Buitenlandsch Overzicht. De socialistische opstand in Oostenrijk HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets. OosPlndië. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND No. 7394 EERSTE BLAD ZATERDAG 17 FEBRUARI 1934 62ste JAARGANG 1 Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. Rusland heeft Dimitrofc-s. Russisch burger gemaakt. Het indische eskader naar Singapore. Dertien nieuwe vlieg' tuigen voor het Indische leger. Het bezoek van de Nederlandsche onderzee booten aan Lissabon. KONIJN's Vleeschwaren Zuid Afrikaansche bijbel voor de Koningin. Pijn in de lendenen. Feuilleton Liefde in de Wildernis COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Keldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen- land f 2.— N'ederl. Oost- en West-lndië per zeepost t 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20 Losse rr s. 4 ct.fr.p.p fict. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, 1.50, 11.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/b C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Na de bloedige gebeurtenissen in Oostenrijk. - De Fransche regeeringsverklaring; de Kamer spreekt haar vertrouwen inde regeering uit. Het Fransche antwoord op het Duitsche onL wapeningsmemorandum. Na den strijd in Oostenrijk De bloedige en zeer betreurenswaardige gebeurtenissen in Oostenrijk, hebben een einde gemaakt aan het socialistische bewind te Weenen en in tal van andere Oosten rij ksche ste den. Meer dan 1100 menschenlevens eischte deze burgeroorlog. De berichten, die uit Weenen worden gepubliceerd, de den denken aan de oorlogsberichten in de periode 1914—1918. in een nabeschouwing op de gebeur tenissen schrijft de N. R. Ct., o.m.: met een openlijke eensgezindheid heeft bijna de heele wereldpers, van welke richting ook, de leiders der Heimwehren verantwoordelijk ge steld. Dollfuss, anders zoo populair in het buitenland, wordt gewoonlijk als zwak medeslachtoffer voorgesteld- De feiten waren dan ook duidelijk ge noeg; de voorstelling, die men nu van Weenen uit ervan begint te geven, zijn een al te vrijmoedige speculatie op de kortheid van geheugen der buitenwereld. Dollfuss moet nu verder nolens volens meedoen met de leiders der Heim wehren, wil hij niet de teugels geheel en ai aan zijn handen zien ontglippen. Daar voor moet hij mede de verantwoordelijk heid op zich nemen. Intusschen heeft hij in al zijn leed nog reden om zich erover te verheugen, dat de de mocratische vleugel van zijn eigen partij niet met de socialisten gemeene zaak heeft gemaakt. En was ook daar niet een reactie aan den gang tegen de reehtsverkrachtende politiek der Heim wehren, die tenslotte heel goed daartoe had kunnen leiden. Mag men hopen schrijft het blad dat tenslotte, als de woede geweken is, alles nog op een echt Oostenriiksehe ver zoening uitloopt? Wij zijn daar niet ge rust op. De Oostenrijker is heel fel als hij zich eenmaal over politiek opwindt. Bij al zijn aantrekkelijke eigenschappen en beminnelijke zwakheden heeft hij zich, als politiek jjjveraar, zelden aantrekkelijk en menigmaal weinig beminnelijk getoond, tot welke richting hij dan ook mocht be hoor en. Thans zijn te Weenen de krijgsraden aan het woord. Men mag aannemen, dat, ondanks den volledigen politieken triomf van de Heim wehren, Dollfuss toch gelegenheid zal krijgen zich gematigd te betoonen in de menschelijke en rechterlijke afwikkeling van den opstand. Dollfuss zal verstandig genoeg zijn om de omzetbelasting, en de B rU>9 hoogere wolprijzen, zijn onze eigen gebreide Schnolkousen en Sport kousen aanmerkelijk in prijs verlaagd. Overtuigt U daar eens van. JAAP SNOR, Zuidstraat 19, (Let op den gelen winkel). Ie klas reparatie-inr. te beseffen, dat ook de binnenlandsche toestand, na de overwinning der Heim wehren, meer dan ooit voorzichtigheid eiseht. Na al hetgeen er reeds is gebeurd de verbittering nog verder te prikkelen, kan zeer gevaarlijk zijn. De Oosten rijksche socialisten zijn uit ander hout gesneden dan de Duitsche socialisten. Zeker zullen zjj niet voor de Heimwehren gewonnen kunnen worden, zooals in Duitschland vele socialisten door het nationaal-socia- lisme zijn ingepalmd.' Het is geen wonder dat de nationaal- socialisten in deze dagen in volmaakte gemoedsrust hebben kunnen toezien. Hun vijanden vochten elkaar dood. Zijn zij de derde hond? De Fransche regeerings verklaring De Fransche re geeringsverklaring, die in de Kamer door Doumergue en in den Senaat door Chéron is voorgelezen, schijnt nogal in goede aarde te zijn gevallen en aan het slot van de debatten heft de Ka mer haar vertrouwen in het ministerie uitgesproken met 402 tegen 125 stemmen. Hieronder volgt de korte inhoud van de verklaring: „De regeering, die zich aan het parle ment voorstelt, is gevormd om den vrede tusschen de partijen te herstellen. Na de GASTON DOUMERGUE, de nieuwe minister-president in Frankrijk. smartelijke gebeurtenissen van de laatste dagen heeft zij alle reden om te vermoe den, dat deze vrede den algemeenen wensch van volk en parlement vertegen woordigt. Deze godsvrede moet de rust in de gemoederen van het volk, die zoo ernstig geschokt is, herstellen- De regeering zal echter de schuldige on ruststokers, waar zij zich ook mogen bevinden, weten op te sporen en te treffen. Behalve deze taak is er voor de regee ring nog een, n.L de moreele gezondheid van het regeeringsstelsel te herzien. Zij eischt van de regeerders gezag en van het volk eerbied. De godsvrede is ook noodzakelijk om de begrooting op snelle en doeltreffende wijze te doen aannemen en de Fransche valuta te beschermen. Een gezonde staatshuishouding en een vaste valuta zullen handel en industrie het vertrouwen teruggeven, dat zij behoe ven om aan de bestrijding der werkloos heid te kunnen meewerken. Ook de vraagstukken van de bui- tenlandsche politiek eischen met klem de rust der geesten en den vre de tusschen de burgers om de veilig heid van Frankrijk te kunnen waar borgen. Slechts deze vrede van binnen zal ons het gezag verschaffen om ook weer in den Volkenbond en de inter nationale politiek onze taak te ver vullen, die Frankrijk voor gevaar lijke verrassingen behoeden moet. Wij vragen van u, afgevaardigden, be scherming van Frankrijk, van zijn re- publikeinsche vrijheid en zijn parlemeij- taire instellingen. Ons land heeft op kritieke oogenblikken zich steeds weten te herstellen en dit is op dit oogenblik harder noodig dan ooit. Wij hopen dat gij dit zult begrijpen en ons zult helpen, door ons uw vertrouwen' te schenken. Frankrijk' Duitschland De Fransche nota van antwoord op het Duitsche ontwape- 11 i n gsmemorandum van 19 Januari is thans gepubliceerd en er blijkt wel uit, dat er nog in geen enkel opzicht eenige ver andering is gekomen in de verhouding van de beide landen. In de nota wordt o.m. verklaard: Het is de Duitsche regeering zeer zeker, niet ontgaan, dat de in het aide mémoire van 1 Januari gedane voorstellen op twee punten volgens de meening der Fransche regeering een principieel karakter droe gen. De vergelijking der Fransche en Duitsche effectieven kan slechts van toe passing zijn op vergelijkbare personeels- tijfers, d.w.z. op diegenen die bestemd zijn voor de verdediging van het moeder land en zulks is slechts denkbaar, wanneer alle strijdkrachten, die eenig militair ka rakter dragen, vallen onder de vast te stel len beperkingen. De gelijkstelling op het gebied van het materieel, d.w.z. de toewijziging van dat materieel aan Duitschland, dat de andere naties ontvangen, doch dat aan Duitschland op het oogenblik is verboden, kan plaats vinden na de reorganisatie van het Duitsche leger en de absorptie van de voor-geoefen de en buiten-militair verband geoe fende organisaties door het geregelde bij conventie vastgestelde legercon- tingent. Terwijl de Duitsche regeering in dezë beide beslissende kwesties de voorstellen terzijde legt, welke haar waren gedaan en waai'van zü de bedoeling en de portée niet verkeerd kon verstaan, heeft zü het ge- Comeslibles - Delicatessen. Telefoon 420. heele in het aide memoire van 1 Januari geschetst. Onder deze omstandigheden ziet de Fransche regeering niet, w<k nut de uit gebreide bijlagen op het laatste Duitsche memorandum zou kunnen hebben. De Fransche regeering komt hier opnieuw met haar ouden eisch terug, deze kwesties slechts af te handelen bij deelneming van alle belanghebben de mogendheden. Een voorbereidende Duitsch-Fransche bespreking hier over zou slechts dan van nut kunnen zijn, wanneer reeds eenstemmigheid zou bestaan over bepaalde beginselen. Helaas is zulks allerminst het geval, zoo als slechts door al te veel feiten is te be wijzen. De Fransche regeering wenscht twee essentieele misverstanden op te helderen. Bij den eisch, een effective controle in te stellen gaat het om niets, wat de eer der Duitsche regeering zou kunnen schenden De Fransche regeering is steeds van meening geweest, dat de vast te stellen maxima betrekking moeten hebben op alle organisaties die een militair karak ter dragen en zij heeft het als een vast staand feit beschouwd omdat de forma ties van SA en SS dit karakter dragen. Ten slotte verzekert de Fransche re geering, dat zij van meening is, dat een volledige en loyale overeenstemming met Duitschland zoowel de voorwaarde alsook de waarborg voor de verbetering van den toestand is. Doch anderzijds zou niets gevaarlijker zijn dan een onduidelijkheid. Het is aan de Duitsche regeering deze Onduidelijkheid op te klaren. Nieuwe gevechten te Weenen. Reuter meldt uit Weenen: Donderdag om twaalf uur, toen het ulti matum der regeering verstreken was, kwam er meteen een einde aan de rust die den heelen ochtend in de hoofdstad ge- heerscht had. De regeeringstroepen open den het vuur op de socialistische stellin gen tusschen de voorsteden Kagran en Stadlau. Het lot van de drie Bulgaren. de uit De Berlijnsche correspondent van „Nw. Rott. Crt." meldt: Volgens een bericht, dat alhier Moskou zou zijn ontvangen, zou de Rus sische regeering aan de Bulgaren Dimi- trof, Popof en Tanef, vrijgesproken in het proces over de brandstichting in den Rijksdag, maar vooralsnog in hechtenis, het Russische staatsburgerschap hebben verleend. Indien dit juist is, kan het beschouwd worden als een inleiding tot stappen van Rusland ten gunste van de Bulgaren. In bevoegde Russische kringen te Ber lijn kon men den correspondent aldaar geen bevestiging van dit bericht geven- Het bericht, dat de Russische regeering aan Dimitrof en de beide andere Bulga ren het Russische staatsburgerschap heeft verleend, wordt te Moskou officieel bevestigd. In aansluiting aan een Aneta-bericht uit Batavia inzake een voorgenomen be zoek van het Indische eskader aan Sin gapore verneemt de „N. Rt. Crt." nader, dat dit eskader in Maart a.s. een oefen- reis maakt rondom Sumatra. Het ligt in het voornemen om bij het passeeren van Singapore deze haven voor vlagvertoon te bezoeken. De hiervoor noodige toestem ming van het opper-bestuur in Nederland is reeds verleend. Fokkerwerkenners. Ten behoeve van de luchtvaart-afdee- ling van het Indische leger zullen, ten laste der begrootingen voor de dienstja ren 1933 en '34, dertien Fokker-vliegtui gen worden aangeschaft, meldt het A.I.D. De keus is op dit product der Neder landsche Vliegtuigen Fabriek te Amster dam gevallen daar het aan de hooge, ter zake gestelde eischen voldeed, maar bo vendien: omdat het Nederlandsch fabri kaat is. Over het juiste model van dit vliegtuig type F. X., wordt nog gecorrespondeerd. Het zal zijn: een verkenningstoestel, snelheid circa 300 km per uur, tevens fungeerend als lichte bommenwerper. Eerst wordt een proef-vliegtuig afge leverd, en als dit geheel voldoet, volgt de bestelling van het resteerend aantal toe stellen, een dozijn dus nog. De commandanten Hoeke en Debooy van de Nederlandsche onderzeebooten, die thans te Lissabon verblijven, hebben den Portugeeschen minister van marine en zjjn dochter Woensdag rondgeleid door de onderzeeërs, waarbij de minister van zijn groote belangstelling blijk gaf. izijn toch beter. In den loop van den middag genoten eenige honderden Nederlandsche, Engel- sche, Spaansche en Portugeesche zeelie den van een te hunner eere gegeven voor stelling, aan het einde waarvan het orkest de vier resp. volksliederen ten gehoore gaf onder oorverdoovend gejuich. Vriidag zou het Nederlandsche eskader vertrek ken naar Palermo, vanwaar het via Port Said naar Indië zal gaan. Aangeboden door den Zuid'Afrikaanschen gezant. Donderdagmiddag om 6.15 uur heeft de Koningin den gezant der Unie van Zuid- Afrika, dr. H. D. van Broekhuizen, ont vangen ter aanbieding van een Zuid-Afri- kaanschen Bijbel, namens het Bijbelge nootschap van Zuid-Afrika. De Bijbel, welke aan H. M. is aangebo den, is een handbijbel in een eenvoudige uitvoering van zwart leer. Een der eerste pagina's vermeldt de volgende opdracht: „In dankbare toewijding aan die God van ons Vaders vir Sij Liefde en Trou, aangebied deur die Afrikaanse volk aa 'n blijk van sij besondere hoogagting aan H- M. Koningin Wilhelmina, Koningin van die Niederlande". Als ge niet si«pen kunt van de pijn in uw rug, als ge bij uw werk ook voort durend gekweld wordt door doffe en ste kende spierpijn, en gij last hebt van een afgemat gevoel, hoofdpijn, duizeligheid en dergelijke verschijnselen, is dit een teeken, dat de organen, welke het urine zuur uit het bloed dienen af te voeren, traag werken of verzwakt zijn Dit urine zuur kan zich dan naar gelang van het gestel van den lijder afzetten in- verschil lende deelen van het lichaam en ver schijnselen als de bovenstaande veroor zaken. Grijpt gij niet spoedig in om het kwaad in zijn aanvang te stuiten, dan kan het zich steeds verder uitbreiden- en wordt gij een slachtoffer van chronische rheumatiek of andere ongewensehte ver wikkelingen Neemt bijtijds uw maatregelen en ge bruikt het middel, dat reeds zoo talloos velen geholpen heeft en dat, wetenschap pelijk samengesteld, reeds jarenlang be wezen heeft aan zijn doel te beantwoor den: Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Personen uit uw eigen omgeving zullen u bevestigen, dat zü inderdaad hun ge zondheid volkomen herkregen door het gebruik van dit alom bekende middel. Stelt het niet langer uit, doch haalt van daag nog een doos gij zult ons dank baar zijn voor dien raad Verkrijgbaar bij apothe kers en dro gisten a f 1.- f 1.75 en f3.- per doos, om zetbelasting inbegrepen. Let vooral op den juisten naam. Naar het Engelsch van Ottwell Binns 44)) „Zool" antwoordde de halfbloed in zijn moedertaal, met een gebaar van wanhoop. „Het was beter geweest, als ik den doorl in de sneeuw gevonden had, maar ik zal sterven, voordat ze me ophangen, want ik ben gewond." Hij keek bi.i deze woorden naar zyn schouder en bii nader onderzoek zagen de beide blanken, dat er bloedvlekken zaten op de bevroren sneeuw op zijn bontjas. „O", zei Anderton. „Dat had ik nog met gezien, maar we zullen er eens naar kij ken". Ilij keek naar Stane, dien den hal t- bloed met onverholen woede aanzag, en zei scherp: „Help een handje, Stane. We kunnen den kerel niet zonder hulp laten sterven. Hü komt als een reddende engel, in. ieder geval, want hij kan je mysterie vorklaren. Bovendien is het mijn plicht hem naar den post te brengen en dood zou hij niet welkom zijn. Ze zouden kunnen denken, dat ik hem gemold had, zie je? Samen brachten ze den man dichter lui het vuur en onderzochten den gewonden schouder. Een kogel had hem dwars door boord. Anderton knikte vergenoegd. „Daar zal je niet aan dood gaan, Chigmok. We zullen je verbinden en bewaren voor het gerecht." Ze waschten en verbonden de wond en maakten het den halfbloed zoo aangenaam mogelijk Toen hij rustig bij het vuur lag, zocht Anderton de pijp van den man op, stopte die, stak haar voor hem aan en toen zij goed trok, sprak hij: „Nu Chigmok, voor dit alles ben je me wat verschüldigd. Vertel me eens wat dat spelletje te beteekenen heeft. Het kan je niet schaden, als je de waarheid spreekt, want die andere zaakrwaar je van weet, is al meer dan de wet noodig heeft om je te veroordeelen." „Ik moet dus vertellen?" vroeg de half bloed in het Engelsch. „Ja. W.e zijn erg nieuwsgierig. Mijn vriend hier is heel benieuwd te weten, waarom hij aangevallen is en waarom hij moest sterven, terwijl het meisje, dat bij hem was, ontvoerd moest worden." „Weet u dat niet?" vroeg de halfbloed „Neen, we weten alles nog niet precies," luidde het voorzichtige antwoord. „Dan zal ik het zeggen." Zijn donkere oogen dwaalden naar Stane. „Kent u me niet?" „Neen," antwoordde Stane, „ik heb je nooit eerder gezien." „Maar ik heb u gezien. Om! Ik heb uw kano gestolen, terwijl u sliep." „Allemachtig!" riep Stane uit- „Jij..-. Ik vluchtte voor de politie en had niets dan een geweer. Toen ik u zag sla pen, dacht ik er een oogenblik aan u dood te schieten, maar ik wist niet, wie in die kleine tent was en dacht, misschien pak ken ze me, maar nu weet ik beter." „Weet je wie in die tent was?' vroeg Stane barsch. „Dat begreep ik den volgenden ochtend toen ik een man ontmoette, die naar een blank meisje vroeg. O, ik had hem al eei> der gezien. Ik zag, dat hij den riem uit de handen van het meisje schoot en Verbaasd riep Stane uit: „Zag je hem schieten „Oui! Ik weet niet, waarom hij het deed. Maar ik denk, dat hij wou, dat het meisje verdwalen zou en dat hij haar dan zou kunnen terugvinden. Dat dacht ik, maar dat heb ik hem niet verteld. Non! Ik heb hem wel gezegd, wat ik gezien had en hij werd bang en zei, dat hij me bij de po litie zou aangeven, als ik zou zeggen, dat hij 't gedaan had. Daarom heb ik het- niet gezegd, maar gedaan heeft hij het- Toen heeft hij me geld gegeven om een brief te brengen naar het kamp van den groo- ten man van de Company, maar dien heb ik niet gebracht, want ik was bang." „Wie was die man?" vroeg Stane barsch, toen de halfbloed zweeg. „Ik weet niet, maar het was dezelfde man, die de belooning van geweren en dekens zou betalen voor het meisje dat in de hut was." „En die zei, dat ik moest sterven?" „Oui! Dat heeft hij bevolen. En ik dacht, dat het gebeurd was en ik gaf er niet om, want ik was al ter dood veroor deeld en een mensch kan maar ééns ster ven. Ook dacht ik, als de prijs betaald is, ga ik naar het Noorden, naar de IJszee, waar de politie niet komt. Maar die man is een duivel. Hij spreekt af, dat ik het meisje hier moet brengen, waar de prijs betaald zou worden en toen ik kwam be gon hij te schieten, omdat hij niet wil be talen. Hij heeft Canif en Ligau gedood en hij had mij willen dooden om de geweren en de dekens en de tabak te kunnen hou den, hond die hij is!" „Misschien was het hem niet om de be looning te doen," zei Anderton. „Misschien was hij bang, dat de geschiedenis zou uitlekken en dat de politie zijn spoor zou volgen, Chigmok?" „Bij den hemel! Ja, daar heb ik niet aan gedacht," riep de halfbloed uit, als ging hem een licht op. „Ik dacht alleen aan de belooning, die hij hield." Wat voor een man is het? Hoe ziet hij er uit, Chigmok?" „Hij is donker en wat je noemt mooi. Hij heeft soms een glas in zijn oogen „Amle.v! Groote hemel!" riep Stane, stom verbaasd. „Ik weet zijn naam niet," antwoordde de halfbloed, „maar ik geloof, dat hij bij de Company is." Anderton keek ongeloovig naar Stane, die geen oogenblik meer twijfelde. „Het is Amley, zonder twijfel," zei Stane, als antwoord op den vragenden blik. „Die beschrijving slaat op hem, al is zij niet heel precies en de monocle „Stelt hij zich nog steeds met een mo nocle aan?" „Ik heb het gezien. Het is waar. Hij werkte er in Fort Majsum ook mee." Anderton knikte en keek in het vuur, terwijl hij peinzend bij zich-zelf floot. Toen zag hij op. „Eén ding, Stane, is er, waar wij ons niet ongerust over hoe ven te maken en dat is juffrouw Yardely's welzijn. Gesteld dat Amley haar in bezit genomen heeft, dan zal ze niet veel van hem te lijden hebben. Wat er achter dat lieve plannetje mag steken, er zal in ieder geval geen persoonlijk letsel uit voortkomen. Die verzekering geeft ons zijn geheele optreden en het plan, dat hij beraamde, dat ze levend hier gebracht moest worden, Zonder twijfel wil hij op treden als redder van het meisje. Hij weet niet, dat Chigmok nog leeft- Hij weet niet, dat ik hier ben om Chigmoks verhaal aan te hooren en al heeft hij moeten zien, dat jullie slee, die van Chigmok volgde, hij hoeft die heelemaal niet met jou in verband te brengen. Waarschijnlijk denkt hij, dat die deel uitmaakte van Chigmok's uitrusting. Zon der twijfel zal hij een beetje verder aan het meer kampeeren, totdat de storm voorbij is, en dan regelrecht naar Fort Malsum gaan. Het zal even gemakkelijk zijn hem te krijgen, als een boterhamme tje te eten." „En als we hem hebben?" „Plicht is plicht!" antwoordde Ander ton met een schouderophalen. „Ik kan alle beschiddigingen niet ineens zeggen, maar er is genoeg om den heer Amley voorloopig vast te houden. Hemel, wat is het leven een mallemolen. Ik had nooit kunnen denkenHallo? Wie is dat? Jean Benard, als ik me niet vergis!" Het w-as Jean Bénard en zijn gezicht klaarde op van genoegen, toen hij het kamp binnen strompelde. „Ik was bezorgd over u, m'sieu", zei hij tot Stane, als eenvoudigen uitleg, „daar om kom ik. Bo'jour, m'sieu Anderton, dat is een goede ontmoeting op een kwaden dag! Maar dat.Maar dat.dat is zeker Chigmok. En de juffrouw, waar is die?" Stane wees met de hand naar meer. „Daar ergens, Jean, en nog steeds zoek." „Maar we zullen haar vinden, m'sieu. Wees maar niet bang, dat we haar niet vinden, als de sneeuw ophoudt En het vole vertrouwen, dat klonk in zijn stem, bracht nieuwen moed aan Stane, die nog steeds beangst was voor Helens lot. HOOFDSTUK XXII. Amley's verhaal. Toen Helen Yardeley Amley's gezicht herkende, keek ze hem verwezen aan en riep toen uit: „Jij? Jij?" „Ja," antwoordde hij snel, „ik heb je weken lang gezocht en ik vind je juist op het goede oogenblik. Maar er is nu geen tijd om alles uit te leggen. Er waren nog anderen behalve de menschen, die je ontvoerden. Jk zag dat een slede je ver volgde. We moeten zien, dat we weg ko men." Bij deze woorden sneed hij de riemen, die haar aan de slede bonden, door en hielp haar opstaan. Toen sprak hij weer gejaagd: „Vlug! er dreigt gevaar. Hierheen. Ik heb een span honden, dat op je wacht. We moeten naar de bossehen." Hij nam haar arm en begon snel door de verblindende sneeuw te loopen Helen, versuft door de snelle opeenvolging van gebeurtenissen, bood geen weerstand., maar liep met hem mee en na eenige mi nuten merkte ze, dat ze bij een slede stond, die door een paar Indianen be waakt werd. „Ga op de slede zitten, Helen," zei Amley haastig. „We kunnen geen tijd verspillen. We moeten ons haasten." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1