Buitenlandsch Overzicht. De juiste tijd HONSG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor f5 ets. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS? TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA GEMENGD NIEUWS No. 7388 EERSTE BLAD ZATERDAG 3 FEBRUARI 1934 62ste JAARGANG KONIJN's Vteeschwaren Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. De Chineesche Ooster spoorweg. De Japansche en de Amerikaansche vloot in 1936. Oosulndië. Kastekort bij kapitein van de V. De overstroomingen op Java. Fraude bij het abattoir te Sliedrecht. DIE ELLENDIGE RUGPIJN. Liefde in de Wildernis HELu isen Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor ^oegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65binnen- i ec erl. Oost- en est-Indië per zeepost 1 2.10, idem per r11 E°nVe/ige 'andei1 fS-20 losse "s- 4ct.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad "SP O"11' f °-T0'f 1Modeblad resp. f1.20, f 1.50, 1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekeuing No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Het Britsche document met ontwapeningsvoorstellen. De Paus doet een beroep op de naastenliefde voor het behoud van den vrede. - De kwestie van de volksstemming in het Saargebied. Het Engelsche ontwapeningS' voorstel Het oritwapenings- vraagstuk vraagt op nieuw onze aandacht en wel door de indie ning van de Donder- dag door ons ver nielde Jtaliaansche en Engelsche ontwape ningsvoorstellen. Men zal, bij nadere be schouwing daarvan, zien, dat de de vorige week door ons geuite meening, dat we geen toenadering tusschen de volkeren verwachtten, daardoor bevestigd wordt, al is het Engelsche voorstel misschien op het eerste gezicht een flinke stap in de goede richting. Het Italiaansche voorstel kun nen we zonder commentaar voorbijgaan. Het biedt den Duitschers de noodig ge achte concessies aan en wil de Franschen dan desnoods alles wat zij hebben, tot hun l'igen beveiliging, „en misschien tot bevei liging van Italië", schrijft de N.R.C. iro nisch, laten behouden. Maar de Engelsche voorstellen zijn dan toch wel de moeite van het kennisnemen waard. De N.R.Ct. wijdt er bijna twee lange kolommen aan. Wij zullen daar een en ander aan ontleen en: De strijd over bet vraagstuk der ontwa- Engelsche memorandum, het schip der be sprekingen vlot kan maken van de bank waarop het hopeloos scheen vast te zitten, dan heeft het schip toch overwegende kans weldra opnieuw te stranden op een andere gevaarlijke zandplaat, die reeds binnen den gezichtskring dreigt. Het blad motiveert deze redeneering dan nader als volgt: Met Japan zal thans op het gebied der ontwapening niets te beginnen zijn. Het wacht reeds met ongeduld op het afloopen van de maritieme regelingen, omdat het die al te knellend vindt. Als Japan niet ontwapent, dan ontwapent ook Rusland niet. T)it kan men te vaster aannemen, daar de Russen gezien hebben dat tegen over de Japanners slechts één hulp be staat: de hulp, die men zich zelf kan ver schaffen. Tiet is nauwelijks denkbaar dat Rusland voorloopig nog zal willen mee doen aan eqmge beperking in zwaar materiaal, waan We het in het begin van de ontwapeningsconferentie gaarne bereid was. Maar staat het zoo, dan is ook nog nauwelijks te gelóoven, dat de mo gendheden zich. zouden willen schik ken in een toestand, waarbij tenslotte Rusland de eenige, te land en in de lucht zwaargewapende, staat in Euro pa zou zijn. Men merkt van dit besef ook al eenige aanwijzigingen in de Engelsche en Italiaansche voorstellen. We kunnen hier een punt zetten. Want daar gaat het immers om. Het „wantrou wen" blijft dus, waarover we ook de vorige week schreven en daardoor is er geen mogelijkheid van een redelijke toe nadering of ook van een ontwapening, niettegenstaande alle voorstellen daartoe. Ook het Britsche voorstel zal daarom geen uitkomst brengen. ving in haar geheel ineenstortte. Niet slechts op papier moet de vrede worden gewaarborgd, de menschen moeten hem willen. Alleen de vrede in de harten kan doeltreffend en duurzaam zijn, omdat in de harten de oorlogszuchtige gevoelens leven, die zich thans nog manifesteeren. Van alle excessen, die men thans in de wereld constateert, is één der meest- onrustbarende dat, hetwelk onder de ba nier van waarachtige vaderlandsliefde, welke lofwaardig is, een volk opwindt tot RAidSAY MACDONALD, de Enqelsche premier. peniig is in een nieuw stadium getreden zegt het blad door het uitermate be langrijk en in zeker opzicht sensationeele Engelsche witboek, en door een Italiaan sche memorandum, dat niet even groote beteekenis heeft, maar dat toch ook be langwekkende bizonderheden bevat. Beide documenten stellen als voor waarde, dat Duitschland in den Volken bond terugkeert. Heeft Hitier daar reke ning mee gehouden, toen hij, in tegenstel ling met zijn vroegere houding, het ge schil over de rechtsgelijkheid van Duitsch land inzake bewapening de eenige reden noemde waarom Duitschland Genève ver laten had'? Het blad maakt dan de opmerking, dat wanneer het, in zijn opzet zeer knappe n— zijn toch voordeeliger esaan Een beroep van den Paus op de naastenliefde We schreven in het overzicht van de vo rige week dat alleen een „geestelijke" ont zetting een toenade ring van de volkeren tot stand zou kunnen brengen. In een in terview dat de Paus deze week aan een medewerker van den „Intransigeant" ver leende, zeide hij, dat slechts uit „een oprechte verzoening van de geesten" en een strikte toepassing van de wet ten der naastenliefde uit het Evan gelie, een definitieve vrede tusschen de volken kon voortkomen. De paus sprak vervolgens den wensch uit, dat de oprechte pogingingen onderno men ten gunste van den vrede, zullen sla gen. Men mag zich niet het gevaar voor een algemeen gewapend conflict ontvein zen, en indien dit zóu uitbreken, zou het het gevaar medebrengen, dat Europa en de geheele wereld in de ergste euvelen werd gestort en wellicht de Christelijke bescha- Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. hét zij officieele of partij-instanties of par ticulieren, in den volksstennningsstrijd moet derhalve achterwege blijven. In het vervolg zal streng worden opgetreden tegen allen, die zich in het Saargebied mengen in de politieke aangelegenheden van de Saarbevol- king, in het bijzonder wanneer zij, zoo als reeds is voorgekomen, ten onrechte eenigerlei betrekking tot officieele of partij-instanties simuleeren." Z. H. PAUS P1US XI. een zoodanige hoogte, dat het zich boven alles plaatst. Dit nationalisme is ook de vijand van den waarachtigen vrede en de welvaart van allen. Het is vol van over drijving en valschheid. De volksstem' ming in het Saargebied Over de volksstem ming in het Saarge bied is al heel wat te doen geweest. We heb ben er hier al eens eerder over geschre ven. Van officieele zijde wordt nu weer uit Berlijn gemeld: „Het staatsvijandige deel van de pers in het Saargebied wijst er steeds weer op, dat van Duitsche zijde op ontoelaatbare wijze zou worden ingegrepen in den volks- stemmingsstrijd in het Saargebied. Beweerd wordt, dat talrijke personen uit het Rijk in het Saargebied komen om daar terreur uit te oefenen, en vooral de bevol king te bespionneeren. Deze actie zou de vrije stemming in gevaar brengen, even- evenals de veiligheid van alle „niet-gelijk- geschakelden". Deze klachten worden gebruikt als aan leiding om in adressen aan den Volken-1 bond en andere geïnteresseerde buiten- landsche instanties het uitstel der stem ming voor onbepaalden tijd of de bezet ting van het Saargebied door internatio nale politie of zelfs door Fransche troe pen te eischen. Om de actie der bekende lands- en volksverraders ook het geringste voor wendsel te ontnemen, wordt er opnieuw op gewezen, dat het voeren van den stern- mingsstrijd binnen het Saargebied alleen taak en recht van de Saarbevolking zelve is. Iedere inmenging van „onbevoegden", Binnenkort een regeling verwacht. Naar verluidt hebben de Japansche en Sovjet-Russische vertegenwoordigers thans op vele nog omstreden punten een groote mate van overeenstemming be reikt, zoodat men binnen zeer korten tijd een regeling verwacht. Het Japansche ministerie van marine heijft den landdag de vergelijkende cijfers voorgelegd van de vlootsterkten van Ja- pril en Amerika, zooals deze einde 1936 zullen zijn. Japan zal dan hebben 9 slagschepen met een tonnage van in het geheel 272.070. Vijf dezer schepen, metende 154.750 ton, zisiieii binnen do leeftijdsgrens zijn; 12 kruisers van A-klasse met 107.800 toni alles binnen de leeftijdsgrens; 17 kruisers van de B-klasse metende 98.795 ton; vijf vliegkampschepen van 78.420 ton; 76 tor- pedobootjagers van 105.111 ton; 35 duik- booten van 52.553 ton, alles binnen de tijdsgrens. Daartegenover heeft Amerika (in 1936): 15 slagschepen van 455.400 ton, waarvan 8 van 251.600 ton binnen de tijdsgrens; 6 vliegkampschepen met 130.300 ton, waar van 5 met 119.800 ton binnen de tijds grens; 16 kruisers van de A-klasse met 152.650 ton; 14 kruisers B-klasse met 110.500 ton; 116 torpedojagers met 149.400 ton; 48 duikbooten met 52020 ton. Bij kapitein V. d. V., die onlangs voor den krijgsraad terecht heeft gestaan we gens mishandeling van een dwangarbei der, is thans een kastekort geconstateerd. Bij zijn aanhouding heeft hij verzet ge pleegd, waarbij hij zich aan insubordinatie schuldig heeft gemaakt. Vermoedelijk zal hij opnieuw voor den Krijgsraad terecht staan. Semarang. De verbinding met het vlieg veld Simongan is hersteld. Aangerichte schade. Pekalongau. Woensdagnacht is het bandjirwater ongeveer een meter gezakt. De aanblik der aangerichte schade is triest. De wegen zijn overal beschadigd. Ettelijke woningen zijn vernield. De laag gelegen kampongs staan nog onder water. De overheid verstrekt de bevolking voe ding en kinine. Bij de Semarang-Cheribon Stoomtram verwacht men dat de strem ming weken zal duren. De lange pier van de haven van Pekologan vertoont ette lijke groote gaten als gevolg van bescha diging door de hooge zeeën en het band jirwater. Scheuren in den bodem en aard verschuivingen. Tjilitjap. In de dessa Bantarpandjang in het regentschap Tjilatjap zijn groote scheuren in den bodem ontstaan, waar door reeds 60 woningen onbruikbaar zijn geworden. Ruim 300 personen zijn hier door dakloos geworden. In de dessa's Djamboe en Goenoengtiga zijn eveneens aardverschuivingen geconstateerd. Een comité zamelt gelden voor de bevolking in. Huizen weggeslagen. Als gevolg van het doorbreken der dij ken van de Kali Bodrie zijn 50 huizen weggeslagen en 1200 personen dakloos ge worden. De schade aan de gewassen toe gebracht is nog onbekend. Er is 348 mm regen in enkele dagen tijds gevallen. De waterstand van den Kali Bodrie bedraagt thans 5 meter 30 boven den dam, hetwelk de hoogste stand is sinds 1917. In Wadi Oen. De Madioen-rivier en de Solo-rivier zijn buiten hun oevers getreden. In de streek van Madioe en ook in het Nga wische hebben als gevolg van een zware bandjir hevige overstroomingen plaats gehad. Achttien huizen zijn ingestort. In het Cheribonsche. Cheribon. In Indramajoe vallen thans reeds zeven dagen en in Cheri bon reeds drie dagen onafgebroken zware regens, gepaard gaande met heftige rukwinden. De vrees bestaat dat het in deze streek thans ook tot overstroomingen zal komen, indien de regens, die nog steeds onafgebro ken blijven vallen, aanhouden. (Aneta). Binnenland Employé geschorst. Woensdag is, aldus de Tel., aan het gemeente-abattoir te Sliedrecht een ernstige fraude ontdekt, in verband waarmede een der employé's op «taan den voet is geschorst. B. en W. van Sliedrecht zijn door den directeur van het bedrijf, den heer Mool- huisen, van de onregelmatigheden op de hoogte gebracht. B. en W. hebben daarop de politie gewaarschuwd, die thans een nader onderzoek instelt. Naar het blad verneemt, moeten de on regelmatigheden over langen tijd loopen. Reeds lang was het den grossiers in vleesch, welke te Dordrecht gevestigd zijn, opgevallen, dat zij hun afnemers, de slagers te Sliedrecht, één voor één ver loren omdat zij hun vleesch gingen bestel len bij den grossier R. B„ eveneens te Dordrecht gevestigd, wiens broer, de nu geschorste employé aan het Sliedrecht- sche abattoir werkzaam was. Het vermoeden rees, dat genoemde grossier het vleesch in Sliedrecht goed- kooper aan de slagers kon leveren omdat Wanneer gij 's morgens bij het opstaan gekweld wordt door pijn in uw rug, welke onuitstaanbaar is bij bukken, bij de ge ringste inspanning en die u steeds on dragelijke last veroorzaakt bij uw dage- lijksch werk. toont dit, aan, dat de onzui verheden niet voldoende uit uw bloed ge filtreerd worden. Vooral ook als zich daarnevens verschijnselen vertoonen, als voortdurende hoofdpijn, duizeligheid, wallen onder de oogen, een afgemat ge voel, enz. De organen, wier taak het is om het bloed te zuiveren van dé erin voorkomende afvalstoffen, werken traag of zijn verzwakt, en verwaarloozing van deze verschijnselen kan voeren tot zeer ongewenschte verwikkelingen. Komt uw organen te hulp bij de eerste waarschuwende kenteekenen, dat zij niet in orde zijn. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een speciaal middel voor bovengenoemde kwalen. Zij zijn wetenschappelijk samen gesteld en beoogen slechts één doel: het opwekken tot gezonde werking der or ganen, die zorg dragen dat uw bloed voortdurend goed gefiltreerd wordt en die de onzuiverheden eruit afvoeren. En dat zij inderdaad volkomen voldoen aan de eraan gestelde verwachtingen, toonen de duizenden getuigschriften uit alle dee- len der wereld van dankbare personen, die hun gezondheid herkregen met be hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Verkrijgbaar bij apothe- kers en dro gisten a f 1.- f 1.75 en f 3.- per doos. Let vooral op den juisten naam. Feuilleton [Maar het Engelsch van Ottwell Bmns 38) Stane, die voor de slede uit liep, boog het hoofd voor de scherpe deeltjes ys- achtige sneeuw, die de wind meevoerde en begon te vreezen, dat ze de vooibode zonden zijn /an een storm Maar toen hy opkeek, zag bij de sterrenduidelijk bo ven zijn hoofd flikkeren e" hij begreep, dat de sneeuw kwam van- de boomen en van de hoogten die zij aan beide zijden hadden. Toen trof hem een andere ramp. Hij begon kramp te krijgen in de kuiten en het was, als trokken zijn spieren zich in knoopen samen. Een snijdende pijn in de lies maakte het tot een marteling zijn voet boven de sneeuw op te tillen en een paar maal had hij kunnen kreunen van Ma ar hij klemde vastberaden detail- tien opeen,en verdroeg liet in stilte, oi.j de gedachte aan liet meisje, dat' ergens voor hem uit ging, ten prooi van een meedoo- genloozen man, die zich aan de wet niet stoorde. Hij wist, dat de marteling, waar onder hij 'leed, hij de reizigers bekend Was onder den naam van mal de raquette. en veroorzaakt werd door een langen tocht op sneeuwschoenen na een langdu- eigen rnstttijd en dat er niets aan te doen was, totdat het geleidelijk vanzelf weer verdween. De weg was niet gemakkelijk en de honden jankten, terwijl ze aantrokken, maar Jean Bénard, met een ijzeren gestel en spieren als stalen veren, liep onafge broken door, uren lang, in Stane's oog, en maakte eerst halt in de luwte van een ïots, die begroeid was met boomen. „We zullen hier uitrusten," zei hij, „en wachten tot het dag wordt. Dan kunnen we neerzien op het meer van den Kleinen Eland. We zullen een vuur aanleggen achter de rots." Zonder verder iets te zeggen, begon hij de honden uit te spannen en te voederen, terwijl Stane hout verzamelde voor een vuur, dat gemaakt werd op Indiaansche wijze, klein en rond achter een rotspunt, en zoo verborgen was voor ieder, die den weg langs het meer volgde- Toen maakten ze een maaltijd gereed, waar ze beiden eer aandeden en rookend wachtten ze het daglicht af. Na eenigen tijd begon Stane, niettegenstaande den angst voor Helen, die hem kwelde bij de koesterende warrpte van het vuur en door de ver moeienissen van den geforceerden loon, te knikkebollen en viel den slotte in rtie- •>en slaap. Maar Jean Bénard. bleef den melen nacht waken, terwijl een trooste loze uitdrukking zijn gezicht verduister de. HOOFDSTUK XIX. Een versch spoor. De koude dageraad van liet noorden was aangebroken toen Stane uit den Jaap gewekt werd door de stem van zijn netgezel. „M'sieu! M'sieu! Het js tyd om te eten, Stane wreef zich de oogen uit en zag rond. Toen stond hij op en rekte zich uit, een beweging, waar iedere stijve spier tegen opkwam. Hij keek naar het gereed- de ontbijt en dan naar Jean Bénard. Een blik op het betrokken gelaat van den ander zeide hem, dat deze niet geslapen had, maar hij vroeg er niet naar, omdat hij wel begreep, wat voor gedachten hem het slapen onmogelijk hadden gemaakt. „Heb je al iets gezien, Jean?" vroeg hij, terwijl hij weer ging zitten. „Nog niet, M'sieu" antwoordde de wildjager. „Maar als het opperhoofd niet gelogen heeft, kunnen Chigmok. en de anderen ons niet ontsnappen." „Maar als hij gelogen heeft?" vroeg Stane, die plotseling weer angstig werd- „Dan moeten we terug en liet spoor volgen. Maar ik denk niet. dat hij liegt. Hij was te bang. Eet m'sieu, dan. kunnen we naar» het meer gaan kijken of Chigmok komt." Stane at snel zijn ontbijt, en toen hij klaar was, vergezelde bij Bénard een eindje langs hun spoor, dat liep van den voet van de rots, waarbij ze gekam- peei'd hadden en dan plotseling omhoog tusschen de rotsen. Vóór hen lag liet met sneeuw bedekte meer van den Kleinen Eland, een smal meer, misschien vijftien mijl lang. Aan één zijde verhief zich een rij hooge, rots achtige heuvels, waarvan zijn eigen uit- k ijk plaats een uitlooper was en aan den anderen kant waren lagere heuvels, die bijna tot den top toe met struiken en boo men begroeid waren. Van de plaats, waar bij stond, zag hij liet meer bijna als in vogelvlucht en hy nam het nauwkeurig op. Niets bewoog op liet maagdelijk sneeuw-oppervlak. Hij keek zorgvuldig langs den oever aan den voet van de be groeide heuvels. Kreek voor kreek, baai voor baai zocht zijn oog af, of eenig teeken van leven te bespeuren was. Hij zag niets, geen enkel teeken van leven; niet het minste rookzuiltje, dat de aan wezigheid van menschen verried. Hij keek naar den anderen oever van het meer, al verwachtte hij niet daar iets van zijn gading te vinden. Deze was ver laten en dor en op sommige plaatsen zoo steil, dat de heuvelen j-echt uit liet meer schenen te verrijzen. Niets bewoog er en hij zag met een oogopslag dat het pad niet daar langs kon loopen- Hij zag zijn metgezel aan. „Ze zijn er nog niet," zei Bénard als antwoord op zijn onuitgesproken vraag. „Ze kampeeren in de bosschen geduren de den nacht." „Als het opperhoofd gelogen. „ik zeg nog eens, dat ik niet geloof, dat hij loog. We moeten geduld hebben, m'sieu. We kunnen niet anders doen. We zijn hier en moeten uitkijken." De minuten kropen langzaam voort en cm zich te behoeden tegen bevriezen, wa ren beide mannen genoodzaakt heen en veer te loopen op het kleine platform waar ze stoncen, terwijl ze af en toe af wisseling brachten in hun korte wande ling, door den weg af te loopen, die naar hun kamp voerde, waardoor ze een naar minuten het meer uit bet oog verloren, lederen keer, dat ze dat deden, keek Stane, als het meer weer zichtbaar werd, vol verwachting in die richting en iede- ren keer werd hij teleurgesteld. Een uur verliep en nog stonden ze op den uitkijk, zonder eenig teeken van ben die ze zoch ten. om hen op te monteren. Toen sprak Jean Bénard: „We ver moeien ons voor niets, m'sieu. We loopen, loopen, loopen en als Chigmok komt zijn we te moe om hem le volgen. Het is beter, dat we om de beurt op den uitkijk staan." Stane gaf toe, dat dit het verstandigst was en omdat hij voelde, dat hij zelf niet stil zou kunnen zitten en vermoedde, dat zijn kameraad behoefte had aan rust, ver koos hij liet eerst de wacht te houden. „Heel goed, Jean, ga jij dan eerst rus ten, maar zeg me eei-st, voordat je gaat, waar het gezelschap, dat we zoeken, bJJ liet meer uit moet komen-" „O, dat heb ik nog vergeten u te ver tellen, m'sieu." Hij wees naar den zuide lijken rand van liet meer, waar een klein, dichtbegroeid eilandje op ongeveer een halve mijl van den oever lag. „Ziet u het eiland, m'sieu? Daar recht tegenover is een kreek. Het gewone pad komt juist op die plaats bij het meer en daar moet u Chigmok zien verschijnen." Stane keek naar het eiland, nam de lig ging van de kreek op en kwam plotseling op een denkbeeld. „Zou het niet beter zijn, Bénard, als we ons kamp naar het eiland overbrachten. Dan zouden wt L/higniok kunnen vei-rassen, als li ij komt." „Non, m'sieu. Daar heb ik ook ai aan gedacht, maar we moeten een vuur aan- itggen en de rook zou ons vei-raden, ter wijl' men het op grooten afstand kan rui ken. Verder blaffen de honden als ze andere honden bemerken en wat zouden we dan beginnen? En nog iets. Stel u voor dat Chigmok niet den gewonen weg volgt; als bij eens een anderen weg dooi de bosschen kent en verderop het meer bereikt? Als wij dan op het eiland zitten, zien we hem niet, maar hier boven (hij wees met de hand voor zich uit) zien we het heeie meer en kunnen we hem i iet missen." „Ja," gaf Stane toe. „Je hebt gelijk, Af Jean. Ga nu rusten- lk zal goed uit!; ken." „Daar twijfel ik niet aan, m'sieu. /(J hebt iets te verwachten, maar ik. Hij keerde zich om, zonder zijn zin. a' te maken en Stane begon weer heen v weer te loopen, van tijd tot tijd balt l'.rï dend om het lange, met sneeuw bedkï meer langs" te kijken en de bossN"' langs den oever op te nemen. Toen de- verliep, zonder eenige veranderihg brengen terwijl het onafgebroken sno"., veld hem tergde met zijn kaalheid, v hij zwaar te moede en een koortsige :;t maakte zich van hem meester. Hij \<- zich hulpeloos en de vrees, dat hef perhoofd George g logen had, en 1 opzettelijk op een dwaalspoor gel: gebracht had, werd hoe langer hoe - kei-, tot hij er eindelijk van overtuig f Hy voelde, dat het tijd vbrspillen naar hét leege dal van het meer t-» ven turen. Niets te doen, terwijl wie weet welk lot tegemoet sfield*. hem een marteling. Het zoti bete, dacht hij, terug te keeren en het der ontvoerders te zoeken, omdat tenminste zekerheid hadden op der j J ten weg te zijn. Zoo vast was hij besloten, dat hij deh weg naar het kr.:~ ■nsloeg, om met zijn metgezel te overleg gen. Maar toen hy den hoek van de rot* omsloeg, zag hij Jean Bénard vast in slaap hij het vuur en hoewel ziin eerste plan was hem te wekken, zag hij er toch van af, toen hij bedacht, hoe moe de man moest zijn en hoe noodig het was, dat lii.1 frisoh v Hs. als liet oogenhlik daar was om te handelen. (Wordt vervc'gd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1