Buitenlandsch Overzicht.
De juiste tijd
HONSG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor f5 ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS? TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
GEMENGD NIEUWS
No. 7388 EERSTE BLAD
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1934
62ste JAARGANG
KONIJN's Vteeschwaren
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
De Chineesche Ooster
spoorweg.
De Japansche en
de Amerikaansche vloot
in 1936.
Oosulndië.
Kastekort
bij kapitein van de V.
De overstroomingen
op Java.
Fraude bij het abattoir
te Sliedrecht.
DIE ELLENDIGE RUGPIJN.
Liefde in de Wildernis
HELu
isen
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor
^oegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65binnen-
i ec erl. Oost- en est-Indië per zeepost 1 2.10, idem per
r11 E°nVe/ige 'andei1 fS-20 losse "s- 4ct.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad
"SP O"11' f °-T0'f 1Modeblad resp. f1.20, f 1.50, 1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekeuing No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Het Britsche document met ontwapeningsvoorstellen. De
Paus doet een beroep op de naastenliefde voor het behoud
van den vrede. - De kwestie van de volksstemming in het
Saargebied.
Het Engelsche
ontwapeningS'
voorstel
Het oritwapenings-
vraagstuk vraagt op
nieuw onze aandacht
en wel door de indie
ning van de Donder-
dag door ons ver
nielde Jtaliaansche en Engelsche ontwape
ningsvoorstellen. Men zal, bij nadere be
schouwing daarvan, zien, dat de de vorige
week door ons geuite meening, dat we
geen toenadering tusschen de volkeren
verwachtten, daardoor bevestigd wordt, al
is het Engelsche voorstel misschien op het
eerste gezicht een flinke stap in de goede
richting. Het Italiaansche voorstel kun
nen we zonder commentaar voorbijgaan.
Het biedt den Duitschers de noodig ge
achte concessies aan en wil de Franschen
dan desnoods alles wat zij hebben, tot hun
l'igen beveiliging, „en misschien tot bevei
liging van Italië", schrijft de N.R.C. iro
nisch, laten behouden.
Maar de Engelsche voorstellen zijn dan
toch wel de moeite van het kennisnemen
waard. De N.R.Ct. wijdt er bijna twee
lange kolommen aan. Wij zullen daar een
en ander aan ontleen en:
De strijd over bet vraagstuk der ontwa-
Engelsche memorandum, het schip der be
sprekingen vlot kan maken van de bank
waarop het hopeloos scheen vast te zitten,
dan heeft het schip toch overwegende
kans weldra opnieuw te stranden op een
andere gevaarlijke zandplaat, die reeds
binnen den gezichtskring dreigt.
Het blad motiveert deze redeneering
dan nader als volgt:
Met Japan zal thans op het gebied der
ontwapening niets te beginnen zijn. Het
wacht reeds met ongeduld op het afloopen
van de maritieme regelingen, omdat het
die al te knellend vindt. Als Japan niet
ontwapent, dan ontwapent ook Rusland
niet. T)it kan men te vaster aannemen,
daar de Russen gezien hebben dat tegen
over de Japanners slechts één hulp be
staat: de hulp, die men zich zelf kan ver
schaffen. Tiet is nauwelijks denkbaar dat
Rusland voorloopig nog zal willen mee
doen aan eqmge beperking in zwaar
materiaal, waan We het in het begin van
de ontwapeningsconferentie gaarne bereid
was.
Maar staat het zoo, dan is ook nog
nauwelijks te gelóoven, dat de mo
gendheden zich. zouden willen schik
ken in een toestand, waarbij tenslotte
Rusland de eenige, te land en in de
lucht zwaargewapende, staat in Euro
pa zou zijn. Men merkt van dit besef
ook al eenige aanwijzigingen in de
Engelsche en Italiaansche voorstellen.
We kunnen hier een punt zetten. Want
daar gaat het immers om. Het „wantrou
wen" blijft dus, waarover we ook de
vorige week schreven en daardoor is er
geen mogelijkheid van een redelijke toe
nadering of ook van een ontwapening,
niettegenstaande alle voorstellen daartoe.
Ook het Britsche voorstel zal daarom
geen uitkomst brengen.
ving in haar geheel ineenstortte. Niet
slechts op papier moet de vrede worden
gewaarborgd, de menschen moeten hem
willen. Alleen de vrede in de harten kan
doeltreffend en duurzaam zijn, omdat in
de harten de oorlogszuchtige gevoelens
leven, die zich thans nog manifesteeren.
Van alle excessen, die men thans in de
wereld constateert, is één der meest-
onrustbarende dat, hetwelk onder de ba
nier van waarachtige vaderlandsliefde,
welke lofwaardig is, een volk opwindt tot
RAidSAY MACDONALD,
de Enqelsche premier.
peniig is in een nieuw stadium getreden
zegt het blad door het uitermate be
langrijk en in zeker opzicht sensationeele
Engelsche witboek, en door een Italiaan
sche memorandum, dat niet even groote
beteekenis heeft, maar dat toch ook be
langwekkende bizonderheden bevat.
Beide documenten stellen als voor
waarde, dat Duitschland in den Volken
bond terugkeert. Heeft Hitier daar reke
ning mee gehouden, toen hij, in tegenstel
ling met zijn vroegere houding, het ge
schil over de rechtsgelijkheid van Duitsch
land inzake bewapening de eenige reden
noemde waarom Duitschland Genève ver
laten had'?
Het blad maakt dan de opmerking, dat
wanneer het, in zijn opzet zeer knappe
n— zijn toch voordeeliger esaan
Een beroep van
den Paus op de
naastenliefde
We schreven in het
overzicht van de vo
rige week dat alleen
een „geestelijke" ont
zetting een toenade
ring van de volkeren
tot stand zou kunnen brengen. In een in
terview dat de Paus deze week aan een
medewerker van den „Intransigeant" ver
leende, zeide hij, dat slechts uit „een
oprechte verzoening van de geesten"
en een strikte toepassing van de wet
ten der naastenliefde uit het Evan
gelie, een definitieve vrede tusschen
de volken kon voortkomen.
De paus sprak vervolgens den wensch
uit, dat de oprechte pogingingen onderno
men ten gunste van den vrede, zullen sla
gen. Men mag zich niet het gevaar voor
een algemeen gewapend conflict ontvein
zen, en indien dit zóu uitbreken, zou het
het gevaar medebrengen, dat Europa en de
geheele wereld in de ergste euvelen werd
gestort en wellicht de Christelijke bescha-
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
hét zij officieele of partij-instanties of par
ticulieren, in den volksstennningsstrijd
moet derhalve achterwege blijven.
In het vervolg zal streng worden
opgetreden tegen allen, die zich in het
Saargebied mengen in de politieke
aangelegenheden van de Saarbevol-
king, in het bijzonder wanneer zij, zoo
als reeds is voorgekomen, ten onrechte
eenigerlei betrekking tot officieele of
partij-instanties simuleeren."
Z. H. PAUS P1US XI.
een zoodanige hoogte, dat het zich boven
alles plaatst. Dit nationalisme is ook de
vijand van den waarachtigen vrede en de
welvaart van allen. Het is vol van over
drijving en valschheid.
De volksstem'
ming in het
Saargebied
Over de volksstem
ming in het Saarge
bied is al heel wat te
doen geweest. We heb
ben er hier al eens
eerder over geschre
ven. Van officieele zijde wordt nu weer uit
Berlijn gemeld:
„Het staatsvijandige deel van de pers in
het Saargebied wijst er steeds weer op,
dat van Duitsche zijde op ontoelaatbare
wijze zou worden ingegrepen in den volks-
stemmingsstrijd in het Saargebied.
Beweerd wordt, dat talrijke personen uit
het Rijk in het Saargebied komen om daar
terreur uit te oefenen, en vooral de bevol
king te bespionneeren. Deze actie zou de
vrije stemming in gevaar brengen, even-
evenals de veiligheid van alle „niet-gelijk-
geschakelden".
Deze klachten worden gebruikt als aan
leiding om in adressen aan den Volken-1
bond en andere geïnteresseerde buiten-
landsche instanties het uitstel der stem
ming voor onbepaalden tijd of de bezet
ting van het Saargebied door internatio
nale politie of zelfs door Fransche troe
pen te eischen.
Om de actie der bekende lands- en
volksverraders ook het geringste voor
wendsel te ontnemen, wordt er opnieuw
op gewezen, dat het voeren van den stern-
mingsstrijd binnen het Saargebied alleen
taak en recht van de Saarbevolking zelve
is. Iedere inmenging van „onbevoegden",
Binnenkort een regeling verwacht.
Naar verluidt hebben de Japansche
en Sovjet-Russische vertegenwoordigers
thans op vele nog omstreden punten een
groote mate van overeenstemming be
reikt, zoodat men binnen zeer korten tijd
een regeling verwacht.
Het Japansche ministerie van marine
heijft den landdag de vergelijkende cijfers
voorgelegd van de vlootsterkten van Ja-
pril en Amerika, zooals deze einde 1936
zullen zijn.
Japan zal dan hebben 9 slagschepen met
een tonnage van in het geheel 272.070.
Vijf dezer schepen, metende 154.750 ton,
zisiieii binnen do leeftijdsgrens zijn; 12
kruisers van A-klasse met 107.800 toni
alles binnen de leeftijdsgrens; 17 kruisers
van de B-klasse metende 98.795 ton; vijf
vliegkampschepen van 78.420 ton; 76 tor-
pedobootjagers van 105.111 ton; 35 duik-
booten van 52.553 ton, alles binnen de
tijdsgrens.
Daartegenover heeft Amerika (in 1936):
15 slagschepen van 455.400 ton, waarvan
8 van 251.600 ton binnen de tijdsgrens; 6
vliegkampschepen met 130.300 ton, waar
van 5 met 119.800 ton binnen de tijds
grens; 16 kruisers van de A-klasse met
152.650 ton; 14 kruisers B-klasse met
110.500 ton; 116 torpedojagers met 149.400
ton; 48 duikbooten met 52020 ton.
Bij kapitein V. d. V., die onlangs voor
den krijgsraad terecht heeft gestaan we
gens mishandeling van een dwangarbei
der, is thans een kastekort geconstateerd.
Bij zijn aanhouding heeft hij verzet ge
pleegd, waarbij hij zich aan insubordinatie
schuldig heeft gemaakt. Vermoedelijk zal
hij opnieuw voor den Krijgsraad terecht
staan.
Semarang. De verbinding met het vlieg
veld Simongan is hersteld.
Aangerichte schade.
Pekalongau. Woensdagnacht is het
bandjirwater ongeveer een meter gezakt.
De aanblik der aangerichte schade is
triest. De wegen zijn overal beschadigd.
Ettelijke woningen zijn vernield. De laag
gelegen kampongs staan nog onder water.
De overheid verstrekt de bevolking voe
ding en kinine. Bij de Semarang-Cheribon
Stoomtram verwacht men dat de strem
ming weken zal duren. De lange pier van
de haven van Pekologan vertoont ette
lijke groote gaten als gevolg van bescha
diging door de hooge zeeën en het band
jirwater.
Scheuren in den bodem en aard
verschuivingen.
Tjilitjap. In de dessa Bantarpandjang in
het regentschap Tjilatjap zijn groote
scheuren in den bodem ontstaan, waar
door reeds 60 woningen onbruikbaar zijn
geworden. Ruim 300 personen zijn hier
door dakloos geworden. In de dessa's
Djamboe en Goenoengtiga zijn eveneens
aardverschuivingen geconstateerd. Een
comité zamelt gelden voor de bevolking
in.
Huizen weggeslagen.
Als gevolg van het doorbreken der dij
ken van de Kali Bodrie zijn 50 huizen
weggeslagen en 1200 personen dakloos ge
worden. De schade aan de gewassen toe
gebracht is nog onbekend. Er is 348 mm
regen in enkele dagen tijds gevallen. De
waterstand van den Kali Bodrie bedraagt
thans 5 meter 30 boven den dam, hetwelk
de hoogste stand is sinds 1917.
In Wadi Oen.
De Madioen-rivier en de Solo-rivier
zijn buiten hun oevers getreden. In de
streek van Madioe en ook in het Nga
wische hebben als gevolg van een zware
bandjir hevige overstroomingen plaats
gehad. Achttien huizen zijn ingestort.
In het Cheribonsche.
Cheribon. In Indramajoe vallen
thans reeds zeven dagen en in Cheri
bon reeds drie dagen onafgebroken
zware regens, gepaard gaande met
heftige rukwinden. De vrees bestaat
dat het in deze streek thans ook tot
overstroomingen zal komen, indien
de regens, die nog steeds onafgebro
ken blijven vallen, aanhouden. (Aneta).
Binnenland
Employé geschorst.
Woensdag is, aldus de Tel., aan het
gemeente-abattoir te Sliedrecht een
ernstige fraude ontdekt, in verband
waarmede een der employé's op «taan
den voet is geschorst.
B. en W. van Sliedrecht zijn door den
directeur van het bedrijf, den heer Mool-
huisen, van de onregelmatigheden op de
hoogte gebracht. B. en W. hebben daarop
de politie gewaarschuwd, die thans een
nader onderzoek instelt.
Naar het blad verneemt, moeten de on
regelmatigheden over langen tijd loopen.
Reeds lang was het den grossiers in
vleesch, welke te Dordrecht gevestigd
zijn, opgevallen, dat zij hun afnemers, de
slagers te Sliedrecht, één voor één ver
loren omdat zij hun vleesch gingen bestel
len bij den grossier R. B„ eveneens te
Dordrecht gevestigd, wiens broer, de nu
geschorste employé aan het Sliedrecht-
sche abattoir werkzaam was.
Het vermoeden rees, dat genoemde
grossier het vleesch in Sliedrecht goed-
kooper aan de slagers kon leveren omdat
Wanneer gij 's morgens bij het opstaan
gekweld wordt door pijn in uw rug, welke
onuitstaanbaar is bij bukken, bij de ge
ringste inspanning en die u steeds on
dragelijke last veroorzaakt bij uw dage-
lijksch werk. toont dit, aan, dat de onzui
verheden niet voldoende uit uw bloed ge
filtreerd worden. Vooral ook als zich
daarnevens verschijnselen vertoonen, als
voortdurende hoofdpijn, duizeligheid,
wallen onder de oogen, een afgemat ge
voel, enz. De organen, wier taak het is
om het bloed te zuiveren van dé erin
voorkomende afvalstoffen, werken traag
of zijn verzwakt, en verwaarloozing van
deze verschijnselen kan voeren tot zeer
ongewenschte verwikkelingen.
Komt uw organen te hulp bij de
eerste waarschuwende kenteekenen, dat
zij niet in orde zijn.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een
speciaal middel voor bovengenoemde
kwalen. Zij zijn wetenschappelijk samen
gesteld en beoogen slechts één doel: het
opwekken tot gezonde werking der or
ganen, die zorg dragen dat uw bloed
voortdurend goed gefiltreerd wordt en
die de onzuiverheden eruit afvoeren. En
dat zij inderdaad volkomen voldoen aan
de eraan gestelde verwachtingen, toonen
de duizenden getuigschriften uit alle dee-
len der wereld van dankbare personen,
die hun gezondheid herkregen met be
hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar
bij apothe-
kers en dro
gisten a f 1.-
f 1.75 en f 3.-
per doos. Let
vooral op den
juisten naam.
Feuilleton
[Maar het Engelsch
van
Ottwell Bmns
38)
Stane, die voor de slede uit liep, boog
het hoofd voor de scherpe deeltjes ys-
achtige sneeuw, die de wind meevoerde
en begon te vreezen, dat ze de vooibode
zonden zijn /an een storm Maar toen hy
opkeek, zag bij de sterrenduidelijk bo
ven zijn hoofd flikkeren e" hij begreep,
dat de sneeuw kwam van- de boomen en
van de hoogten die zij aan beide zijden
hadden.
Toen trof hem een andere ramp. Hij
begon kramp te krijgen in de kuiten en
het was, als trokken zijn spieren zich in
knoopen samen. Een snijdende pijn in de
lies maakte het tot een marteling zijn
voet boven de sneeuw op te tillen en een
paar maal had hij kunnen kreunen van
Ma ar hij klemde vastberaden detail-
tien opeen,en verdroeg liet in stilte, oi.j de
gedachte aan liet meisje, dat' ergens voor
hem uit ging, ten prooi van een meedoo-
genloozen man, die zich aan de wet niet
stoorde. Hij wist, dat de marteling, waar
onder hij 'leed, hij de reizigers bekend
Was onder den naam van mal de raquette.
en veroorzaakt werd door een langen
tocht op sneeuwschoenen na een langdu-
eigen rnstttijd en dat er niets aan te
doen was, totdat het geleidelijk vanzelf
weer verdween.
De weg was niet gemakkelijk en de
honden jankten, terwijl ze aantrokken,
maar Jean Bénard, met een ijzeren gestel
en spieren als stalen veren, liep onafge
broken door, uren lang, in Stane's oog,
en maakte eerst halt in de luwte van een
ïots, die begroeid was met boomen.
„We zullen hier uitrusten," zei hij, „en
wachten tot het dag wordt. Dan kunnen
we neerzien op het meer van den Kleinen
Eland. We zullen een vuur aanleggen
achter de rots."
Zonder verder iets te zeggen, begon hij
de honden uit te spannen en te voederen,
terwijl Stane hout verzamelde voor een
vuur, dat gemaakt werd op Indiaansche
wijze, klein en rond achter een rotspunt, en
zoo verborgen was voor ieder, die den weg
langs het meer volgde- Toen maakten ze
een maaltijd gereed, waar ze beiden eer
aandeden en rookend wachtten ze het
daglicht af. Na eenigen tijd begon Stane,
niettegenstaande den angst voor Helen,
die hem kwelde bij de koesterende
warrpte van het vuur en door de ver
moeienissen van den geforceerden loon,
te knikkebollen en viel den slotte in rtie-
•>en slaap. Maar Jean Bénard. bleef den
melen nacht waken, terwijl een trooste
loze uitdrukking zijn gezicht verduister
de.
HOOFDSTUK XIX.
Een versch spoor.
De koude dageraad van liet noorden
was aangebroken toen Stane uit den
Jaap gewekt werd door de stem van zijn
netgezel.
„M'sieu! M'sieu! Het js tyd om te eten,
Stane wreef zich de oogen uit en zag
rond. Toen stond hij op en rekte zich uit,
een beweging, waar iedere stijve spier
tegen opkwam. Hij keek naar het gereed-
de ontbijt en dan naar Jean Bénard.
Een blik op het betrokken gelaat van den
ander zeide hem, dat deze niet geslapen
had, maar hij vroeg er niet naar, omdat
hij wel begreep, wat voor gedachten hem
het slapen onmogelijk hadden gemaakt.
„Heb je al iets gezien, Jean?" vroeg hij,
terwijl hij weer ging zitten.
„Nog niet, M'sieu" antwoordde de
wildjager. „Maar als het opperhoofd niet
gelogen heeft, kunnen Chigmok. en
de anderen ons niet ontsnappen."
„Maar als hij gelogen heeft?" vroeg
Stane, die plotseling weer angstig werd-
„Dan moeten we terug en liet spoor
volgen. Maar ik denk niet. dat hij liegt.
Hij was te bang. Eet m'sieu, dan. kunnen
we naar» het meer gaan kijken of
Chigmok komt."
Stane at snel zijn ontbijt, en toen hij
klaar was, vergezelde bij Bénard een
eindje langs hun spoor, dat liep van den
voet van de rots, waarbij ze gekam-
peei'd hadden en dan plotseling omhoog
tusschen de rotsen.
Vóór hen lag liet met sneeuw bedekte
meer van den Kleinen Eland, een smal
meer, misschien vijftien mijl lang. Aan
één zijde verhief zich een rij hooge, rots
achtige heuvels, waarvan zijn eigen uit-
k ijk plaats een uitlooper was en aan den
anderen kant waren lagere heuvels, die
bijna tot den top toe met struiken en boo
men begroeid waren. Van de plaats, waar
bij stond, zag hij liet meer bijna als in
vogelvlucht en hy nam het nauwkeurig
op. Niets bewoog op liet maagdelijk
sneeuw-oppervlak. Hij keek zorgvuldig
langs den oever aan den voet van de be
groeide heuvels. Kreek voor kreek, baai
voor baai zocht zijn oog af, of eenig
teeken van leven te bespeuren was. Hij
zag niets, geen enkel teeken van leven;
niet het minste rookzuiltje, dat de aan
wezigheid van menschen verried. Hij
keek naar den anderen oever van het
meer, al verwachtte hij niet daar iets
van zijn gading te vinden. Deze was ver
laten en dor en op sommige plaatsen zoo
steil, dat de heuvelen j-echt uit liet meer
schenen te verrijzen. Niets bewoog er
en hij zag met een oogopslag dat het pad
niet daar langs kon loopen- Hij zag zijn
metgezel aan.
„Ze zijn er nog niet," zei Bénard als
antwoord op zijn onuitgesproken vraag.
„Ze kampeeren in de bosschen geduren
de den nacht."
„Als het opperhoofd gelogen.
„ik zeg nog eens, dat ik niet geloof,
dat hij loog. We moeten geduld hebben,
m'sieu. We kunnen niet anders doen. We
zijn hier en moeten uitkijken."
De minuten kropen langzaam voort en
cm zich te behoeden tegen bevriezen, wa
ren beide mannen genoodzaakt heen en
veer te loopen op het kleine platform
waar ze stoncen, terwijl ze af en toe af
wisseling brachten in hun korte wande
ling, door den weg af te loopen, die naar
hun kamp voerde, waardoor ze een naar
minuten het meer uit bet oog verloren,
lederen keer, dat ze dat deden, keek
Stane, als het meer weer zichtbaar werd,
vol verwachting in die richting en iede-
ren keer werd hij teleurgesteld. Een uur
verliep en nog stonden ze op den uitkijk,
zonder eenig teeken van ben die ze zoch
ten. om hen op te monteren.
Toen sprak Jean Bénard: „We ver
moeien ons voor niets, m'sieu. We loopen,
loopen, loopen en als Chigmok komt zijn
we te moe om hem le volgen. Het is beter,
dat we om de beurt op den uitkijk staan."
Stane gaf toe, dat dit het verstandigst
was en omdat hij voelde, dat hij zelf niet
stil zou kunnen zitten en vermoedde, dat
zijn kameraad behoefte had aan rust, ver
koos hij liet eerst de wacht te houden.
„Heel goed, Jean, ga jij dan eerst rus
ten, maar zeg me eei-st, voordat je gaat,
waar het gezelschap, dat we zoeken, bJJ
liet meer uit moet komen-"
„O, dat heb ik nog vergeten u te ver
tellen, m'sieu." Hij wees naar den zuide
lijken rand van liet meer, waar een klein,
dichtbegroeid eilandje op ongeveer een
halve mijl van den oever lag. „Ziet u het
eiland, m'sieu? Daar recht tegenover is
een kreek. Het gewone pad komt juist op
die plaats bij het meer en daar moet u
Chigmok zien verschijnen."
Stane keek naar het eiland, nam de lig
ging van de kreek op en kwam plotseling
op een denkbeeld. „Zou het niet beter
zijn, Bénard, als we ons kamp naar het
eiland overbrachten. Dan zouden wt
L/higniok kunnen vei-rassen, als li ij
komt."
„Non, m'sieu. Daar heb ik ook ai aan
gedacht, maar we moeten een vuur aan-
itggen en de rook zou ons vei-raden, ter
wijl' men het op grooten afstand kan rui
ken. Verder blaffen de honden als ze
andere honden bemerken en wat zouden
we dan beginnen? En nog iets. Stel u
voor dat Chigmok niet den gewonen weg
volgt; als bij eens een anderen weg dooi
de bosschen kent en verderop het meer
bereikt? Als wij dan op het eiland zitten,
zien we hem niet, maar hier boven
(hij wees met de hand voor zich uit) zien
we het heeie meer en kunnen we hem
i iet missen."
„Ja," gaf Stane toe. „Je hebt gelijk,
Af
Jean. Ga nu rusten- lk zal goed uit!;
ken."
„Daar twijfel ik niet aan, m'sieu. /(J
hebt iets te verwachten, maar ik.
Hij keerde zich om, zonder zijn zin. a'
te maken en Stane begon weer heen v
weer te loopen, van tijd tot tijd balt l'.rï
dend om het lange, met sneeuw bedkï
meer langs" te kijken en de bossN"'
langs den oever op te nemen. Toen de-
verliep, zonder eenige veranderihg
brengen terwijl het onafgebroken sno".,
veld hem tergde met zijn kaalheid, v
hij zwaar te moede en een koortsige :;t
maakte zich van hem meester. Hij \<-
zich hulpeloos en de vrees, dat hef
perhoofd George g logen had, en 1
opzettelijk op een dwaalspoor gel:
gebracht had, werd hoe langer hoe -
kei-, tot hij er eindelijk van overtuig f
Hy voelde, dat het tijd vbrspillen
naar hét leege dal van het meer t-»
ven turen. Niets te doen, terwijl
wie weet welk lot tegemoet sfield*.
hem een marteling. Het zoti bete,
dacht hij, terug te keeren en het
der ontvoerders te zoeken, omdat
tenminste zekerheid hadden op der j J
ten weg te zijn. Zoo vast was hij
besloten, dat hij deh weg naar het kr.:~
■nsloeg, om met zijn metgezel te overleg
gen. Maar toen hy den hoek van de rot*
omsloeg, zag hij Jean Bénard vast in
slaap hij het vuur en hoewel ziin eerste
plan was hem te wekken, zag hij er toch
van af, toen hij bedacht, hoe moe de man
moest zijn en hoe noodig het was, dat lii.1
frisoh v Hs. als liet oogenhlik daar was om
te handelen.
(Wordt vervc'gd.)