Buitenlandsch Overzicht.
De socialistische
opstand in Oostenrijk
HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets.
OosPlndië.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
No. 7394 EERSTE BLAD
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1934
62ste JAARGANG
1
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
Rusland heeft Dimitrofc-s.
Russisch burger gemaakt.
Het indische eskader
naar Singapore.
Dertien nieuwe vlieg'
tuigen voor het Indische
leger.
Het bezoek van de
Nederlandsche onderzee
booten aan Lissabon.
KONIJN's Vleeschwaren
Zuid Afrikaansche bijbel
voor de Koningin.
Pijn in de lendenen.
Feuilleton
Liefde in de Wildernis
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Keldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen-
land f 2.— N'ederl. Oost- en West-lndië per zeepost t 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse rr s. 4 ct.fr.p.p fict. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, 1.50, 11.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Na de bloedige gebeurtenissen in Oostenrijk. - De Fransche
regeeringsverklaring; de Kamer spreekt haar vertrouwen inde
regeering uit. Het Fransche antwoord op het Duitsche onL
wapeningsmemorandum.
Na den strijd
in Oostenrijk
De bloedige en zeer
betreurenswaardige
gebeurtenissen in
Oostenrijk, hebben
een einde gemaakt
aan het socialistische bewind te Weenen
en in tal van andere Oosten rij ksche ste
den. Meer dan 1100 menschenlevens
eischte deze burgeroorlog. De berichten,
die uit Weenen worden gepubliceerd, de
den denken aan de oorlogsberichten in
de periode 1914—1918.
in een nabeschouwing op de gebeur
tenissen schrijft de N. R. Ct., o.m.:
met een openlijke eensgezindheid
heeft bijna de heele wereldpers, van
welke richting ook, de leiders der
Heimwehren verantwoordelijk ge
steld. Dollfuss, anders zoo populair
in het buitenland, wordt gewoonlijk
als zwak medeslachtoffer voorgesteld-
De feiten waren dan ook duidelijk ge
noeg; de voorstelling, die men nu van
Weenen uit ervan begint te geven, zijn
een al te vrijmoedige speculatie op de
kortheid van geheugen der buitenwereld.
Dollfuss moet nu verder nolens volens
meedoen met de leiders der Heim
wehren, wil hij niet de teugels geheel en
ai aan zijn handen zien ontglippen. Daar
voor moet hij mede de verantwoordelijk
heid op zich nemen. Intusschen heeft
hij in al zijn leed nog reden om
zich erover te verheugen, dat de de
mocratische vleugel van zijn eigen
partij niet met de socialisten gemeene
zaak heeft gemaakt. En was ook daar
niet een reactie aan den gang tegen de
reehtsverkrachtende politiek der Heim
wehren, die tenslotte heel goed daartoe
had kunnen leiden.
Mag men hopen schrijft het blad
dat tenslotte, als de woede geweken is,
alles nog op een echt Oostenriiksehe ver
zoening uitloopt? Wij zijn daar niet ge
rust op. De Oostenrijker is heel fel als hij
zich eenmaal over politiek opwindt. Bij
al zijn aantrekkelijke eigenschappen en
beminnelijke zwakheden heeft hij zich, als
politiek jjjveraar, zelden aantrekkelijk en
menigmaal weinig beminnelijk getoond,
tot welke richting hij dan ook mocht be
hoor en.
Thans zijn te Weenen de krijgsraden
aan het woord.
Men mag aannemen, dat, ondanks den
volledigen politieken triomf van de Heim
wehren, Dollfuss toch gelegenheid zal
krijgen zich gematigd te betoonen in de
menschelijke en rechterlijke afwikkeling
van den opstand.
Dollfuss zal verstandig genoeg zijn om
de omzetbelasting, en de
B rU>9 hoogere wolprijzen, zijn
onze eigen gebreide Schnolkousen en Sport
kousen aanmerkelijk in prijs verlaagd. Overtuigt
U daar eens van. JAAP SNOR, Zuidstraat 19,
(Let op den gelen winkel). Ie klas reparatie-inr.
te beseffen, dat ook de binnenlandsche
toestand, na de overwinning der Heim
wehren, meer dan ooit voorzichtigheid
eiseht. Na al hetgeen er reeds is gebeurd
de verbittering nog verder te prikkelen,
kan zeer gevaarlijk zijn. De Oosten rijksche
socialisten zijn uit ander hout gesneden
dan de Duitsche socialisten. Zeker zullen
zjj niet voor de Heimwehren gewonnen
kunnen worden, zooals in Duitschland
vele socialisten door het nationaal-socia-
lisme zijn ingepalmd.'
Het is geen wonder dat de nationaal-
socialisten in deze dagen in volmaakte
gemoedsrust hebben kunnen toezien.
Hun vijanden vochten elkaar dood. Zijn
zij de derde hond?
De Fransche
regeerings
verklaring
De Fransche re
geeringsverklaring,
die in de Kamer door
Doumergue en in den
Senaat door Chéron
is voorgelezen, schijnt
nogal in goede aarde te zijn gevallen en
aan het slot van de debatten heft de Ka
mer haar vertrouwen in het ministerie
uitgesproken met 402 tegen 125 stemmen.
Hieronder volgt de korte inhoud van
de verklaring:
„De regeering, die zich aan het parle
ment voorstelt, is gevormd om den vrede
tusschen de partijen te herstellen. Na de
GASTON DOUMERGUE,
de nieuwe minister-president in Frankrijk.
smartelijke gebeurtenissen van de laatste
dagen heeft zij alle reden om te vermoe
den, dat deze vrede den algemeenen
wensch van volk en parlement vertegen
woordigt.
Deze godsvrede moet de rust in de
gemoederen van het volk, die zoo
ernstig geschokt is, herstellen- De
regeering zal echter de schuldige on
ruststokers, waar zij zich ook mogen
bevinden, weten op te sporen en te
treffen.
Behalve deze taak is er voor de regee
ring nog een, n.L de moreele gezondheid
van het regeeringsstelsel te herzien. Zij
eischt van de regeerders gezag en van
het volk eerbied. De godsvrede is ook
noodzakelijk om de begrooting op snelle
en doeltreffende wijze te doen aannemen
en de Fransche valuta te beschermen.
Een gezonde staatshuishouding en een
vaste valuta zullen handel en industrie
het vertrouwen teruggeven, dat zij behoe
ven om aan de bestrijding der werkloos
heid te kunnen meewerken.
Ook de vraagstukken van de bui-
tenlandsche politiek eischen met
klem de rust der geesten en den vre
de tusschen de burgers om de veilig
heid van Frankrijk te kunnen waar
borgen. Slechts deze vrede van binnen
zal ons het gezag verschaffen om ook
weer in den Volkenbond en de inter
nationale politiek onze taak te ver
vullen, die Frankrijk voor gevaar
lijke verrassingen behoeden moet.
Wij vragen van u, afgevaardigden, be
scherming van Frankrijk, van zijn re-
publikeinsche vrijheid en zijn parlemeij-
taire instellingen. Ons land heeft op
kritieke oogenblikken zich steeds weten
te herstellen en dit is op dit oogenblik
harder noodig dan ooit. Wij hopen dat gij
dit zult begrijpen en ons zult helpen, door
ons uw vertrouwen' te schenken.
Frankrijk'
Duitschland
De Fransche nota
van antwoord op het
Duitsche ontwape-
11 i n gsmemorandum
van 19 Januari is
thans gepubliceerd en er blijkt wel uit, dat
er nog in geen enkel opzicht eenige ver
andering is gekomen in de verhouding
van de beide landen.
In de nota wordt o.m. verklaard:
Het is de Duitsche regeering zeer zeker,
niet ontgaan, dat de in het aide mémoire
van 1 Januari gedane voorstellen op twee
punten volgens de meening der Fransche
regeering een principieel karakter droe
gen. De vergelijking der Fransche en
Duitsche effectieven kan slechts van toe
passing zijn op vergelijkbare personeels-
tijfers, d.w.z. op diegenen die bestemd
zijn voor de verdediging van het moeder
land en zulks is slechts denkbaar, wanneer
alle strijdkrachten, die eenig militair ka
rakter dragen, vallen onder de vast te stel
len beperkingen.
De gelijkstelling op het gebied van
het materieel, d.w.z. de toewijziging
van dat materieel aan Duitschland,
dat de andere naties ontvangen, doch
dat aan Duitschland op het oogenblik
is verboden, kan plaats vinden na de
reorganisatie van het Duitsche leger
en de absorptie van de voor-geoefen
de en buiten-militair verband geoe
fende organisaties door het geregelde
bij conventie vastgestelde legercon-
tingent.
Terwijl de Duitsche regeering in dezë
beide beslissende kwesties de voorstellen
terzijde legt, welke haar waren gedaan en
waai'van zü de bedoeling en de portée niet
verkeerd kon verstaan, heeft zü het ge-
Comeslibles - Delicatessen. Telefoon 420.
heele in het aide memoire van 1 Januari
geschetst.
Onder deze omstandigheden ziet de
Fransche regeering niet, w<k nut de uit
gebreide bijlagen op het laatste Duitsche
memorandum zou kunnen hebben.
De Fransche regeering komt hier
opnieuw met haar ouden eisch terug,
deze kwesties slechts af te handelen
bij deelneming van alle belanghebben
de mogendheden. Een voorbereidende
Duitsch-Fransche bespreking hier
over zou slechts dan van nut kunnen
zijn, wanneer reeds eenstemmigheid
zou bestaan over bepaalde beginselen.
Helaas is zulks allerminst het geval, zoo
als slechts door al te veel feiten is te be
wijzen.
De Fransche regeering wenscht twee
essentieele misverstanden op te helderen.
Bij den eisch, een effective controle in te
stellen gaat het om niets, wat de eer der
Duitsche regeering zou kunnen schenden
De Fransche regeering is steeds van
meening geweest, dat de vast te stellen
maxima betrekking moeten hebben op
alle organisaties die een militair karak
ter dragen en zij heeft het als een vast
staand feit beschouwd omdat de forma
ties van SA en SS dit karakter dragen.
Ten slotte verzekert de Fransche re
geering, dat zij van meening is, dat een
volledige en loyale overeenstemming met
Duitschland zoowel de voorwaarde alsook
de waarborg voor de verbetering van den
toestand is. Doch anderzijds zou niets
gevaarlijker zijn dan een onduidelijkheid.
Het is aan de Duitsche regeering deze
Onduidelijkheid op te klaren.
Nieuwe gevechten te Weenen.
Reuter meldt uit Weenen:
Donderdag om twaalf uur, toen het ulti
matum der regeering verstreken was,
kwam er meteen een einde aan de rust die
den heelen ochtend in de hoofdstad ge-
heerscht had. De regeeringstroepen open
den het vuur op de socialistische stellin
gen tusschen de voorsteden Kagran en
Stadlau.
Het lot van de drie Bulgaren.
de
uit
De Berlijnsche correspondent van
„Nw. Rott. Crt." meldt:
Volgens een bericht, dat alhier
Moskou zou zijn ontvangen, zou de Rus
sische regeering aan de Bulgaren Dimi-
trof, Popof en Tanef, vrijgesproken in het
proces over de brandstichting in den
Rijksdag, maar vooralsnog in hechtenis,
het Russische staatsburgerschap hebben
verleend.
Indien dit juist is, kan het beschouwd
worden als een inleiding tot stappen van
Rusland ten gunste van de Bulgaren.
In bevoegde Russische kringen te Ber
lijn kon men den correspondent aldaar
geen bevestiging van dit bericht geven-
Het bericht, dat de Russische regeering
aan Dimitrof en de beide andere Bulga
ren het Russische staatsburgerschap
heeft verleend, wordt te Moskou officieel
bevestigd.
In aansluiting aan een Aneta-bericht
uit Batavia inzake een voorgenomen be
zoek van het Indische eskader aan Sin
gapore verneemt de „N. Rt. Crt." nader,
dat dit eskader in Maart a.s. een oefen-
reis maakt rondom Sumatra. Het ligt in
het voornemen om bij het passeeren van
Singapore deze haven voor vlagvertoon te
bezoeken. De hiervoor noodige toestem
ming van het opper-bestuur in Nederland
is reeds verleend.
Fokkerwerkenners.
Ten behoeve van de luchtvaart-afdee-
ling van het Indische leger zullen, ten
laste der begrootingen voor de dienstja
ren 1933 en '34, dertien Fokker-vliegtui
gen worden aangeschaft, meldt het A.I.D.
De keus is op dit product der Neder
landsche Vliegtuigen Fabriek te Amster
dam gevallen daar het aan de hooge, ter
zake gestelde eischen voldeed, maar bo
vendien: omdat het Nederlandsch fabri
kaat is.
Over het juiste model van dit vliegtuig
type F. X., wordt nog gecorrespondeerd.
Het zal zijn: een verkenningstoestel,
snelheid circa 300 km per uur, tevens
fungeerend als lichte bommenwerper.
Eerst wordt een proef-vliegtuig afge
leverd, en als dit geheel voldoet, volgt de
bestelling van het resteerend aantal toe
stellen, een dozijn dus nog.
De commandanten Hoeke en Debooy
van de Nederlandsche onderzeebooten, die
thans te Lissabon verblijven, hebben den
Portugeeschen minister van marine en
zjjn dochter Woensdag rondgeleid door
de onderzeeërs, waarbij de minister van
zijn groote belangstelling blijk gaf.
izijn toch beter.
In den loop van den middag genoten
eenige honderden Nederlandsche, Engel-
sche, Spaansche en Portugeesche zeelie
den van een te hunner eere gegeven voor
stelling, aan het einde waarvan het orkest
de vier resp. volksliederen ten gehoore
gaf onder oorverdoovend gejuich. Vriidag
zou het Nederlandsche eskader vertrek
ken naar Palermo, vanwaar het via Port
Said naar Indië zal gaan.
Aangeboden door den
Zuid'Afrikaanschen gezant.
Donderdagmiddag om 6.15 uur heeft de
Koningin den gezant der Unie van Zuid-
Afrika, dr. H. D. van Broekhuizen, ont
vangen ter aanbieding van een Zuid-Afri-
kaanschen Bijbel, namens het Bijbelge
nootschap van Zuid-Afrika.
De Bijbel, welke aan H. M. is aangebo
den, is een handbijbel in een eenvoudige
uitvoering van zwart leer. Een der eerste
pagina's vermeldt de volgende opdracht:
„In dankbare toewijding aan die God
van ons Vaders vir Sij Liefde en Trou,
aangebied deur die Afrikaanse volk aa
'n blijk van sij besondere hoogagting aan
H- M. Koningin Wilhelmina, Koningin
van die Niederlande".
Als ge niet si«pen kunt van de pijn in
uw rug, als ge bij uw werk ook voort
durend gekweld wordt door doffe en ste
kende spierpijn, en gij last hebt van een
afgemat gevoel, hoofdpijn, duizeligheid
en dergelijke verschijnselen, is dit een
teeken, dat de organen, welke het urine
zuur uit het bloed dienen af te voeren,
traag werken of verzwakt zijn Dit urine
zuur kan zich dan naar gelang van het
gestel van den lijder afzetten in- verschil
lende deelen van het lichaam en ver
schijnselen als de bovenstaande veroor
zaken.
Grijpt gij niet spoedig in om het
kwaad in zijn aanvang te stuiten, dan kan
het zich steeds verder uitbreiden- en
wordt gij een slachtoffer van chronische
rheumatiek of andere ongewensehte ver
wikkelingen
Neemt bijtijds uw maatregelen en ge
bruikt het middel, dat reeds zoo talloos
velen geholpen heeft en dat, wetenschap
pelijk samengesteld, reeds jarenlang be
wezen heeft aan zijn doel te beantwoor
den: Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Personen uit uw eigen omgeving zullen
u bevestigen, dat zü inderdaad hun ge
zondheid volkomen herkregen door het
gebruik van dit alom bekende middel.
Stelt het niet langer uit, doch haalt van
daag nog een doos gij zult ons dank
baar zijn voor dien raad
Verkrijgbaar
bij apothe
kers en dro
gisten a f 1.-
f 1.75 en f3.-
per doos, om
zetbelasting
inbegrepen.
Let vooral op
den juisten
naam.
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
44))
„Zool" antwoordde de halfbloed in zijn
moedertaal, met een gebaar van wanhoop.
„Het was beter geweest, als ik den doorl
in de sneeuw gevonden had, maar ik zal
sterven, voordat ze me ophangen, want ik
ben gewond."
Hij keek bi.i deze woorden naar zyn
schouder en bii nader onderzoek zagen de
beide blanken, dat er bloedvlekken zaten
op de bevroren sneeuw op zijn bontjas.
„O", zei Anderton. „Dat had ik nog met
gezien, maar we zullen er eens naar kij
ken". Ilij keek naar Stane, dien den hal t-
bloed met onverholen woede aanzag, en
zei scherp: „Help een handje, Stane. We
kunnen den kerel niet zonder hulp laten
sterven. Hü komt als een reddende engel,
in. ieder geval, want hij kan je mysterie
vorklaren. Bovendien is het mijn plicht
hem naar den post te brengen en dood zou
hij niet welkom zijn. Ze zouden kunnen
denken, dat ik hem gemold had, zie je?
Samen brachten ze den man dichter lui
het vuur en onderzochten den gewonden
schouder. Een kogel had hem dwars door
boord. Anderton knikte vergenoegd. „Daar
zal je niet aan dood gaan, Chigmok. We
zullen je verbinden en bewaren voor het
gerecht."
Ze waschten en verbonden de wond en
maakten het den halfbloed zoo aangenaam
mogelijk Toen hij rustig bij het vuur lag,
zocht Anderton de pijp van den man op,
stopte die, stak haar voor hem aan en
toen zij goed trok, sprak hij:
„Nu Chigmok, voor dit alles ben je me
wat verschüldigd. Vertel me eens wat dat
spelletje te beteekenen heeft. Het kan je
niet schaden, als je de waarheid spreekt,
want die andere zaakrwaar je van weet,
is al meer dan de wet noodig heeft om je
te veroordeelen."
„Ik moet dus vertellen?" vroeg de half
bloed in het Engelsch.
„Ja. W.e zijn erg nieuwsgierig. Mijn
vriend hier is heel benieuwd te weten,
waarom hij aangevallen is en waarom hij
moest sterven, terwijl het meisje, dat bij
hem was, ontvoerd moest worden."
„Weet u dat niet?" vroeg de halfbloed
„Neen, we weten alles nog niet precies,"
luidde het voorzichtige antwoord.
„Dan zal ik het zeggen." Zijn donkere
oogen dwaalden naar Stane. „Kent u me
niet?"
„Neen," antwoordde Stane, „ik heb je
nooit eerder gezien."
„Maar ik heb u gezien. Om! Ik heb uw
kano gestolen, terwijl u sliep."
„Allemachtig!" riep Stane uit- „Jij..-.
Ik vluchtte voor de politie en had
niets dan een geweer. Toen ik u zag sla
pen, dacht ik er een oogenblik aan u dood
te schieten, maar ik wist niet, wie in die
kleine tent was en dacht, misschien pak
ken ze me, maar nu weet ik beter."
„Weet je wie in die tent was?' vroeg
Stane barsch.
„Dat begreep ik den volgenden ochtend
toen ik een man ontmoette, die naar een
blank meisje vroeg. O, ik had hem al eei>
der gezien. Ik zag, dat hij den riem uit
de handen van het meisje schoot en
Verbaasd riep Stane uit: „Zag je hem
schieten
„Oui! Ik weet niet, waarom hij het deed.
Maar ik denk, dat hij wou, dat het meisje
verdwalen zou en dat hij haar dan zou
kunnen terugvinden. Dat dacht ik, maar
dat heb ik hem niet verteld. Non! Ik heb
hem wel gezegd, wat ik gezien had en
hij werd bang en zei, dat hij me bij de po
litie zou aangeven, als ik zou zeggen, dat
hij 't gedaan had. Daarom heb ik het- niet
gezegd, maar gedaan heeft hij het- Toen
heeft hij me geld gegeven om een brief
te brengen naar het kamp van den groo-
ten man van de Company, maar dien heb
ik niet gebracht, want ik was bang."
„Wie was die man?" vroeg Stane barsch,
toen de halfbloed zweeg.
„Ik weet niet, maar het was dezelfde
man, die de belooning van geweren en
dekens zou betalen voor het meisje dat
in de hut was."
„En die zei, dat ik moest sterven?"
„Oui! Dat heeft hij bevolen. En ik
dacht, dat het gebeurd was en ik gaf er
niet om, want ik was al ter dood veroor
deeld en een mensch kan maar ééns ster
ven. Ook dacht ik, als de prijs betaald is,
ga ik naar het Noorden, naar de IJszee,
waar de politie niet komt. Maar die man
is een duivel. Hij spreekt af, dat ik het
meisje hier moet brengen, waar de prijs
betaald zou worden en toen ik kwam be
gon hij te schieten, omdat hij niet wil be
talen. Hij heeft Canif en Ligau gedood en
hij had mij willen dooden om de geweren
en de dekens en de tabak te kunnen hou
den, hond die hij is!"
„Misschien was het hem niet om de be
looning te doen," zei Anderton. „Misschien
was hij bang, dat de geschiedenis zou
uitlekken en dat de politie zijn spoor zou
volgen, Chigmok?"
„Bij den hemel! Ja, daar heb ik niet
aan gedacht," riep de halfbloed uit, als
ging hem een licht op. „Ik dacht alleen
aan de belooning, die hij hield."
Wat voor een man is het? Hoe ziet hij
er uit, Chigmok?"
„Hij is donker en wat je noemt mooi.
Hij heeft soms een glas in zijn oogen
„Amle.v! Groote hemel!" riep Stane,
stom verbaasd.
„Ik weet zijn naam niet," antwoordde
de halfbloed, „maar ik geloof, dat hij bij
de Company is."
Anderton keek ongeloovig naar Stane,
die geen oogenblik meer twijfelde. „Het
is Amley, zonder twijfel," zei Stane, als
antwoord op den vragenden blik. „Die
beschrijving slaat op hem, al is zij niet
heel precies en de monocle
„Stelt hij zich nog steeds met een mo
nocle aan?"
„Ik heb het gezien. Het is waar. Hij
werkte er in Fort Majsum ook mee."
Anderton knikte en keek in het vuur,
terwijl hij peinzend bij zich-zelf floot.
Toen zag hij op. „Eén ding, Stane, is
er, waar wij ons niet ongerust over hoe
ven te maken en dat is juffrouw Yardely's
welzijn. Gesteld dat Amley haar in bezit
genomen heeft, dan zal ze niet veel van
hem te lijden hebben. Wat er achter dat
lieve plannetje mag steken, er zal in
ieder geval geen persoonlijk letsel uit
voortkomen. Die verzekering geeft ons
zijn geheele optreden en het plan, dat hij
beraamde, dat ze levend hier gebracht
moest worden, Zonder twijfel wil hij op
treden als redder van het meisje. Hij
weet niet, dat Chigmok nog leeft- Hij
weet niet, dat ik hier ben om Chigmoks
verhaal aan te hooren en al heeft hij
moeten zien, dat jullie slee, die van
Chigmok volgde, hij hoeft die heelemaal
niet met jou in verband te brengen.
Waarschijnlijk denkt hij, dat die deel
uitmaakte van Chigmok's uitrusting. Zon
der twijfel zal hij een beetje verder aan
het meer kampeeren, totdat de storm
voorbij is, en dan regelrecht naar Fort
Malsum gaan. Het zal even gemakkelijk
zijn hem te krijgen, als een boterhamme
tje te eten."
„En als we hem hebben?"
„Plicht is plicht!" antwoordde Ander
ton met een schouderophalen. „Ik kan
alle beschiddigingen niet ineens zeggen,
maar er is genoeg om den heer Amley
voorloopig vast te houden. Hemel, wat is
het leven een mallemolen. Ik had nooit
kunnen denkenHallo? Wie is dat?
Jean Benard, als ik me niet vergis!"
Het w-as Jean Bénard en zijn gezicht
klaarde op van genoegen, toen hij het
kamp binnen strompelde.
„Ik was bezorgd over u, m'sieu", zei hij
tot Stane, als eenvoudigen uitleg, „daar
om kom ik. Bo'jour, m'sieu Anderton, dat
is een goede ontmoeting op een kwaden
dag! Maar dat.Maar dat.dat is
zeker Chigmok. En de juffrouw, waar is
die?"
Stane wees met de hand naar meer.
„Daar ergens, Jean, en nog steeds
zoek."
„Maar we zullen haar vinden, m'sieu.
Wees maar niet bang, dat we haar niet
vinden, als de sneeuw ophoudt
En het vole vertrouwen, dat klonk in
zijn stem, bracht nieuwen moed aan
Stane, die nog steeds beangst was voor
Helens lot.
HOOFDSTUK XXII.
Amley's verhaal.
Toen Helen Yardeley Amley's gezicht
herkende, keek ze hem verwezen aan en
riep toen uit: „Jij? Jij?"
„Ja," antwoordde hij snel, „ik heb je
weken lang gezocht en ik vind je juist op
het goede oogenblik. Maar er is nu geen
tijd om alles uit te leggen. Er waren nog
anderen behalve de menschen, die je
ontvoerden. Jk zag dat een slede je ver
volgde. We moeten zien, dat we weg ko
men."
Bij deze woorden sneed hij de riemen,
die haar aan de slede bonden, door en
hielp haar opstaan.
Toen sprak hij weer gejaagd: „Vlug! er
dreigt gevaar. Hierheen. Ik heb een span
honden, dat op je wacht. We moeten naar
de bossehen."
Hij nam haar arm en begon snel door
de verblindende sneeuw te loopen Helen,
versuft door de snelle opeenvolging van
gebeurtenissen, bood geen weerstand.,
maar liep met hem mee en na eenige mi
nuten merkte ze, dat ze bij een slede
stond, die door een paar Indianen be
waakt werd.
„Ga op de slede zitten, Helen," zei
Amley haastig. „We kunnen geen tijd
verspillen. We moeten ons haasten."
(Wordt vervolgd).