Ingezonden
Neent 'n "AKKERTJE"
Marktberichten.
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 MAART 1 934.
Gevonden: 1 vulpen, 1 halsketting
Km. kruis).
Zeekrijgsraad
Willemsoord
15
Burgerlijke Stand
eenaar voor een commissie te benoemen
om te onderzeoken of contributieverlaging
jiiogeliik was.
Dit voorstel werd verworpen met 43 te
gen 34 stemmen; ook werden vele blanco
gtemmen uitgebracht.
Hierna sluiting.
(VIERDE EN LAATSTE NUTSAVOND.
Donderdagavond trad als spreker voor
het Departement „Texel'" v. h. Nut v. 't
Aig. op de heer Jan Beerends, met het
onderwerp „Het volk in de beeldende
Kunst", 't Was een lezing, die geheel in
de lyn lag van de doelstelling van't Nut,
Vooral in hooge mate leerzaam.
Een kortopeningswoord werd gesproken
door den Voorzitter van het Departement,
feurgemeester Oort. Spr. had een minder
goede opkomst verwacht, vooral van dames,
omdat de koffle-film hier dezen avond
werd gegcen; het deed hem evenwel
genoegen, dat vele dames de kunst blijk
baar boven een lekker kopje koffie ver-
hozen.
Hierna kreeg de heer Beerends het
woord. Spr. begon zijn lezing die met
een zeer uitgebreide serie projectie-plaat
jes werd verduidelijkt met een be
schouwing over de kunstproducten uit
de grijze oudheid. Bij de oude Egypte-
tiaren, Grieken en Romeinen speelde, het
Volk in den zin waarin wij het volk be-
sshouwen, zoo goed als nog geen rol. Als
m )n b.v. een beeldhouwerk of teekening
uit het oude Egypte aantreft, is dit meestal
een conterfeitsel, waarin vooral de groot-
beid van de hoofdfiguur de Pharao of
jets dergelijks op den voorgrond wordt
gebracht. Het eigenlijke volk (het prole
tariaat) speelt op zulk een kunstwerk
slechts een ondergeschikte rol, voorna
melijk om de grootheid van den vorst
meer te doen uitkomen. Men vindt bijv.
daarop de slaven, doch getracht wordt
daarbij steeds om het onnoemelijk aantal
daarvan op den voorgrond te brengen.
Bij de Romeinen en Grieken bleef de
kunst zich ook nog bijna geheel in die
richting bewegen, al komen bij de Grieken
de schoonheid van 't menschelijk lichaam,
b.v. de krachtfiguren der Spartanen al
eenigszins op den voorgrondbij de
Romeinen, die v. d. kampvechten. De
eerste tijden van het christendom brachten
daarin nog niet de te verwachten ver
andering. De Christus-figuur, die men
b.v. in de catacomben aantreft is ook nog
zoo'n heldenfiguur. In Brysantium bloeide
een geheel nieuwe kunst op, daarin kwam
niet meer direct de macht van de grooten
der aarde op den voorgrond, doch voor
namelijk de pracht en praal. Deze kunst
bleef zich handhaven in de religieuze
voortbrengselen der middel-eeuwen; het
volk speelde daarin nog bijna geheel
geen rol.
De eerste sporen van de algemeene
omwenteling in de kunst vindt men bij
Pieter Breugel, die ons de eerste beelden
heeft nagelaten uit het realistisch leven.
Hij schilderde ook de volkstypen en ver
minkten naar het werkelijke leven vooral
de voorttrekkende blinden van dezen
kunstenaar is van groote beroemdheid.
Na deze inleiding werd met de ver
tooning der projectie-plaatjes een aanvang
gemaakt. Spr. ging daarbij voort met de
steeds groeiende aandacht van den kunste
naar om het hoofdfiguur der schepping,
den mensch aan te toonen. Foto's werden
daarbij getoond van vele kunstwerken
van Hollandsche, Fransche en Duitsche
schilders en teekenaars; de causerie die
de heer Beerends daarbij hield was
hoogst interessant. Spr. eindigde zijn rede
met een beschouwing van de kunstwerken
der moderne meesters en gaf als zijn
m ening te kennen, dat op het gebied
van de uitbeelding van den mensch, meer
in den zin van het eigenlijke volk een
D>uwe ingebouwd is.
Burgemeester Oort sprak een kort
dankwoord tot den spr. voor zijn mooie
lezing, waardoor hij onzen blik op de
oudere en moderne kunstvoortbrengselen
zeer heeft vergroot. De heer Tiessen ont
ving dank voor zijn hulp bij de vertooning
der projectie-plaatjes.
VIJFHONDERD TEXELSCHE DAMES
OM DE KOFFIE.
Om in den schoonmaaktijd een Hol
landsche vrouw uit haar woning te halen
is een prestatie van belang, doch om in
dien tijd 500 Texelsche vrouwen op de
koffie te krijgen is een buitengewone
toer.
Toch heeft de firma Van Nelle dit
kunststuk Donderdagavond geleverd, toen
zij voor de Texelsche dames de koffie-
fiim liet afdraaien en in de pauze de
dames tracteerde op een kopje »Van
Nelle's koffie*, groen merk. Toen wij om
8 uur ons aan de zaal van den heer Pen
vervoegden, was er geen enkele plaats
onbezet, en stonden reeds vele dames
voor de deur, die geen toegang kregen.
Alleen de mededeeling, dat we voor »de
pers* kwamen bezorgde ons nog een
plaatsje.
t Was een echt gezellige boel. Wat
gegeven werd was prachtig en leerzaam.
Bij het afdraaien van een film, die op-
g. nomen was in »Artis« te Amsterdam,
bleek, dat daar juist eenige Texelsche
scholen op bezoek waren, o.a. van Ooste
rend en Eierland, waarvan we vele per
sonen duidelijk konden onderscheiden.
Tusschen de verschillende acten werden
liederen gezongen, door alle aanwezigen,
die op Van Nelle's producten betrekking
hebben. In de pauze werd koffie rond
gediend en aan 't slot kreeg ieder nog
een bon voor gratis thee mee naar huis.
Op kosten van de fa. v. Nelle hadden
autobussen dames van den Hoorn, Waal,
Cocksdorp en de Koog opgehaald.
Burgerlijke Stand van Texel
van 13 tot en met 16 Maart.
GEBOREN: Aagje, d. v. L. Bakker en
'J. L. E. M. W. de Ridder; Akke, z. v. J.
C. Kikkert en D. Terpstra; Dirk, z. v. D.
Bijl en A. P. van der Veer; Marretje,. d. v.
IJ. Kuiter en O. J. de Leeuw; Willemina,
d. v. J. Oosterhof en W. K. Beijert.
GEHUWD: J. Bakker en C. Hooger-
*erf.
OVERLEDENGerrit Eelman, 80 j.,
Vreduwn. v. Aagje Brans.
POLITIE.
UITVOERING 2e PAASCHDAG.
Naar wij vernemen, zal de Rederijkers
kamer U. D. I. op den 2en Paaschdag in
Pen's Bioscoopzaal opnieuw opvoeren
„Een partijtje Poker". Gezien het gewel
dig succes bij de eerste opvoering zal ook
nu 't aantal belangstellenden ongetwijfeld
zeer groot zijn.
PREDIKBEURTEN.
Zondag 18 Maart 1934.
Ned. Herv. Gemeente.
Den Burg, v.m. 10 u. Ds Visser.
Oosterend, v.m. 10 u., Ds. Kok.
Waal, geen dienst.
Den Hoorn, v.m. 10 u., Ds. v. Petegem
De Cocksdorp, 'sav. 7 u., Ds. Kok
H. Avondmaal.
Oudeschild, v.m. 10 u., Ds. Scholte
Koog, 's av. 7.30 uur, Ds. Visser
Doopsgez. Gem.
Ooster end, 's av. 7 u., Ds. Smidts
Den Hoorn, v.m. 10 u., Ds. Smidts
Geref. Gemeente
Den Burg, geb. Fanfare, 's av. 7.30 u.
Ds. v.d. Leer.
Oosterend, v.m. 10 u. en n.m. 3 u.
Ds. v.d. Lser.
Voorber. H. Avondmaal.
Geref. Kerk (H. V.).
Oosterend, v.m. 10 en 3 u.
Ds. Diepersloot
Zitting van Woensdagmiddag.
Slechts drie zaken stonden voor dezen
middag op de rol, en geen van deze was,
journalistiek gesproken, van groot be
lang; nochtans was de middag voor een
aanzienlijk deel om alvorens wij weder op
straat stonden. Eensdeels had het af
scheid, dat de Krijgsraad nam van mr.
Zegers, die dezen middag zijn laatste plei
dooien hield, een oponthoud bezorgd,
maar voor een ander deel was een uit
juridisch oogpunt interessante bekvech-
terij tuschen mr. Zegers, den verdediger,
en den Fiscaal, mr. D. B. A. Franken,
de oorzaak van deze lange zitting. Voor
den leeken-lezer was de zaak echter min
der belangrijk en zoo zien wü ons dan
ook verplicht een aanmerkelijk korter
verslag van deze zitting te schrijven dan
in overeenstemming met den verstreken
tijd wiskundig zou moeten worden bere
kend.
Afscheid van mr. Zegers.
Alvorens met de afwerking der straf
zaken werd aangevangen, kregen we eerst
een plechtig afscheid. Voorzitter van den
Krijgsraad was dezen middag mr. Veld
man, en deze begon met een woord van
afscheid te richten tot mr. W. F. H.
Zegers, die vanmiddag voor het laatst in
een tweetal strafzaken als verdediger zou
optreden en op het punt staat naar Den
Haag te vertrekken, om zich aldaar te
vestigen als advocaat en procureur. Mr.
Zegers, aldus mr. Veldman, heeft voor
den Krijgsraad belangrijk werk verricht,
in zijn kwaliteit van waarnemend fiscaal,
maar vooral als verdediger in tal van
zaken. Spr. dankt namens den Krijgsraad
voor wat de heer Zegers voor de militaire
rechtspleging heeft gedaan; het werk lag
hem bijzonder goed, daar hü juist de
beide eigenschappen van militair en
rechtsgeleerde in zich vereenigde en dus
bij uitstek voor dergelijke zaken de aan
gewezen man was.
De Fiscaal, de off. v. adm. Ie kl. m r.
D. B. A. F r a n k e n, richt vervolgens het
woord tot mr. Zegers. Spr. zal niet in her
halingen treden, de president heeft de
vele belangrijke werkzaamheden, die mr.
Zegers voor de militaire rechtspraak
deed, gereleveerd; spr. wil op enkele per
soonlijke eigenschappen van den schei
denden rechtsgeleerde wijzen, n.1. diens
vitaliteit en onverwoestbare werkkracht.
Want behalve rechtsgeleerde was mr.
Zegers tevens militair en naast deze beide
functies kon hij zich ook nog aan maat
schappelijk werk geven. Spr. denkt in dit
verband aan hetgeen mr. Zegers deed als
voorzitter van het plaatselijk Avro-comité.
Ook als plaatsvervangend fiscaal trad hü
op, en hü deed al dit werk met liefde en
eere. Ik heb u, zegt spr., leeren kennen
als iemand met een heldere kennis van
het recht en ik heb altijd weer de vlugheid
bewonderd, waarmede gij u in militair-
technische problemen inwerktet. De
Krijgsraad dankt u voor het vele, dat gij
als plaatsvervangend fiscaal deedt. Er be
hoort moed toe in dezen tijd in Den Haag
een nieuwe praktijk te gaan vestigen; de
stand van het beroep veroorlooft niet, dat
men gaat adverteeren als C. A.; door
vertrouwen zult gij u cliënten moeten ver
overen. Maar spr. wril den heer Zegers
niet laten gaan dan na hem gevraagd te
hebben zich in Den Haag als advocaat te
doen inschrijven bij het Hoog Militair
Gerechtshof, opdat men aldaar van zijn
goede eigenschappen kan profiteeren.
Antwoord van mr. Zegers.
Mr. Zegers is verrast over dit afscheid.
Op den duur bleek combinatie van de
beide functies: militair en rechtsgeleerde,
niet wel doenlijk. Dat spr. het besluit ge
nomen heeft om zijn "woonplaats naar Den
Haag te verplaatsen, geschiedt niet om
dat hü dit een zooveel prettiger woon
plaats vindt dan Den Helder, maar enkel
ter wille van zün gezin. Het heeft hem
strijd gekost het militaire leven vaarwel
te zeggen; met hart en ziel is spr. steeds
militair geweest en gaarne zal hij dan ook
bij de reserve werkzaam blijven. Het mili
tair recht heeft spr. steeds geïnteres
seerd en hij zal dit blijven doen. Spr.
dankt den heer fiscaal voor zijn waar-
deerende woorden. De militaire dienst zag
niet gaarne de functies van de advocatuur
en den dienst vereenigd. Dat gaf wel eens
aanleiding tot moeilijkheden.
Na dit min of meer officieuze, zijn we
genaderd tot de delinquenten van dezen
middag, waarvan we als nummer één een
geval kregen, dat een „mindere" een
„meerdere" had bedreigd en daarvoor
bij Gevalle kou, Griep, Influenza^
moest terechtstaan. Maar al dadelijk had
hier de raadsman van den bekl. een dank
baar onderwerp, omdat het hier een meer
principieele dan wel een gezagskwestie
betrof.
Is een schipper de meerdere
van een majoor-machinist?
Aan boord van Hr. Ms. „Jan van Nas
sau", te Curacao liggende, had zich deze
geschiedenis afgespeeld. Zij komt, kort
gezegd, hierop neer, dat de terechtstaande,
beklaagde, maj.-mach. J. H. N., als hoofd
van de machinekamer daar had geventi
leerd, toen de dienstdoende schipper be
neden kwam en voor het geopende ven
ster een luik liet plaatsen. Hieruit is
woordenwisseling en ruzie ontstaan; de
maj.-mach. heeft zich opgewonden en
driftig gemaakt, en tenslotte den schip
per gedreigd. Deze, wraaklustig en ge-
zagswellustig zijnde, heeft het geval ge
rapporteerd. Nu ging het er dus om wie
in deze de chef was. De aanklacht zeide:
de schipper; hü was de oudste in dienst
jaren, en per slot van rekening, hoe on
redelijk en onmogeüjk een order ook
moge zijn, had de in de machinekamer
dienstdoende majoor-machinist moeten
gehoorzamen, waarna hij zijn beklag bü
den commandant had kunnen indienen.
Weliswaar, zoo geeft de aanklacht toe,
gaat ook de schipper niet vrij uit; hij is
provoceerend opgetreden (om het wat
familiaarder te zeggen, lezer: hij p..tte
den majoor een beetje), maar in ieder ge
val bestond er ten opzichte van hem een
meerderheid. Want de wet zegt uitdruk
kelijk, dat bij gelijkheid in rang, de oud
ste in dienstjaren de meerdere is. En de
Fiscaal vroeg dan ook de niet malsche
straf van 1 maand gevangenisstraf.
Diametraal hiertegenover stond het
pleidooi van mr. Zegers. Was het wel
noodig, zoo vroeg pl., dezen man voor
den Krijgsraad te brengen: kan hier in
derdaad van een strafbaar feit worden
gesproken?
Op spitsvondig-juridisehe wijze rafelt
de verdediger de aanklacht uit een; hij be
toogde o.a., dat de aanklacht geheel anders
is geconstrueerd dan de wet vordert,
waardoor zii z.i. waardeloos wordt en niet
tot een strafbaar feit voert. De Fiscaal
repliceerde hierop, dat dit er naar zijn
meening, niet toe doet: het proces-verbaal
waarop de klacht gegrond is, wordt
meestal door leeken opgesteld, die dus
uiteraard niet zoo met de rechtstermen op
de hoogte zijn. De klacht komt dan bij
den Fiscaal, die haar in de door de wet
vereiscbte juridische termert giet. Daar
door zijn dan wel twee verschillende
redacties ontstaan, maar dat is geheel vol
gens de wet en daarop kan men dus een
aanklacht niet aanvallen.
Ook op allerlei punten bestrijden beide
heeren elkaar en tenslotte is het laatste
woord aan den Krijgsraad, die den bekl.
veroordeelt tot 3 weken gevangenisstraf.
Een deserteur.
De jonge man, die naar deze vreesefijke
kwalificatie moest luisteren, is de matroos
2e kl. J. F. S., die 7 Januari te Amsterdam
achtergebleven was van passagieren (hij
diende a/b van de „Hertog Hendrik") en
1 Februari aldaar werd gearresteerd. De
kwalificatie is hierom ernstig, omdat op
desertie in tijd van vrede" waarvoor hü
terechtstaat, een maximumstraf staat van
2 jaar, terwijl voor „opzettelijke afwezig
heid" slechts 9 maanden als maximum
straf wordt opgelegd. Het fijne onder
scheid tusschen „desertie" en „opzette
lijke ongeoorloofde afwezigheid" kent na
tuurlijk de wet, en wij voor ons zullen er
ons maar niet in verdiepen. In ieder geval
trachtte des jongen mans verdediger
(wederom mr. Zegers), een bestraffing
naar dezen laatsten maatstaf voor hem
te bereiken.
Laat ons zien welk zondenregister dit
jonge mensch zich op heeft gelegd. Hy
is, zagen wij, achtergebleven van passa
gieren, hij heeft zich daarna grenzenloos
onverschillig gedragen, hij heeft het er
tijdens zijn desertie flink van genomen,
kortom, zijn houding getuigde van onver
schilligheid en weinig plichtsbetrachting.
Daar hij de feiten heeft toegegeven, was
de Fiscaal spoedig klaar met zijn requisi
toir, dat vroeg een gevangenisstraf van
4 maanden met aftrek van de preventieve
hechtenis, en bestendiging van het voor
arrest.
Zooals wij reeds zeiden, trachtte de ver
dediger een veroordeeling te verkrijgen
op grond van ongehoorde afwezigheid;
weliswaar is bekl. houding niet zeer sym
pathiek geweest pl. moest dat toegeven
maar niet gebleken is, dat hü is weg
gebleven met de vooropgezette bedoeling
te deserteeren. En dat alleen is het crite
rium voor „desertie". Immers, hij heeft,
na van boord weggebleven te zijn de
„Hertog Hendrik" was naar de Middel-
landsche Zee vertrokken) al die weken
rondgeloopen in uniform, had dus vol
strekt niet het plan om uit dienst weg te
loopen. Alleen verregaande onverschillig
heid deed hem zoo handelen.
Enfin, het jongemensch, dat, tusschen
twee haakjes, een aardig en sympathiek
gezicht heeft, krügt tenslotte zün 4 maan
den met aftrek van de preventieve hech
tenis (van 1 Febr. af ondergaan) en daar
na ontslag uit den dienst.
Van een hofmeester en een
zeemilicien.
Het laatste geval is er weer een van
discipline en gezagsverhoudingen. De
„bediende 3e kl. z.m.", aldus is de titel van
dezen zeemilicien D. H. K„ heeft 1 Fe
bruari aan booi-d van Hr. Ms. Wachtschip
geweigerd tafelzilver op te bergen, toen
hem dat door den dienstdoenden matroos
hofmeester B. gelast werd. Aan dit geval
komen een verdediger, de luit. ter zee te
kl. M. W. Mouton, en twee getuigen-offi-
cieren a décharge te pas.
Uit hun verklaringen blykt, dat over het
algemeen de nieuwbakken zeemiliciens
niet al te veel respect hebben voor de
„bevelvoerende" hofmeesters, die in rang
aan hen gelük staan. Dit geldt volstrekt
niet dezen specialen hofmeester, maar in
het algemeen. Wat dezen hofmeester B.
betreft, die trad lieelemaal niet als
meerdere op, hij speelde frère-compagnon
met de miliciens, lachte met hen om de
gegeven orders, kortom, trad erg slap op.
De tweede officier-getuige zeide, dat de
oppassers geen van allen gezag kunnen
Uitoefenen, zü weten nooit waar zij aan
toe zyn.
In ieder geval, zoo zegt de Fiscaal in
zün requisitoir, is de ongehoorzaamheid
bewezen. Hier komt een matroos te staan
onder de bevelen van een ouderen ma
troos, maar de hofmeester B. was niet de
„meerdere" van den milicien. Deze heeft
dus met niet te gehoorzamen geen straf
baar feit bedreven, en kan dus niet wor
den veroordeeld. Wel valt de weigering
onder een krügstuchteüjk vergrijp, zoodat
de Fiscaal voorstelt de zaak terug te wij
zen naar den commandeerenden officier
en bekl. schuldig wil doen verklaren aan
het ten laste gelegde (opzettelüke onge
hoorzaamheid, opzettelijk een meerdere
met eenig kwaad bedreigen), maar niet
strafschuldig.
Theorie en praktijk.
Na dit reeds zoo milde requisitoir komt
de officier-verdediger, mr. Mouton in
actie. Deze wyst op de bizondere om
standigheden, waaronder het feit is ge
pleegd, dergelijke botsingen komen her
haaldelijk voor, ook met andere miliciens.
Deze milicien heeft in de kazerne eenige
weken lang theorie geleerd en nu komt hij
op het Wachtschip voor de praktijk te
staan. Hij merkt thans, dat er in de prak-
tyk van die in theorie geleerde krygs-
tuchtbegrippen niets terechtkomt. Dize
hofmeester B. in 't bizonder heeft van de
officieren meermalen aanmerkingen over
zyn te slappe houding gekregen. Wat de
gepleegde ongehoorzaamheid betreft,
de aan bekl. opgedragen order om het zil
ver op te bergen was onpraktisch en onlo
gisch. Hü wist dat zelf en oudergewoonte
werd er over deze order gedebatteerd, zoo
als dat bü elke order geschiedde. Toen is
de verdachte driftig geworden, omdat hij
zag, dat de hofmeester ditmaal rapport
wilde maken daar in de nabijheid een offi
cier liep. Want B. had herhaalde malen
met rapporteeren gedreigd, zonder er ooit
gevolg aan te geven. Van den verdachte
kon niet worden verlangd, dat hij zich nu
maar ineens het meer ernstige van de
situatie bewust werd. We hadden, aldus
concludeert de verdediger, hier te doen
met een milicien, geen beroeps-militair,,
en daarnaast met een meerdere, die heel
slecht en slap optreedt. Bovendien was
het dienstbelang met de uitvoering van de
order niet van groot gewicht, ja, zelfs is
het de vraag of er überhaupt dienstbelang
mee gebaat was. De bekl. zelf is een ge
willige en geschikte jongen, en pl. geeft
dan ook op al deze gronden den Krijgs
raad in overweging de zaak, die te gering
is voor een straf, terug te wijzen naar den
commandant om haar kriigstuchteliik af
te doen.
De Fiscaal repliceert en zegt o. a. dat
hü zijn requisitoir alleen grondde op de
overweging, dat hier zijns inziens geen
strafbaar feit is gepleegd, maar zeker niet
op grond, dat hier een strafbaar feit werd
gepleegd, dat zoo gering is, dat het geen
bestraffing verdient. Indien hier werkelijk
de verhouding van meerdere en mLrlere
hadde bestaan, zou spr. dan ook een zware
straf hebben geëischt.
De verdediger wijst er in zijn dupliek
nog op, dat, als deze man gestraft wordt,
hij de dupe wordt van de tekort whietin-
gen van een ander.
De Krijgsraad, na in raadkamer te zijn
geweest, veroordeelt den milicien K tot 3
weken gevangenisstraf.
ROTTERDAMSCHE BANK-
VEREENIGING N.V.
Aan het Jaarverslag over 1933 der Rotter-
damsche Bankvereeniging N.V. ontleenen wij
het volgende:
Het afgeloopen jaar bracht rouw over onze
instelling. Onze collega's, de heeren D. Orn-
stein en Mr. R. Egeler, die lange jaren hun
beste krachten aan onze bank hebben gegeven,
zijn plotseling, kort na elkander uit ons mid
den weggenomen. Wij gedenken met weemoed
en met dankbaarheid hun groote verdiensten
en hun algeheele toewijding aan de taak die
hun was toevertrouwd.
Mocht in den aanvang van het jaar eenige
hoop worden gekoesterd, dat door de Londen-
sche conferentie en door de bestuurswisseling
in de Vereenigde Staten het economisch leven
in betere banen zou worden geleid, de loop
der gebeurtenissen gedurende het jaar heeft
ten zeerste teleurgesteld. Duurzame verbete
ring is niet te verwachten, zoolang niej de
belangrijkste muntstelsels zijn gestabiliseerd
en niet een einde wordt gemaakt aan de voort
durende belemmering van vrijen handel en
verkeer.
Ons land gaat onder deze belemmeringen ge
bukt. Zij drukken natuurlijk ook den stempel
op ons bedrijf; omzetten blijven beperkt, ter
wijl de geldmarkt ruim bleef.
Dat alles in aanmerking genomen ac'hten
wij de resultaten in het afgeloopen jaar niet
onbevredigend; zij wijken weinig af van die
in het daaraan voorafgaande.
Ten laste van de winst- en verliesrekening
zijn de gebruikelijke voorzieningen getroffen
voor de pensioenregeling en voor afschrijvin
gen op gebouwen.
In verband met de tijdsomstandigheden
hebben wij het raadzaam geacht een deel van
ons personeel vervroegd te pensionneeren.
Aangezien de hiervoor bestemde uitkeerin-
gen niet ten laste van het pensioenfonds kun
nen worden gebracht, maakten wij hiervoor
een speciale voorziening ten laste van de
winst- en verliesrekening, welke onder credi
teuren in de balans wordt opgenomen.
Teneinde de positie van onze instelling
sterk te houden, stellen wij u "voor een be
drag van 2.000.000.toe te voegen aan de
onder crediteuren opgenomen Bijzondere re
serve tegen mogelijke risico's.
Er kan dan een dividend van 3 worden
u:tgekeerd.
De Balans vertoont de volgende cijfers:
Debetzijde: Kas, Kassiers en Callgelden
33-532.143,39; Wissels 86.790.433,63; Ban
ken en Bankiers 14.864.12z,65; Prolongatie
gegeven en voorschotten tegen effecten
24.928.262,50; Effecten 4.560.903.37; Syn
dicaten 458.879,Deelneming in financieele
instellingen 777.187,07; Debiteuren in reke
ning-courant 102.139.425,46; Vorderingen
wegens gestelde borgtochten 14.568.251,37;
Gebouwen 5.400.000,Saldo in verband
met termijnzaken 73.059,57; Te leveren fond
sen 1.107.575,68.
Creditzijde: Kapitaal 45.000.000,Re
serve 20.000.000; Geadviseerde wissels
1.713.050,98; Geaccepteerde wissels
7.817.164,42; Door derden geaccepteerd
2.592.007,79; oor derden op prolongatie
uitgezet 13.500,Deposito's 42.133.387,24;
Crediteuren in rekening-cour. 152.911.085,
Te ontvangen fondsen 1.049.953,92; Gestelde
borgtochten 14.568.251,37; Dividend 1933
1.350.000,Saldo op nieuwe rekening
5f.84i,97.
Het winstcijfer van rente en wissels be
draagt 7.794.748,28; Provisie 4.041.609,81
en dat der Effecten en Syndicaten 203.927,70.
De debetzijde der winst- en verilsrekening
vertoont de navolgende cijfers: Bedrijfson-
kosten 7.050.765,68; Garantie tegenover Ne-
derlandsche Bank 193.610,73; Pensioenfonds
518.375,84; Voorziening vervroegde pensioe
nen 556.282,Afschrijving gebouwen
575-759,58; Bijzondere reserve tegen moge
lijke risico's 2.000.000,Dividend 3
f 1.350.000,Saldo op de nieuwe rekening
51.841,97.
STIEREN KEURINGEN IN
NOORD-HOLLAND.
Behoudens de goedkeuring van het
werkplan, zal de „Provinciale Commissie
tot bevordering van de Rundveefokkery
in Noord-Holland", in 1934 0.111. keuringen
houden in onderstaande plaatsen
Texel: Vrijdag 23 Maart, 11.15 uur, te
Den Burg.
Schagerbrug: Maandag 26 Maart, 9.15
uur, by het café van de wed. Broer.
WieringenMaandag 26 Maart, 2 uur,
op het Marktplein te Hippolytushoef.
WieringerwaardVrydag 6 April, 9.15
uur, bü het café van Van der Woude.
SchagenZaterdag 7 April, 9.15 uur,
by het café van G. Plevier.
Ten opzichte van de keuring bezuiden
het Noordzeekanaal zy nog vermeld, dat,
mocht uit de aangifte blyken, dat behalve
in Uithoorn v.n. nog een keuringspiaats
wenschelyk is, dan zal hiervan de be
langhebbenden tijdig kennis worden ge
geven.
Behoudens toestemming van het Ge
meentebestuur, zal de Centrale Stieren
keuring worden gehouden te Alkmaar op
Vrydag 20 April, te 9 uur precies, in
den Bergerhout.
Alsdan zullen worden beoordeeld
1. De voorloopig goedgekeurJe één
jarige stieren voor de uitgeloofde me
dailles
2. de tweejarige stieren voor de 15
uitgeloofde aanhoudingspremies;
3. de groepen van zoons, elk afstam
mend van één vaderdier, waarvoor een
tweetal medailles zyn uitgeloofd;
4. de driejarige- en oudere stieren voor
de uitgeloofde geldprijzen.
P.S. Dieren, die op het bovengenoem
de aanvangsuur nog niet aanwezig zyn,
kunnen voor deelname aan de keuringen
worden uitgesloten en in alle gevallen
vervalt de bydrage in de transportkosten.
(Buiten verantwoordelijkheid van de redactie.
Niet geplaatste stukken worden
niet teruggezonden.)
DE STAFMUZIEK EN DE
VOLKSCONCERTEN.
Naar aanleiding van een in de Held.
Courant van 13 Maart geplaatste be
schouwing over bovengenoemde concer
ten, meent ondergeteekende ter wille der
volledigheid, de voorgeschiedenis even
te moeten releveeren.
Reeds lang vóór het ontstaan der volks
concerten bestond hier ter stede een bur
gercomité, hetwelk destijds niet zonder
moeite onder de gewaardeerde medewer
king van den toenmaligen voorzitter der
militaire muziekcommissie, Kolonel Pie
ren, gedaan wist te krijgen, dat, zü het
dan ook onder eenige reserve, de door de
Stafmuziek gegeven concerten, uitslui
tend voor H.H. officieren en hun dames
bestemd, nu ook voor de burgery toegan-
kelyk konden worden gesteld.
Deze concerten, voorheen zeer slecht
bezocht, mochten zich al dadelyk in
groote belangstelling en veel betere op
komst verheugen.
Bü zün pogingen daartoe aangewend,
mocht ondergeteekende spontaan grooten
steun ontvangen van den redacteur en uit
gever der Heldersche Courant, wylen
den heer C. de Boer, welke onafgebroken
tot aan zyn dood, niet alleen een yverig
comitélid, maar tevens een trouw bezoe
ker der concerten is geweest.
In samenwerking met genoemden heer
De Boer en den heer De Ven, destyds wet
houder dezer gemeente, benevens den
heer Tjalsma, directeur der Normaalles
sen en den heer A. G. A. Verstegen, en
later den heer Delgorge, mocht onderge
teekende by Burgemeester Houwing ter
stond een goed onthaal vinden inzake het
verleenen eener subsidie, welke bleek noo
dig te zyn om de concerten in stand te
houden.
Deze subsidie, door het gemeentebe
stuur welwillend verleend, werd tusschen
het comité der Abonnementsconcerten
en het later opgerichte comité der Volks
concerten verdeeld.
Toen de zaak door eerstgenoemd co
mité eenmaal aan het rollen was ge
bracht, was het, met alle waardeering
voor het streven van het comité der
Volksconcerten, voor hen geen onoverko-
melyke zaak meer aan de bestaande con
certen de Volksconcerten te verbinden,
temeer, w aar voor beide categorieën het
zelfde programma kon worden uitgevoerd
en eventueele solisten voor belde opeen
volgende dagen konden worden geënga
geerd.
Pas later, toen door de gemeente de
subsidie tot 1000.— is teruggebracht,
werd de fusie tusschen beide comité's
voltrokken. Voor de gedurende geruimen
tijd gegeven 10 concerten onder Schutz
der beide comité's traden nu zes inde
plaats, waarby tevens het huidige
stelsel: zaal en balcon is ingesteld.
Het lijkt ondergeteekende, terwille van
den pioniersarbeid door eerstgenoemd
comité verricht en de groote medewerking
steeds van de autoriteiten ontvangen
goed een en ander even mede te deelen,
vooral waar de heer Brouwer de zaak wel
wat eenzydig belicht.
U mijnheer de redacteur dankend voor
opname dezer, heeft de eer hoogachtend
te teekenen.
A. J. LEEWENS.
In myn eerste artikel heb ik reeds
doen uitkomen, dat, vóór de oprichting
van het Comité voor Volksconcerten, er
reeds gelegenheid bestond voor de bur
gerij om van de periodieke winterconcer-
ten der Stafmuziek gebruik te maken.
Desondanks was het bezoek niet zeer
groot. Ik meende, dat er op het oogen-
blik omstandigheden aanwezig zyn, die
het wenschelyk maakten eens de geschie
denis van deze ,,volks"-concerten te ver
tellen. Ik heb niemand te kort willen
doen, en allerminst den „pioniersarbeid"
van het andere Comité, en het verwijt
van den heer Leewens inzake eenzüdige
voorlichting moet ik dan ook van de
hand wy'zen. Blykens den titel van mijn
artikel heb ik uitsluitend de bedoeling
gehad de geschiedenis te geven van het
ontstaan der „volks"-coneert, die zoo'n
éclatant succes zy'n geworden; ik kon dat
doen. daar ik aan het ontstaan ervan een
werkzaam aandeel had. Dankbaar worde
hier erkend, dat het andere Comité daar
toe het pad geëffend had.
J. BROUWER.
Geachte Redactie.
U geeft in uw blad van j.1. Donderdag
15 dezer, een résumé over de behandeld©
agendapunten van den Gemeenteraad.
Hieronder valt ook het voorstel tot het
houden van een feestweek. Nu is toch
opmerkelijk, dat u dit vrü letterlük weer
geeft, zooals de gedrukte bylage aan de
raadsleden is toegezonden, doch daaruit
achterwege laat, het door den heer Ties
sen en ondergeteekende ingediend voor
stel, tot wederinvoering der Kermis 1934»
Hoogachtend,
J. J. Schoeffelenberger.
Den Helder 16 Maart 1934.
Dit geschiedde geheel onwillekeurig en
bü toeval. Het stuk was te groot voor op
name in zyn geheel en door de late ont
vangst moest het nog gauw persklaar ge
maakt worden, waarbij niet elke regel
even nauwkeurig gelezen kon worden.
Redactie Held. Crt.
Geachte Redactie,
Gaarne zag ik het onderstaande opge
nomen in uw veel gelezen blad. By voor
baat myn bartelyken dank.
lederen avond ongeveer tusschen 10 en
11 uur wordt de radio gestoord door het
aanzetten van een electrischen motor in
den omtrek Smidstraat, Middenstraat,
zoodat begrijpelykerwys de muziek in de
huiskamer daardoor ongenietbaar is. Ik
zou dengene, die dit leed veroorzaakt be
leefd willen verzoeken zyn motor te laten
nazien. Het is volgens my een lieele
kleine storing, die veroorzaakt wordt door
vonken van den collector. Hy zou daar
door vele luisteraars van dienst zyn.
In afwachting,
J. D. HEIJLIGERS,
Smidstraat
WANDELSPORT.
Een inzender, die zich een „deskundig
wandelaar" noemt, beklaagt zich over het
feit, dat het bestuur van de Heldersche
rolitie-Sportvereeniging besloot de beide
aangekondigde afstandsmarschen op He
melvaartsdag niet te doen doorgaan.
Voor zoover wü zyn schrüven begrijpen,
zal dit feit aanleiding geven tot kritiek
van de zyde der wandelsportvereenigin-
gen; de datum van Hemelvaartsdag was
aldus gesteld, omdat dan vele politie
mannen kunnen meedoen. Thans is de
dag afgestaan aan de Wandelclub „De
Jutter"; inzender begrijpt niet, dat de
Heldersche wandelaars nu niet eens ge
sproken hebben om een commissie te be
noemen van drie heeren, die in deze lie
slist. Het moet sport blüven, zoo zegt hij,
en geen jacht op medailles, en hü hoopt,
dat deze zaak alsnog onder de oogen zal
worden gezien.
CORRESPONDENTIE.
Een ingezonden stuk van den heer Tj.
J. D. zal Dinsdag worden opgenomen.
HELDERSCHE E1ERVEILING.
15 Maart. 27,024 kippeneieren: 5254 kg
2.002.20, 5557 kg 2.002.30, 5860 kg
2.002.40, 6i'63 kg 2.202.40, 6467 kg
2.40; 8 ganzeneieren 7.00; 447 eenden
eieren 1.802.00.
ALKMAAR, 16 Maart.
Kaasmarkt, Aangevoerd 35 stapels, wegende
46,000 kg. Fabriekskaas: 34 stapels kleine 20;
1 stapel commissie 17.50. Alles met rijks-
merk. Handel matig.
ALKMAAR, 16 Maart.
Graanmarkt. Aangevoerd 517 hl als: 52 hl
voertarwe 3.755; 75 hl gerst chev. 4.25
5-50; 22 hl haver 6.256.90, zaaihaver
7.50; 46 hl boonen, w.o.: bruine 910,
duiven 810, witte 1618; 5 hl geel mos
terdzaad ir.50; 20 hl karwijzaad 22.60; 25
hl blauwmaanzaad 1717.50; tuinboonen
4.50; 62 hl erwten, w.o.: kleine groene
7-5o9, groote 1820, gTauwe 3134,
en vale erwten 1428. Alles per 100 kg
Handel stug.
BROEK OP LANKEDIJK, 16 Maan.
35,000 kg roode kool 2.306.50; 7000 kg
gele kool 46; 19,000 kg Deensche witte
kool 4.407.20; 10,000 kg uien 1.301.80,
gele drielingen 0.80; bieten 1.102.10,
alles per 100 kg.
NOORDSCHARWOUDE, lë Maart.
Uien 0.801.20, drielingen 8090 cent,
grove 1.601.80, roode kool 2.306.90
en 1.60—4; gele kool 4.306.20 en 4.30
4-5o; Deensche witte kool 5.507.60 en
5.80, alles per 100 kg.
van Den Helder
van 15 en 16 Maart 1934.
GETROUWD: A. v. d. Sloot en H. v.
SlootenP. J. Scheer en P. Kenter.
BEVALLEND.M. Zoetelief—Gouwen-
berg, z.O. H. de Vroome—Bruin, z.
M. Koopmanv. Dyk, d.
OVERLEDENC. W. Hablous, 26 j.