Het Menu
Tennis als volkssport
Hoe we nog een oud
tafellaken kunnen
gebruiken
T JUTTERTJE
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1934
PAG. 3
Oma met een racket!
Een uitstekend gezondheidsmiddel
door
H1LDE KRAHWINKEL
de vermaarde Europeesche tennisster.
Al moge liet vreemd schijnen, dat
men in deze benarde tijden nog tijd,
geld en gelegenheid heeft zich aan
sport te wijden, dan vergete men toch
niet, dat juist sport een prachtige ge
legenheid verschaft zich voor eenigen
tijd van de zorgen te bevrijden. En
daarbij heeft men tevens nog de kans
te zorgen voor dc eigen lichamelijke
gezondheid.
Een groot voordeel van tennis is, dat
deze sport aan geen teeftijd gebonden
is; een meisje van 14 jaar kan even
goed tennisspelen als een vrouw van
70 jaar. Daarvoor behoeft men maar
te denken aan den Koning van Zwe
den, die op 70-jarigen leeftijd nog een
uitstekend tennis-speler mag heeten.
Toch staat de beteekenis van tennis
in geen verhouding tot het eigenlijke
getal der beoefenaars van die sport.
Vergelijkt men tennis met voetbal, dat
millioenen deelnemers telt, dan kan
men slechts erkennen, dat tennis een
bescheiden plaats in de wereld der
sport inneemt.
Al kan men nog zoo wensehen, dat
tennis ook een werkelijke volkssport
zal worden, dan is de verwachting in
die richting toch gering, omdat men bii
tennis te rekenen heeft met 't vraagstuk
der betrekkelijk hooge onkosten, welk
vraagstuk bii andere, goedkoopere tak
ken van sport niet zoo nijpend is. De
inrichting, de aanleg der tennisbanen,
verslindt kapitalen en de rackets, bal
len, kleeding, zijn allesbehalve goed
koop. Daarom zal tennis tenminste
voorloopig nog wel geen werkelijke
volkssport kunnen worden.
Juist daarom valt het des te meer
toe te juichen, dat ook in zoogenaam
de arbeiders-kringen de belangstelling
voor tennis in de laatste jaren is toe
genomen. Dat is ook daarom zooii
gunstig verschijnsel, omdat de kans
op uitblinkende spelers bij een aantal
beoefenaars van honderduizend groo-
ter is dan als er maar tienduizend
spelers zijn!
Wat in landen als Nederland ont
breekt, is de groote financieele steun
van enkele zeer rijke liefhebbers van
tennis, zooais die b.v. in Engeland en
schen er een eer in stellen schitteren-
in Amerika voorkomen, welke men
de tennisbanen aan te leggen en te
laten bespelen tegen een vaak zeer
matige vergoeding, die nooit de aan-
legkosten ook maar eenigszins kan
dekken.
Toch zou het mogelijk zijn, dat men
b.v. op de schoolpleinen een deel dier
pleinen als tennisbaan liet aanleggen,
wat geen groote kosten met zich zou
brengen, daar de geasfalteerde pleinen
er toch reeds zijn en daar men dan
door de leerlingen dier scholen tennis
vlak bij de school, onder toezicht der
sportleeraren, kon laten beoefenen. De
jeugd wil graag tennisspelen, maar
nist er alleen de noodzakelijke, dure
banen toe.
De rüpere, beter gesitueerde jeugd
van de schoolbanken heeft reeds ge
noeg verbinding met tenniskringen,
maar den jongeren, wier ouders niet
kapitaalkrachtig zijn, ontbreekt de
mogelijkheid tennis te spelen, geheel.
Voor de volksscholen ligt hier een
groot arbeidsveld open. Tennis zou dan
ook op die manier gemakkelijk zijn in
trede doen in de eigenlijke volksklas
sen.
De luxe. die onmiskenbaar bij be
paalde tennisclubs bestaat, is in wezen
allerminst noodzakelijk en bevordert
natuurlijk tennis als sport in geen enkel
opzicht. Tennis is geen exclusief spel,
behoort dit tenminste niet te wezen.
Wil tennis zich op den duur baan-
breken, dan zal men het overal moeten
beoefenen, onder alle klassen der be
volking, niet alleen bij de zoons en
dochters van gefortuneerde ouders.
In het bijzonder voor meisjes en
vrouwen is tennis een van de meest
geëigende takken van sport. Voor jon
gens en mannen zijn er takken van
sport in overvloed te beoefenen. Al
doet de vrouw van den tegenwoordigen
tijd aan tal van sporten mee, daar
mede is nog allerminst gezegd, dat die
sporten voor haar geschikt zijn. Juist
tennis geeft de vrouw gelegenheid te
over voor gezonde lichaamsoefening,
zonder dat ze haar gezondheid daar
door kan schaden.
Meer en meer komt uit Engeland het
gebruik naar ons land om, in plaats
van één groot tafellaken, allerlei kleine
kleedjes te gebruiken onder borden,
vingerkommen of glazen. In hoeverre
we er toe over zullen gaan om dit
geregeld na te volgen, laten we in het
midden, doch zeker is bet zeer prac-
tisch om een oud tafellaken te verwer
ken tot kleine kleedjes. Heel aardig
van deze week.
Zondag:
Tomaten.
Kalfslapjes,
Doperwten.
Aardappels.
Broodpudding met vruchtensaus.
Maandag:
Varkenscarbonade.
Gedroogde appeltjes.
Aardappelen.
Rijstkoekjes.
Dinsdag:
Groentesoep,
Verscholen eieren
met kerry-saus.
Witte boonen,
Aardappelen.
Woensdag:
Rosbeef.
Brusselsch lof.
Aardappelen.
Appclschuim.
Donderdag:
Koud vleesch.
Roode kool.
Aardappelen,
ruchtengriesmei
met saus.
Wie zijn betere tennis-spelers. de
mannen of de vrouwen? Bii het enkel
spel zijn er tal van mannen, die de
vrouwen kunnen verslaan, omdat zij
lichamelijk sterker zijn. Bij tenniswed
strijden ziet men dan ook nooit bij het
enkelspel een man tegen een vrouw
spelen, omdat dan de voorwaarden te
ongelijk zouden zijn.
Geheel anders is de toestand bij de
gemengde dubbelspelen, waarbij de
samenspelende man en vrouw ieder
een scherp afgescheiden taak te ver
vullen hebben.
Maar dat verandert niets aan de con
clusie, dat tennis voor het volk een
uitstekende sport is en dat tennis voor
de vrouwen de ideale sport het best
benadert.
staan deze, indien wij theebezoek heb
ben en de tafel eens een ander aanzien
willen geven dan het gewone. We zoe
ken de beste gedeelten uit en knippen
gelijkmatige cirkels met een doorsnede
van 20 a 25 cm. en grooter, terwijl
een vierkant kleedje in het midden,
waarop een bowl met bloemen staat,
heel aardig aandoet. Men krijgt een
bijzonder aardige versiering als men
b.v. de cirkels door elkander laat gaan.
hier en daar gekleurde moppen in den
steelsteek werkt, afgewisseld door
rechte lijnen, terwijl de omtrek gefes
tonneerd of omgehaakt kan worden. De
kleuren kiest men in overeenstem
ming met het servies.
Vrijdag:
Gebakken tong.
'7 Sla van krulandijvie.
t Bieten en
Aardappelen.
Vruchtensalade.
Zaterdag:
Gebakken versche
worst,
Stamppot,
Zuurkool friet rijst en
Aardappelen.
Rijst met peertjes.
BROODPUDDING MET
SINAASAPPELSAUS.
250 gram brood zonder korst,
4 d.L. warme melk, is 4 kl.
theekopjes,
3 eieren.
50 gram boter.
75 gram suiker (basterd).
200 gram rozijnen.
We smelten de boter in de warme
melk en voegen hier de aan blokjes ge
sneden stukjes brood bij, waarna wij
deze met den etensstamper fijn stam
pen. De eierdooiers worden geklopt en
bij de broodmassa gevoegd, evenals de
goed gewasschen en uitgelekte sula ro
zijnen, tenslotte komt het stijf geklopte
eiwit erdoor heen.
We hebben een warme pudding
vorm ingevet ook de deksel en vullen
deze met het mengsel, dat de vorm niet
heelemaal mag vullen, met het oog op
het rijzen, doen de deksel erop en plaat
sen hem in een pan met kokend water
om de pudding gedurende ll/s uur te
koken.
Het water moet aan de kook blijven
en eenige cm onder de deksel blijven,
omdat wc anders gevaar loopen, dat
water in den vorm komt De pudding
wordt warm gegeten er. overgoten n et
een saus, welke we maken van:
l1/- d.L. sinaasappelsap,
2 eieren.
?9 gramsuiker.
We kloppen de eieren en de suiker
schuimig en voegen hierbij de vruch-
tensap, waarna we het pannetje op een
lage pit plaatsen en flink blijven klop
pen, totdat de saus gebonden en schui
mig is.
Rijstkoekjes.
1 ons of 1 kopje rijst, 2 eieren. 99
gram bloem, 60 gram suiker, 1 thee
lepel kaneel, jam, boter.
We koken de rijst op de gewone ma
nier, door er 8 maal zooveel water en
een tikje zout bij te doen en zetten de
pan op een lage pit.
Is de ryst gaar, dan mengen we er
geklopte eierdooiers, bloem, suiker en
kaneel doorheen en tenslotte het stijf
geklopte eiwit. Het beslag moet nu ste
vig zijn, zoodat we er mooie ronde koek
jes van kunnen maken. Is het te slap,
dan doen we nog een lepel bloem er
doorheen.
We smelten de boter in de koekepan,
vormen ronde koekjes van de rijst-
massa, die wij aan beide zijden licht
bruin bakken en daarna met jam be
strijken, warm opdienen.
Verscholen eieren.
Voor de saus:
6 eieren, 4 ons varkensgehakt, 2
sneedjes oud brood, 1 uitje, Vi liter
water, waarin 2 blokjes zijn opgelost,
1 theelepel kerry, 40 gram bloem, 50
gram boter, zout en peper, boter of del-
frite om te braden.
We weeken de sneedjes brood in wa-
tere knijpen het goed uit en mengen
hiermede het gehakt aan, voegen pe
per en zout naar smaak toe. We koken
inmiddels de eieren hard b.v. 8 minu
ten, laten ze afkoelen en pellen ze
daarna.
Het aangemaakt gehakt in zessen ver-
deelen, spreiden deel voor deel uit, om
hullen er de eieren één voor één mede
en bakken ze in ruim boter of delfrite in
de koekepan of in frituurvet gaar, sne
den ze daarna overlangs in tweeën en
onringen ze met een deel van de kerry-
saus, de rest wordt in de sauskom op
gediend.
Voor de saus snipperen we het uitje
heel fijn, smoren het in boter gaar voe
gen bloem en kerry bij en bii kleine
scheutjes, steeds roerende de bouillon,
laten de saus daarna nog 5 min gaar
koken.
A ppolschtcim.
.1 kg moesappelen, 100 gram swSeer
(lichte basterd), 4 eiwitten, ee«%o
amandelen.
We schillen de moesappelen, snijden
ze in vieren en halen de klokhuizen er
uit. Daarna zetten wij deze appelen met
zoo weinig mogelijk water oir, zooftert
we een dikke moes krijgen, welke we
flink kloppen met de garde, weer even
verwarmen en de basterd erin oplossen,
daarna van het vuur twee geklopte eier
dooiers door roeren en de moes in een
niet te diep vuurvast schoteltje doen,
daarna bedekken met de 4 eiwitten, die
met eenige lepels suiker zeer stijf heb
ben geklopt. We hebben eenige aman
delen in warm water gebroeid, ontdoen
ze van hun velletjes en snijden ze in
lange reepjes, die over het eiwit ge
strooid worden, daarna gaat het schotel
tje in den oven, om het eiwit vlug licht
bruin te laten worden.
Rijst met peertjes.
3/4 kg peren, 2 dl perennat, 1/2 dl
bessensap, 30 gram suiker, 1/2 liter
melk, 50 gram suiker, 40 gram rijst,
2V» blaadjes gelatine (rood).
We schillen de peren en laten ze, in
dien ze althans niet te groot zijn héél.
Daarna koken wij ze in wat water met
30 gram (d. i. 3 platte eetlepels") suiker
gaar, scheppen dan vervolgens de peren
uit het vocht en nemen van dit laatste,
2 dl af, dat we echter weer opkolken
met 1/2 dl bessensap, en daarna de ge
weekte gelatine erin oplossen.
Gelijk met de peertjes hebben we de
melk aan de kook gebracht en er de
gewasschen rijst in gestrooid, daarna
langzaam gaar laten koken en cle suiker
er voorzichtig door geroerd, zcodat de
korrels niet stuk gaan.
De rast doen w» ou pru