Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit Indië
'T JUTTERJTE
ZATERDAG 3 MAART 1934
PAG. 5
zucht en ergernis verwekte. Dit is mij
altijd als een zeer merkwaardige erva
ring bijgebleven en daarom vond ik het
idee van een universeele wereld-hulp-
taal niet zoo heel gek. Tenslotte deed
een praktische overweging mij beslui
ten het Esperanto te leeren. Ik rede
neerde daarbij als volgt:
Esperanto is inderdaad door iedereen
m onze moderne samenleving gemakke
lijk te leeren. Men kan het, bij wijze
van spreken, spelenderwijs leeren.
Welnu, waai- ik de overtuiging had,
dat ik toch zoovele halve en heele uren
in mijn leven versnipperde met zoo
goed als nuttelooze genoegens, kon ik
evengoed een deel daarvan gebruiken
om het Esperanto te leeren. Wat is
daar tegen? Schade zou ik er in geen
geval van hebben en wellicht maakt het
mij, behalve eenige taalkennis, nog
enkele ervaringen rijker in dit
leven! Ik nam dus enkele van
mijn zoogenaamd vrije uren en
bestudeerde het Esperanto. Deze
taal leert men echter zoo gemakkelijk
eu zoo vlug, dat het mij verwonderde
waarom eigenlijk niet iedereen dezelfde
eenvoudige conclusies trok, als ik ge
daan had. Dan zou in enkele jaren het
heele probleem der talen opgelost zijn.
Maar ja, men moet dan ook maar toe
vallig in de gelegenheid zijn om het
te leeren: Zoo was mijn gedachtengang
toen. Doch later ben ik dat anders gaan
zien. Het is eenvoudig een kwestie van
willen. Men moet eenvoudig de voor-
oordeelon en de luiheid, die ons neen
doen zeggen, even overwinnen en zeg
gen: Ja, dat Esperanto kan praktisch
zijn en zooveel moeite om het te leeren
is het toch ook niet. Men moet even
zichzelf bij de haren pakken en op een
iets hooger niveau brengen. Men moet
even zichzelf overwinnen en zeggen:
Ja, dat wil ik leeren en hoe lang "ik. er
over doe maakt weinig uit. Ik gebruik
cr slechts verloren oogenblikken voor
en alles, wat ik ervan medeneem, is
winst.
En als men het dan eenmaal doet,
krijgt men er steeds meer pleizier in.
want het verrijkt tevens de kennis van
andere talen en bovendien doet men
er weer geheel nieuwe vrienden en
ideeën mede op. Kortom, de studie van
Esperanto is gemakkelijk, aangenaam
en zeer animeerend.
En daarom, nu ik eenmaal kennis van
het Esperanto heb, hoop ik, dat deze
mooie vinding van Dr. Zamenhof mij
zelf, en zoo mogelijk vele andere men-
schen, eens van heel groot nut zal zijn.
Dan zal ik, dat weet ik nu reeds zeker,
dankbaar zijn dat ik het heb kunnen
leeren en het geluk, dat ik zal smaken,
zal een meer ban duizendvoudige be
looning zijn voor de geringe moeite, om
deze taal te leeren."
Tot zoover de auteur van dit stukje,
die onbekend wenscht te blijven. Mis
schien begrijpt u, dat ik soms wensch,
meer dergelijke helpers achter de
schermen te hebben!
Molly Keiser, 2e SGiuijtstraat 155,
Den Haag.
Ouze groote affaires.
Ook wij hebben den laatsten tijd
onze groote affaires, al zijn het dan nog
lang de affaires niet van het Stavisky--
formaat, waar men tegenwoordig in
Frankrijk mee te kampen heeft. In af
wachting van het uitkomen der voor
spellingen van den N.S.B.-leider Mus-
sert, die reeds rechtschapen rechtsge
leerden onder zijn volgelingen oproept
om de volgens hem reeds in het ver
borgene wroetende Nederlandsche Sta-
visky-varkentjes te wasschen! doen
wij het voorloopig maar met onze af
faires van kleiner formaat, met onze
kleinere schandaal zaken af. Twee Am
sterdamsche varkentjes hebben on
langs hun entrée gemaakt in de arena
der publieke belangstelling; het ééne
staat reeds in de waschkuip der Justi
tie en men is, ten overstaan van de ge
spannen toeziende schare nieuwsgieri
gen, reeds een eindweegs gevorderd
met het reinigingsprocts, dat een lang
durige geschiedenis dreigt te worden,
zooals ook de voorbereidingen al lang
durige geschiedenis geweest zijn Het
is de Njjenrode-affaire, met de al, dan
niet gefingeerde diefstal van schilde
ryen de al dan niet medeplichtigheid
van den kasteelheer zelf, de tiguren
uit de hoofdstedelijke onderwereld, de
avontuurlijk-romantische episoden als
het bezoek aan het kasteel van Lange
w illem onder het mom van een detec
tive, het afluisteren van gespreKxei»
vanuit een onder jassen verborgen
schuilplaats achter in een auto door
onzen officieelen opper-Sherlock Hol
mes, dr. van Ledden Hulsebos, de ge
heimzinnige bijeenkomsten van „ver
huizers" en „aannemers", enzoovoort,
enzovoort. Een echte Ivans-roman
in de werkelijkheid opgevoerd, waarbij
ook de ware en eigenlijke schuldig,
voorloopig niet kan ontmaskerd woi-
den en waarbij alleen nog zal moeten
blijken m het laatste hoofdstuk, dit
is dan hier: de uitspraak van de recht
bank, waarvoor de zaak thans dient, -
of de rechtsprekende officials tenslotte
rn staat zullen zijn met evenveel onom-
zf.kerheid a's de particu
liere Irans, die ware schuldige aan te
wijzen en zijn gerechte straf te doen
ondergaan...
Het tweede varkentje werd nog maar
juist gevangen en aan het eigenlijke
wasschen is men nog niet toe, al
wordt de kuip, die in de eerstvolgen
de Raadszitting wordt opgesteld,
reeds in gereedheid gebracht. Het is de
Trein 8.28 affaire, waarin den voorzit
ter, onze tegenwoordige wethouder
voor de Financiën dr. Abrahams en
diens vrouw als seeretarisse dezer
liefdadigheidsinstelling gemoeid zijn.
Men kent waarschijnlijk het geval:
Trein 8.28 behoort tot een der, ook
door de gemeente, zwaarst gesubsidi
eerde vereenigingen die werk maken
van het uitzenden van zwakke en zieke
kinderen. Nu geniet genoemde wet
houder, die behalve voorzitter tevens
medisch adviseur van de Vereeniging
is, voor door hem te verrichten keurin
gen een toelage van 2000.—. Toen
hierop eenigen tyd geleden in de Com-
issie van Bijstand aanmerking werd
gemaakt, verklaarde dr. Abrahams,
om alle verdere kritiek te voorkomen,
zich aanstonds bereid van deze toe
lage af te zien. Men heeft zich toen
met deze „royale" geste voldaan ge
toond en verder geen aandacht meer
aan de zaak geschonken, totdat....
uitlekte dat de 2 mille, die het echt
paar Abrahams voor wat de manne
lijke zijde betreft moest derven, „over
geheveld" was naar de vrouwelijke
helft in dier voege, dat Mevoruw Abra-
hems haar salaris als secretaresse van
8 mille voetstoots tot 5 mille verhoogd
zag. Aanstonds nadat dit bekend werd
heeft men van verschillende zijden de
alrmtrom geroerd en het „schandaal"
was geboren, een nieuw varkentje,
dat velen voor extra vuil aan zien, ont
dekt! Scherp stelde men in het licht,
dat er wel een zeer diepe kloof be
stond tusschen de publieke houdino
van meergenoemden wethouder, die
den laatsten tijd mede ten strijde was
getrokken tegen de dubbele inkomsten
van echtparen in gemeentedienst en de
voordracht inzake het ontslag aan hu
wende gemeenteambtenaressen mede
krachtig had helpen verdedigen en zijn
particuiere houding inzake zijn eigen
gezinsinkomsten. Nu zijn er zeer ze
ker, nadat de eerste schok van veront
waardiging voorbij was, uit het pu
bliek stemmen opgegaan, die meenden
te kunnen getuigen dat dit varkentje,
bij wat nadere en meer nauwkeurige
beschouwing, lang niet zoo vuil is als
het er op het eerste gezicht schijnt
uit te zien. Het woord „overhevelen"
zeggen zij, wordt hier ten onrechte ge
bruikt; tusschen het laten vallen van
de toelage aan den voorzitter-medicus-
wethouder en het verhoogen van het
salaris der wethouderlijke secretares
se-administratie bestaat geen oorza
kelijk en direct verband. Er wordt,
mede naar aanleiding van uitlatingen
van den penningmeester der vereeni
ging, op gewezen, dat men in het
bestuur, buiten het echtpaar Abra
hams om, het er lang over eens was,
dat de secretaresse voor het vele werk.
dat zij moest verrichten (o.m. omvat
tende het beheer van een zestal kolo
niehuizen) met haar drie mille slecht
betaald was en dat er al lang aan sala-
risverbooging gedacht werd. Allemaal
zeer vriendelijk gemeend en goed be
doeld, deze afweer-pogingen, even
als de uitlating van den burgemeester,
die hier de zaak volledig tracht te ver
klaren met de termen „ondoordacht1
en „onverstandig", - maar de feiten
staan vast. deze feiten namelijk: dat
juist vlak nadat de 2000.— van den
medischen adviseur geschrapt werden,
plotseling de salarisverhooging van
de secretaresse haar beslag kreeg on
die verhooging juist precies 2000,—
bedroeg. Het kan, laat ons volko
men obpjectief blijven, een toeval
lige samenloop van omstandigheden
zijn; het kan toevallig zijn, dat èn het
tijdstip ën het bedrag samen kwamen
te loopenMaar neem het een een
voudig burger maar eens kwalijk, rlat
hij hier, geheel spontaan, zich het
woord „overhevelen" uit den mond laat
vallen!.
liaansche zijde een offensief op onze
Enfin: zoodra dit varkentje in de
kuip op het Prinsenhof zal zijn neer
gezet en men flink met boenen begint,
zal wel blijken of het inderdaad de
vlek „overhevelen" op het lijfje draagt,
of dat het slechts een bedriegelijke
schaduw was door benijders en bela
gers van de goedrondheid van het
beestje, geworpen op de smettclooze
onschuldig roze huid.
Uitheemscbe oterij.
Roze spcenvarkentjes zijn, evenals
jonge roze witte muizen, haaienvinnen,
vogelnestjes, bedorven eieren en meer
dergelijke lekkernijen overigens onder
een deel der Amsterdamsche bevol
king den laatsten tijd het gesprek van
den dag. We zijn namelijk nu ook,
zooals andere wereldsteden als Parijs
en Londen, onze Chineesche restau
rants rijk geworden, waar men elkan
der naa rtoestroomt om nu ook eens,
naast de andere sensaties, die het mo
derne uitgaansleven in bioscoop, re
vue, cabaret en circus aan het gezicht
en het gehoor biedt, een sensatie
voor de smaak-zenuwen te beleven.
èl hadden we al lang in straten als
de Binnen Bantammerstraat in het
havenkwartier, Chineesche eethuizen,
maar behalve een kleine categorie
avontuurlijke, losloopende bachelors
en wat studenten waagde niemand van
het uitgaande publiek zich daar in die
buurten... Thans echter treft men
sinds kort op zulk een uiterst fatsoen
lijke plaats als vlak tegenover Hirsch
aan het Kleine Gartmanplantsoen een,
ook voor de goed gesitueerde uitgaan
de wereld fatsoenlijk Chineesch restau
rant in optima forma aan en kan men
zich door enkele Pinda-mannetjes, die
het, via het „lekka-lekka" en hun trom
mels met nogakoeken blijkbaar tot een
zekeren welstand gebracht hebben, de
wonderlijke gerechten van het Hemel-
sche Rijk in alle gemoedsrust, maar
met een misschien wat onrustige en
angstige maag, laten voorzetten
Het schijnt trouwens, dat we de op
gang beleven van het uitheemsche
eten, want vrijwel tegelijkertijd met
deze invasie van het iet of wat flauw-
smakende-lichtelijk „geparfumeerde"
Chineesche eten, werd er ook van Ita-
magen ingezet met het grof geschut
van allerlei soorten spaghetti, marca-
roni en wat dies meer zij, opgesteld in
met de Italiaansche nationale kleuren
en Italiaansche kunstnijverheidspro-
ducten gedecoreerde eet-gelegenheden.
Het merkwaardige bij dit alles is, dat
men, in een stad als Amsterdam, een
gelegenheid om die uitheemsche
eterij, die ons toch tenslotte het naaste
staat, namelijk de Indische rijstta
fel, met een lantaarntje moet zoe
ken! Een goed, speciaal Indisch restau
rant vindt men nergens. In enkele
grootere restaurants kan men soms,
op enkele dagen van de week, wel
Indische schotels krijgen en één,
zegge één, is er, die u dagelijksch
ook iets kan voorzetten wat inderdaad
op een authentieke volledige rijst
tafel min of meer lijkt maar het
wachten is nog steeds op een goede
speciaal-zaak op dit gebied. Wat we
in den loop der jaren in dit genre wel
eens gehad hebben kan men moeilijk
fheer noemen dan aanloopjes. Wie doet
nu eens den grooten en goeden spi-ong?
Uitbreiding Schiphol.
Wie ook aarzelt met springen de
K.L.M. niet! Steeds weer doet zij groote
en goede sprongen voorwaarts, die
haar steeds weer stellen aan den spits
van het Europeesche luchtverkeer.
Haar eerste sprongen in het prille len
tetij, dat zich al begint aan te kon
digen door het in de stad hier en daar
reeds wederom in gebruik nemen der
café-terrassen neemt zij door mid
del van het met 1 Maart instellen van
nieuwe en meer uitgebreide dagelijk-
sche diensten op Twente en Zeeland.
Schiphol wordt meer en meer een be
langrijk gemeentebedrijf (de luchtha
ven als zoodanig wordt, naar men weet,
door de gemeente geëxploiteerd!). Bin
nenkort zal die belangrijkheid tevens
nog verhoogd worden door het feit,
dat de technische K.L.M.-dienst van
het Rotterdamsche Waalhaven naar
Schiphol gaat verhuizen, in verband
waarmede de Schipholvlakte met niet
minder dan 110 ha zal worden uitge
breid. Voor deze uitbreiding, die zal
worden aangevat als werkverruimings
object zal door B. en W. eerstdaags
een crediet van zeven ton worden
aangevraagd.
Beste Lange,
In de eerste plaats van harte bedankt
voor je schriftelijke toestemming om
gedurende de afwezigheid van ons bei
der amicus Jan mijn epistels aan jou
te mogen richten en hoop ik dat je in
de waardige schreden van je voorgan
ger zult treden en mij hier ook eens
met een brief jouwerzijds zult verblij
den. In 'n ding moet ik je echter teleur
stellen. De Indische pers wordt al zoo
voorzien van Hollandsche brieven, dat
ik je er geen plaats voor kan offreeren
en dus deze goedertierenheid alleen
van jou kant moet komen. Hier op
Java's Noordkust staat me toch de
Westmoesson door, zooals ik het nog
nimmer heb meegemaakt. Een com
plete storm, de koopvaardij-schepen
kunnen hun lading niet lossen in de
Oosthoekshavens, zoo rumoerig is het
hier, Prauwen slaan om, en een wit
schuim, als bij jullie op het Wierhoofd
dekt somwijlen de oevers van de Con
servatie-complexen. We rillen van de
koude, zes en zeventig Fahrenheit, en
het fietsen naar boven moet geheel uit
gepikt worden, omdat je drijfnat van
den regen en bemodderd van de straat
aan boord en weer thuis komt. En je
weet, nergens is een nat pak zoo gevaar
lijk als in deze gewesten, waar je, als je
kou vat, minstens een jaar verkouden
blijft, en waar je bovendien onmiddel
lijk vanwege het natte pak rooieliond
of apepokken zou krijgen. Toch bewijst
Soerabaja in dezen tijd weer een uit
stekend ingerichte en moderne stad te
zijn, want de slokkans en goten weten
het natte element uitstekend te ver
werken en ons van een dreigende in-
nundatie te behoeden.
De „Java" is vertrokken. Het deed
goed weer een kruiser op de reede te
zien, want de ree van Soerabaja zon
der groot schip erop is eigenlijk geen
Soerabaja-ree, wat jij? Alhoewel, dat
geef ik toe, we den stroom wel eens
konden verwenschen als het na een
reewacht 's nachts nog van beleggen
van de laatste sloep geblazen was. Het
ging me toch wel een beetje aan ra'n
hart het schip te zien vertrekken, want
als je zoo'n drie jaar gevaren hebt,
waarvan twee jaar met het eskader,
dan begin je er zoo'n beetje hij te
hooren. Het eskader is echter nog niet
gevormd, dat gebeurt eerst te Priok,
als de twee jagers gereed zijn. De aan
gewezen groepscommandant es echter
nog met de „Banckert" en „Van Nes'*
in Priok en ook eenig personeel moet
nog overpakken. Ook de divisie onder
zee-booten voegt zich in Priok bij het
eskader. Zooals je weet is de kolonel
eskader-commandant en waait zijn
vlag op de „Java".
Hadden we hier in Soerabaja voor
eenige dagen een pistool schietwed
strijd, in Priok staan internationale
zeilwedstrijden op het programma. Nu
er eenige buitenlandsche schepen zijn
kan dat een aardige wedstrijd worden
waarbij het nationale gevoel de men-
schen wel tot een uiterste krachts
inspanning zal opzwepen.
De Commandant Zeemacht zal een
instuif geven aan boord van de „Java",
alwaar ook de stafmuziek aan boord is.
Overigens is het jammer, dat we deze
volgelingen van den grooten Haze-
broek zullen moeten missen als de
kruiser „Suffolk" hier is, maar die
hebben onze stafmuziek dam al in Ba
tavia meegemaakt en weten hoe emi
nent die lui tegenwoordig blazen.
Schreef ik je in een van mijn vorige
brieven dat de „Kortenaer" den schiet-
prijs voor de gevechtsoefeningen van
de jagers wist te behalen, van de krui
sers en flottieljevaartuigen toonde de
„Soemba" zich superieur en werd aan
dezen bodem het andere schild toebe
deeld.
Nu nog het groote plakket voor de
persoonlijke schietoefeningen van 1933
en de drie schilden zijn weer verdeeld.
Uit onze krokodillenstad overigens
weinig nieuws. Ja toch, er is hier een
vruchtenwinkel gekomen waar je alle
mogelijke Europeesch fruit kan krij
gen en zelfsschrik nietHol
landsche Meikersen. Uit vrees voor
Heimweh en desillusie heb ik ze maar
niet gekocht, maar je ziet sedert je
vorige term is er toch wel het een en
ander veranderd, want van dit laatste
was toch maar geen sprake.
Het lichtschip „Soerabaja West" is
vanwege het slechte weer dezer dagen
op drift geweest. Als onze uitkomende
Jan het maar kan vinden, als hij voor
het zeegat komt, gelukkig zijn het
maar een 150 meter en is het al weer
op zijn plaats tegen dat zijn bootje
hier arriveert.
Gonje, bedankt voor de aandacht.
Henk.