geregeld deelnemen aan hazard- of kans spelen of aan andere spelen, waarmede geldelijke verliezen kunnen worden gele den, welke buiten verhouding staan tot den vermogenstoestand van den betrok kene, alsmede het grof speculeeren in effecten of goederen als plichtsverzuim te zien aangeduid, in de eerste plaats voor alle landsdienaren, aan wie op eenigerlei wijze landsgelden of goederen zün toever trouwd, doch voorts ook voor andere amb tenaren, die door een en ander ongunstig kunnen worden beïnvloed. In voorkomende gevallen moeten terzake strenge maatregelen worden getroffen, desnoods ontslag uit de betrekking of uit 's lands dienst wegens ongeschiktheid. DE BERECHTING VAN DE MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIËN". Aneta meldt uit Soerabaja: De Zeekrijgsraad heeft Dinsdagmor gen de zaak tegen de vierde groep mui- ters van de „Zeven Provinciën", bestaan de uit 33 man machinekamerpersoneel, behandeld. Semarang. De zeer zware regenval, di» onafgebroken gedurende den geheelen nacht neerstroomde, heeft talriike over stroomingen, verkeersstremmingen en verzakkingen veroorzaakt. O. a. werd de treinverbinding tusschen Semarang en Pekalongan gestremd, terwijl de treinver binding tusschen Tegal en Pekalongan onderling nog slechts door middel van overstappen in stand kon worden gehou den wegens de verzakking van een brug. Ook het asverkeer langs de noordkust van Java tusschen Semarang en Cheribon is gestremd. De verbindingen der N.I.S. zijn niet verbroken. Bij het aanbreken van den dag moest de blauwe vlag ter reede van Semarang opnieuw worden gehe- schen. Nader wordt gemeld, dat de stremming van het asverkeer van Semarang in Wes telijke richting, nabij Pati veroorzaakt wórdt. Ook de weg naar het vliegveld bij Semarang is onbegaanbaar, zoodat het luchtpostvervoer naar Semarang wordt bemoeilijkt. (Aneta). Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. MR. i. E. W. DUYS. Het Kamerlid mr. J. E. W. Duys moet gedurende zes weken het bed houden. mer Stoomboot mij., die thans haar dienst nog op Stavoren onderhoudt, zouden ver moedelijk Dinsdag, doch in ieder geval Woensdag, naar Lemmer komen, zoodat dan de dienst LemmerAmsterdam weer normaal functioneert. WERING VAN REVOLUTIONNAIRE VERTEGENWOORDIGERS Instelling eener commissie. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer nopens de algemeene be schouwingen over de rijksbegrooting voor 1934, deelt de regeering mede, dat een commissie zal worden ingesteld tot onderzoek van de noodzakelijkheid van wettelijke en andere voorzieningen met betrekking tot het bekleeden van het lid maatschap van de vertegenwoordigende lichamen door personen, wier staatkun dig streven is gericht op verandering der staatsinstellingen met toepassing of be vordering van onwettige middelen. NAASTING VAN SPOORWEGEN. Ingediend is een wetsontwerp tot naas ting per 1 Januari 1935 van verscheidene locaal spoorwegen o.a. de lijnen Medem- blikHoorn, NijkerkBarneveldEde en enkele lijnen in Friesland, zooals de spoorweg LeeuwardenDokkum. Binnenland De Koningin en Prinses Juliana zijn Dinsdagochtend te 10 u. 56 Hollandsche Spoor met den trein uit Zwitserland te 's-Gravenhage teruggekeerd. Te Rotterdam, waar de trein uit Bazel was aangekomen, werd met de Konink lijke wagons en een locomotief een extra- treih gevormd, welke in Den Haag aan het perron van de lijn HofpleinDen Haag voorreed. De burgemeester, jhr. mr. Bosch ridder van Rosenthal, en de gouverneur der resi dentie, luitenant-generaal jhr. W. Röell, waren op het perron ter begroeting aan wezig. Na een kort onderhoud in de ge reserveerde wachtkamer met deze autori teiten verlieten de vorstëlijke personen per auto het stationsgebouw. Op het stationsplein waren vele belang stellenden. Alvorens naar het Paleis Noordeinde te rijden, hebben de Koningin en de Prinses een bezoek gebracht aan de Koningin- Moeder te haren paleize aan het Voor hout. Maandagnacht is te Amsterdam een Rian aangehouden, die verdacht wordt valsche bankbiljetten van twintig gul den te hebben nagemaakt en uitge geven. Deze man houdt in het algemeen ver blijf in nachthuizen, enz. De vorige week zijn drie dergelijke bil jetten uitgegeven aan vrouwen, met wie hij heeft omgegaan. Toen men hein zou arresteeren heeft hii de vlucht genomen, maar is later gegrepen. Langs den weg, dien hij nam, is een dergelijk biljet van twintig gulden ge vonden. De biljetten werden met de hand nage- teekend en zijn gemakkelijk te herkennen als valsch. Reeds een paar weken geleden viel een dergelijk biljet in handen der politie. Men meldt uit Lemmer: De Holland-FriesIand-Groningen-lijn van Koppe's scheepsagentuur te Amster dam heetf haar geregelden denst van Lemmer naar Amsetrdam van Maandag avond af hervat, zulks nadat deze een paar dagen zeer ongeregeld was uitge oefend. Ook de booten van de Groninger Lem- 45 ets p. pond - 22 J ets p. half pond Depot Den Heider M. A. GRUNWALD Feuilleton Naar het Engelsch van Ottwell Binns 37) „De grond," sprak hij met vaste stem, „is te hard om te graven. We begraven Miskodeed in de lucht en als de lente wind waait en de aarde zacht wordt, graaf ik een graf. Nu willen we, als m'sieu klaar is, de godsdienstige woor den hooren" Stane werd bijna overmand, dooi] de hit tere ironie van dit alles, maar hij begon de eeuwige woorden te zeggen, die vreemd zoo niet onbegrijpelijk waren geweest voor het doode meisje. „Ik ben de opstanding en het leven. Hij, die in mij gelooft^zal leven, ook al ware hij gestorven...." Om den man, die daar stond "ïet^ net mes in de hand, te troosten, zei hij ieder woord, dat hij zich kon herinneren en toen hij gekomen was bij: „Daarom leg gen we haar lichaam in het graf sneed het mes het touw door en de hoornen, vrijgekomen, hogen terug, het lichaam van het meisje meevoerend naar het hooge graf, terwijl een wolk van sneeuw neerviel van de boomen rondom. Stane sprak den zegen uit, wachtte eenige oogenblikken en legde toen de hand op den schouder van den ander. „Bénard, we hebben gedaan, wat we konden voor de doode; we moeten nu denken aan de levende. „Oui, m'sieu!" „Je moet eten- Ik heb het maal klaar. En als je gegeten hebt en de honden klaar zijn, moeten we het spoor van juf frouw Yardeley volgen." „Oui, m'sieu." Ze keerden te zamen naar de hut terug en toen de wildjager zag dat eenige blok ken aan den buitenkant der hut nog smeulden, schopte hij er sneeuw tegen met zijn sneeuwschoen, waarna beiden binnentraden. De hut had niet zoo van den brand te lijden gehad, als Stane ver wachtte. De slaapplaats was uitgebrand, maar de binnenmuur had nauwelijks vlam gevat en de hut was nog bewoon baar. Bénard bedekte het raam en ze zet ten zich aan den maaltijd. Gedurende eenigen tijd verliep het maal in stilte, daar Stane geen gesprek wilde beginnen, om de gevoelens van zijn met gezel te ontzien; als hij van tijd tot tijd een blik op hem wierp zag hij een vra gende uitdrukking op het gezicht van den wildjager. Plotseling begon Bénard te spreken. „Maar, m'sieu, ik begrijp het niet. Hadt u geen twist met den stam?" „Neen," antwoordde Stane en vertelde hem, wat Miskodeed hem gezegd had. „Ah, m'sieu, dan zit er een blanke ach ter. Die Chigmok deugt niet, die is wat je noemt een smeerlap, maar dit zou hij niet uit zichzelf gedurfd hebben." „Dat dacht ik ook," antwoordde Stane. ..Maar hoe we achter de waarheid zullen komen, is me nog niet recht duidelijk „We zullen naar het kamp gaan. We zullen het opperhoofd George dwingen de waarheid te spreken." „Als we het kunnen," merkte Stane twijfelend op. „Zooals u zegt, als we kunnen. Maar iets komen we te weten, dat is zeker." „Ik hoop het, Jean." Een uur later begaven ze zich op weg. Zij volgden het spoor der vluchtelingen over het meer, een breed spoor, dat ver ried, dat ze een slede gebruikt hadden, zoowel bij het komen als bij het gaan. Toen ze zich op weg begaven, wees de wildjager hier op. „Ziet u, m'sieu, ze kwamen voorbereid. Ze wisten, dat uw Helen niet zou willen loopen; daarom brachten ze een slede mee en bonden haar daarop vast." „Ja, dat schijnt zoo," gaf Stane toe, terwijl zijn hart in woede ontvlamde bij de gedacht, aan de mogelijke beleedigin- gen, die het meisje aangedaan waren. Zwygend trokken zy het meer over en en na eenigen tijd bereikten zij de plaats, waar de hutten van elandsvel haar don kere vormen verhieven tegen den achter grond van sneeuw en boomen. Het kamp was donker en stil, als ware het uitge storven. Een oogenblik dacht Stane, dat de heele stam verdwenen was met ach terlating van de tenten, maar Jean Bé- nards gefluister verdreef die gedachte weer. „Blijf hier bij de honden wachten, m'sieu, terwijl ik het opperhoofd George naar buiten sleur. Houd uw geweer klaar en als ik last krijg, schiet dan gauw. Vous comprenez?" „Ja." antwoordde Stane. „Als je in moeilijkheden komt, zal ik niet aarzelen." Hij stond klaar om te vuren, terwyl hij Jean Bénard door de sneeuw zag loopen Hij zag, dat hij de tent van het opper hoofd bereikte, het elandsvel oplichtte en verdween. Voor zijn gevoel wachtte hij eindeloos. Eenmaal hoorde hij een gerit sel in de tent, waar hij uit opmaakte, dat, niettegenstaande de stilte in het kamp, opmerkzame oogen het doen en laten van zijn metgezel en hem zelf bespiedden. Toen hoorde hij een schor gemompel en uit de tent, die de wildjager binnenge treden was, kwamen twee gestalten te voorschijn, de voorste gebogen en wan kelend, de andere die van Jean Bénard. Ze liepen dicht bij elkaar tusschen de tenten door en toen ze de slede naderden, zag Stane, dat de wankelende gestalte het opperhoofd George was en dat hij liep met den loop van het pistool van den wildjager in den rug. „We zullen een eindje het meer op gaan, m'sieu, buiten schot van de pijlen. Dan zal het opperhoofd George spreken of sterven." Ze liepen vijfhonderd meter of meer het meer op, het kamp, nog stil als de dood, achter zich latend- Toen maakte Jéan Benard halt. „Nu," zei hij, „zullen we eens praten". Zijn pistool richtend op den Indiaan en sprekend in het dialect van zijn stam, wendde hij zich tot hem. „Wat heeft de aanval op mijn hut te beduiden?" „Ik weet van niets," mompelde de In diaan. bevend van koude of angst. „Het was Chigmok, de zoon van mijn zuster, die de jonge mannen meenam." „Zoo. Maar jij hebt de geweren en het brandende water, de dekens, de thee en de suiker gezien, die als loon gegeven zouden worden. Ik weet, dat je die ge zien hebt." Bij deze woorden schrikte het opperhoofd George even, en gaf toen toe: „Ja, ik heb het gezien. Het is een mooi loon." „Maar wie betaald het?" „Ik weet niet. Een blanke, dat weet ik alleen. De rest weet alleen Chigmok." Bénard overwoog dit antwoord even en daar hij er niet aan twijfelde dat het waar was, verspilde hij verder geen tijd in die richting „Waar is het blanke meisje heen ge voerd?" Het opperhoofd George wees met de hand naar het Oosten. „Door de bosschen naar het meer van den Kleinen Eland, om daar den man te ontmoeten, die het loon betaalt." „Zijn deze woorden woorden der waar heid?" vroeg de wildjager barsch. „Als je liegt „Waarom zou ik liegen, als u al zoo veel bekend is?" viel de Indiaan hem in de rede. „Het zou een dwaasheid zijn," gaf Bé nard toe en vroeg toen: „Wat wil de man, die het loon betaalt, met het blanke meisje doen?" „Ik weet niet. Ik denk, dat hij haar wil Hebben als zijn squaw; waarom zou hij anders zooveel geven?" Bénard zag Stane aan. „Hij kan ons verder niets vertellen." „Ja. Laat hem maar gaan." De wildjager knikte toestemmend en wendde zich toen weer tot den Indiaan. „Nu ga je terug naar je woning, maar de zaak is nog niet afgeloopen. Je zult moe ten boeten voor het kwaad, dat gedaan is. Later zullen de mannen der wet, de rui- fers der vlakte, komen en jou zullen ze halen. „Het is Chigmok, de zoon van mijn zuster, die het plan heeft beraamd. „Maar jou zullen ze nemen om te straf fen en Chigmok bovendien Ga nu!" Het opperhoofd George liet zich dit geen tweemaal zeggen, maar strompelde weg door de sneeuw in de richting van zjjn kamp. Beide mannen keken hem eenigen tijd zwijgend na en toen zei Stane: „Dat meer van den Kleinen Eland, waar is dat?" „Ongeveer zestien mijl naar het Oos ten. Ik ken het. Een klein meer, verlaten als de hel, te midden van heuvels. We zullen er heen gaan en dien blanke en juffrouw Yardeley zoeken." „We moeten ons haasten, anders is de man misschien al weg," antwoordde Stane. „Oui, dat weet ik We zullen vannacht doorreizen. Er loopen twee wegen heen, één door de bosschen, pen andere over de heuvels. De weg door de bosschen is de gemakkelijkste, maar die over de heu vels is korter. Dien zullen we nemen en misschien bereiden we Chigmok en den b'anke een vera ing" Bij het licht der sterren en geholpen door het noorderlicht, trokken ze een eind over het meer, verlieten het toen en hogen plotseling naar het oosten af, een rechten weg volgend door een landstreek, die snel van karakter veranderde. De groote bosschen werden dunner en de weg, dien ze volgden, begon te stijgen, terwijl een harde wind in hun gezicht woei. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1