I
MAISON GERRITS
De Wieringer--Wereldreiziger.
Schagen.
Texel.
Laatste berichten.
r
IWjoo*
JL
Beg'ooting Defensie.
De N.S.B. en het gezag.
Stoomvaart berichten
SALON DE COIFFURE
SALON DE BEAUTÉ
Tel. 457 Spoorstraat 1G4-T06
Dijkje op Texel bezweken
Iets over belastingen.
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 10 FEBRUARI 1931
lfa is voorjaarsontwaken.
6e natuur volgt den loop der dingen.
Zij laat zich niet boeien. Haar ingeboren
levensdrang is onder de werking van het
krachtiger wordend zonlicht niet tegen te
houden. De dagen lengen, 't wordt zoeler.
Knoppen verschijnen aan boom en struik.
De landman begint te zaaien. Hij weet,
dat de zonier zal komen, die hem dén
angst zal brengen. Hij begint met moeite
en uitgaven, waar hij voorloopig niets
voor terug krijgt. Voor haastig resultaat
verwachtende naturen is zaaien geen pret
tig werk.
Alles zal zich weer gaan vernieuwen
Met nieuwen moed gaat de mensch het
voorjaar in.
Voor menigeen komt er meer werk na
een tijd van geestdoodend niets doen en
zeer schrale inkomsten.
De haring verschijnt weer en de vis-
scherman waagt nu zijn kans. Spanning is
er! Hoe zullen de prijzen zijn?
Maar hij begint! Pakt aan! Best
gitlaan. al gedaan!
Ook handel en bedrijf heeft voorzorg
genomen. De handel toch moet zorgen,
dat aan de vraag van de bevolking zoo
goed mogelijk direct kan worden voldaan
In een stad als Den Helder zijn door de
winkelzaken reeds voor duizenden gul
dens goederen ingeslagen, die straks hun
weg zullen vinden naar alle wijken en
woningen van stad en omgeving. Het is
geen kleinigheid, ervoor te moeten zorgen,
dat ruim 30.000 menschen direct kunnen
ontvangen wat zij koopen willen!
Natuurlijk zorgen de zakenlui er gaarne
voor, want het is hun bestaan. Straks, na
de schoonmaak moeten hier nieuwe gor
dijnen zijn daar een kleed ginds een
zeil of mat. Nog even later wordt aan het
Natuurlijk zorgen de zakenlui er gaarne
voor. want het is hun bestaan. Straks, na
de schoonmaak, moeten hier nieuwe gor
dijnen zijn daar een kleed, ginds een
zeil of mat. Nog even later wordt er aan
het uiterlijk gedacht. Winterkleeding
wordt weggehangen. Er zal fleurige en
kleurige kleeding worden aangetrokken.
De etaleurs doen hun best.
De verkoopsters hebben in afwachting
van den klantenstroom reeds hun uiter
lijk aan critiek onderworpen. En met de
meteste bereidwilligheid worden straks de
dames geholpen. Tegen moeite wordt niet
opgezien.
Dat mag wel eens gezegd worden ter
eere van het winkel-personeel. Men wordt
in Den Helder over het algemeen zaak
kundig flink en vriendelijk geholpen.
Ja de drukte zal weer komen! Dan
vliegen de dagen heerlijk vlug om. Zóó
ben je in de zaak zóó kun je weer
naar huis, na prettige menschen bediend
te hebben. Och geduld is er natuurlijk bij
nooclig, maar dat weet een verkoopster
nu eenmaal en er zijn toch werkelijk men
schen, wie het een genot is te helpen. Dat
zijn de vriendelijkeen, zonder al te veel
vooropgezette meening.
Ja, zoo'n voorjaar brengt werk.
Het spoor, de vrachtauto's, de bestellers,
allen zijn bezig om de goederen naai- de
Heldersche zaken te brengen. In de cou
ranten komen de aankondigingen van de
nieuwe artikelen. De zetters hebben han
den tekort In de grootere en kleinere
magazijnen is het een beweeg van komen
den en gaanden. Tot zelfs het bankbedrijf
en de wissellooper gevoelt den polsslag
van den drukken tijd.
Moge de voorjjaarsverwachting in
1984 niet beschaamd worden en ieder
medehelpen om de plaats onzer inwo
ning een bloeiend aanzien te doen
behouden.
Wij wenschen u een zonnig voorjaar.
Met veel aangename vandelingen langs
lokkende étalages en een dikke porte-
monnaie.
Optimist.
steenen in de kerk te Den Burg een voor
name positie bekleedde.
Het poldertje bevindt zich in de onmid-
delijke nabijheid van den Texelschen
vuurtoren, waar reeds jarenlang een vrij
sterke duinafslag de aandacht van de
autoditeiten had, zoodat reeds uitgebreide
maatregelen zijn genomen om den circa
8000 H.A. grooten Eierlandschen polder te
beschermen, waartoe een stevige inlaag-
dijk is gelegd. Om den Eierlandschehuis-
polder te beschermer heeft ook de pol
der Eierland een drietal jaren geleden een
dijk laten leggen, waarvan de heer Vonk,
te Oost, aannemer is geweest; dit was
evenwel geen afdoende bescherming,
vorige week is de voet van dezen hulpdijk
ondermijnd door den harden Noord-Oos-
ter en gistermiddag omstreeks half één
bezweek van dezen dijk pl.m. 15 M„ zoo
dat het poldertje ten deele onder water
liep. Ten bescherming van het Eierland
sche huis, heeft de huurder, de heer
Quartel, ongeveer 70 M. van 't gat in den
dijk een hulpdijkje gelegd van 3 M. hoog,
zoodat de hofstede zelf, voorloopig geen
last heeft; ongeveer 7 H.A. is nu onder-
geloopen; een diep gat heeft de door
braak niet veroorzaak; op 't ondergeloo-
pen land staat pl.m. 10 cm water.
Gistermiddag werd van de peilschaal te
De Cocksdorp een waterstand van 1.10 bo
ven volzee afgelezen, Vrijdagmorgen 70
cm boven volzee, zoodat er geen gevaar
voor verder doorbaak bestaat. Bij op
nieuw invallend stormweer kan men daar
echter onderloopen van het geheele pol
dertje verwachten.
Voor eenige maanden is in Prov. Staten
v. N.-Holl. deze dreigende doorbraak in
bespreking geweest. Prov. Staten deelden
toen mede, dat de geweldige uitgaven, die
afdoende bescherming van het poldertje
met zich zouden brengen (pl.m. V» millioen
gulden) niet gemotiveerd waren.
Het Eierlandsche huis wordt bewoond
door den heer A. de Blooijs, die in dienst
is bij den heer Quartel.
dienstverhoudingen bij de zeemacht. Hij
acht dit noodzakelijk ten einde marine-
aangelegenheden, die dagelijks de aan
dacht vragen, persoonlijk te kunnen be-
oordeelen. De kosten dezer reizen blijven
tot een minimum beperkt. De minister
hield zich er van overtuigd, dat het waar-
deering zou vinden, dat hij van tijd tot
tijd buitengaats vertoeft om op de hoogte
te blijven van wat er leeft in onze marine
en hij waardeert dan ook zeer, dat dit
door verscheidene leden wordt toege
juicht.
De Regeering kan mededeelen, dat
haar van de in 1932 ingestelde Interde- j f^CUHCr
partementale Commissie een ontwerp van
wet met bijbehoorende Memorie van Toe-
lichting, inzake de bescherming van de I ^gadenng tan Donderdag 8 Eebruan.
steld zal worden en naar Indië zal kunnen
vertrekken. Komt in dien tusschentijd
geen wijziging in de dislocatie der vloot
wat de kruisers betreft, dan zullen zich
drie kruisers waarvan een volkomen
moderne en twee eenigszins verouderde
in Indië bevinden. Het is de bedoeling om
tegen dat de kruisers ..Java" en „Suma
tra' de leeftijdsgrens bereiken, gelden
voor nieuwbouw te hunner vervanging op
de begrooting te brengen.
Memorie van Antwoord.
burgerbevolking tegen luchtaanvallen,
heeft bereikt. De Commissie heeft tevens
bij de aanleiding van bedoeld ontwerp
verklaard, haar taak eerst als geëindigd
te zullen beschouwen, zoodra eveneens de
noodige uitvoeringsvoorschriften zullen
zijn ontworpen. Het ligt in het voornemen
tegelijkertijd daarmede de noodige voor
stellen aan te bieden tot het treffen van
de vereischte maatregelen, waardoor ze
kerheid wordt geschapen dat hier te lande
geen minder deugdelijke gasmaskers in
den handel zullen worden gebracht.
Krachtige handhaving van de krijgs
tucht heeft in hooge mate de aandacht
van den minister.
Omtrent de toekomstige voorziening
in de bemanning van de schepen in Ned.-
Indië is nog geen beslissing genomen.
Van Inlandsch marine-personeel zal in
de toekomst niet in dezelfde mate als tot
dusverre gebruik gemaakt kunnen wor-
den.
i Het overleg met den minister van Fi
nanciën in zake een nadere voorziening
ten aanzien van de oud-gepensionneerde
militairen is door den minister wederom
geopend, doch nog niet geëindigd.
De vraag of de aanbouw en de repa
ratie van het Marinematerieel wel aan
genoegzaam deskundige personen is toe
vertrouwd, kan de minister bevestigend
beantwoorden.
Voortgezet worden de algemeene be
schouwingen over
de Hijksbcgrcoting 1934.
De heer Wibaut (s. d.) is verwonderd,
dut nog steeds alleen belasting wordt
geheven van uitgekeerde winsten van
naatnlooze vennootschappen en niet van
de gemaakte winsten.
De heer A n e m a (a. r.) vestigt de aan
dacht op het revolutionaire karakter der
S. D. A. P.
Voor het vervullen van de corporatieve
gedachte is de tijd nog niet rjjp.
Minister C o 1 ij n schetst de economi
sche en politieke noodzaak van de wijze
van samenstelling van dit kabinet, dat is
een zuiver Nederlandsch constitutioneel
kabinet, hetwelk nauw wil samenwerken
met de Kamers.
Het kabinet is een crisiskabinet, dat
streeft naar een zuiver nationale Neder-
landsche politiek.
Minister Colijn herhaalt, dat de regee
ring den gouden standaard niet wil los
laten en geen devaluatie, ook geen wette
lijke, van onze munt wil.
Over het rapport-Idenburg inzake de
defensie zal de regeering zich hebben te
beraden en de Indische regeering hebben
te hooren.
De bezuiniging zal moeten worden ge
vonden, voornamelijk door gedeeltelijke
vervanging van beroeps- door reserve-
personeel.
Met haar circulaires aan de gemeenten
Verschenen is de memorie van ant
woord op het voorloopige verslag van de
Eerste Kamer over de begrooting van
defensie.
De Regeering is van meening, dat de
weermacht reeds belangrijke offers aan de
bezuinigingsnoodzakelijkheid heeft ge
bracht. Indien verdere bezuinigingsmaat
regelen in overweging zullen moeten wor
den genomen, zal de minister het belang
der instandhouding van een goede weer
macht steeds voor oogen houden. De mi
nister vertrouwt, dat het voldoende be
kend is, dat hij staat aan de zijde van de
leden, die de instandhouding van een
deugdelijke weermacht voor de verzeke
ring van ons onafhankelijk volksbzjl-an
noodzakelijk achten. Afbraak van die
weermacht is dus yan hem niet te ver
wachten.
Mede gelet op de cijfers, zou aftake
ling van onze weermacht niet nalaten in
het buitenland den voor ons hoogst on-
gewenschten indruk te vestigen, dat wij
ons aan ons vrij volksbestaan weinig ge
legen laten liggen, terwijl aan de preven
tieve waarde van onze weermacht, reeds
daardoor tevens ernstig afbreuk zou wor
den gedaan.
Door het medemaken van reizen met
oorlogsschepen onderhoudt de minister
aanraking met het actieve leven en de
Ten aanzien van het gebeurde met Hr. deed de regeering slechts haar plicht
Ms. „Sumatra" deelt de minister mede, Er is geen tegenstelling tusschen rijk
dat de feiten, genoemd in een artikel, in en gemeenten.
de „Haagsche Post", in hoofdzaak juist l>at spr. alle macht aan zich zou trekken
is onjuist. Spr. heeft dat niet noodig om
I
zijn
7U V, .i c.. de zaken in het goede spoor te houden.
De aanbouwkosten van Hr. »s. - ,pen aanzjen vail de SOciale en econo-
matra hebben 20.300.631 bedragen. mlsclie betrekkingen kan de regeering
Aangezien de exploitatiekosten van een a|ieen tastend en zoekend te werk gaan,
schip afhankelijk zijn van de diensten daarbij echter fooveel mogelijk een vaste
welke het heeft verricht, d.w.z. of het j lijn volgend. Wat er van de regeerings-
hebben, in tegenstelling met die in andere
lauden, altijd geweigerd hun schouders
mede te zetten onder het zware regeerings-
werk.
In de avondzitting zijn de algemeene
beschouwingen voortgezet.
De heer F o c k (Lib.) zegt, dat het
optreden van dit ministerie door sprekers
politieke vrienden met instemming is
begroet.
Deze regeering weet het gezag hoog
te houden met handhaving eener gezonde
vrijheid. Het uniform verbod heeft sprekers
instemming.
De Nat. Soc. Beweging van den heer
Mussert is een kind van de crisis en
bovendien naaperij van Duitschland. De
beweging zou, leefden wij in normale
omstandigheden, géén aanhanger hebben;
doch velen, vooral onder de jeugd, zijn
moedeloos, nu de toekomst hun zoo
weinig belooft.
Spr. zal niet beweren dat eenig parle-
menttair stelsel volmaakt is. Misstanden
moeten zoo mogelijk worden weggenomen.
Doch aan een Staatscommissie voor
Grondwetsherziening is geen behoefte.
De heer Slingenberg (v.-d.) kan
zich vereenigen met veel dat deze regee
ring heeft gepresteerd. Bij de flnancieele
maatregelen moet zooveel mogelijk worden
gestreefd naar een billijke verdeeling der
lasten.
De heer De B r u ij n (r.-k.) kan zeer
wel vertrouwen in deze Uegeering stellen,
ondanks enkele punten met verschil van
inzicht.
De heer Briët (a.-r.) is van oordeel
I dat de geestelijke crisis erger is dan de
materieele.
Een telegram aan minister Colijn.
De heer Van Geelkerken, algemeen
secretaris van de N.S.B., geeft gisteren
het volgende telegram aan den voorzitter
van den ministerraad gezonden:
Verklaar eerbiedig bij ontstentenis
Mussert, circulaire waarin bewoordingen
„Ambtenaren slaven corrupte regeering
dan wel, dat N.S.B. belofte praevaleert aan
gehoorzaamheid aan corrupte regeering",
nimmer door hoofdleiding uitgegeven of
gesanctioneerd. Verzoekt inzage of af
schrift geïncrimineerd stuk ter opsporing
herkomst. Uitingen als bovenbedoeld zijn
in flagranten strijd met onze beginselen,
die dergelijk deloyaal optreden niet toe
staan.
Uit Wageningen:
Geslaagd voor het iiigenieurs-eexamwi
koloniale landbouw, de heer A. P. H. "R'e-
ber, geboren te Den Helder.
DE RELLETJES TE PARIJS.
Uit Parijs:
De speciale ordedienst der politie is te
gen middernacht ingetrokken. De commu
nistische en socialistische betoogers waren
practisch van de straat verdwenen. De
laatste ernstige botsingen, waarbij 4» per
sonen door schoten en sabelhouwen ern
stig gewond werden, kwamen voor kort
voor middernacht bij het Métrop-station,
waar de communisten een barricade had
den opgeworpen, die door de politie werd
bestormd en ingenomen. Ook bij de „Gare
du Nord", waar eenige betoogers gevlucht
waren, kwam het tot^een schietpartij.
Het aantal arrestanten bedroeg over de
800. Volgens de laatste berichten zijn twee
politie-beambten door schoten gedood. In
totaal schijnen 32 politie-beambten te zyn
gewond, waarvan 5 ernstig. In twee zie
kenhuizen werden niet minder dan 115
gewondnen ter verpleging opgenomen.
schip in dienst geweest is dan wel in her-
I stelling of in conservatie heeft gelegen,
j loopen deze bedragen voor de verschil-
lende jaren uiteen.
„Sumatra" en „Krakatau*.
maatregelen permanent zal zijn, is nog niet
te overzien. De regeering zal eerstdaags
een 60 millioen leening aanvragen als
onderdeel van een grooter plan voor uit
voering van groote werken.
Echter moet vóór de uitvoering over
eenstemming zijn verkregen omtrent lager
Blijkens een door den minister gegeven Iconen dan de geldende contractloonen.
overzicht betreffende de „Sumatra" en de M)Onder de werken zijn: inpoldering Noord
„Krakatau" werden in 1929/1930 een be- Uostpolder Zuiderzee versnelling kanaal
j j nu o <.,>ii„~ Amsterdam— Rijn, Maasverbetering en
drag van rond 225.000 voor herstelling bf)nj)a| arnni
noen Zuirtevzpp
van ontstane machine-averij.
fanaal Groningen Zuiderzee.
JIMinister Oud betoogt de ontoelaat-
1070 imt i j ruiuioiivi. v u u uvvvvgv ur. ui.
ra 1930 1931 een bedrag van rond baarheid Van een heffing ineens.
nr\n nr\r\ 111-j_ i1
300.000 voor herstelling van de brand
schade;
?Een wetsontwerp tot wijziging van be
lasting van besloten N.V. zal dezer dagen
in 1931 een bedrag van 78.000 voor de Eerste Kamer bereiken.
gedeeltelijke betaling van de in Neder
land bestelde onderdeelen, noodig voor
de herstelling van de in 1931 ontstane
machine-averij. i
De derde kruiser.
Verwacht mag worden, dat de derde
kruiser ongeveer medio 1936 in dienst ge-
Spr. beloopt, dat zooveel mogelijk even
wicht moet worden bewaard tusschen
directe en indirecte belastingen.
Voor 1935—1936 komt er een gewijzigde
j regeling der flnancieele verhouding tus
schen Rijk en Gemeenten.
Na repliek door de beeren Mendels en
Wibaut dupliceert Minister Colijn.
De Nederlandsche sociaal-democraten
Stoomvaart Mij. Nederland.
Poelau Laut, t., 9 Febr. v. Port Said.
Saleier, t., g Febr. v. Hamburg.
Tajandoen, u., 9 Febr. te Port Said.
Jan Pietersz. Coen, u., pass. 8 Febr. Gibraltar.
Marnix van St. Aldegode, u., 9 Febr. v. South-
ampton.
Chnistiaan Huygens, t., 8 Febr. v. Algiers.
Kon. Holl. Lloyc.
Amstelland, 5 Febr. v. Seattle.
Orania, t., to Febr. te IJmuiden verwacht.
Flandria t„ 9 Febr. v. Montevideo.
Koningsberg, g Febr. te A'dam.
Kennemerland, t., 8 Febr. Las Palmas.
Zaanland, 7 Febr. te Panama.
Zeelandia 11., 9 Febr. v. Las Palmas.
MARKTO VERZICHT.
Donderdag waren er meer vette koeien
aangevoerd dan de vorige week. De 3 beste
koeien werden aangekocht voor f 230,
f 225 en f 210.—. Op de gelde- en kalf-
koeienmarkt was aardig drukte; die han
del was heel goed. Vaarzen niet aange
voerd; graskalveren stug en duur. De
handel in nuchtere kalveren was redelik;
geen verhooging van prijzen. De handel
in schapen, jonge vette, vlug tot 28 gld.
De handel in overhouders was goed tot
14 gld. De oude schapen waren duur,
vlugge handel, van 16—28 gld., voor den
lijd een groote prijs. Het geieek wel een
paardenmarkt, zooveel paarden aange
voerd waren. Deze handel was tamelijk
goed. Aangevoerd waren 40 stuks. De
handel in Russische hitten was stug.
Prijzen van 110—200 gld. De handel in
biggen en schrammen redelijk. Vette
varkens trekkend; hoogste prijs 18 cent.
Op de kippenmarkt was de handel heel
goed;er kon veel meer aangevoerd worden.
15 van 30 stuks Regeeringskoeien waren
maar aangevoerd.
Pl.m. 3 H A. grond ondergeloopen.
Aan de Noordpunt van onze gemeente
ïigt het z.g. Eierlandsche huis te midden
van een poldertje, dat zijn naam aan deze
historische boerderij ontleent. Lang voor
de verbinding tusschen Texel en Eierland
door de inpoldering van den grooten
Eierlandschen polder, definitief tot stand
kwam, stond daar reeds een gebouw, dat
bewoond werd door den Kastelein van het
Eierlandsche huis, die daar tevens strand
vonder was en blijkbaar uit de verschil
lende overleveringen en uit de mooie graf-
Den vorigen keer vertelde ik u van
mijn mislukte poging, om Italië binnen
te komen. Mijn plan Rome en Napels te
bezoeken, viel dus in duigen. Dan maar
terug. Al gauw bemerkte ik, dat ik een
goeden weg had ingeslagen, want hij leid
de dwars door het prachtige Geildal pal
naar het Westen. Om het half uur kwam
ik door een gezellig boerendorpje met zijn
eigenaardige hooge boerderijen. Vele
daarvan hebben een ruim balkon, dat vol
met bloemen en planten is behangen. Ook
voor de ramen hangen bloembakken, die
de woningen een fleurig aanzien geven.
In sommige dorpen had men voor de vele
„trekkers" Oostenrijk is een gastvrü
land eene bijzondere regeling getrof
fen. 's Avonds ging ik naar den burge
meester van zoo'n dorp, meestal een ge
moedelijke boer. Deze schreef een briefje
en stuurde me vervolgens op liet nummer
af naar eene bepaalde boerderij. De vol
gende trekker werd weer een nummer
verder geplaatst. Zoo kregen alle boerde
rijen een beurt.
Na vijf dagen gewandeld te hebben
kwam ik in het toeristenplaatsje Heilgen-
blut. Dit ligt aan den voet van den hoog-
sten berg van Oostenrijk, de Grossglock,
die 3798 111 hoog is.
Aan de andere zijde van dien berg ligt
i de hoofdweg naar Innsbrück. Ik moest er
dus overheen. Dit werd me echter ten
sterkste afgeraden, want ik zou zeven uur
moeten klimmen en dan nog zes uur da
len. Een paar uur zou ik in donker moeten
klimmen, wat bijna onmogelijk is. Boven
dien ligt een groot gedeelte onder de
eeuwige sneeuw. Ook moesten een paar
levensgevaarlijke gletschers genomen
worden, wat alleen geoefende bergbeklim
mers kunnen volbrengen. Er was nog
eene mogelijkheid, om aan den anderen
kant té komen. Ik zou een stuk oostwaarts
moeten loopen en daar den bergtop, die
3000 m hoog is, over trekken.
Nou, nou, dat was geen kinderwerk, dat
bergbeklimmen. Steeds maar den eenen
voet boven den anderen zetten en je
lichaam omhoog drukken. Ook moest ik
goed uitkijken, dat ik niet op losse stee
nen ging staan, want dan „sulde" ik weer
naar beneden, 's Avonds kwam ik dood
vermoeid bii eenige barakken aan. Hier
waren arbeiders gehuisvest, die bezig wa
ren met den aanleg van een pas. Deze
moet de directe verbinding vormen tus
schen München en Venetië. De barakken
stonden op een hoogte van 2500 m. De
weg zou niet over den bregkam getrok
ken, doch door eenen tunnel geleid j
worden.
Voor mij was het een geluk, dat hier
slaapgelegenheid was, want ik had dien
avond beslist niet meer van vermoeidheid
den tocht kunnen volbrengen. Spoedig
was is „ingeburgerd" en bracht een ge-
zelligen avond in de cantine door. Het
was er een vrooljjke boel. Er werd voort
durend gejodeld, waaruit bleek, dat ze
lang geen slechte zangers waren. Eén ding
was bedroevend te zien. Hoewel men wei
nig dronkenschap ontmoet, hetgeen wel
aan de tijdsomstandigheden zal liggen,
werd hier toch een groot deel van het zuur
verdiende loon in drank omgezet.
Den volgenden morgen trok ik weer
verder, begeleid door een uitvoerder van
het werk, want ik moest nog een 500 m
stijgen en een kleinen, doch gevaarlijken
gletscher overtrekken. Toen deze toer
achter den rug was, namen we afscheid
van eikaar en trok ik alleen verder.
Plotseling overviel me een verschrikke
lijk eenzaam gevoel zoo hoog in de bergen
met de bewoonde wereld ver beneden me.
Overal rondom steen en sneeuw en nog
eens steen en sneeuw.
Zonder ongleukken volbracht ik de nog
resteerende 10 km en daalde toen weer
snel het dal in, waar als 't ware een auto
op me stond te wachten. Deze nam me
mee naar het Dorf Fursch, waar ik een
waterkrachtwerk mocht bewonderen. Een
paar dagen zoo van dorp tot dorp getrok
ken te zijn, sloot ik mij bij twee Salzbur-
ger jongens aan. die ook naar Innsbrück
moesten. Al gauw waren we de beste ka
meraden. Ook waren we het er spoedig
met elkaar over eens. dat loopen niet snel
gaat en erg vermoeiend is.
We zonnen daarom op eene andere
reismethode.
Dienzelfden dag liepen we nog tot St.
Johan. We zochten de Jeugdherberg op,
om den inwendigen mensch wat te ver
sterken. Daarna wachtten we tot het don
ker geworden was en gingen toen naar
het rangeerterrein van de Oesterreichi-
sehe Bundesbahnen. Het was de hoofd
lijn Weenen—InnsbrückBazelParijs.
Er lag dubbelspoor en de geheele lijn was
geëlectrifieeerd. We hadden al opgemerkt
dat eiken avond een goederentrein van
Weenen naar Bazel voorbfo" reed. Dezen
zouden we afwachten en dan ongemerkt
een wagon binensluipen, om op die ma
nier tot aan de grens mee te rijden. We
hadden ons tusschen groote eooraden
hout verscholen en wachtten, wachtten.
Den tijd trachtten we te dooden met elkan
ders wederwaardigheden te vertellen.
Intusschen werd het aardig koud en
dan valt wachten niet mee. Het was een
heldere, frissche maannacht, wat het ge
vaar ontdekt te worden nog vergrootte-
Ergens hoog in de bergen klonk gezang
van een aantal mannen. Dat gaf aan het
avontuur een romantisch tintje. Eindelijk
boorden we het gezoem van de zware
electrischen locomotief in de verte nader
bij komen. We hadden gedacht, dat de
trein het kleine station langzaam voorbij
zou rijden. We hielden ons daarom ge
reed, 0111 er op te springen, doch dat was
gelukkig niet noodig, want de trein moest
een wagon uit rangeeren. Dat' was een
gelukje voor ons. De spoormannen liepen
langs de perronzijde, zoodat we dus onge
merkt naderbij konden sluipen. Heel
voorzichtig liepen we met onze zwaar be
slagen schoenen over het grind. Ik had
mijn Volendammer broek uitgetrokken,
omdat ik nog een gewone broek daaron
der droeg. In geval van nood zou je met
zoo'n wijde broek toch niet hard kunnen
weg loopen. We ontdekten spoedig een
leege wagon. Voorzichtig werd de klink
van de deur gelicht en deze opengescho
ven, dochachteraf bleek, dat iemand
van een seinwachtershuisje uit, ons, dank
zii de maan, gezien had. Plotseling wer
den we door een paar mannen verrast.
Wij aan het loopen, dat begrijpt u, totdat
we aan een smal beekje kwamen, dat langs
de spoorbaan liep. We namen een sprong
en.... stonden alle drie tot over onze
knieën in het ijskoud water.
Dat scheeen de spoormannen genoeg te
zijn, want ze gingen lachend weer aan
hun werk. Wij zaten er ondertusschen
mee. Het was te laat geworden, 0111 ons bij
een Jeugdherberg aan te melden of bii de
boeren aan te kloppen. Al gauw hadden
we echter een ander plannetje. We knap
ten ons geheel op, ik trok mijn wijde
broek weer aan en we gingen van den
weg af naar de wachtkamer van het sta-
tiort. We legden ons te rusten op de ban
ken tot 3 uur, kochten toen een kaartje
naar het eerstvolgende station en stapten
hiermede in den nachttrein. Helaas maak
te de conducteur bii het instijgen een
praatje met me, wat op dat moment nu
eigenlijk niet gewenseht was. Toen we het
volgende station naderden, liepen we naar
het. einde van den wagon, doch in plaats
van uit te stappen, verstopten we ons in
de ruime en zindelijke W.C., want het was
een nieuwe zeer geriefelijke trein. Ik
vroeg aan mijne kameraden hoeveel straf
hierop stond. Maar vier weken was het
antwoord. Dat kunnen we best uit houden,
merkte ik op. Ingespannen wachtten we
tot de trein zich weer in beweging zou
zetten. Eindelijk vertrokken we wreer.
Daar zatén we nu. We hadden het slot op
„bezet" gedraaid, dus te vreezen was er
niets. We hadden ons echter al weer te
vroeg verblijd, want toen de trein het
zesde station verliet, werd er opeens hard
op de deur gebomd met de volgende be
dreiging: „En nou eruit, anders sluit ik
jullie op en lever ik jullie aan de politie
over!" Nu, dat lieten we ons geen twee
maal zeggen. We ontsloten de deur en
dropen beschaamd af, maar toch dankbaar
gestemd, dat de conducteur het geval dooi
de, vingers zag.
Waardoor waren we nu ontdekt? De
conducteur ging namelijk bii elk station
het eerst den trein uit en wachtte dan tot
de passagiers uitgestegen waren. Op deze
wijze had hij ons natuurlijk gemist en was
hij den trein gaan doorzoeken met het
bovenvermelde gevolg. Daar stonden we
weer. Het was ongeveer half vijf, dus nog
donker. We besloten maar weer te gaan
tippelen en volgden de spoorlijn. Dit ver
kortte onzen weg aanzienlijk, daar we nu
in plaats van om de bergen heen, de tun-
ne> ooortrokken. Deze onderneming was
niet ongevaarlijk, want ieder oogenblik
kon er een trein met een vaartje van 100
km aankomen. Om dan Li het stikdonker,
want een zaklantaarn of lucifers hadden
we niet, een nis te vinden, die hier t.n
daar in den tunnel aangebracht is, valt
'niet mee. Gelukkig was dit geen enkelen
[keer noodig.
Na een uur geloopen te hebben, k ra-
'men we aan een groote spoorbrug, die
over een diepen afgrond lag. Plotseling
kwam er een kerel uit het duister op ons
af. In zijn hand had hij een geweer met
een bajonet er op, welke hij op ons richtte.
Hü bleek een jjoldaat te zijn, die de brug
aan deze zijde newaakte. We werden ge
visiteerd, doch doordat we enkele papie
ren lieten zien, was hij spoedig overtuigd,
dat we doodeerlijke trekkers waren en
geen warhoofdige bommenwerpers. On
danks dat mochten we de brug niet pas-
seeren, zoodat we genoodzaakt waren de
spoorbaan te verlaten en den weg op te
zoeken, wat ons 11a een half uurtje ge
lukte. Dien avond zochten we zoo vroeg
mogelijk eenen hoer op, die ons onderdak
verschafte en kropen direkt in het hooi,
om voor twee nachten tegelijk te slapen.
JO STERLING Jr.
HET BEZIT VAN ROEREND
KAPITAAL EN DE FISCUS.
I.
De bezitter van roerend kapitaal komt
op tweëerlei wijze daarmee in contact met
den fiscus. De wet op de inkomstenbelas
ting treft de opbrengst; de wet op de
vermogensbelasting treft de waarde. Op
welke wijze deze heffingen plaats vinden
en welke jurisprudentie zich hieromtrent
in den loop der tijden gevormd heeft, zul
len wij hieronder in een samenvattend
overzicht weergeven.
Allereerst dan t.a.v. de
INKOMSTENBELASTU
In een speciaal hieraan gt^vijd artikel
(art. 6) behandelt de wetgever het roerend
kapitaal en de opbrengst daarvan.
Een definitie van wat deze wet ondei
roerend kapitaal verstaat, wordt evenwel
niet gegeven. Volstaan wordt met een
negatieve omschrijving, n.1. dat als op
brengst van roerend kapitaal beschouwd
worden: de vruchten van kapitaal dat met
in onroerende zaken of in een eigen be
roep of bedrijf is gelegd.
Deze op het eerste gezicht misschien
eigenaardige omschrijving sluit zich ec-i-
ter geheel aan hij het practische leven.
Belegt men zijn kapitaal in onroerend
«oed, dan noemt ook het spraakgebruik
de vruchten van een dergelijke belegging
geen opbrengst van roerend kapitaal,
maar opbrengst van onroerend goed. Het
zelfde geldt als men kapitaal in een eigen
bedrijf steekt. De winst, welke het bedrijt
opwerpt, beschouwt men ook in het dage-
liiksch leven als één geheel;, men wqst
niet aan, welk deel van de winst door ar
beid en welk deel door kapitaalstorting is
verkregen, zoodat er ook voor den wei-
gever geen aanleiding behoefde te be
staan, om hier een kunstmatige splitsing
I te maken. Ons art. 6 ziet dus slechts op
I11 eens ander* bedrijf gestoken
kapitaal.
I De opbrengst van in eigen bedrijf ge
storte gelden worden n.1. met de door ar-
beid verkregen voordeelen in zijn geheel
1 als opbrengst van onderneming en arbeid
beschouwd.
De wet somt nu in art. 6 eenige voor
beelden op van wat zooal als opbrengst
van roerend kapitaal wordt belast. De
wet geeft alleen voorbeelden,
zoodat behalve deze hierna te noemen ge
vallen nog mogelijke andere baten van
roerend kapitaal aan belastingheffing on
derworpen kunnen zijn, ais ze onder voor
melde algemeene omschrijving zijn te
rangschikken.
In de eerste plaats noemt de wet:
rente van inschrijvingen op de groot-
boekon der nationale of buitenlandsche
schuld, dividenden en rente van aandeel-
bewijzen, obligatiën of andere effecten.
Rente van effecten e.d.
Deze opsomming betreft wel het meest
voorkomende geval van belegging van
roerend kapitaal. Yan de effecten worden
de belangrijkste soorten: aandeel bewij
zen en obligatiën met name genoemd;
door het woordje „andere" vallen hier
ook oprichtersbewijzen, winstbewijzen,
e.d. onder.
Effecten nu kunnen op verschillende
wijzen voordeelen voor den bezitter af
werpen en wel niet alleen in den vorm
van rente en dividenden, maar ook in den
vorm van claims, bonusaandeelen, stock
dividenden e.d., ja, ook door speculatie.
In hoeverre de wet nu deze voordeelen
belast zullen wij hieronder uiteenzetten.
Dat de voordeelen, welke in den vorm
van interest en dividend genoten worden,
tot het belastbaar inkomen behooren zal
wel green nadere toelichting behoeven.
Moeilyker wordt het echter, wanneer de
voordeelen betreffen
claims.
De claim is een voorkeursrecht, dal
bii uitgifte van nieuw kapitaal aan de
oude aandeelhouders wordt toegekend,
dit recht wordt door een claim bewezen.
Zoo'n claim vertegenwoordigt veelal
eenige geldswaarde, omdat de enussie-
koers la^er is dan de beurswaarde dei-
oude aandeelen zou rechtvaardigen. De
Minister van Financiën schreef evenwel
de inspecteurs aan, dat zij de claim moe
ten beschouwen als een rechtstreeksche
verniogensvermeerdering, die gereali
seerd wordt, hetzij door verkoop van den
claim, hetzij door verkrijging yan iiieuwe
aandeelen* het is een voordeel vooi eens
en niet een uit haar aard periodieke bate,
en alzoo onbelastbaar.
Oprichtersbewijzen.
Een uitkeering op een opriehtersbewys
achtte de Minister daarente«— he-