Stadsnieuws
wilt 11
Uit de G emeente-
huishouding.
NAHETENORMESUCCES
tweede blad
heldersche courant van dinsdag 6 maart 1 934.
LOUBANDV
DAAROM ZONDAG a.s.
NOG ÉÉN ENKELE OP
VOERING in CASINO van
7!
3
7
3
gSOft 4i»0 fómr
Licht op voor alle voertuigen.
dinsdag 6 Maart 18.15 uur
Voensdag 7 18.17
„Meer dan oi> hetgeen verdeelt, zal
in deze dagen de nadruk moeten
u orden gelegd op hetgeen vereenigt.
Fe noodige hervorming zal vooral
moeten worden bereikt door zelf her
ziening der politieke vartijen.
De gemeenten moeten zich weten
te stellen onder de beperkingen, die
het behoud van de groot ere gemeen
schap het volksgeheel oplegt."
Mem. van Antwoord aan de
Eerste Kamer der S.-G.
Hel is de Raad, die volgens onze Grond
wet aansprakelijk is voor het bestuur van
le Gemeente. Hat hierbij leiding gegeven
kan worden door Burgemeester en Wet
houders, ontlast den Raad niet van de ver
antwoordelijkheid. Een eerste vereischte
voor elk raadslid is dan ook, dat hij of zij,
.en volle beseft de draagwijdte van zijn
»f haar aansprakelijkheid. In onze ge
meente zijn het dus de 21 raadsleden, die
voor de belangen van 320(1(1 inwoners heb
ben te zorgen en die dus ook over de nut
tige besteding van de. thans 3.000.000
bedragende, begrootingsgelden hebben te
waken, zij het dan ook onder toezicht van
Provinciale- en Rijksregeering.
Nu mogen we, en willen niet, ook maar
een oogenblik twijfelen aan den goeden
trouw van een onzer Raadsleden. Niet
temin vragen we ons wel eens af, of er
.Vel eens niet wat heel erg gemakkelijk
)ver belangrijke uitgaven wordt beslist,
waarvan later blijkt, dat men zeker niet
voor de tweede maal een soortgelijke be
slissing zou nemen; ja zelfs dat de eens
genomen beslissing wordt betreurd. Ech
ter, is het pleit eenmaal beslecht, dan kan
men niet meer ongedaan maken wat is ge
schied. We zeggen dit niet om iemand
eenig verwijt te maken, doch in algemee-
nen zin, gelijk dit iedereen wel kan over
komen. Alleen wijzen we hierdoor op den
grooten ernst en de hooge beteekenis van
het raadslidmaatschap.
Vooral in dezen tijd komt dit des te
meer aan het licht. In perioden van wel
vaart en overvloed is de beslissing over
te nemen en gewenschte maatregelen veel
gemakkelijker dan in tijden van achteruit
gang en druk.
De verantwoordelijkheid, voor den Raad,
wordt zwaarder, al naarmate de zorgen
grooter worden. Juist dan, en die tijd is
er nu toch zeker wel, zal het noodig zijn,
„dat ook de gemeenten zich (weten) te
stellen onder de beperkingen, die het be
houd van de grootere gemeenschap, het
volksgeheel, haar oplegt".
Ons volkomen scharende achter het
streven van de tegenwoordige Rijksregee
ring, meenen wij te mogen wijzen op de
noodzakelijkheid ook voor onze gemeente,
om de bakens te verzetten en mede te
werken op de instelling van een lager
levenspeil.
Uit het een en ander blijkt ten volle de
autonomie van den Raad. Handhaving van
die autonomie is dan ook ten volle ver
zekerd en loopt alleen gevaar bij het al
ie zeer uit den band springen. Natuurlijk
kan het noodig zijn, dat van hoogerhand
wordt ingegrepen. Dat een Gemeenteraad
het dan toch erg bont moet maken, leert
ons het geval met den Raad van Beerta.
Bovendien kan dan alleen nog maar wor
den ingegrepen na het aannemen door de
Staten-Generaal van een bepaald, daar
voor bestemd, wetsvoorstel van de Rijks
regeering.
De autoriteit van den Raad is dan ook
hoog aangeslagen. Aan den Raad dus de
verplichting om eigen gezag en het gezag
in het algemeen hoog te houden.
Aan 's Raads verantwoordelijkheid doet
uit den aard der zaak niets af, dat 'de lei
ding .en voorlichting berust bij Burge
meester en Wethouders. Tij slotte blijft
altijd de beslissing aan den Raad.
De practyk leert ons, dat de invloed van
de voorlichting en voorbereiding der zaken
door het college van B. en W. van de
grootste beteekenis is. Het verband is
trouwens volkomen en logisch, omdat het
college van B. en W., behalve de Burge
meester en Wethouders. Ten slotte blijft
viseerende stem hebben, uit den Raad zelf
is voortgekomen èn deel uitmaakt en mede
beslist.
Feitelijk is dus de verantwoordelijkheid
van de wethouders het grootst. Hetgeen
hiervoor ten aanzien van het raadslidmaat
schap is gezegd, is ten opzichte der wet
houders derhalve in dubbele mate van toe
passing. Het kan niet verbazen, dat juist
de keuze van wethouders van de hoogste
beteekenis is en men dan ook welbewust
die keuze moet verrichten. Het is alge
meen bekend, dat de keuze van wethou
ders in zekeren zin beperkt is, omdat de
invloed der partijen en partijschappen
hier de voornaamste rol vervult. Kleine
groepen of enkelingen, die niet in be
paald partijverband zijn opgenomen, kun
nen veelal geen of slechts geringe invloed
uitoefenen bij de keuze van wethouders.
Men beschouwt het terecht of ten onrech
te (we laten dit in het midden) als een
der zegeningen van het algemeen kies
recht en de evenredige vertegenwoordi
ging, dat uit de meerderheidspartijen de
wethouders worden aangewezen. Als na
deel achten wij in elk geval, aan te mer
ken, dat de keuze beperkt is en dat vaak
personen, die uit hoofde van karakter
eigenschappen en geschoolde ontwikke
ling aangewezen behoorden te zijn, al bij
voorbaat uitgesloten zijn, omdat zij niet
belmoren tot de gecoaliteerde partijen.
Blijft dus over, dat die meerderheids
partijen uit hun midden de besten en
daarvoor meest geschikten verkiezen, al
thans belmoren te verkiezen. Of dit in de
practiik nu wel altijd plaats heeft, zullen
we nu maar onbesproken laten.
Vaststaande is. dat de geheele geste dei-
gemeentel iike huishouding wordt be-
heerscht door de partijen, die al of niet
in coalitie, de meerderheid vormen.
Het zijn dus ook die partijen, die reke
ning moeten houden met de eischen, zoo
als thans het geval is, voorspruitende uit
de benarde tijdsomstandigheden en vooral
voor hen gelden de woorden; „de noodige
hervorming zal vooral moeten worden be
reikt door zelfherziening".
Met andere woorden: de partijen zullen
moeten leeren hun partij verlangens op zij
te zetten en de huishouding der gemeente
alleen te besturen naar de eischen van
een goede koopmanschap. Inderdaad geen
gemakkelijke taak! Veel eenvoudiger is
het, in dagen van weelde, zich te moeten
keeren tot een meer sobere inrichting.
Om hiertoe te geraken, dient men zich
ten volle bewust te zijn van de nood
zakelijkheid van die hervorming, want
zonder dat inzicht zal de aandrang, zelfs
van regeeringsvege geuit, een kloppen
zijn aan doovemans deur!
Het kan niet anders, als te betreuren
zfjn, dat alleen onder hoogeren drang, die
gevoegelijk zelfs kan leiden tot dwang,
de noodige versobering wordt verkregen.
Hierdoor toch zal aan het prestige meer
kwaad worden gedaan, dan door eigen
beleidvol inzicht hervormingen tot stand
te brengen.
De autonomie van den Baad behoort
door den Raad zelf te worden hooggehou
den.
Ut de vergelijkingen, die we in onze
vorige beschouwing (zie H. C. van 16 Fe
bruari) maakten, meenen we, blijkt vol
doende de noodzakelijkheid om te ver
soberen.
Nu make men hieruit niet op, dat de op
voering der verschillende posten, in zich
sluit dat men vroeger maar „luk raak"
met de gelden heeft omgesprongen. Van
zelfsprekend is, dat vele der doorgevoerde
uitgaven vaak heftig zijn bestreden en
dat de verantwoordelijkheid daarvan blijft
voor rekening van een raadsmeerderheid.
Het kan niet anders als dat vele dier
maatregelen dan ook het stempel dragen
van bepaalde politieke stroomingen. On
verschillig of men het eens is met de ge
nomen beslissingen, zij dienen, belmoren
althans te dienen, het algemeen belang.
Teneinde niet te worden misverstaan,
voegen we hieraan toe, dat diverse hoo-
gere uitgaven een logisch gevolg zijn, óf
van regeeringsmaatregelen, of van stads
uitbreiding óf wel zuiver voortspruiten
uit de benarde tijdsomstandigheden. Vele
dezer uitgaven zijn dan ook met volledige
instemming van alle raadsleden genomen.
Als voorbeeld brengen we in herinne
ring, dat ten laste der gemeente komen,
de kosten van stichting en onderhoud dei-
gebouwen van alle onderwijs, inbegrepen
het bijzonder.
Dat de uitgaven voor publieke werken
door stadsuitbreidingj en verfraaiing be
langrijke hoogere uitgaven hebben ge-
eischt is voor ieder duidelijk waarneem
baar.
Voor het grootste deel voortspruitende
uit den nood der tijden, zijn wel de be
langrijke hoogere uitgaven voor werk-
loozenvoorziening en maatschappelijk
hulpbetoon. De daarvoor vereischte som
men zijn dan ook onrustbarend en vragen
offers, die schier de draagkracht der ge
meente te boven gaan. De simpele vermel
ding, dat in de (6) wintermaanden in 1918
hier gemiddeld 55 werkloozen waren, welk
aantal over de wintermaanden van 1932
bedroeg 641 en over 1933 zelfs 949, toont
dit voldoende aan.
Dit vooropgesteld, is het verklaarbaar,
dat veranderingen uiterst moeilijk zijn. De
te nemen veranderingen moeten dus wel
In jaren is er niet zoo'n
geestige en schitterend
aangekleede Revue ge
weest als die van
Zeiden hebben twee uit
verkochte zalen zich zoo
geamuseerd
gedragen w orden door de harde noodzake
lijkheid. De vraag rest: is het mogelijk en
zoo ja, hoe is het mogelijk tot de noodige
hervorming te geraken?
We stellen ons voor. hierop in een vol
gend artikel terug te komen.
B.
Aan liet Instituut Mercurius, slaagde
voor het diploma Machineschrijven, de
heer W. van den Braak, alhier.
CONTIN GENTEERIN G.
B;j de Kamer van Koophandel en Fa
brieken, Oudegracht 182 te Alkmaar zijn
formulieren verkrijgbaar voor het aan
vragen van invoervergunningen voor de
navolgendne gecontingenteerde artike
len: petten en baretten (nieuw), bladzink,
draadnagels enz., bedrukte, bontgeweven,
gebleekte en ongebleekte katoenen manu
facturen, meubelen van hout, riet enz.
pluche, fluweel, trijp enz., tafel- en huis-
houdgoed.
AANBESTEDING.
Door den architect L. Sok alhier werd
Maandagmorgen in het Kegelhuis aan
besteed het bouwen van een pension met
bijkomende werken aan de Oostsloot-
straat alhier, voor rekening van den heer
Duinkei-. De volgende biljetten waren
hiervoor ingekomen:
Perceel A metsel-, timmer-, en ijzer
werk: P. Tuin, 't Zand 4789.W. F.
Labout 4960.J. W. Bakker, TexeH
5048.Joh. Steeman 5240.
Perceel B glas- en schilderwerk: Joh.
Steeman 475,W. Kriek 475.—;
Koenen 494.—; L. Bontes J. Koster
584.Spijkerman 625.G. H. Iviut,
Koegras 648.—; J. N. Langerijs 650.—.
Perceel C loodgieterswerk: A. J. Fey
640.Tielemans 712.G. Buis
745.—; C. J. Westerbaan 777.H.
Bak 783.—; Joh. Steeman 788.—; R.
J. Zoetelief 799.—; M. Koorn 840.—;
J. F. Schellinger 877.50; Willemsen
J 955.H. V. van Ritburgen 1074.—.
Massa: P. Tuin, 't Zand f 6060.—; Oel-
jee Krap 7337.—; A. v. d. Wal
7480.Kingma Zoon, Sootdorp
I' 7580.Reinders Van IJkerén
8428.—.
Door den architect G. de Beurs Gz.,
alhier werd Maandagmorgen aanbesteed
in hotel „De Toelast" het herbouwen van
de perceelen Kroonstraat 3840, voor
rekening van den heer J. Slikker. Inge
komen waren de volgende biljetten: C,
Quak 2680.—; Joh. Steeman 2886.—;
J Modder A. Cuperus 3300.R.
Doorn 3300.B. Reinders B. van
IJkeren 3345.—; Firma A. Kingma
Zoon, Slootdorp f 3370.J. van Wilgen
f 3400.—; A. Bolt 3564.—; fa. Gebr. van
Pelt 4000.—.
NUTSSPAARBANK TE DEN HELDER.
Opgave uitsluitend betreffende dt^Nuts-
spaarbank te Den Helder, Polderweg 1,
over de maand Februari 1934.
Op spaarbankboekjes werd in de loop
der maand ingelegd 263.771.92 en terug
betaald '205.130.71. Derhalve meer in
gelegd dan terugbetaald 58.641.21.
Het aan inleggers verschuldigd kapitaal
bij den aanvang van dit jaar 2.635.844.65
bedraagt thans 2.651.788.84.
Het aantal in den loop van Februari
nieuw uitgegeven boekjes bedraagt 109.
Het aantal in omloop zijnde boekjes steeg
hiermede tot 7966.
Onder in Februari uitgereikte 109
nieuwe boekjes zijn inbegrepen 13 boek
jes voor jonggeborenen (op deze boekjes
plaatst de Spaarbank een eersten inleg
van 1.
De lediging van spaarbusjes in den loop
van Februari leverde een bedrag op van
f '2.818.85 aan kleine besparingen.
Het aantal in omloop zijnde spaarbusjes
bedraagt thans 1725.
L.V.A.S.-FEEST AVOND.
Zoo tegen het eind van het wintersei
zoen maken nog vele vereenigingen van
de lange donkere avonden gebruik, om
haar leden een gezellig samenzijn te be
reiden.
Zoo ook de Leerlingen Vereeniging
Ambachts School die haar leden, dona
teurs en genoodigden op Zaterdag j.1. een
feestavond aanbood in Musis Sacrum.
De voorzitter, de heer J. Grootes Jr.,
riep de talrijke aanwezigen het welkom
toe, waarna allereerst optrad Edieh
Navred, die op verdienstelijke wijze
eenige bekende cabaretliederen zong.
Vervolgens kregen we te hooren een
pianosolo, uitgevoerd door den heer D. de
Maagd, die we reeds op een vorigen feest
avond als pianist leerden kennen. Nadat
we zoo een muzikale inleiding hadden ge
had, werd opgevoerd een klucht in twee
bedri,jven getiteld: „De nieuwe burge
meester".
Het stukje werd uitstekend gespeeld en
oogstte dan ook een welverdiend applaus.
Na de pauze, die o.a. werd benut om een
flink aantal steunbonnen te verkoopen,
kregen we het tweede optreden van den
heer De Maagd, die op verdienstelijke
wijze de bekende ouverture „Dichter und
Bauer" ten gehoore bracht. Tot slot volgde
nog een optreden van Edieh Navred, die
met veel succes eenige Schlagers zong en
zich door het langdurig applaus tot het
geven van een „extra nummer" liet ver
leiden.
Een gezellig bal hield de aanwezigen
daarna nog eenige uren bijeen en daar
mee was dan weer een eind gekomen aan
een zeer geslaagden L.V.A.S.-avond.
TWEEDE WINTERCONCERT
„STED. MUZIEKCORPS".
(Dir. Joh. F. Pala).
Zaterdagavond j.1. gaf bovengenoemde
vereeniging voor hare donateurs en ge
noodigden haar tweede en laatste winter-
concert in de groote zaal van Casino.
De heer Jac. Bruijn opende het concert
met hét gebruikelijke woord van welkom
aan Burgemeester Driessen, Wethouder
De Boer, den heer Van Loo, eere-voorzit-
ter van het corps, aan de afgevaardigden
van de zuster- en andere vereenigingen,
de genoodigden enz., en besloot dat door
het corps er alles opgezet was de aanwe
zigen wat moois en goeds aan te bieden.
Hij deed nog een krachtige opwekking
de vereeniging te steunen; onze instru
menten hebben doorloopend voorziening
noodig, hetzij door reparatie of wel aan
schaffing van nieuwe, zeide hij. Meldt u
aan als donateur, en zoo ge dit reeds zijn,
bewerkt uw familie, vrienden en kennis
sen; elk is welkom en het komt het corps
financieel ten goede. Wij van onzen kant
zullen ons niet onbetuigd laten.
Dat er werkelijk iets moois en goeds
zou gegeven worden, bleek weldra toen de
heer Pala zich voor het orkest zette. Een
7-tal nummers werd gespeeld, die, behou
dens enkele kleine vergissingen, een cor
recte en hoogst muzikale weergave vore-
den. Er werd beter en gelukkiger!
gemusiceerd dan op het vorige concert.
Een beschaafd spel, nu eens niet te „hard"
de accoustische hoedanigheden van het
podium maken dit gauw mogelijk en
technisch zeker lofwaardig. Solistisch
werd er eveneens verdienstlijk gewerkt,
dit bleek wel uit de Trombone-solo, een
no. wat wel geen hooge eischen stelt, maar
waarin de mooie toon van' den solist te
waardeeren viel; uit het „Divertissement"
even lastiger, voor de 3 saxophonisten, en
in de moeilijke fantasie uit Lakmé", van
de hand van den te vroeg gestorven God
fried Mann, waarin de voordracht en de
techniek van de heeren blazers zeker te
loven viel, niet in het minst van den Es-
Clarinettist, die het verreweg 't moeilijkst
had, maar er zich prachtig doorsloeg; de
heer Ooms (Trombone) had eveneens een
dankbaar aandeel in dit werk. Dit alles te
meer een bewijs hoeveel te bereiken is,
als werkelijk door allen met lust en
ijver gestudeerd wordt; men ziet nu de
vruchten.
Het Stedelijk Muziekcorps vertolkte
achtereenvolgens: 1. Einzug der Gladia
toren, Marsch, Fucik; 2. Ouverture van
de opera „La Bohémienne" (De Zigeu
nerin), Balfe, le uitvoering; 3a. „Alma",
Tyrolienne voor Trombone (de heer F.
Bruijn); 3b. De Parade der houten sol
daatjes, het bekende karakterstukje van
Leon Jessel; 4. „Divertissement", voor
alt-, tenor- en baritonsaxophone de
heeren Kolhorn. Geervliet en de JSnge),
een verzoeknummer en geschreven door
den dirigent; 5. „Fantasie" uit de opera
„Lakmé". (Délibes), van Godfr. Mann, een
prachtige en goedgeschreven fantasie,
maar met vele technische moeilijkheden,
welke bijna alle overwonnen werden
(Begeleiden is niet altijd gemakkelijk); 6.
„Fortes Fortuna", Marsch, Ger. Dik.
Een toegift, een Marsch met als Trio
een bekend Javaanseh lied, besloot het
muzikale gedeelte van dezen avond.
Na de pauze volgde door eenige dames
en heeren-tooneelisten een hoogst verma
kelijke klucht: „Op gemakkelijke condi
ties" of „Spreek met Jansen en
't Komt in orde". Niet kwaad gespeeld en
wat niet naliet geducht op de lachspieren
te werken.
Daarna de bekende verloting en ten-
Slotte het bal, waarmede het einde kwam
van dezen ongetwijfeld in velerlei opzicht
prachtig geslaagden avond.
POSTZEGELTENTOONSTELLING.
De Heldersche postzegelverzamelaars,
deftiger genaamd philatelisten, hadden
Zaterdagmiddag hun grooten dag. Zij had
den namelijk georganiseerd een tentoon
stelling op de bovenzaal van het Alg.
Militair Tehuis in de Spoorstraat en ver
schillende hunner hadden daarvoor fraaie
collecties afgestaan. Jammer genoeg kun
nen wij onze lezers niet aanbevelen er
heen te gaan: de tentoonstelling was
slechts één enkelen middag en avond ge
opend. Maar wel kunnen wij er achteraf
nog een en ander van vertellen.
Onze Burgem. zelf een enthousiast ver
zamelaar had met vele anderen, zijn col
lecties voor deze tentoonstelling afgestaan.
Het postzegelverzamelen is, niet meer,
als vroeger, uitsluitend een sport voor
jongeren.
Ook vele ouderen doen er met genoegen
aan mee. al is het in onzen tijd een onbe
gonnen werk te trachten een postzegel
album, zooals wij dat vroeger bezaten,
met alle bestaande zegels vol te krijgen.
De verschillende landen hebben het
kunstje allang door en de post ..postzegel-
verkoop aan verzamelaars" vormt een
niet te versmaden jaarlijksche inkomst op
de begrootingen. Waarbij natuurlijk voor
de specialisten wel gezorgd wordt, dat het
eene vel weer wat anders uitvalt dan het
andere en dat niet alle tandingen dezelf
de zijn
Het is ondoenlijk alle inzendingen te
vermelden: er waren waardevolle collecties
Nederlandsche zegels, de eerste, die wer
den uitgegeven, en die nog van de vellen
werden geknipt. Hieronder is groote
nuanceering, in kleur, in druk en zelfs
zijn er in de verschillende uitgaven kleine
foutjes, die natuurlijk zoo n zegel waarde
vol maken. Dat alles was hier te zien. De
heer Polling bezit een interessante collec
tie poststukken, n.1. briefomslagen vóór
1852, waarvan de port voldaan werd bij
ontvangst. (De postzegels waren toen
nog niet uitgevonden). Ook was er
een fraaie collectie luchtbrieven en -zegels,
een complete collectie Curayao en Suri
name. Ook Lithauen, de na den oorlog
ontstane staat aan de Oostzee, heeft zich
met zijn zegels niet onbetuigd gelaten;
men vond er een complete of zoo goed als
complete collectie van. Prachtig zijn de
Russische zegels, niet de Romanoffs (het
czaristische Rusland, dat was ook ver
tegenwoordigd,). maar vooral het tegen
woordige Sowjet-Rusland. De teekenin-
gen dezer zegels zijn kunstwerkjes op
zichzelf. De Duitsche koloniën (zaliger
nagedachtenis!) waren er in een mooie
collectie, België maakte een uitstekend
figuurkortom, er was veel om te be
wonderen en voor de verzamelaars, om
naar te watertanden.
Niet alleen op bladen vond men ze;
ook vele albums waren er. Tegenwoordig
is er zelfs een speciaal postzegelalbum
EN
4)
,»Bon ik mijn broeders hoeder?" Deze
Kaïns leuze heeft toestanden iii de we
reld geschapen, waarvan ik thans een
voorbeeld om mij heen zie.
Maar het wordt nog triester. Aan den
steiger g komen, waar brandstofolie zal
worden bijgeladen, krijgen wij eerst recht
een overzicht van de schepen, welke hier
tol werkloosheid zijn gedoemd.
Gedeelt: lijk voor anker in de rivier, ge
deeltelijk drie aan drie langs den oever
gemeerd, liggen zij daar. sptnber en stil
voor zich uit starend, als schaamden zij
zich over dit niets doen. En bov-n heit:
d heuvels met hun droeven last. Aan In t
oin ie van den steiger strekt zich een
soort me, ras uit. Lens was dit een groot,
bevaaib ar water, doch nu drooggelegd.
VU de wc. k", grijze modder steken de
in I-palen nog omhoog, zóorlat het lijkt,
alsof daar een kerkhof ligt.
ii we-.t ik, waar die mannen, vrouwen
en kind' ren zijn gebleven", denk ik ..ze
zijn gost rven en liggen daar begraven
Allen aan boord zijn onder den indi uk
van hetgeen !e omgeving geeft te aan
schouwen, een beklemming bevangt ons
en we zijn allen min of meer stil en ge
drukt. „Het lijkt wel alsof hier een oorlog
is geweest," zegt iemand achter mij, on
willekeurig zachter sprekend. Zoo is het.
Het lijkt inderdaad of deze verschrikke
lijke geesel der menschheid over deze
plaats heeft gewoed. Doch dat is nfet zoo,
althans niet een oorlog in de gewone be-
teekenenis van liet woord. Wel heeft men
hier een strijd gestreden; wie weet hoe
wanhopig deze is geweest, een strijd
tegen de verarming. En in deze worste
ling heeft de menscb het onderspit ge
dolven.
Wij hebben de woestenij den lug toe
gekeerd. Het brandstofladen is ai'geloo-
pen, de slangen zijn afgekoppeld, de tros
sen losgegooid en nu varen we weer ver
dér de rivier op; New Caslle tegemoet.
Hél beeld verandert éh wordt'vroolijker,
ginds aan den horizon doemt het doel van
onze reis reeds op. Het landschap aan
de oevers verliest langzamerhand het
desolate en wordt steviger en daarmede
ook de stemming aan boord.
l)e menseh van tegenwoordig leeft snel,
ondergaat veel indrukken in korten tijd
en vergeet daardoor spoedig. Alles gaat
immers zoo vlug! Het duurt dan ook niet
lang of de opgewektheid van gisteren is
teruggekeerd.
En dat is maar goed ook, want er móet
nog hard worden gewerkt: dekschrobben,
poetsen, opknappen. En wie kan nu een
schip opknappen in een begrafenisstelu-
nung? Die moet toch zeker eerst zelf wor
den opgeknapt? Zoo denkt de koene er
ook over.
De handen heldhaftig om de slang ifiet
straalpüp geklemd, schrijdt hij strijdlus
tig over dek, barrevoets. Hij spuit. Een
fiksche straal water ontsnapt aan den
koperen mond en vervloeit tot groote
jilassen op het dek. Achter hem eenige
matrozen, in regelmatig rhythme hun
bezems door het water maaiend met for-
schen armzwaai. „Haal op jonges, flink
van kananl) naar kiri -), zet door, dei-
mag geen spetje overblijven." De Koene
is, zooals hij daar staat met zijn brand
slang, oppermachtig; heer en meester van
het dek. Voor hem moet thans iedereen
wi,jken. Wie prijs stelt op het behoud van
droge voeten, schoenen en broekspijpen,
blijve verre van de sissende en Luiste
rende fontein, waarvan li ij alleen vooraf
dé richting weet. Gulpend spat het water
over den planken vloer, in de hoeken mi
langs de opstaande wanden. Dekspoelen
is niet zoo eenvoudig als het wel lijkt: je
moet precies weten waar en hoe je moet
spuiten. De Koene kan liet goed; niets
ontgaat zijn speurend oog. Elke onge
rechtigheid, welke hij op z'n zegetocht
tegenkomt, attakeert hij onmiddellijk en
de bezems do.en de rest. Daar nadert hij
het voorschip. Links voor hem is de deur
van de kombuis, rechts staat een groote
draaibank. Daar is ook. tegen boord, de
stortkoker, waardoor de kok alles "doet
verdwijnen, wat hij niet kan verwerken.
Die omgeving vergt wel liet meest van
Koene's beleid. Britsend en sniffend komt
de waterstraal nader, 't Is nog niet ge
noeg.
Zeg, Lange, vraag es effe an de mes-
sienkamer om meer druk op de pomp, ik
krijg geen draadje water."
Buitenlandsch Overzicht peg I
Feuilleton
Radio-programma „2
Van links en rechts „2
De handel tusschen Indië en
lapan. Te Tokio besprekin
gen over de voorstellen van de
Indische regeeringII
De bepalingen van de handels
overeenkomst tusschen Neder
land en Italië2
Lagere heffing bij varkensslach
tingen. Met ingang van gis
teren op 6 ct. per kg slachtge-
wicht gebracht2
Een verijdelde aanslag op het
leven van Mussolini tl
Bij een ketelontploffing a.b. van
een Chineesch s.s. zijn 38 men-
schen omgekomen„2
Nederlandsche fabrieken ernstig
geschaad door invoer van luci
fers uit Japan en Rusland 2
Cholera-epidemie op de Philip-
pijnen eischt 300 menschentevens 3
Een nieuw serum tegen tuber
culose? 2
Waarschijnlijk neemt de Post-
jager deel aan de vlucht Enge
landAustralië7,
ln 3 weken zijn 2866 menschen
in Britsch-Indië aan de pest ge
storven
Brutale overval met roof te Am
stelveen
Bij een scheepsramp in de Zwar
te Zee zijn 12 menschen omge
komen
Omtrek-nieuws
Marktberichten
Marineberkhten
Sportnieuws
I
m
I
8
3
Geheel verdiept in zijn minzaam on
derhoud met de versebalie staat, aan de
deur van de kombuis, de Diepzinnige. De
versebalie, veilig aan den goeden kant
van den kombuiswand, is een en al belang
stelling voor wat hem wordt verteld, één
oog schuin naar de Koene.
„Kijk," zegt de Diepzinnige, z'n wijs
vinger op het derde knoopsgat van de
boezeroen zijn auditoriums leggend,
„kijk, ik hen d'r altijd vlak voor geweest,
de zake zoo zuinig mogelijk au te pakke.
As ik in 't buiteland wat ken koope voor
een kwartje, zal ik er in Holland vast
geen zeve stuivers voor neerlegge, zoo
is 't nou. Ben je wel dris in Nieuwkaastel
geweest?" Neen, de versebalie was nog
nooit in Nieuwkaastel geweest. „Nou, ik
wel en ik heb der onderlaast een stel
piekfijne laarzen weggehaald, spotgoed
koop. En nou gaan ik d'r weer een paar
koopen. Toen ik hoorde, datteme weer
naar Nieuwkaastel ginge, he'k gedacht:
wacht effe, vader, je ouwe bottines nog
niet weggooie, je ken d'r nog wel een
wej'kie mee toe. Ze zelle nou nog wel
goedkooper weze, echt Engelsch leer!
Hier, dit zijne ze, ik heb ze der expres
voor bewaard. Ze benne wel wat lek, maar
dat geeft niet, als ze maar droog blijve.
„Zzsjiet", zegt de waterstraal. En lako-
niek vervolgt de Diepzinnige: ,,'thoeft al
niet meer, ze staan al vol." „Jammer van
die mooie laarze," vindt de versebalie met
een meewarigen blik op het opgespaarde
schoeisel. „Ja. maar waarom waarschuw
Dagelijks Witte Bioscoop" (7.30 uurjt
„Extase". Een nacht in Cairo",
Dagelijks „Tivoli-Theater"(7 uur):
„Onder valsche vlag". Gevaren
der lucht".
Dinsdag 6 Maart.
Concert Mij. tot bevoredring der Toon
kunst. Casino, 8.15 uur.
Donderdag 8 Maart.
Propaganda-avond Ver. tot bestrijding
der t.b.C., Musis, 8 uur.
Operette „Das Drei Madlerhaus",
Casino, 8.15 uur.
Chr. Geref. Kerk. Steengracht, 8.15 u.,
spreker ds. W. Ramaker, van Harlin-
gg"-
voor luchtzegels. Dan de vele publicaties
van mr. van Peursum over philateiie en
geschiedenis, enz. enz.
Zooals gezegd, de tentoonstelling, die
des middags te twee uur geopend v -d
door den voorzitter der Vereeniging, c cn
heer Quant, is dienzelfden avond weer ge
sloten. Hij dankte de leden, die hun ver
zamelingen hadden beschikbaar gesteld,
geheel of gedeeltelijk. Ook voor jongelui
was de tentoonstelling toegankelijk.
De Burgemeester, die daarna in zijn.
kwaliteit van hoofd der gemeente, de ten
toonstelling opende, uitte zijn waardeering
voor de organiseering ervan. Een beetje
op de groote trom slaan is in onzen tijd
noodzakelijk, en aanzien doet gedenken,
zoo zeide hij.
Waarmede dus. naar wij willen hopen,
de Postzegelvereeniging ..Helder" van de
zijde der verzamelaars wat meerder be
kendheid hee'ft verworven en wellicht ook,
kan het zijn, wat leden zal krijgen. Post
zegels verzamelen is een aardige en leer
zame sport en door onderlinge uitwisse
ling kan men de kosten tot een minimum
beperken. Wij spraken een van de oudste
leden der vereeniging, die een collectie
heeft van meerdere tienduizenden exem
plaren, welke hem tezamen niet meer dan
100 in den loop der jaren hebben ge
kost.
je clan ook niet effe?" informeert het
slachtoffer bij den fonteinridder, „je lijkt
wel belazerd om me zoo'n plas in me
schoene te schuive!"
„V aarschuwe?" vraagt de Koene ver
baasd. „Ik heb wel drie keer „pasterop"
geroepe, maar je bleef als maar staan,
nou en toen heb ik gedocht: „hij lust wel
een zomersch buitje." „Vooruit jonges,
schiet op, geen tijd, we motte vort,'anders
komme we niet klaar, ajo! goed in de
hoeken! „Slappe, haal die rommel acht r
die draaimole vandaan!" En zoo gaat de
Koene van overwinning tot overw inning,
totdat lifj alle dekken aan zich heeft on
derworpen. Hij en zijn trawanten hebben,
waar zij gaan, bet rijk alleen, want elkeen
blijft op een eerbiedigen afstand; ook de
Diepzinnige, die in een paar „vetjes" zijn
onderbroken lezing over de rechte spaar
zaamheid voor de versebalie voortzet.
Maar deze lipeft er nu geen belangstel
ling meer voor.
Gedurende het waterballet is het over
al onveilig geweest, behalve in het stuur
huis. Daar staat de Puike weer aan 't roep
maar z'n gezicht op zeven dagen slechè
weer. „Daar moet ik het mijne van heli-
ben,' denk ik en posteer me oan S.B. bil
de telegraaf.
1 rechts. -) links.
(Wordt vervolgd).