Raadsels DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR 'T JUTTERTJE ZATERDAG 24 FEBRUARI 1934 PAG. 7 Hokus Pokus. VOOR DE KLEINTJES. Jeugd-vragenbus. Nieuwe Raadsels. door G. Th. ROTMAN en Kareltje doet het nog mooier en maakt een fraaien duiksprong midden in het beekje! En vader Vosburg kijkt hen glim lachend na. Een heele streep kleeren teekent van het huis tot de beek toe hun weg af. „Dat kan je alleen maar doen, als je zoo'n jonge spring-in-'t- veld bent," zegt hij tegen zichzelf, steekt de pijp weer in zijn mond en stapt verder, naar het land. En nauwelijks heeft hij zjjn hielen gelicht of een grijs hondje, een klein schooiertje met een smal wit streepje over den kop, een viertai witte pootjes en een dun staartje, komt om den hoek springen, het staartje stijf in de lucht, de neus langs den grond snuffelend, op het spoor van zijn „baasjes"! Hij beeft in de keuken gespeeld en is ver baasd wepgeloopen, toen hij ziin baasjes niet voor de staldeur vond. hun gewone plekje! Toen hoorde hij het gestoei in de beek en ging daarop af! Langs het pad ruikt hij aan de kleeren, sleept enkele stukken bij elkaar, en loopt weer verder. Zoo komt hij kwis pelend bij het beekje aan- „Flippie, Flippie, kom dan, Flippie!" roept Kareltje, maar Flippie waagt zich niet in het water; hij springt blaffende heen en weer en bijt overmoedig naar de druppels, die om hem heen spatten. Eindelijk ziet hij ook kleine Wim en plons!.... daar is hij opeens bij zijn baasje! Wim wil Flippie grijpen, maar jawel Flippie draait zich om en als een wervelwind rent hij weer uit het water met Wim achter zich aan, over het grasveld, langs de struiken, weer over het grasveld, door het water en wéér over het grasveld, totdat Wimpie uitgeput in het gras valt. Flippie staat op een afstandje te blaffen. Maar Wimpie is te moe om hem nog langer na te rennen en het water is heerlijk koel. Daarom maar gauw weer in de beeld. Zoodra Flippie ziet, dat er geen no titie meer van hem genomen wordt, draait hij zich otn en kijkt eens rond, waar hij zich verder mee bezig zal houden. Zoo ziet hij b.v. enkele klee ren liggen, die de kinderen daar heb ben laten liggen, toen zij in de beek gingen zwemmen. Flippie neemt de kleeren in zijn bek en sleept die ach ter een groote struik, vlak bij het pad! Hij heeft er plezier in, draaft heen en en weer, schudt de kleeren, aie hij vindt, nog èens goed door elkaar en sleept alles achter de struik: hemden, broekjes, enzoovoorts. Eerst de stukken, die dicht bij den waterkant liggen en daarna de andere. De jongens in de plas beginnen het intusschen een beetje koud te krijgen en zij kruipen naar den kant, om hun kleeren te pakken. Om te beginnen met de paar sokken, die bij het water gelegen hebben. Maar er is niets te zien.... als een paar schoenen, die nota bene nog niet eens bij elkaar be- hooren! Zij kruipen tegen den oever op, voorzichtig, want aan den overkant loopt buurman met vrouw en dochters in den groententuin. Wimpie springt uit het water en loopt langs den oever, maar van kleeren ziet hij niets! Flippie staat alles aan te zien met opgerichte oortjes en een schuingehoudeft kop.. „Flip, heb jij onze kleeren wegge- 1 stopt?" vraagt Jantje voor de pret en hy klappertandt, terwijl hij van de j koude lucht kippevel krijgt. „Hé, Flip pie, waar zijn onze spullen?" Flippie kijkt schuins naar hem en i laat de tong uit z'n bek hangen- „Waar zyn onze kleeren. Flippie?" zegt Jan nogeens. Flippie draait zijn kop nogmaals scheef, trekt zijn neus op en gromt plagerig. „Schiet op zoek onze kleeren!" zegt Jannie weer, want Flippie is eigenlijk van hem! Flippie staat op drie pootjes, een voor pootje opgetrokken; hij krabt er een paar keer mee in den zachten grond, zoodat het zand opspuit, geeft een kort blafje en verdwijnt in de richting van het pad! Weldra verschijnt hij weer, met een hemdje in de bek, een scheeve kop en vroolyk-glinsterende hondenoogjes. Het hemdje sleept hij langs den oever tot bij het water. Dan rent hij weer weg om enkele oogen- blikken later wederom met een hemdje te verschijnen. Eiken keer, als hij ver dwijnt, brengt hij het een en ander mee. Wimpje heeft allebei zijn schoe nen al en daar hij het eerst van alle maal zijn kleeren aanheeft, loopt hij Flippie achterna en haalt de rest van achter de struik weg. Tot groote woe de van Flippie, die vindt, dat dit zijn werk is en die hevig blaft en naar zijn korte beentjes bijt!.... Eindelijk heeft Flippie een hemdje te pakken en staat ieder van hen aan één kant te trek ken en de sjorren. Natuurlijk blijft Wimpie overwinnaar, maar met heel wat moeite. „Pas op, kleine mormel," zegt Hen- nie, „anders trekken we je in het wa ter en zullen we je eens leeren dui ken!" En daar heeft Flippie niet van thuis.... hij druipt af! Maar de jongens kunnen nauwelijks hun lachen houden over de poets, die Flippie hen heeft gespeeld. Ze rennen weldra den oever op, en draven naar huis, terwijl Flippie uitgelaten meeholt en blaffend tusschen hen in danst. Aan den overkant in den groenten- tuin loopt hun vader met buurman te praten. Hij was al verwonderd, waar om zij zoo lang in het water waren ge bleven! Hij ziet ze rennen en buitelen en zegt glimlachend tegen buurman: „Kijk onze Vosburgsche boeren daar aan den overkant èens te keer gaan! Dat wordt me een stel hardloopers van jewelste!" Twee jongens oefenden zich in aller lei grappige tooverkunstjes, waarbij de grootere den kleineren de taak op gaf van vijf verticale strepen drie te maken, zonder een van hen weg te nemen. Stel de strepen b.v- door luci fers voor. Daar de vriend het niet kon, gaf zijn kameraad hem de volgende op lossing: Op deze eenvoudige wijze werden vijf verticale strepen veranderd in. drie! Kleine Truus komt vandaag zoo trotsch als een pauw bij me en toonde me hoe mooi ze een vlinder kon teeke nen. Het is werkelijk zóó eenvoudig, dat wij samen besloten hebben het jullie eens te laten zien. Men kan na het teekenen den vlinder nog mooi kleuren, b.v. geel met groene vlekken of bruin met blauw, of grijs met rood, dat komt er heelemaal niet op aan, welke kleuren je nog in je verfdoos hebt of wat je zelf het mooiste vindt Probeer het eens!. Hoe worden de bekende Haagsehe hopjes gemaakt? Haagsehe hopjes (zoo genoemd naai den beroemden Oostenrijkschen uitvin der, baron von Hopp, die in het mid den van de achttiende eeuw gezant was te 's-Gravenhage), is een mengsel van gebakken suiker en extract van koffie. De eigenlijke bereiding is echter een fabrieksgeheim. Hoe komt men aan de uitdrukking: „Dat mag Joost weten"? „Joost" heeft in deze utidrukking de beteekenis van „den duivel". Maar dat woord spraken de menschen niet graag uit. „Joost" gelijkt op den naam, dien de Chineezen geven aan een soort doosje, dat veel overeenkomst heeft met ons „duiveltje in het doosje". De zegswijze komt overeen met: „Dat mag de duivel weten". Dus dat weet nie mand. w Oplossingen der vorige raadsels: I. Ijsbloemen of kunstbloemen. II. 5 Vingers. III. Tot hij wakker wordt. Goede oplossingen ontvangen van: Teetje S.; Catharina van B.; Agatha K.; P'ietje K.; Fred en Arie O.; Annie J.; Jansje U.; Wijntje de W.; Marie van S.; Jopie V.; Pleuntje B.; Corria S.; Mientje T-; Tiny D.; Kees D.; Aagje H.; Martien van E.; Tini W.; Annie T.; Leent je B.; Catrientje L.; Jantje L.; Tony S.; Marry van V.; Jenny R.; 1 rijntje V.; Liesje H.; Bertha H.; Piet H-; Trijntje van T.; Jacoba W.; Lieny van L.; Tiny W.; Christina B.; Corrie P.; Rietje W.; Bep G.; Joopie G.; Jo- hannes L;. Cornelis L.; Ida de B.; Sientje W.; Dina K.; Tini den B.; Nellie D.; Lena v- Z.; Nelly van der E.; Marie van H.; Jannie R.; Dina W.; André W.; Reina D.; Truus van W.; Maartje van. den B.; Piet en Mientje V.; Jacob L.; Manus L.; Ali de L.; Aaltje K.; Nelly K.; Maggalina L-; Jannie de V.; A. de W.; Jan de V.; Geertje de V.; Alie H.; Frederika v. d. P.; Corrie van V; Maarten W.; Bets N.; Piet van L Dedi de V.; Wikje B.; Lena de L-; Ernst B.; Lien van G.; Johanna B.; Nany P.; Nelly B.; Akke van K.; Klaas en Jan B.; An en Nel J.; Marie L.; Marietje E.; Arie E.; Marietje, Dina en Jantje v. D; Fokkie P. i. Welk paard heeft geen hoeven IL Wie zag wel eens een hal ven varkens kop met twee oogen III. Ik tel 7 letters en ben een groot dier 7, 1, 2 is een stuk speelgoed. 7, 5, 4 is zware zijde. 7, 8, 6 is een metaal. Gemakkelijk, dat die raadsels zijn. Belachelijk gewoonweg! Dus: allemaal vinden, hoor! Daar reken ik op. Een kans, die nooit meer terugkeert, om een fijne prijs te winnen! 37-—38. Een hevige slag weerklonk, onmiddellijk door een tweeden knal ge volgd! Pieter was namelijk in volle vaart tegen de ladder opgevlogen en Kees was met het verlengde van zijn rug midden in het kistje met lampjes gevallen, die allemaal tegelijk ontplof ten. Het bovenstuk van de lantaarn was afgebroken en precies op den kop des majoors paard terechtgekomen. Nu, dit laatste was niet zoo kwaad: liet paard had nu ook een loopgraaf helm, en dat was niet meer dan billijk. Maar Pieter en juffrouw Sietje waren allebei met hun hoofd tusschen de sporten van de ladder bekneld ge raakt en daar de motor nog steeds zijn \aart niet verloren had, suisden ze, aan de ladder, als een zweefmolen in de rondte. 39. Maar een heele motor met zij span, dat is geen klein vrachtje voor een eenvoudige ladder. De bovenste sport, waaraan het heele geval hing, knapte dan ook plotseling af en Pieter en juffrouw Sietje kwamen met hun vervoermiddel op het plaveisel terecht, na eerst nog den armen Kees een flin- ken duw te hebben gegeven. 40. Heelemaal beduusd door den he- vigen schok bleven de beide slacht offers liggen, waar ze lagen. Maar gelukkig w-as de geneeskundige dienst spoedig ter plaatse; Pieter en juffrouw Sietje werden op de ladder gezet en zoo naar huis gedragen, terwijl de po- litie-agent in de verte met den motor volgde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 19