I MAISON GERRITS De Wieringer--Wereldreiziger. Schagen. Texel. Laatste berichten. r IWjoo* JL Beg'ooting Defensie. De N.S.B. en het gezag. Stoomvaart berichten SALON DE COIFFURE SALON DE BEAUTÉ Tel. 457 Spoorstraat 1G4-T06 Dijkje op Texel bezweken Iets over belastingen. HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 10 FEBRUARI 1931 lfa is voorjaarsontwaken. 6e natuur volgt den loop der dingen. Zij laat zich niet boeien. Haar ingeboren levensdrang is onder de werking van het krachtiger wordend zonlicht niet tegen te houden. De dagen lengen, 't wordt zoeler. Knoppen verschijnen aan boom en struik. De landman begint te zaaien. Hij weet, dat de zonier zal komen, die hem dén angst zal brengen. Hij begint met moeite en uitgaven, waar hij voorloopig niets voor terug krijgt. Voor haastig resultaat verwachtende naturen is zaaien geen pret tig werk. Alles zal zich weer gaan vernieuwen Met nieuwen moed gaat de mensch het voorjaar in. Voor menigeen komt er meer werk na een tijd van geestdoodend niets doen en zeer schrale inkomsten. De haring verschijnt weer en de vis- scherman waagt nu zijn kans. Spanning is er! Hoe zullen de prijzen zijn? Maar hij begint! Pakt aan! Best gitlaan. al gedaan! Ook handel en bedrijf heeft voorzorg genomen. De handel toch moet zorgen, dat aan de vraag van de bevolking zoo goed mogelijk direct kan worden voldaan In een stad als Den Helder zijn door de winkelzaken reeds voor duizenden gul dens goederen ingeslagen, die straks hun weg zullen vinden naar alle wijken en woningen van stad en omgeving. Het is geen kleinigheid, ervoor te moeten zorgen, dat ruim 30.000 menschen direct kunnen ontvangen wat zij koopen willen! Natuurlijk zorgen de zakenlui er gaarne voor, want het is hun bestaan. Straks, na de schoonmaak moeten hier nieuwe gor dijnen zijn daar een kleed ginds een zeil of mat. Nog even later wordt aan het Natuurlijk zorgen de zakenlui er gaarne voor. want het is hun bestaan. Straks, na de schoonmaak, moeten hier nieuwe gor dijnen zijn daar een kleed, ginds een zeil of mat. Nog even later wordt er aan het uiterlijk gedacht. Winterkleeding wordt weggehangen. Er zal fleurige en kleurige kleeding worden aangetrokken. De etaleurs doen hun best. De verkoopsters hebben in afwachting van den klantenstroom reeds hun uiter lijk aan critiek onderworpen. En met de meteste bereidwilligheid worden straks de dames geholpen. Tegen moeite wordt niet opgezien. Dat mag wel eens gezegd worden ter eere van het winkel-personeel. Men wordt in Den Helder over het algemeen zaak kundig flink en vriendelijk geholpen. Ja de drukte zal weer komen! Dan vliegen de dagen heerlijk vlug om. Zóó ben je in de zaak zóó kun je weer naar huis, na prettige menschen bediend te hebben. Och geduld is er natuurlijk bij nooclig, maar dat weet een verkoopster nu eenmaal en er zijn toch werkelijk men schen, wie het een genot is te helpen. Dat zijn de vriendelijkeen, zonder al te veel vooropgezette meening. Ja, zoo'n voorjaar brengt werk. Het spoor, de vrachtauto's, de bestellers, allen zijn bezig om de goederen naai- de Heldersche zaken te brengen. In de cou ranten komen de aankondigingen van de nieuwe artikelen. De zetters hebben han den tekort In de grootere en kleinere magazijnen is het een beweeg van komen den en gaanden. Tot zelfs het bankbedrijf en de wissellooper gevoelt den polsslag van den drukken tijd. Moge de voorjjaarsverwachting in 1984 niet beschaamd worden en ieder medehelpen om de plaats onzer inwo ning een bloeiend aanzien te doen behouden. Wij wenschen u een zonnig voorjaar. Met veel aangename vandelingen langs lokkende étalages en een dikke porte- monnaie. Optimist. steenen in de kerk te Den Burg een voor name positie bekleedde. Het poldertje bevindt zich in de onmid- delijke nabijheid van den Texelschen vuurtoren, waar reeds jarenlang een vrij sterke duinafslag de aandacht van de autoditeiten had, zoodat reeds uitgebreide maatregelen zijn genomen om den circa 8000 H.A. grooten Eierlandschen polder te beschermen, waartoe een stevige inlaag- dijk is gelegd. Om den Eierlandschehuis- polder te beschermer heeft ook de pol der Eierland een drietal jaren geleden een dijk laten leggen, waarvan de heer Vonk, te Oost, aannemer is geweest; dit was evenwel geen afdoende bescherming, vorige week is de voet van dezen hulpdijk ondermijnd door den harden Noord-Oos- ter en gistermiddag omstreeks half één bezweek van dezen dijk pl.m. 15 M„ zoo dat het poldertje ten deele onder water liep. Ten bescherming van het Eierland sche huis, heeft de huurder, de heer Quartel, ongeveer 70 M. van 't gat in den dijk een hulpdijkje gelegd van 3 M. hoog, zoodat de hofstede zelf, voorloopig geen last heeft; ongeveer 7 H.A. is nu onder- geloopen; een diep gat heeft de door braak niet veroorzaak; op 't ondergeloo- pen land staat pl.m. 10 cm water. Gistermiddag werd van de peilschaal te De Cocksdorp een waterstand van 1.10 bo ven volzee afgelezen, Vrijdagmorgen 70 cm boven volzee, zoodat er geen gevaar voor verder doorbaak bestaat. Bij op nieuw invallend stormweer kan men daar echter onderloopen van het geheele pol dertje verwachten. Voor eenige maanden is in Prov. Staten v. N.-Holl. deze dreigende doorbraak in bespreking geweest. Prov. Staten deelden toen mede, dat de geweldige uitgaven, die afdoende bescherming van het poldertje met zich zouden brengen (pl.m. V» millioen gulden) niet gemotiveerd waren. Het Eierlandsche huis wordt bewoond door den heer A. de Blooijs, die in dienst is bij den heer Quartel. dienstverhoudingen bij de zeemacht. Hij acht dit noodzakelijk ten einde marine- aangelegenheden, die dagelijks de aan dacht vragen, persoonlijk te kunnen be- oordeelen. De kosten dezer reizen blijven tot een minimum beperkt. De minister hield zich er van overtuigd, dat het waar- deering zou vinden, dat hij van tijd tot tijd buitengaats vertoeft om op de hoogte te blijven van wat er leeft in onze marine en hij waardeert dan ook zeer, dat dit door verscheidene leden wordt toege juicht. De Regeering kan mededeelen, dat haar van de in 1932 ingestelde Interde- j f^CUHCr partementale Commissie een ontwerp van wet met bijbehoorende Memorie van Toe- lichting, inzake de bescherming van de I ^gadenng tan Donderdag 8 Eebruan. steld zal worden en naar Indië zal kunnen vertrekken. Komt in dien tusschentijd geen wijziging in de dislocatie der vloot wat de kruisers betreft, dan zullen zich drie kruisers waarvan een volkomen moderne en twee eenigszins verouderde in Indië bevinden. Het is de bedoeling om tegen dat de kruisers ..Java" en „Suma tra' de leeftijdsgrens bereiken, gelden voor nieuwbouw te hunner vervanging op de begrooting te brengen. Memorie van Antwoord. burgerbevolking tegen luchtaanvallen, heeft bereikt. De Commissie heeft tevens bij de aanleiding van bedoeld ontwerp verklaard, haar taak eerst als geëindigd te zullen beschouwen, zoodra eveneens de noodige uitvoeringsvoorschriften zullen zijn ontworpen. Het ligt in het voornemen tegelijkertijd daarmede de noodige voor stellen aan te bieden tot het treffen van de vereischte maatregelen, waardoor ze kerheid wordt geschapen dat hier te lande geen minder deugdelijke gasmaskers in den handel zullen worden gebracht. Krachtige handhaving van de krijgs tucht heeft in hooge mate de aandacht van den minister. Omtrent de toekomstige voorziening in de bemanning van de schepen in Ned.- Indië is nog geen beslissing genomen. Van Inlandsch marine-personeel zal in de toekomst niet in dezelfde mate als tot dusverre gebruik gemaakt kunnen wor- den. i Het overleg met den minister van Fi nanciën in zake een nadere voorziening ten aanzien van de oud-gepensionneerde militairen is door den minister wederom geopend, doch nog niet geëindigd. De vraag of de aanbouw en de repa ratie van het Marinematerieel wel aan genoegzaam deskundige personen is toe vertrouwd, kan de minister bevestigend beantwoorden. Voortgezet worden de algemeene be schouwingen over de Hijksbcgrcoting 1934. De heer Wibaut (s. d.) is verwonderd, dut nog steeds alleen belasting wordt geheven van uitgekeerde winsten van naatnlooze vennootschappen en niet van de gemaakte winsten. De heer A n e m a (a. r.) vestigt de aan dacht op het revolutionaire karakter der S. D. A. P. Voor het vervullen van de corporatieve gedachte is de tijd nog niet rjjp. Minister C o 1 ij n schetst de economi sche en politieke noodzaak van de wijze van samenstelling van dit kabinet, dat is een zuiver Nederlandsch constitutioneel kabinet, hetwelk nauw wil samenwerken met de Kamers. Het kabinet is een crisiskabinet, dat streeft naar een zuiver nationale Neder- landsche politiek. Minister Colijn herhaalt, dat de regee ring den gouden standaard niet wil los laten en geen devaluatie, ook geen wette lijke, van onze munt wil. Over het rapport-Idenburg inzake de defensie zal de regeering zich hebben te beraden en de Indische regeering hebben te hooren. De bezuiniging zal moeten worden ge vonden, voornamelijk door gedeeltelijke vervanging van beroeps- door reserve- personeel. Met haar circulaires aan de gemeenten Verschenen is de memorie van ant woord op het voorloopige verslag van de Eerste Kamer over de begrooting van defensie. De Regeering is van meening, dat de weermacht reeds belangrijke offers aan de bezuinigingsnoodzakelijkheid heeft ge bracht. Indien verdere bezuinigingsmaat regelen in overweging zullen moeten wor den genomen, zal de minister het belang der instandhouding van een goede weer macht steeds voor oogen houden. De mi nister vertrouwt, dat het voldoende be kend is, dat hij staat aan de zijde van de leden, die de instandhouding van een deugdelijke weermacht voor de verzeke ring van ons onafhankelijk volksbzjl-an noodzakelijk achten. Afbraak van die weermacht is dus yan hem niet te ver wachten. Mede gelet op de cijfers, zou aftake ling van onze weermacht niet nalaten in het buitenland den voor ons hoogst on- gewenschten indruk te vestigen, dat wij ons aan ons vrij volksbestaan weinig ge legen laten liggen, terwijl aan de preven tieve waarde van onze weermacht, reeds daardoor tevens ernstig afbreuk zou wor den gedaan. Door het medemaken van reizen met oorlogsschepen onderhoudt de minister aanraking met het actieve leven en de Ten aanzien van het gebeurde met Hr. deed de regeering slechts haar plicht Ms. „Sumatra" deelt de minister mede, Er is geen tegenstelling tusschen rijk dat de feiten, genoemd in een artikel, in en gemeenten. de „Haagsche Post", in hoofdzaak juist l>at spr. alle macht aan zich zou trekken is onjuist. Spr. heeft dat niet noodig om I zijn 7U V, .i c.. de zaken in het goede spoor te houden. De aanbouwkosten van Hr. »s. - ,pen aanzjen vail de SOciale en econo- matra hebben 20.300.631 bedragen. mlsclie betrekkingen kan de regeering Aangezien de exploitatiekosten van een a|ieen tastend en zoekend te werk gaan, schip afhankelijk zijn van de diensten daarbij echter fooveel mogelijk een vaste welke het heeft verricht, d.w.z. of het j lijn volgend. Wat er van de regeerings- hebben, in tegenstelling met die in andere lauden, altijd geweigerd hun schouders mede te zetten onder het zware regeerings- werk. In de avondzitting zijn de algemeene beschouwingen voortgezet. De heer F o c k (Lib.) zegt, dat het optreden van dit ministerie door sprekers politieke vrienden met instemming is begroet. Deze regeering weet het gezag hoog te houden met handhaving eener gezonde vrijheid. Het uniform verbod heeft sprekers instemming. De Nat. Soc. Beweging van den heer Mussert is een kind van de crisis en bovendien naaperij van Duitschland. De beweging zou, leefden wij in normale omstandigheden, géén aanhanger hebben; doch velen, vooral onder de jeugd, zijn moedeloos, nu de toekomst hun zoo weinig belooft. Spr. zal niet beweren dat eenig parle- menttair stelsel volmaakt is. Misstanden moeten zoo mogelijk worden weggenomen. Doch aan een Staatscommissie voor Grondwetsherziening is geen behoefte. De heer Slingenberg (v.-d.) kan zich vereenigen met veel dat deze regee ring heeft gepresteerd. Bij de flnancieele maatregelen moet zooveel mogelijk worden gestreefd naar een billijke verdeeling der lasten. De heer De B r u ij n (r.-k.) kan zeer wel vertrouwen in deze Uegeering stellen, ondanks enkele punten met verschil van inzicht. De heer Briët (a.-r.) is van oordeel I dat de geestelijke crisis erger is dan de materieele. Een telegram aan minister Colijn. De heer Van Geelkerken, algemeen secretaris van de N.S.B., geeft gisteren het volgende telegram aan den voorzitter van den ministerraad gezonden: Verklaar eerbiedig bij ontstentenis Mussert, circulaire waarin bewoordingen „Ambtenaren slaven corrupte regeering dan wel, dat N.S.B. belofte praevaleert aan gehoorzaamheid aan corrupte regeering", nimmer door hoofdleiding uitgegeven of gesanctioneerd. Verzoekt inzage of af schrift geïncrimineerd stuk ter opsporing herkomst. Uitingen als bovenbedoeld zijn in flagranten strijd met onze beginselen, die dergelijk deloyaal optreden niet toe staan. Uit Wageningen: Geslaagd voor het iiigenieurs-eexamwi koloniale landbouw, de heer A. P. H. "R'e- ber, geboren te Den Helder. DE RELLETJES TE PARIJS. Uit Parijs: De speciale ordedienst der politie is te gen middernacht ingetrokken. De commu nistische en socialistische betoogers waren practisch van de straat verdwenen. De laatste ernstige botsingen, waarbij 4» per sonen door schoten en sabelhouwen ern stig gewond werden, kwamen voor kort voor middernacht bij het Métrop-station, waar de communisten een barricade had den opgeworpen, die door de politie werd bestormd en ingenomen. Ook bij de „Gare du Nord", waar eenige betoogers gevlucht waren, kwam het tot^een schietpartij. Het aantal arrestanten bedroeg over de 800. Volgens de laatste berichten zijn twee politie-beambten door schoten gedood. In totaal schijnen 32 politie-beambten te zyn gewond, waarvan 5 ernstig. In twee zie kenhuizen werden niet minder dan 115 gewondnen ter verpleging opgenomen. schip in dienst geweest is dan wel in her- I stelling of in conservatie heeft gelegen, j loopen deze bedragen voor de verschil- lende jaren uiteen. „Sumatra" en „Krakatau*. maatregelen permanent zal zijn, is nog niet te overzien. De regeering zal eerstdaags een 60 millioen leening aanvragen als onderdeel van een grooter plan voor uit voering van groote werken. Echter moet vóór de uitvoering over eenstemming zijn verkregen omtrent lager Blijkens een door den minister gegeven Iconen dan de geldende contractloonen. overzicht betreffende de „Sumatra" en de M)Onder de werken zijn: inpoldering Noord „Krakatau" werden in 1929/1930 een be- Uostpolder Zuiderzee versnelling kanaal j j nu o <.,>ii„~ Amsterdam— Rijn, Maasverbetering en drag van rond 225.000 voor herstelling bf)nj)a| arnni noen Zuirtevzpp van ontstane machine-averij. fanaal Groningen Zuiderzee. JIMinister Oud betoogt de ontoelaat- 1070 imt i j ruiuioiivi. v u u uvvvvgv ur. ui. ra 1930 1931 een bedrag van rond baarheid Van een heffing ineens. nr\n nr\r\ 111-j_ i1 300.000 voor herstelling van de brand schade; ?Een wetsontwerp tot wijziging van be lasting van besloten N.V. zal dezer dagen in 1931 een bedrag van 78.000 voor de Eerste Kamer bereiken. gedeeltelijke betaling van de in Neder land bestelde onderdeelen, noodig voor de herstelling van de in 1931 ontstane machine-averij. i De derde kruiser. Verwacht mag worden, dat de derde kruiser ongeveer medio 1936 in dienst ge- Spr. beloopt, dat zooveel mogelijk even wicht moet worden bewaard tusschen directe en indirecte belastingen. Voor 1935—1936 komt er een gewijzigde j regeling der flnancieele verhouding tus schen Rijk en Gemeenten. Na repliek door de beeren Mendels en Wibaut dupliceert Minister Colijn. De Nederlandsche sociaal-democraten Stoomvaart Mij. Nederland. Poelau Laut, t., 9 Febr. v. Port Said. Saleier, t., g Febr. v. Hamburg. Tajandoen, u., 9 Febr. te Port Said. Jan Pietersz. Coen, u., pass. 8 Febr. Gibraltar. Marnix van St. Aldegode, u., 9 Febr. v. South- ampton. Chnistiaan Huygens, t., 8 Febr. v. Algiers. Kon. Holl. Lloyc. Amstelland, 5 Febr. v. Seattle. Orania, t., to Febr. te IJmuiden verwacht. Flandria t„ 9 Febr. v. Montevideo. Koningsberg, g Febr. te A'dam. Kennemerland, t., 8 Febr. Las Palmas. Zaanland, 7 Febr. te Panama. Zeelandia 11., 9 Febr. v. Las Palmas. MARKTO VERZICHT. Donderdag waren er meer vette koeien aangevoerd dan de vorige week. De 3 beste koeien werden aangekocht voor f 230, f 225 en f 210.—. Op de gelde- en kalf- koeienmarkt was aardig drukte; die han del was heel goed. Vaarzen niet aange voerd; graskalveren stug en duur. De handel in nuchtere kalveren was redelik; geen verhooging van prijzen. De handel in schapen, jonge vette, vlug tot 28 gld. De handel in overhouders was goed tot 14 gld. De oude schapen waren duur, vlugge handel, van 16—28 gld., voor den lijd een groote prijs. Het geieek wel een paardenmarkt, zooveel paarden aange voerd waren. Deze handel was tamelijk goed. Aangevoerd waren 40 stuks. De handel in Russische hitten was stug. Prijzen van 110—200 gld. De handel in biggen en schrammen redelijk. Vette varkens trekkend; hoogste prijs 18 cent. Op de kippenmarkt was de handel heel goed;er kon veel meer aangevoerd worden. 15 van 30 stuks Regeeringskoeien waren maar aangevoerd. Pl.m. 3 H A. grond ondergeloopen. Aan de Noordpunt van onze gemeente ïigt het z.g. Eierlandsche huis te midden van een poldertje, dat zijn naam aan deze historische boerderij ontleent. Lang voor de verbinding tusschen Texel en Eierland door de inpoldering van den grooten Eierlandschen polder, definitief tot stand kwam, stond daar reeds een gebouw, dat bewoond werd door den Kastelein van het Eierlandsche huis, die daar tevens strand vonder was en blijkbaar uit de verschil lende overleveringen en uit de mooie graf- Den vorigen keer vertelde ik u van mijn mislukte poging, om Italië binnen te komen. Mijn plan Rome en Napels te bezoeken, viel dus in duigen. Dan maar terug. Al gauw bemerkte ik, dat ik een goeden weg had ingeslagen, want hij leid de dwars door het prachtige Geildal pal naar het Westen. Om het half uur kwam ik door een gezellig boerendorpje met zijn eigenaardige hooge boerderijen. Vele daarvan hebben een ruim balkon, dat vol met bloemen en planten is behangen. Ook voor de ramen hangen bloembakken, die de woningen een fleurig aanzien geven. In sommige dorpen had men voor de vele „trekkers" Oostenrijk is een gastvrü land eene bijzondere regeling getrof fen. 's Avonds ging ik naar den burge meester van zoo'n dorp, meestal een ge moedelijke boer. Deze schreef een briefje en stuurde me vervolgens op liet nummer af naar eene bepaalde boerderij. De vol gende trekker werd weer een nummer verder geplaatst. Zoo kregen alle boerde rijen een beurt. Na vijf dagen gewandeld te hebben kwam ik in het toeristenplaatsje Heilgen- blut. Dit ligt aan den voet van den hoog- sten berg van Oostenrijk, de Grossglock, die 3798 111 hoog is. Aan de andere zijde van dien berg ligt i de hoofdweg naar Innsbrück. Ik moest er dus overheen. Dit werd me echter ten sterkste afgeraden, want ik zou zeven uur moeten klimmen en dan nog zes uur da len. Een paar uur zou ik in donker moeten klimmen, wat bijna onmogelijk is. Boven dien ligt een groot gedeelte onder de eeuwige sneeuw. Ook moesten een paar levensgevaarlijke gletschers genomen worden, wat alleen geoefende bergbeklim mers kunnen volbrengen. Er was nog eene mogelijkheid, om aan den anderen kant té komen. Ik zou een stuk oostwaarts moeten loopen en daar den bergtop, die 3000 m hoog is, over trekken. Nou, nou, dat was geen kinderwerk, dat bergbeklimmen. Steeds maar den eenen voet boven den anderen zetten en je lichaam omhoog drukken. Ook moest ik goed uitkijken, dat ik niet op losse stee nen ging staan, want dan „sulde" ik weer naar beneden, 's Avonds kwam ik dood vermoeid bii eenige barakken aan. Hier waren arbeiders gehuisvest, die bezig wa ren met den aanleg van een pas. Deze moet de directe verbinding vormen tus schen München en Venetië. De barakken stonden op een hoogte van 2500 m. De weg zou niet over den bregkam getrok ken, doch door eenen tunnel geleid j worden. Voor mij was het een geluk, dat hier slaapgelegenheid was, want ik had dien avond beslist niet meer van vermoeidheid den tocht kunnen volbrengen. Spoedig was is „ingeburgerd" en bracht een ge- zelligen avond in de cantine door. Het was er een vrooljjke boel. Er werd voort durend gejodeld, waaruit bleek, dat ze lang geen slechte zangers waren. Eén ding was bedroevend te zien. Hoewel men wei nig dronkenschap ontmoet, hetgeen wel aan de tijdsomstandigheden zal liggen, werd hier toch een groot deel van het zuur verdiende loon in drank omgezet. Den volgenden morgen trok ik weer verder, begeleid door een uitvoerder van het werk, want ik moest nog een 500 m stijgen en een kleinen, doch gevaarlijken gletscher overtrekken. Toen deze toer achter den rug was, namen we afscheid van eikaar en trok ik alleen verder. Plotseling overviel me een verschrikke lijk eenzaam gevoel zoo hoog in de bergen met de bewoonde wereld ver beneden me. Overal rondom steen en sneeuw en nog eens steen en sneeuw. Zonder ongleukken volbracht ik de nog resteerende 10 km en daalde toen weer snel het dal in, waar als 't ware een auto op me stond te wachten. Deze nam me mee naar het Dorf Fursch, waar ik een waterkrachtwerk mocht bewonderen. Een paar dagen zoo van dorp tot dorp getrok ken te zijn, sloot ik mij bij twee Salzbur- ger jongens aan. die ook naar Innsbrück moesten. Al gauw waren we de beste ka meraden. Ook waren we het er spoedig met elkaar over eens. dat loopen niet snel gaat en erg vermoeiend is. We zonnen daarom op eene andere reismethode. Dienzelfden dag liepen we nog tot St. Johan. We zochten de Jeugdherberg op, om den inwendigen mensch wat te ver sterken. Daarna wachtten we tot het don ker geworden was en gingen toen naar het rangeerterrein van de Oesterreichi- sehe Bundesbahnen. Het was de hoofd lijn Weenen—InnsbrückBazelParijs. Er lag dubbelspoor en de geheele lijn was geëlectrifieeerd. We hadden al opgemerkt dat eiken avond een goederentrein van Weenen naar Bazel voorbfo" reed. Dezen zouden we afwachten en dan ongemerkt een wagon binensluipen, om op die ma nier tot aan de grens mee te rijden. We hadden ons tusschen groote eooraden hout verscholen en wachtten, wachtten. Den tijd trachtten we te dooden met elkan ders wederwaardigheden te vertellen. Intusschen werd het aardig koud en dan valt wachten niet mee. Het was een heldere, frissche maannacht, wat het ge vaar ontdekt te worden nog vergrootte- Ergens hoog in de bergen klonk gezang van een aantal mannen. Dat gaf aan het avontuur een romantisch tintje. Eindelijk boorden we het gezoem van de zware electrischen locomotief in de verte nader bij komen. We hadden gedacht, dat de trein het kleine station langzaam voorbij zou rijden. We hielden ons daarom ge reed, 0111 er op te springen, doch dat was gelukkig niet noodig, want de trein moest een wagon uit rangeeren. Dat' was een gelukje voor ons. De spoormannen liepen langs de perronzijde, zoodat we dus onge merkt naderbij konden sluipen. Heel voorzichtig liepen we met onze zwaar be slagen schoenen over het grind. Ik had mijn Volendammer broek uitgetrokken, omdat ik nog een gewone broek daaron der droeg. In geval van nood zou je met zoo'n wijde broek toch niet hard kunnen weg loopen. We ontdekten spoedig een leege wagon. Voorzichtig werd de klink van de deur gelicht en deze opengescho ven, dochachteraf bleek, dat iemand van een seinwachtershuisje uit, ons, dank zii de maan, gezien had. Plotseling wer den we door een paar mannen verrast. Wij aan het loopen, dat begrijpt u, totdat we aan een smal beekje kwamen, dat langs de spoorbaan liep. We namen een sprong en.... stonden alle drie tot over onze knieën in het ijskoud water. Dat scheeen de spoormannen genoeg te zijn, want ze gingen lachend weer aan hun werk. Wij zaten er ondertusschen mee. Het was te laat geworden, 0111 ons bij een Jeugdherberg aan te melden of bii de boeren aan te kloppen. Al gauw hadden we echter een ander plannetje. We knap ten ons geheel op, ik trok mijn wijde broek weer aan en we gingen van den weg af naar de wachtkamer van het sta- tiort. We legden ons te rusten op de ban ken tot 3 uur, kochten toen een kaartje naar het eerstvolgende station en stapten hiermede in den nachttrein. Helaas maak te de conducteur bii het instijgen een praatje met me, wat op dat moment nu eigenlijk niet gewenseht was. Toen we het volgende station naderden, liepen we naar het. einde van den wagon, doch in plaats van uit te stappen, verstopten we ons in de ruime en zindelijke W.C., want het was een nieuwe zeer geriefelijke trein. Ik vroeg aan mijne kameraden hoeveel straf hierop stond. Maar vier weken was het antwoord. Dat kunnen we best uit houden, merkte ik op. Ingespannen wachtten we tot de trein zich weer in beweging zou zetten. Eindelijk vertrokken we wreer. Daar zatén we nu. We hadden het slot op „bezet" gedraaid, dus te vreezen was er niets. We hadden ons echter al weer te vroeg verblijd, want toen de trein het zesde station verliet, werd er opeens hard op de deur gebomd met de volgende be dreiging: „En nou eruit, anders sluit ik jullie op en lever ik jullie aan de politie over!" Nu, dat lieten we ons geen twee maal zeggen. We ontsloten de deur en dropen beschaamd af, maar toch dankbaar gestemd, dat de conducteur het geval dooi de, vingers zag. Waardoor waren we nu ontdekt? De conducteur ging namelijk bii elk station het eerst den trein uit en wachtte dan tot de passagiers uitgestegen waren. Op deze wijze had hij ons natuurlijk gemist en was hij den trein gaan doorzoeken met het bovenvermelde gevolg. Daar stonden we weer. Het was ongeveer half vijf, dus nog donker. We besloten maar weer te gaan tippelen en volgden de spoorlijn. Dit ver kortte onzen weg aanzienlijk, daar we nu in plaats van om de bergen heen, de tun- ne> ooortrokken. Deze onderneming was niet ongevaarlijk, want ieder oogenblik kon er een trein met een vaartje van 100 km aankomen. Om dan Li het stikdonker, want een zaklantaarn of lucifers hadden we niet, een nis te vinden, die hier t.n daar in den tunnel aangebracht is, valt 'niet mee. Gelukkig was dit geen enkelen [keer noodig. Na een uur geloopen te hebben, k ra- 'men we aan een groote spoorbrug, die over een diepen afgrond lag. Plotseling kwam er een kerel uit het duister op ons af. In zijn hand had hij een geweer met een bajonet er op, welke hij op ons richtte. Hü bleek een jjoldaat te zijn, die de brug aan deze zijde newaakte. We werden ge visiteerd, doch doordat we enkele papie ren lieten zien, was hij spoedig overtuigd, dat we doodeerlijke trekkers waren en geen warhoofdige bommenwerpers. On danks dat mochten we de brug niet pas- seeren, zoodat we genoodzaakt waren de spoorbaan te verlaten en den weg op te zoeken, wat ons 11a een half uurtje ge lukte. Dien avond zochten we zoo vroeg mogelijk eenen hoer op, die ons onderdak verschafte en kropen direkt in het hooi, om voor twee nachten tegelijk te slapen. JO STERLING Jr. HET BEZIT VAN ROEREND KAPITAAL EN DE FISCUS. I. De bezitter van roerend kapitaal komt op tweëerlei wijze daarmee in contact met den fiscus. De wet op de inkomstenbelas ting treft de opbrengst; de wet op de vermogensbelasting treft de waarde. Op welke wijze deze heffingen plaats vinden en welke jurisprudentie zich hieromtrent in den loop der tijden gevormd heeft, zul len wij hieronder in een samenvattend overzicht weergeven. Allereerst dan t.a.v. de INKOMSTENBELASTU In een speciaal hieraan gt^vijd artikel (art. 6) behandelt de wetgever het roerend kapitaal en de opbrengst daarvan. Een definitie van wat deze wet ondei roerend kapitaal verstaat, wordt evenwel niet gegeven. Volstaan wordt met een negatieve omschrijving, n.1. dat als op brengst van roerend kapitaal beschouwd worden: de vruchten van kapitaal dat met in onroerende zaken of in een eigen be roep of bedrijf is gelegd. Deze op het eerste gezicht misschien eigenaardige omschrijving sluit zich ec-i- ter geheel aan hij het practische leven. Belegt men zijn kapitaal in onroerend «oed, dan noemt ook het spraakgebruik de vruchten van een dergelijke belegging geen opbrengst van roerend kapitaal, maar opbrengst van onroerend goed. Het zelfde geldt als men kapitaal in een eigen bedrijf steekt. De winst, welke het bedrijt opwerpt, beschouwt men ook in het dage- liiksch leven als één geheel;, men wqst niet aan, welk deel van de winst door ar beid en welk deel door kapitaalstorting is verkregen, zoodat er ook voor den wei- gever geen aanleiding behoefde te be staan, om hier een kunstmatige splitsing I te maken. Ons art. 6 ziet dus slechts op I11 eens ander* bedrijf gestoken kapitaal. I De opbrengst van in eigen bedrijf ge storte gelden worden n.1. met de door ar- beid verkregen voordeelen in zijn geheel 1 als opbrengst van onderneming en arbeid beschouwd. De wet somt nu in art. 6 eenige voor beelden op van wat zooal als opbrengst van roerend kapitaal wordt belast. De wet geeft alleen voorbeelden, zoodat behalve deze hierna te noemen ge vallen nog mogelijke andere baten van roerend kapitaal aan belastingheffing on derworpen kunnen zijn, ais ze onder voor melde algemeene omschrijving zijn te rangschikken. In de eerste plaats noemt de wet: rente van inschrijvingen op de groot- boekon der nationale of buitenlandsche schuld, dividenden en rente van aandeel- bewijzen, obligatiën of andere effecten. Rente van effecten e.d. Deze opsomming betreft wel het meest voorkomende geval van belegging van roerend kapitaal. Yan de effecten worden de belangrijkste soorten: aandeel bewij zen en obligatiën met name genoemd; door het woordje „andere" vallen hier ook oprichtersbewijzen, winstbewijzen, e.d. onder. Effecten nu kunnen op verschillende wijzen voordeelen voor den bezitter af werpen en wel niet alleen in den vorm van rente en dividenden, maar ook in den vorm van claims, bonusaandeelen, stock dividenden e.d., ja, ook door speculatie. In hoeverre de wet nu deze voordeelen belast zullen wij hieronder uiteenzetten. Dat de voordeelen, welke in den vorm van interest en dividend genoten worden, tot het belastbaar inkomen behooren zal wel green nadere toelichting behoeven. Moeilyker wordt het echter, wanneer de voordeelen betreffen claims. De claim is een voorkeursrecht, dal bii uitgifte van nieuw kapitaal aan de oude aandeelhouders wordt toegekend, dit recht wordt door een claim bewezen. Zoo'n claim vertegenwoordigt veelal eenige geldswaarde, omdat de enussie- koers la^er is dan de beurswaarde dei- oude aandeelen zou rechtvaardigen. De Minister van Financiën schreef evenwel de inspecteurs aan, dat zij de claim moe ten beschouwen als een rechtstreeksche verniogensvermeerdering, die gereali seerd wordt, hetzij door verkoop van den claim, hetzij door verkrijging yan iiieuwe aandeelen* het is een voordeel vooi eens en niet een uit haar aard periodieke bate, en alzoo onbelastbaar. Oprichtersbewijzen. Een uitkeering op een opriehtersbewys achtte de Minister daarente«— he-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 11