Bij onzen
Nationaien „Lucht-architeet".
WSÏMOP
GEMENGD NIEUWS
Uit de Pers»
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 MAART 1934.
SÏS T22MtowS
De geboorte in 1933
in Engeland.
Buitenland
De dynamietontploffing
te Libertad.
Slecht weer bij de
Engelsche vloot-
manoeuvres.
Zeeroovers op Noorsch
schip.
II
BANKET
De bandieten in de Ver.
Staten.
Instorting te Beiroet
Acht Duitschers
in Litauen gearresteerd.
Boos weer in Noord-Italië
Uitkomst bij GPiEP
ffoest- Cr iep Bronchitis -Asthma
De bemanning van
Tsjeljoeskin.
ISVOOf
DL SMIDSE
ISDL/\DVERTENTIL
VOOR UW ZAAK-
taa/PEDE BLAD
Ee. weinig belichte zijde van het Nederlandsche vl
Onze Haagsche medewerker schrijft
«lis:
Gedurende het betrekkelijk nog korte
bestaan van het nationale vliegwezen in
't »l"eineen en van de K.L.M, in 't bijzon-
der werden herhaaldelijk zeer belangrijke
en lezenswaardige publicaties gedaan om-
Lont de ontwikkeling en de vorderingen
V!1,i onze eigen luchtvaart. Kort geleden
n0g had ik het genoegen een en ander te
kunnen meedeelen aangaande een pers
conferentie met directeur Plesman, bij
welke gelegenheid immers weer eens ten
duidelijkste werd bewezen, dat Nederland
een der vooraanstaande plaatsen inneemt
Jn de rijen der vliegende naties.
Eigenaardig heeft men in de afgeloo-
pen jaren openlijk weinig aandacht ge
toond voor een zaak, welke toch stellig
piet gerekend kan worden tot een „quan-
lité négligeable" en wel: de aankleeding
van het vliegtuig, de inrichting van de
„kajuit", om nu eens in scheepstaal te
spreken. De kabine zoo heet 't beestje
immers officieel! werd dan ook oor
spronkelijk niet zeer nauwkeurig bestu
deerd, men had alle aandacht noodig ter
verbetering van machine en vliegtuigcon-
structie. De tijd is nog niet zoo héél vel
geleden, dat de toenmaals nog schaarsche
luchtreizigers van de K.L.M. een leeren
jas ter leen kregen om zich tegen de onge-.
makken van een reisje door de wolken te
wapenen, bij welke „accomodatie" men
't meende te kunnen laten 1
Nu de jaren ons hebben gebracht tot
een groote mate van ontwikkeling van de
vliegmachine, nu spreekt het wel vanzelf,
dat er eveneens een groote wijziging is
gekomen in de „aankleeding" van het in
wendige deel des vliegtuigs. Wie mocht
denken, dat deze zaak er een is van weinig
Ingewikkelde structuur, vergist zich schro
melijk! Vooral sedert j.1. Woensdag-mid
dag is het velen extra-duidelijk geworden,
dat het decoratief voor vliegtuigen een
kwestie is van langdurige studie en onder
vinding. Verleden Woensdag namelijk
heeft de heer H. P. Mutters, directeur van
de alhier gevestigde oude en bekende
meubelfabriek H. P. Mutters en Zoon aan
het Piet Heinplein, de pers ontvangen om
eens een duidelijk beeld te geven van wat
reeds werd bereikt op bovengenoemd ge
bied. Op humoristische wijze leidde de
heer Mutters zich zelf ten tooneele, want.
hij moest zich ontpoppen als de eerste
Nederlandsche lucht-architeet! En hii
deed dat op zeer bescheiden manier, be
vreesd als hii was om den schijn te wek
ken van te hoog van den toren te blazen.
Maar uit hetgeen wij door middel van
lichtbeelden met toelichting en door liet
bekijken van modellen, maquettes, teeke-
ningen, alsook van een speciaal vervaar
digde Moch-up (een geheel compartiment
op ware grootte van ïfëToméhtfe'TCBQrcn
F. 22) te zien hebben gekregen, werd de
vaste indruk gevestigd, dat de heer Mut
ters alle recht heeft op den titel van air-
architect!
De vraagstukken, welke bii het ontwer
pen van vliegtuig-interieurs aan de orde
komen, zijn groot in aantal. Rekening be
hoort gehouden' te worden met ruimte, ge
wicht, geluiddemping, ventilatie, verwar
ming. Wat eerstgenoemd vraagstuk be
treft, het is ontzaggelijk moeilijk in een
betrekkelijk kleine ruimte toch een zekere
graad van beduidend comfort te leveren.
Een en ander eisclit een bijzondere studie.
Vooral ook de vooruitgang op het terrein
der geluiddemping is geweldig geweest,
daar wees de heer Mutters in 't bijzonder
op. Eertijds aanvaardde men het dikwijls
oorverdoovende geraas in de kabine gela
ten, het kon niet anders, dacht men. Doch
de wetenschap der radiotechniek opende
nieuwe begrippen omtrent geluid en van
dat oogenblik af werrl meer aandacht ge
schonken aan de mogelijkheid tot geluid
demping.
_De heer Mutters, die op geestig-humo-
ristische wijze zijn entrée bii de K.L.M.
schetste, ging in een kort woord na wat
in de tien jaar tijd zijner werkzaamheid
bereikt werd. Hij herinnerde eraan, dat hij
alle typen van vliegtuigen der K.L.M.
van de F. 3 tot de F. 36 toe, dat ziin onge
veer 42 typen in totaal, heeft mogen
«decoreeren" en aan de hand van zeer in
structieve lichtbeelden maakte de heer
Mutters 't ons duidelijk, met welke schier-
onoverkomelijke moeilijkheden hii dikwijls
te kampen had.
Talloos zijn de proeven geweest, geno-
®en in het belang van comfort, van een
behagelijk stemmend interieur. Tot aan
®e F. 20 zijn de vliegtuigen ingericht zon-
legwezen.
verwarmïncr «Lrw.16 «««evens omtrent
gebruik- i- V e en Keluiddemping
konword.." gemaakt. Doch daar-
K «nel crescendo! Het zal straks
min«o„ °«8te eischen, welke
bit u ",fen,V^eiïtui8: kan stellen, n.1. dat
Dit h? d? l '1V,en 0,lder de 70 decibel!.
V 11 de eerste plaats. Daarnaast dringt
Eeerlf Zim d?delijk »aar voren.
kJ1' w«lke de beer Mutters in
vlrrH fabrieksgebouw heeft gereser-
<i .n t i. ?.,e alffld voor belangstellen
den te bezichtigen is - heeft hij een „his-
nsche tentoonstelling" georganiseerd,
waarin men alles kan vinden, wat geëxpe
rimenteerd werd op het gebied van vlieg-
tuiginterieurs. Het was hier, dat de pers
vertegenwoordigers kennis konden maken
me. de reeds eerder genoemde „Moch-up",
voorstellend een geheel compartiment op
ware grootte van de F. 36. Welk een beha-
gelijke inrichting! Men kriigt zeer sterk
den indruk van een luxueuse Pullman-
car, want breede fauteuils met tusschen de
reizigers in gemakkelijke tafeltjes maken
net zitten tot een genoegen. De wanden
zijn in zacht blauw gedecoreerd, terwijl het
„meubilair" in roode tinten gehouden is.
lerwille van een minimum zwaarte heeft
men gezocht naar lichte en toch soliede
materialen, die gevonden werden in het
lfydronalium als een der lichtste en
meest-glanshoudende metaalsodrten en het
Rexine, een imitatie-leersoort, dat voor
bekleeding der wanden en der fauteuils
het beste bleek te zijn. Buitengewoon-
practisch is 't, dat de genoemde fauteuils
in een ommezientje tot heerlijke rust- en
slaapbanken kunnen worden omgetooverd!
Directeur Plesman, die ook aanwezig was,
gaf nog over een en ander een nadere toe
lichting. In de toekomst wil de KX.M het
zoo inrichten, dat de passagiers niet al
leen in de hotels behoeven te slapen,
doch ook in de toestellen kunnen rusten.
Men kan dan bii aankomst op het vlieg
veld desnoods op z'n pantoffels en in
pyama naar het restaurant gaan om te
eten, want in de toestellen zal men altijd
slechts „noodlunches" kunnen verkrijgen.
Het zou mij te ver voeren, nden ik in
dit beknopte bestek trachtte, een volledige
beschrijving te geven van den „binnen
kant" van het eerstkomende groote ver
keersvliegtuig van de K.L.M., de F. 36.
Het bezoek bii den heer Mutters heeft ons
de overtuiging geschonken, dat in Neder
land niet alleen alle zorg en toewijding
wordt besteed aan de snelheid en de vei
ligheid van de toestellen, maai' evenzeer
aan de comfortabele inrichting. En wat
dit laatste betreft: lang niet onmigeli.k
is, dat ons land het beste te zien geeft wat
op dit gebied te bereiken is, dank zij de
uitnemende kwaliteiten van den heer Mut-
terSj die in het vejrjedsju ook reeds op het
gebiecTvan scheepsinterieurs (hij noemde
o. a. de „Baloeran" en enkele van de groot
ste Engelsche steamers) zijn sporen ver
diend heeft.
En wü kunnen gerust ziin wat betreft de
verdere ontwikkeling van onze nationale
vliegtuiginterieurtechniek. Met groote
ernst wordt steeds voortgewerkt aan ver
dere vervolmaking, want zoo merkte de
heer M. ook nog op er zal straks voor
het interieur der cabine een vormgeving
ontstaan, die geheel beheerscht zal worden
door technische eischen, hetgeen vergele
ken kan worden met den vorm en de ver
siering der auto-carosserie, welke zich
door de jaren heen vanzelf bepaald heb
ben.
Een tocht per Nederlandsche vliegma
chine gaat nu werkelijk behooren tot de
meest-aangename reissensaties!
Het laagst bekende percentage.
Het driemaandeliiksche rapport van het
hoofd van den Engelschen Bevolkings-
dienst toont aan, dat gedurende de laptste
drie maanden van 1933, evenals voor het
geheele jaar 1933, in Engeland en Wales
het geboortecijfer het laagste is, dat tot
dusver is opgeteekend. Het cijfer voor het
laatste kwartaal was 12.8 per 1000 inwo
ners, dat voor het heele jaar 14.4.
Het aantal sterfgevallen in 1933 bedroeg
12.3 per 1000 inwoners en het aantal hu
welijken 15.7. Het aantal sterfgevallen van
kinderen beneden een jaar bedroeg 64
per 1000.
250 dooden, meer dan 1000
gekwetiten.
Volgens een bericht van de New
Vork Times zijn bij de dynamiet-ont-
plofïing te La Libertad, in de repu
bliek San Salvador 250 menschen ge
dood en meer dan 1000 gekwetst
Nader wordt uit de geteisterde stad ge
meld, dat de brandweer nog den geheelen
nacht is bezig geweest met de bestrijding
van den brand.
De toestand was een tijdlang buitenge
woon kritiek, omdat de vlammen waren
overgeslagen naar een opslagplaats van
4000 vaten benzine en petroleum. Er ont
stonden nog meer ontploffingen, waar
door de aan de haven gelegen en grooten-
deels uit houten huizen bestaande arbei
derswijk geheel vernield werd.
Omtrent de oorzaak van de ramp wordt
bekend, dat de 250 kisten (intotaal 7000
kg) dynamiet juist met het stoomschip
„Catalina", dat geen passagiers aan boord
had, uit San Francisco waren aange
bracht. De kisten waren op een goederen
trein geladen en men neemt aan, dat de
ontploffing geschiedde, toen de trein zich
in beweging zette en de kisten daardoor
hard tegen elkaar zijn gebotst.
De totale schade werd Woensdagnacht
op 2 millioen dollar geschat. Degenen, die
er het levenhebben afgebracht zijn mee-
rendeels uit de stad gevlucht. Politie, en
nationale garde, doen, geholpen door sol
daten van den gezondheidsdienst en eige
naars van particuliere auto's, de grootste
moeite om de gekwetste uit de puinhoo-
pen te redden.
Het aantal dooden en gekwetsten ie
wellicht veel hooger dan de eerste schat
tingen.
Een ongeluk aan boord van de
Devonshire.
Naar de Times bericht, zijn de vloot-
manoeuvres van de Britsche vloot, welke
ten Westen van Portugal in den Atlanti-
schen Oceaan zijn gehouden, Woensdag
ochtend geëindigd. De torpedobootjagers
„Vimy" en „Versatile" zijn te Gibraltar
binneugeloopen en zijn onmiddellijk in
het dok opgenomen, aangezien zij in het
stormachtige weer groote averij hebben
opgeloopen; beide schepen vertoonen
groote lekken. Later stoomde de kruiser
„Devonshire" en de duikboot „Rover" de
haven binnen, die om dezelfde redenen
in het dok werden opgenomen.
Bij de manoeuvres is op de „Devonshire"
een ongeluk gebeurd, waarbij een man
om het leven kwam en een ander beide
bbeenen brak. Omtrent den aard van dit
ongeluk is niets bekend.
Naar Reuter uit Hongkong meldt, is
het Noorsche stoomschip „Norviken" door
zeeroovers aangevallen. Twee-en-twintig
Chineesche zeeroovers, vermomd als pas
sagiers, hebben de officieren en de be
manning overrompeld. Zrf stelden de
draadlooze telegrafie huiten werking en
wierpen de radio-toestellen over boord.
Vervolgens plunderden zij het schip, een
boot van 2924 ton. Dit alles heeft zich af
gespeeld op Dinsdag 13 Maart, doch het
bericht hierover is eerst thans in Hong
kong gearriveerd. Woensdag hebben de
zeeroovers het vaartuig verlaten, met me
deneming van tien Chineesche passagiers
als gijzelaars. De kapitein en de officieren
zijn klaarblijkelijk ongedeerd.
AUTO TE WATER GEREDEN.
Drie dooden.
Een auto met vijf menschen er in is
bij Limoges in een vijver gereden. Drie
menschen verdronken.
8)
«NewcastleO! stad van onze droo-
fficn, voor ons het doel van deze lange
'sis, peins ik met een kleine variatie op
een bekend marine-liedje.
Newcastle. Wat zal het ons brengend
Is het eèn mooie stad? Wat is haar ge
schiedenis?
Toevallig heb ik een klein boekske,
daarin iets over deze stad vermeld staat.
«Newcastle" zegt het (Engelsche)
Werkje is het centrum van het Noor
delijke kolendistriet. Steenkool is dan ooi
haar voornaamste handelsartikel. Maai
"at is het niet alleen, wat haar een vooi-
aanstaande plaats onder de bekende ste
den verschaft. De stad ontleent haar be-
iaiigrijkheid aan de ligging op den oeve
der rivier de Tyne. Deze oever, d;e sten
dit de rivier oprijst, vormde in oude tij
den een natuurlijk bolwerk.
De- Romeinen kwamen en deze, onmKl
ei'ijk het gunstige
""hïieii deze te versterken en bouwden
«en brug; de Pons ^Elii.
Later bouwden de Noormannen op den
zelfden heuveltop een kasteel, welke top
in den loop der tijden successievelijk de
sterkten droeg der Britten, Romeinen en
Saksers. Het kasteel bood den handels
lieden een zekere mate van veiligheid en
aldus nam de bevolking gestadig toe en
breidde de stad zich uit.
Er ziin steden, welke niet mooier zyn en
niet zoo'n romantische geschiedenis heb-
hon en die toch door toeristen uit alle
deelen van de wereld als 't ware worden
overstroomd, doch niemand denkt aan
Newcastle, daar iedereen meent dat er
niets anders is te vinden d«n harde arbeid
C'To(XrziIn"er niaar weiuiS steden in. ®n"
geland welke den bezoeker zooveel in
teressants kunnen bieden.
Elk hoekje houdt de herinnering leven
dig aan oude tijden en herhaaldelyk komt
men langs de stoffelijke bewijzen van de
b Zeeraantrekkeliik p, dc fijne architec
NIEUWE KRUISER.
De pas gebouwde kruiser „Hogami" is
van de marinewerf te water gelaten in
aanwezigheid van prins Foesjemi, den
leider van den algemeenen marinestaf.
De „Hogami" heeft een waterverplaatsing
van 8560 ton, ontwikkelt een snelheid
van 33 knoopen, terwijl de bewapening
bestaat uit vijftien stukken geschut van
15 cm, zeven stukken van 12 cm, acht
luchtafweerkanonneii, acht machinegewe
ren en twaalf torpedolanceerbuizen.
Zeven bandieten met machinegeweren
gewapend te Mason City in den Staat
Iowa, hebben een inval gedaan in de
First National Bank.
Zij plunderden de kas, waarin zich
52.000 dollar bevond. Vervolgens spron
gen zij in hun auto, na eerst eenige bur
gers op de treeplank te hebben gezet, als
levend schild tegen het schieten van de
politie.
De bandieten ontkwamen en totdusver
heeft de politie hun spoor nog niet gevon
den.
27 slachtoffers.
Te Beiroet is een groot ouder-
wetseh gebouw, waarin een hotel en
een druk bezocht café gevestigd wa
ren, ingestort. Onder de puinhoopen
werden reeds 25 slachtoffers gevon
den, van wie er 15 overleden waren.
Men vreesde dat het aantal slachtof
fers nog belangrijk grooter zou blij
ken.
Uit Parijs wordt- nader gemeld:
Naar hier wordt vernomen, is het aan
tal personen, dat bij het instorten van het
huis te Beiroet werd gedood, tot 27 ge
stegen, terwijl 12 zwaar-gewonden in het
ziekenhuis zijn opgenomen. Het bergings
werk wordt met behulp van militairen on
afgebroken voortgezet en is bijna ge
ëindigd. Men vermoedt, dat zich geen
slachtoffers meer onder de puinhoopen
bevinden.
Het Duitsehe Nieuwsbureau meldt uit
Kowno, dat in de aan de Duitsehe grens
gelegen Litausche dorpen Kibarty en
Wirbalen gisteren acht vooraanstaande
Duitschers, op grond van een besluit van
de rechtbank, gearresteerd en naar de ge
vangenis gebracht zijn. De reden hier
voor is, dat zij ndertiid geweigerd hebben
den Litauschen geestelijke als zielverzor
ger te erkennen, dien men van hooger-
hand aan de Duitsehe c.a. 5000 zielen tel
lende kerkelijke gemeente had opgedron
gen. ZÜ hadden hem daarom den toegang
tot de kerk ontzegd.
Voor de arrestatie had de gemeente
den staatspresident driemaal verzocht het
besluit van de rechtbank op te heffen. Of
schoon hij een onderzoek had toegezegd,
is de arrestatie toch geschied. De acht
gearresteerde Duitschers zullen 4 weken
in de gevangenis moeten doorbrengen.
Naar Reuter uit Milaan meldt, zijn ten
gevolge van de hevige regens van de laat
ste dagen vele rivieren buiten de oevers
getreden, en zijn groote gedeelten van de
Po-vlakte overstroomd.
De materieele schade is zeer aanzien
lijk: te Stoffoli werd een nederzetting ern
stig bedreigd; militairen moesten .de 40
bewoners met hun vee en have en goed
met bootjes uit de huizen halen.
In de nabijheid van Ferrara is 500 ha
Ontgonnen grond overstroomd, waardoor
eveneens ernstige schade is toegebracht.
In de Alpen is veel sneeuw gevallen en
door den storm zyn er een aantal lawines
naar beneden gekomen.
Op verschillende plaatsen heeft men ook
weer een zoogenaamde „bloedregen" ge
had, welke alles rood verfde. Vermoede
lijk is het regenwater vermengd met het
roode zand van het Afrikaansche woestijn
gebied, dat door stormen omhoog is ge
waaid.
Wacht niet tot de koorts oploopt, als
Gij hoest, transpireert, U rillerig en
als geslagen voelt: dit is het moment,
om Abdijsiroop te gebruiken, omdat
Abdijsiroop snel en grondig werkt.
Vanaf den eersten lepel zult Gij de
taaie slijm kwijt raken, die bezwan
gerd is met millioenén ziektekiemen.
Gij ondervindt een buitengewone
verlichting, Uw hoest verdwijnt. Gij
kunt dan de koorts meester worden
en slapen zonder uitputtende hoest-
aanvailen. Gebruik daarom altijd bij:
De vlieger Ljapidewski vermist.
De regeeringscommissie tot het bren
gen van hulp aan de bemanning van de
Tsjeljoeskin deelt mede, dat de vlieger
Ljapidewski is opgestegen van kaap Wel-
nen naar Wankaroen, doch aldaar niet is
aangekomen. Men vermoedt, dat Ljapi
dewski in de streek van kaap Serdee een
noodlanding heeft moeten maken. Er zijn
maatregelen genomen om het vliegtuig
op te sporen.
DE MARINE EN DE KOSTEN-
VERDEELING.
Met dit vraagstuk houden zich de laat
ste dagen de bladen begrijpelijkerwijs
bezig. We zullen hier en daar een greep
doen. Zoo schrijft de marine-medewerker
van het „Handelsblad
De commissie-Idenburg constateerde,
dat er thans geen bepaald systeem van
kostenverdeeling bestaat, doch dat deze
hoofdzakelijk op utiliteitsgronden berust.
Nu de nijpende nood van de Indische
schatkist^ verlichting dringend noodig
maakt, meent de- commissie dat in begin
sel de kosten van de Staatsmarine ten
laste van de Rijksbegrooting behooren te
komen. Zeker is hier veel voor aan te voe
ren; de taak der zeemacht is toch in
hooge mate het dienen van een imperiaal
belang; bovendien zal bij het opvolgen
van de denkbeelden de commissie ten op
zichte van de bemanning der zeemacht
(Nederlandsche dienstplichtigen in Indië)
de band van het in Indië aanwezige deel
der scheepsmacht met het Rijk nog sterker
worden dan thans het geval is.
Het aandeel, dat Indië za! hebben te
dragen wordt voor een bepaald aantal
jaren avstgesteld: ook hier ware te blijven
in de lijn van het utiliteitsmotief!
Het van marine losmaken van den
Dienst der Scheepvaart, acht het blad be
denkelijk. De Gouvernementsmarine zal
in oorlogstijd gemilitariseerd worden en
reeds daarom is het zeer gewenscht dat
rechtstreeksch contact tusschen den com
mandant der Zeemacht en den hoofdin
specteur der Scheepvaart gehandhaafd
blijft.
Het blad acht voorts het rapport een
knap stuk werk, doch meer dan groote
richtlijnen kan men er natuurlijk niet van
verwachten. De nadere bestudeering en
uitwerking is nu de taak van regeering en
marineleiding!
En het eindigt zijn beschouwingen:
Wat nu de te verwachten bezuinigingen
betreft: hiervan moet men vooral niet te
spoedige verwachtingen koesteren: er
staan in het rapport slechts enkele voor
stellen, die directe bezuiniging beloven,
terwijl het perspectief der overige voor
stellen zoo wijd is, dat de bezuiniging in
den mist der toekomst verdwijnt.
Ons eindoordeel moet dan ook als volgt
luiden: De samenstelling en dislocatie der
vloot volgens plan I is in het uiterste ge
val aanvaardbaar, al achten wij de sterkte
van de vloot met name door het ontbreken
van voldoende materieelreserve, bedenke
lijk beinvloed. De vlootkostenverdeeling is
een belangrijke verbetering van den be-
staanden toestand. Doch achter het militie,
stelsel zetten wij voorloopig nog een groot
vraagteeken, terwijl wij het opheffen van
het korps mariniers een ernstige fout zou
den vinden.
Onder den titel „Onze zeemacht in
nood citeert de „N.Rott.Crt. een be
schouwing van mr. W. Prak in het jongste
nummer van „Onze Vloot", Onze vloot,
aldus de schr., bezit aan modern vecht-
materieel ongev. 36.000 ton. de Franschc
marine 400.000 ton en de Engelsche circa
950.000 ton. Als verklaring van dit ver
schil wordt meestal gebruikt de dooddoe
ner, dat dit maar een klein „landje" is en
wij dus ook maar een kleine weermacht
kunnen onderhouden. Natuurlijk verwacht
niemand, dat wij een weermacht kunnen
onderhouden'zoo groot als de Fransche of
de' Engelsche. Wanneer men de getal
sterkte der bevolking nagaat, blijkt Neder
land 8.3 millioen inwoners te hebben,
tegen Frankrijk 42 millioen en Engeland
ruim 46 millioen. Die volken zijn dus
slechts 5 tot 6 keer zoo talrijk als wij,
maar hun oorlogsvloten zijn resp. 11 en 6
keer zoo groot als de onze. Zelfs landen,
die veel armer zijn dan wij, zoo met name
Italië en Japan, met resp. 'n bevolking van
42 en 66 millioen, bezitten oorlogsvloten
van 275.000 ton en 675.000 ton. Deze
oeconomisch naar verhouding zwakkere
staten met vijf en acht maal onze bevol
king onderhouden dus oorlogsmarines, die
resp. bijna 8 keer en ruim 18 keer zoo
groot zijn als de onze.
In het verdere gedeelte van zijn artikel
wijst mr. Prak er met klem op, dat wan
neer niet krachtig ingegrepen wordt zonder
verder tijd te verliezen, de kans ontstel
lend groot is, dat binnen korten tijd Indië
voor Nederland verloren gaat. Wij moe
ten, zegt hij, tot eiken prijs onze weer
macht in Indië versterken. De schrijver
geeft verder aan wat z.i. absoluut gebeu
ren moet.
In een bespreking die het blad zelf
houdt over het rapport-Idenburg, zegt de
redactie:
Nederland zal in de toekomst de kosten
van nagenoeg de geheele staatsmarine
moeten gaan dragen.
Het kan ook niet anders.
Nu de Indische baten ophouden te
vloeien, moet Nederland zijn dankbaar
heid kunnen toonen voor wat het eeuwen
lang genoten heeft. „Nu de voorstellen der
Commissie slechts zeer weinig maatregelen
bevatten, welke op korten termijn tot be
zuiniging kunnen leiden, zou toepassing
van de voorgestelde kostenverdeeling aan
zienlijker stijgen van het eindcijfer van
Hoofdstuk VIII der Rijksbegrooting ten
gevolge hebben, hetgeen bij den huidigen
stand van 's lands financiën als ontoelaat
baar moet worden beschouwd aldus
oordeelt echter de Commissie.
Toch zal er niets aan te doen zijn.
Nederland moet imperialistisch, in alle
bescheidenheid gezegd, leeren denken.
Wat het zwaarste is, moet het zwaarste
wegen.
Eerst moet Indië met de vloot worden
geholpen. De vloot is primair.
Doch nu de consequenties!
Hierover zal in een volgend artikel een
en ander worden gezegd.
tuur van de voornaamste straten en ge
bouwen. Prachtige parken zijn in ver
schillende gedeelten van de stad aange
legd, waarvan Jesmond Dene de beroemd
ste is...
„Dat is een kostelijk verhaal," vindt
Julius, die over m'p schouder heeft mee
gelezen.
„Ga je mee kijken, wat er allemaal van
gelogen is?"
Julius is min of meer pessimist van huis
uit.
„All right, laat ons de wal opgaan," en
zoo gaan we gevieren. Julius, Felix,
Augustus en Hippias op stap om te on
derzoeken wat er van aan is.
Het begint goed, ik bedoel: we liggen
op een gunstige plaats, midden in de stad,
onder de Tyne-bridge, een van de vier
mooie bruggen, die het eene deel van
Newcastle verbindt met het andere deel
op den anderen oever, dat meer in 't hij
zonder Gate's Head heet.
„Zouden we geen last krijgen van krin
getjesspuwers?" vraagt Julius bezorgd, als
we van boord stappen.
„Welnee man, je ligt toch niet in Am
sterdam," zegt Felix, die geen hoofdstede
ling is.
„Trouwens: de kap zal wel over den
schoorsteen gaan, zoodat er dus niets kan
gebeuren."
steld stijgen we op weg,
of liever *><75% dat geeft de werkel
c' V \v
heid beter weer: we stijgen op weg. Tot
zoover kloppen onze ervaringen met het
boekje. De oever rijst inderdaad steil uit
de rivier op, waardoor het bewandelen
van menige straat in deze stad een zekere
geoefendheid in het bergbeklimmen ver-
eischt. Dat is voor een Hollander, die
nooit in het buitenland is geweest (en die
zijn er inderdaad nog!) en die het weg
dek niet anders dan horizontaal kent
op een enkele uitzondering na iets zeer
ongewoons. Toch maakt zoo'n groote, vol
komen Europeesehe stad, die zoo sterk
geaccidenteerd is, ook op den meer be
reisde een vreemden indruk.
Rijwielen ziet men hier natuurlijk zoo
goed als niet. Het vehikel „auto" is het
sterkst vertegenwoordigd door de Baby-
Austins, hetgeen wel voor de hand ligt,
want deze wiegen op luchtbanden zijn
zuinig en klimmen goed.
Taxi's zijn er ook, doch de meeste zijn
van een merkwaardig oud model.
Afgezien van de steilte der straten, be
merken we onmiddellijk, dat we in een
vreemde stad zyn." We komen stadstrams
tegen, zooals men ze in Holland niet ziet:
met twee (gesloten) ruimten voor de pas
sagiers boven elkaar, trams met een ver
dieping dus.
Deze hooge gevaarten leveren een eigen-
aardigen aanblik op, evenals de kolossale
autobussen, waar de chauffeur niet a c h-
t e r, maar naast de motorkap zit in z'n
stuurhokje, dat aldus uitgebouwd, vrijwel
boven liet linkervoorwiel staat.
Ook het wandelend publiek is anders
dan bij ons. Wij loopen in een drukke
winkelstraat, de Market Street. Links op
den hoek een gebouw met een koepelvor
mig dak, dat, naar het boekje ons vertelt,
een nabootsing is van den tempel van
Vesta te Tivoli, doch overigens hiermede
niets gemeen heeft, daar er een winkel
galerij in is gevestigd. Daar is tamelijk
veel publiek aanwezig. Van ons, vreem
delingen, wordt niet de minste notitie ge
nomen.
Deze opmerking lijkt op het eerste ge-
zich dwaas, maar ik moet er bij vertellen,
dat Augustus en Hippias in uniform wa
ren. Welnu, waar ter wereld ook: een
vreemde uniform trekt immer de aan
dacht. Ga eens in Holland in een niet-
marineplaats in uniform door de straten
wandelen en let eens op hoe de meesten
uit het publiek daar op reageeren.
Als blikken kogels waren, zou men van
een moorddadig vuur kunnen spreken,
waarmede de geuniformde in vele geval
len wordt begroet Soms mag het slacht
offer blij zyn, als het daar bij blijft.
Niet alzoo in Newcastle.
„Jammer van je mooie jas, Augustus,"
zegt Felix, „niemand die naar je. om kijkt.
Maar waar loop jij zoo naar te speuren?"
„Naar al die „reminiscences 011 ever.v
nook," die je hier volgens dat boekje van
jou moet tegenkomen, maar ik heb er nog
niet veel van kunnen ontdekken en van
die mildheid ook niet."
„Dat komt nog en met die „reminiscen
ces" zullen ze die ouwe taxis wel bedoeld
hebben."
„Ik heh wat anders ontdekt", zegt Hip
pias. „Als we straks langs een toko met
een spiegel komen, moet je daar eens in
kijken en opletten wat er achter je ge
beurt." Die gelegenheid doet zich spoedjg
voor en tegelijkertijd ondergaat onze
meening omtrent de onverschilligheid
voor vreemdelingen van de Newoastlena-
ren een radicale wijziging. Zij nemen, zoo
als gezegd, van hen niet deminste notitie...
aan de voorzijde. Doch niet zoodra is de
vreemdeling gepasseerd of hij wordt ter
dege opgenomen.
En zoo gebeurt met ons ook. Bijna
iedere wandelaar, dien we tegenkomen,
hetzij man of vrouw, jongen of meisje,
kijkt onverschillig voor zich, zoolang we
nog niet voorbij zijn. Doch niet zoodra
zijn ze onze meridiaan gepasseerd, of ze
logenstraffen de opmerking van Felix:
„niemand die naar je omkijkt", in den
meest letterlijken zin des woords. We wor
den in den rug onder vuur genomen.
.(Wordt vervolgd).