I
POPULAIR BIJVOEGSEL VAN HF HFinPPSrUF COURANT
Schetsen uit den Zeeoorlog
1914 - 1918
i
Populaire Rubriek
defect
633 ZATERDAG 24 FEBRUARI 1934 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Z.M.S. EMDEN
A
door
H. RESTONO-
Bij de lift stonden ze plotseling
tegenover elkaar. Ze werd rood. Hij
groette vormelijk. De portier opende
de lift voor hen. „Welke étage?"
„Derde.... dr. Grun."
„Ik ook," zei hij.
De deur flapte dicht.
Zij morrelde in haar taschje, hij
keek zoo onbewogen alsof hij nooit
met haar verloofd was geweest, nooit
woedend was weggeloopen toen ze na
een ruzie alle "verzoeningspogingen
had afgeketst, nooit achter haar rank
figuurtje was aangeloopen tot ze het
huis binnenging. Kortom alsof hij
werkelijk hier had willen zijn om dr.
Grun te bezoeken.
De lift schokte stil. Zij keek op, hij
wankelde, greep ergens in de lucht om
zich vast te houden en viel bijna tegen
haar aan. Meteen ging ook het licht
uit-
Ze zwegen alle twee! De lift ging
niet verder. Het was een benauwende
stilte. Dan eindelijk klonk haar stem,
vinnig: „Wat moet dat beteekenen?"
„De lift is defect," antwoordde zijn
stem, heel bedaard.
„Druk dan op de noodbel."
„Heb ik allang gedaan. Gaat niet
over waarschijnlijk. Er is geen
stroom."
Stilte.
Dan werd haar stem opgewonden.
,,Ja, maar, hoe moet dat nu?"
En de zijne, doodbedaard. „We zul
len moeten wachten, totdat er iemand
met de lift mee wil. Dan zal die den
portier wel waarschuwen."
„Maar dat kan nog zoo lang duren."
„Ja."
„Wat een toestand Ze stampte op
den grond.
,,We kunnen wel den heelen nacht
hier opgesloten blijven. Schreeuw dan
toch om hulp!"
„Dat helpt immers niets. De lift is
tusschen dikke muren ingebouwd.
Neen, we zullen geduld moeten heb
ben."
„Jij, met je eeuwige kalmte."
„Vroeger verweet je me, dat ik niet
kalm genoeg was."
„Zoo?"
„Ja zeker, weet je dat niet meer?"
„Omdat je je belachelijk had aan
gesteld met je eeu'ige jalouzie."
„Ik had alleen esnig bezwaar tegen
het eeuwige flirten van mijn aanstaan
de vrouw met dezen onnoozelen.
„Begiu alsjeblieft niet weer op
nieuw".
„Je hebt me nog nooit goed laten
beginnen. Nu wou ik van de gelegen
heid gebruik maken...."
„Wat in-gemeen van je...zoo mis
bruik te maken.... mij verwijten te
doen. terwijl ik hier opgesloten zit
misschien wel den heelen nacht.
„Kom, je rnote niet huilen."
„Jij hebt makkelijk praten. Ik had
0111 drie uur afgesproken met Dr.
Grun. 't Is allang drie uur
„Wat scheelt je eigenlijk?"
„Gaat je niet aan."
„Hè, wat onaardig."
„Ik word behandeld voor m'n ze
nuwen. M'n hart in verzwakt door...
door verdriet."
„Toch niet om mij?"
„Verbeeld je maar niets! En wat
scheelt jou?"
„Zenuwen. Verdriet. Wel om jou."
„Dat zal wel".
„Dacht je dan dat ik 't me niet aan
getrokken had?"
„Evengoed zat je laatst in Mascotte
met een allerliefste jongedame."
„Daar zat jij met een allercharmant-
sten jongeman. Lach je?"
„Weineen."
„Wel waar. Ik hoorde het. Je kan
zoo aardig lachen, heel zacht- En dan
icomt er zoo'n guitig kuiltje bij je
mond. Ik weet precies hoe je er nu
uitziet."
„Zou er nou nooit iemand komen?"
„Vind je 't zoo naar, nog eens met
me te spreken? Je hebt wel gezworen
dat je nooit meer een woord tegen me
zeggen zou.... maar in deze omstan
digheden
„Doe nou maar niet net cf je zoo
graag bij me bent. Dan had je wel eens
wat laten hooren in al die weken."
„Je hebt gezegd, dat je niets meer
van me hooren wou."
„Nou ja...en jij was blij toe."
„Dat weet je wel beter. Denk je nou
heusch zoo slecht over me? Ik heb
toch eigenlijk niets misdaan?"
„Je hebt me uitgescholden voor co-
quette en weet ik wat al."
„Dat was jalouzie!"
„Laat m'n hand los. Je had heele-
maal geen reden om jaloersch te we
zen. Nee, je zocht een middel om van
me af te komenlaat m'n hand
los.omdat je dan. met die juf
frouw uit konNeeik wil niets
van je weten."
Tien minuten later maakte ze zich
los uit zijn armen.
„Is nu alles weer goed?" vroeg hij.
„Ben je niet boos meer? Ook niet als.,
als ik je iets biecht
„Wat biecht?"
„Beloof me eerst dat je niet boos
zult worden. Ik heb je een beetje be
drogen. maar enkel uit liefde. Be
loof me. dat je niet boos zult zijn
„Ik beloof het,"
Meteen flikkerde het licht weer op
ging de lift verder.
En hij biechtte, met 'n huichelachtig
berouwvol gezicht: „Ik had hier op de
knop gedrukt, waarmee je de lift kunt
laten stilstaan en het electrische
lampje uitgedraaid toen ik quasie bijna
viel".
Zij poederde zich.
„Het was m'n eenige kans om je
weer eens alleen te spreken. Ben je
boos?"
Zij sloot haar poederdoosje, lachte 's
en antwoordde: „Dacht je heusch dat
ik het oiet gemerkt had?"
Von Müller besloot nu van terrein
te veranderen en verscheen den 26en
September in de omgeving van Ceylon.
Ondertusschen was de invloed, uit
geoefend door de koene kaperijen van
de „Emden" geweldig-
De schepen uit Australië met troe
pen en levensmiddelen werden opge-
Den 2en Augustus 1914 bevond de
„Embden" zich op een kruistocht in de
Gele Zee. Plotseling *s middags om
half twee klonk het fluitje van den
schipper „Alle hens voor den boeg".
Nadat de equipage verzameld was
kwam de Commandant Kapitein ter zee
Von Müller uit de kajuit en las een
telegram voor:
„Zijne Majesteit de Keizer heeft
op 1 Augustus de mobilisatie van
leger en vloot bevolen. Vanaf heden
in oorlog met Frankrijk en Rus
land, vermoedelijk Engeland".
achter aan. Het blijkt een handels
schip te zijn. Het signaal „stoppen en
bijdraaien" vliegt omhoog. Het schip
tracht de Japansche wateren tte berei
ken en gehoorzaamt pas als er met
scherp een schot voor den boeg wordt
gedaan. Het blijkt het Russische
stoomschip „Rjasan" te zijn.
Door de „Rjasan" gevolgd liep de
„Emden" den volgenden dag Tsingtao
binnen.
Ook hier drukte en beweging, mij
nen werden gelegd, de forten in staat
van verdediging gebracht. De „Em-
Hierop besloot hij met de woorden:
Mannen, ons doel zal in de eerste
plaats zijn handelsoorlog, maar moch
ten we vijandelijke oorlogsschepen
ontmoeten, dan weet ik dat ik op mijn
menschen kan rekenen. Driewerf hoe
zee voor den Keizer.
Koortsachtig werd gewerkt om den
kruiser gevechtsklaar te maken. Alle
bekleeding en houtwerk werd opge
borgen om in Tsingtao af te geven.
Met 15 mijls vaart werd daarna
koers gezet naar de straat van Tsustv-
ma en bij zonsondergang ging de oor-
logswacht in. Zoo vele malen in vre
destijd gedaan, nu bittere ernst. De
uitkijk zoo .mogelijk nog scherper dan
bij oefening.
Plotseling om 4 uur 's morgens
„alarm". Vooruit doemt een schim op
van een groot schip. Volle kracht er
den" begon oogenblikkelijk met kolen-
laden, terwijl de „Rjasan' ingericht
werd tot hulpkruiser, waartoe één der
Duitsche kanonneerbooten, de „Cer-
moran", ontwapend werd.
Den 6en Augustus bij zonsopkomst
verliet de „Emden", gevolgd door de
„Cermoran" (ex-Rjasan) en de mail-
Btoomer „Prinz Eitel Friedrich", die
ook als hulpkruiser was ingericht, de
haven van Tsingtao onder het spelen
van de muziek „Die Wacht am Rhein"
en gejuich van de bemanning van de
achterblijvende schepen.
De kolenboot „Markomannia" volgde
even later.
Admiral Graf von Spee bevond zich
met het eskader van Tsingtao, be
staande uit de pantserkruisers Scharn-
horst" en „Gnersenau" in de Duitsche
Zuidzeekoloniën en hierheen begaf
zich ook de „Emden".
Den 12en Augustus vond de vereeni-
ging bij Pagan eiland plaats, waar von
Müller direct aan boord van het admi
raalsschip ging.
Na afloon van de bespreking werd
aan boord van de „Emden" bekend:
Handelsoorlog in den Indischen Oce-
cog, „Makomaunia" mede al3 kolen-
schip- Nu ging het er op los.
Den 14en September kwam een tele
gram in Calcutta, dat een Duitsche
kruiser in de Golf van Bengalen
opereerde. Groote verbazing en schrik.
Wat was er tusschen 12 Augustus en
14 September gebeurd. De „Emden"
was langs de Oostkust van Halma-
beira, langs Djampea, Straat Lombok,
ten Zuiden van Java en langs Surna-
tra naar haar toekomstig actieterrein
geslopen. Wel was ze eenmaal aange
houden door een Hollandsch oorlogs
schip „De Tromp" en eenmaal geluk
kig aan de „Hampshire" ontsnapt, die
den 4en Septembeer bij Simaloer lag,
terwijl de „Emden" er den 5en kolen
laadde uit de „Markomannia". Hierna
stak ze over naar Ceylon en opende
den lOden September de reeks van
aanhoudingen met het Grieksche
stoomschip „Pontoporros", lading 6000
ton kolen. Denzelfden dag werd de
„Indus" aangehouden en met geschut
vuur tot zinken gebracht. Den vol
genden morgen stoomde von Müller in
de richting van Madras, waar hij de
„Lovat" in den grond boorde. Den
12den volgde de „Kabenga", die ech
ter Amerikaansche bezit aan boord
had en dus voorloopig aangehouden
werd, maar de 13e bracht meer succes.
Twee schepen, de ,.Killin" en „Diplo-
mat", deelden het lot van hun voor
gangers. Nu keerde echter het geluk.
Het volgende schip was het Italiaan-
sche s.s. „Loredano", die vrijgelaten
moest worden en alarm maakte, dit in
tegenstelling met een Ilollandschen
mailstoomer, die later de „Emden" ont
moette, doch hierover niets losliet.
Von Müller liet hierop de „Kabenga"
met de bemanning der gekaperde
schepen vrij- Hierdoor werden de da
den van de „Emden" bekend en mocht
von Müller zich in de algemeene po-
pulariteitt, zelfs van Engelsche zijde,
verheugen.
De couranten zeiden o.a.: Hij speelt
het spel volgens de regels en hij speelt
het goed.
Hte gevolg was echter, dat de
scheepvaart werd stilgelegd en een
groot aantal oorlogsschepen het spoor
van de „Emden" zocht.
Dit weerhield von Müller echter niet
om op 18 September 's avonds Madra3
aan te loopen en eenige olietanks te
beschieten. De olie geraakte in brand,
de schade werd geschat op 125000 gul
den. De indruk op de Inlandsche be
volking was geweldig. Engeland, waar
ze steeds tegen op hadden gezien bleek
niet in staat hen te beheerschen. Tien
tallen handelaars, winkelier.3 etc. trok
ken het binnenland in. De „Emden"
ontkwam wederom op gelukkige wijze.
De „Hampshire" en de „Chikuma" wa
ren er dicht bij, doch kwamen eenige
uren te laat.