Bij onzen Nationaien „Lucht-architeet". WSÏMOP GEMENGD NIEUWS Uit de Pers» HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 MAART 1934. SÏS T22MtowS De geboorte in 1933 in Engeland. Buitenland De dynamietontploffing te Libertad. Slecht weer bij de Engelsche vloot- manoeuvres. Zeeroovers op Noorsch schip. II BANKET De bandieten in de Ver. Staten. Instorting te Beiroet Acht Duitschers in Litauen gearresteerd. Boos weer in Noord-Italië Uitkomst bij GPiEP ffoest- Cr iep Bronchitis -Asthma De bemanning van Tsjeljoeskin. ISVOOf DL SMIDSE ISDL/\DVERTENTIL VOOR UW ZAAK- taa/PEDE BLAD Ee. weinig belichte zijde van het Nederlandsche vl Onze Haagsche medewerker schrijft «lis: Gedurende het betrekkelijk nog korte bestaan van het nationale vliegwezen in 't »l"eineen en van de K.L.M, in 't bijzon- der werden herhaaldelijk zeer belangrijke en lezenswaardige publicaties gedaan om- Lont de ontwikkeling en de vorderingen V!1,i onze eigen luchtvaart. Kort geleden n0g had ik het genoegen een en ander te kunnen meedeelen aangaande een pers conferentie met directeur Plesman, bij welke gelegenheid immers weer eens ten duidelijkste werd bewezen, dat Nederland een der vooraanstaande plaatsen inneemt Jn de rijen der vliegende naties. Eigenaardig heeft men in de afgeloo- pen jaren openlijk weinig aandacht ge toond voor een zaak, welke toch stellig piet gerekend kan worden tot een „quan- lité négligeable" en wel: de aankleeding van het vliegtuig, de inrichting van de „kajuit", om nu eens in scheepstaal te spreken. De kabine zoo heet 't beestje immers officieel! werd dan ook oor spronkelijk niet zeer nauwkeurig bestu deerd, men had alle aandacht noodig ter verbetering van machine en vliegtuigcon- structie. De tijd is nog niet zoo héél vel geleden, dat de toenmaals nog schaarsche luchtreizigers van de K.L.M. een leeren jas ter leen kregen om zich tegen de onge-. makken van een reisje door de wolken te wapenen, bij welke „accomodatie" men 't meende te kunnen laten 1 Nu de jaren ons hebben gebracht tot een groote mate van ontwikkeling van de vliegmachine, nu spreekt het wel vanzelf, dat er eveneens een groote wijziging is gekomen in de „aankleeding" van het in wendige deel des vliegtuigs. Wie mocht denken, dat deze zaak er een is van weinig Ingewikkelde structuur, vergist zich schro melijk! Vooral sedert j.1. Woensdag-mid dag is het velen extra-duidelijk geworden, dat het decoratief voor vliegtuigen een kwestie is van langdurige studie en onder vinding. Verleden Woensdag namelijk heeft de heer H. P. Mutters, directeur van de alhier gevestigde oude en bekende meubelfabriek H. P. Mutters en Zoon aan het Piet Heinplein, de pers ontvangen om eens een duidelijk beeld te geven van wat reeds werd bereikt op bovengenoemd ge bied. Op humoristische wijze leidde de heer Mutters zich zelf ten tooneele, want. hij moest zich ontpoppen als de eerste Nederlandsche lucht-architeet! En hii deed dat op zeer bescheiden manier, be vreesd als hii was om den schijn te wek ken van te hoog van den toren te blazen. Maar uit hetgeen wij door middel van lichtbeelden met toelichting en door liet bekijken van modellen, maquettes, teeke- ningen, alsook van een speciaal vervaar digde Moch-up (een geheel compartiment op ware grootte van ïfëToméhtfe'TCBQrcn F. 22) te zien hebben gekregen, werd de vaste indruk gevestigd, dat de heer Mut ters alle recht heeft op den titel van air- architect! De vraagstukken, welke bii het ontwer pen van vliegtuig-interieurs aan de orde komen, zijn groot in aantal. Rekening be hoort gehouden' te worden met ruimte, ge wicht, geluiddemping, ventilatie, verwar ming. Wat eerstgenoemd vraagstuk be treft, het is ontzaggelijk moeilijk in een betrekkelijk kleine ruimte toch een zekere graad van beduidend comfort te leveren. Een en ander eisclit een bijzondere studie. Vooral ook de vooruitgang op het terrein der geluiddemping is geweldig geweest, daar wees de heer Mutters in 't bijzonder op. Eertijds aanvaardde men het dikwijls oorverdoovende geraas in de kabine gela ten, het kon niet anders, dacht men. Doch de wetenschap der radiotechniek opende nieuwe begrippen omtrent geluid en van dat oogenblik af werrl meer aandacht ge schonken aan de mogelijkheid tot geluid demping. _De heer Mutters, die op geestig-humo- ristische wijze zijn entrée bii de K.L.M. schetste, ging in een kort woord na wat in de tien jaar tijd zijner werkzaamheid bereikt werd. Hij herinnerde eraan, dat hij alle typen van vliegtuigen der K.L.M. van de F. 3 tot de F. 36 toe, dat ziin onge veer 42 typen in totaal, heeft mogen «decoreeren" en aan de hand van zeer in structieve lichtbeelden maakte de heer Mutters 't ons duidelijk, met welke schier- onoverkomelijke moeilijkheden hii dikwijls te kampen had. Talloos zijn de proeven geweest, geno- ®en in het belang van comfort, van een behagelijk stemmend interieur. Tot aan ®e F. 20 zijn de vliegtuigen ingericht zon- legwezen. verwarmïncr «Lrw.16 «««evens omtrent gebruik- i- V e en Keluiddemping konword.." gemaakt. Doch daar- K «nel crescendo! Het zal straks min«o„ °«8te eischen, welke bit u ",fen,V^eiïtui8: kan stellen, n.1. dat Dit h? d? l '1V,en 0,lder de 70 decibel!. V 11 de eerste plaats. Daarnaast dringt Eeerlf Zim d?delijk »aar voren. kJ1' w«lke de beer Mutters in vlrrH fabrieksgebouw heeft gereser- <i .n t i. ?.,e alffld voor belangstellen den te bezichtigen is - heeft hij een „his- nsche tentoonstelling" georganiseerd, waarin men alles kan vinden, wat geëxpe rimenteerd werd op het gebied van vlieg- tuiginterieurs. Het was hier, dat de pers vertegenwoordigers kennis konden maken me. de reeds eerder genoemde „Moch-up", voorstellend een geheel compartiment op ware grootte van de F. 36. Welk een beha- gelijke inrichting! Men kriigt zeer sterk den indruk van een luxueuse Pullman- car, want breede fauteuils met tusschen de reizigers in gemakkelijke tafeltjes maken net zitten tot een genoegen. De wanden zijn in zacht blauw gedecoreerd, terwijl het „meubilair" in roode tinten gehouden is. lerwille van een minimum zwaarte heeft men gezocht naar lichte en toch soliede materialen, die gevonden werden in het lfydronalium als een der lichtste en meest-glanshoudende metaalsodrten en het Rexine, een imitatie-leersoort, dat voor bekleeding der wanden en der fauteuils het beste bleek te zijn. Buitengewoon- practisch is 't, dat de genoemde fauteuils in een ommezientje tot heerlijke rust- en slaapbanken kunnen worden omgetooverd! Directeur Plesman, die ook aanwezig was, gaf nog over een en ander een nadere toe lichting. In de toekomst wil de KX.M het zoo inrichten, dat de passagiers niet al leen in de hotels behoeven te slapen, doch ook in de toestellen kunnen rusten. Men kan dan bii aankomst op het vlieg veld desnoods op z'n pantoffels en in pyama naar het restaurant gaan om te eten, want in de toestellen zal men altijd slechts „noodlunches" kunnen verkrijgen. Het zou mij te ver voeren, nden ik in dit beknopte bestek trachtte, een volledige beschrijving te geven van den „binnen kant" van het eerstkomende groote ver keersvliegtuig van de K.L.M., de F. 36. Het bezoek bii den heer Mutters heeft ons de overtuiging geschonken, dat in Neder land niet alleen alle zorg en toewijding wordt besteed aan de snelheid en de vei ligheid van de toestellen, maai' evenzeer aan de comfortabele inrichting. En wat dit laatste betreft: lang niet onmigeli.k is, dat ons land het beste te zien geeft wat op dit gebied te bereiken is, dank zij de uitnemende kwaliteiten van den heer Mut- terSj die in het vejrjedsju ook reeds op het gebiecTvan scheepsinterieurs (hij noemde o. a. de „Baloeran" en enkele van de groot ste Engelsche steamers) zijn sporen ver diend heeft. En wü kunnen gerust ziin wat betreft de verdere ontwikkeling van onze nationale vliegtuiginterieurtechniek. Met groote ernst wordt steeds voortgewerkt aan ver dere vervolmaking, want zoo merkte de heer M. ook nog op er zal straks voor het interieur der cabine een vormgeving ontstaan, die geheel beheerscht zal worden door technische eischen, hetgeen vergele ken kan worden met den vorm en de ver siering der auto-carosserie, welke zich door de jaren heen vanzelf bepaald heb ben. Een tocht per Nederlandsche vliegma chine gaat nu werkelijk behooren tot de meest-aangename reissensaties! Het laagst bekende percentage. Het driemaandeliiksche rapport van het hoofd van den Engelschen Bevolkings- dienst toont aan, dat gedurende de laptste drie maanden van 1933, evenals voor het geheele jaar 1933, in Engeland en Wales het geboortecijfer het laagste is, dat tot dusver is opgeteekend. Het cijfer voor het laatste kwartaal was 12.8 per 1000 inwo ners, dat voor het heele jaar 14.4. Het aantal sterfgevallen in 1933 bedroeg 12.3 per 1000 inwoners en het aantal hu welijken 15.7. Het aantal sterfgevallen van kinderen beneden een jaar bedroeg 64 per 1000. 250 dooden, meer dan 1000 gekwetiten. Volgens een bericht van de New Vork Times zijn bij de dynamiet-ont- plofïing te La Libertad, in de repu bliek San Salvador 250 menschen ge dood en meer dan 1000 gekwetst Nader wordt uit de geteisterde stad ge meld, dat de brandweer nog den geheelen nacht is bezig geweest met de bestrijding van den brand. De toestand was een tijdlang buitenge woon kritiek, omdat de vlammen waren overgeslagen naar een opslagplaats van 4000 vaten benzine en petroleum. Er ont stonden nog meer ontploffingen, waar door de aan de haven gelegen en grooten- deels uit houten huizen bestaande arbei derswijk geheel vernield werd. Omtrent de oorzaak van de ramp wordt bekend, dat de 250 kisten (intotaal 7000 kg) dynamiet juist met het stoomschip „Catalina", dat geen passagiers aan boord had, uit San Francisco waren aange bracht. De kisten waren op een goederen trein geladen en men neemt aan, dat de ontploffing geschiedde, toen de trein zich in beweging zette en de kisten daardoor hard tegen elkaar zijn gebotst. De totale schade werd Woensdagnacht op 2 millioen dollar geschat. Degenen, die er het levenhebben afgebracht zijn mee- rendeels uit de stad gevlucht. Politie, en nationale garde, doen, geholpen door sol daten van den gezondheidsdienst en eige naars van particuliere auto's, de grootste moeite om de gekwetste uit de puinhoo- pen te redden. Het aantal dooden en gekwetsten ie wellicht veel hooger dan de eerste schat tingen. Een ongeluk aan boord van de Devonshire. Naar de Times bericht, zijn de vloot- manoeuvres van de Britsche vloot, welke ten Westen van Portugal in den Atlanti- schen Oceaan zijn gehouden, Woensdag ochtend geëindigd. De torpedobootjagers „Vimy" en „Versatile" zijn te Gibraltar binneugeloopen en zijn onmiddellijk in het dok opgenomen, aangezien zij in het stormachtige weer groote averij hebben opgeloopen; beide schepen vertoonen groote lekken. Later stoomde de kruiser „Devonshire" en de duikboot „Rover" de haven binnen, die om dezelfde redenen in het dok werden opgenomen. Bij de manoeuvres is op de „Devonshire" een ongeluk gebeurd, waarbij een man om het leven kwam en een ander beide bbeenen brak. Omtrent den aard van dit ongeluk is niets bekend. Naar Reuter uit Hongkong meldt, is het Noorsche stoomschip „Norviken" door zeeroovers aangevallen. Twee-en-twintig Chineesche zeeroovers, vermomd als pas sagiers, hebben de officieren en de be manning overrompeld. Zrf stelden de draadlooze telegrafie huiten werking en wierpen de radio-toestellen over boord. Vervolgens plunderden zij het schip, een boot van 2924 ton. Dit alles heeft zich af gespeeld op Dinsdag 13 Maart, doch het bericht hierover is eerst thans in Hong kong gearriveerd. Woensdag hebben de zeeroovers het vaartuig verlaten, met me deneming van tien Chineesche passagiers als gijzelaars. De kapitein en de officieren zijn klaarblijkelijk ongedeerd. AUTO TE WATER GEREDEN. Drie dooden. Een auto met vijf menschen er in is bij Limoges in een vijver gereden. Drie menschen verdronken. 8) «NewcastleO! stad van onze droo- fficn, voor ons het doel van deze lange 'sis, peins ik met een kleine variatie op een bekend marine-liedje. Newcastle. Wat zal het ons brengend Is het eèn mooie stad? Wat is haar ge schiedenis? Toevallig heb ik een klein boekske, daarin iets over deze stad vermeld staat. «Newcastle" zegt het (Engelsche) Werkje is het centrum van het Noor delijke kolendistriet. Steenkool is dan ooi haar voornaamste handelsartikel. Maai "at is het niet alleen, wat haar een vooi- aanstaande plaats onder de bekende ste den verschaft. De stad ontleent haar be- iaiigrijkheid aan de ligging op den oeve der rivier de Tyne. Deze oever, d;e sten dit de rivier oprijst, vormde in oude tij den een natuurlijk bolwerk. De- Romeinen kwamen en deze, onmKl ei'ijk het gunstige ""hïieii deze te versterken en bouwden «en brug; de Pons ^Elii. Later bouwden de Noormannen op den zelfden heuveltop een kasteel, welke top in den loop der tijden successievelijk de sterkten droeg der Britten, Romeinen en Saksers. Het kasteel bood den handels lieden een zekere mate van veiligheid en aldus nam de bevolking gestadig toe en breidde de stad zich uit. Er ziin steden, welke niet mooier zyn en niet zoo'n romantische geschiedenis heb- hon en die toch door toeristen uit alle deelen van de wereld als 't ware worden overstroomd, doch niemand denkt aan Newcastle, daar iedereen meent dat er niets anders is te vinden d«n harde arbeid C'To(XrziIn"er niaar weiuiS steden in. ®n" geland welke den bezoeker zooveel in teressants kunnen bieden. Elk hoekje houdt de herinnering leven dig aan oude tijden en herhaaldelyk komt men langs de stoffelijke bewijzen van de b Zeeraantrekkeliik p, dc fijne architec NIEUWE KRUISER. De pas gebouwde kruiser „Hogami" is van de marinewerf te water gelaten in aanwezigheid van prins Foesjemi, den leider van den algemeenen marinestaf. De „Hogami" heeft een waterverplaatsing van 8560 ton, ontwikkelt een snelheid van 33 knoopen, terwijl de bewapening bestaat uit vijftien stukken geschut van 15 cm, zeven stukken van 12 cm, acht luchtafweerkanonneii, acht machinegewe ren en twaalf torpedolanceerbuizen. Zeven bandieten met machinegeweren gewapend te Mason City in den Staat Iowa, hebben een inval gedaan in de First National Bank. Zij plunderden de kas, waarin zich 52.000 dollar bevond. Vervolgens spron gen zij in hun auto, na eerst eenige bur gers op de treeplank te hebben gezet, als levend schild tegen het schieten van de politie. De bandieten ontkwamen en totdusver heeft de politie hun spoor nog niet gevon den. 27 slachtoffers. Te Beiroet is een groot ouder- wetseh gebouw, waarin een hotel en een druk bezocht café gevestigd wa ren, ingestort. Onder de puinhoopen werden reeds 25 slachtoffers gevon den, van wie er 15 overleden waren. Men vreesde dat het aantal slachtof fers nog belangrijk grooter zou blij ken. Uit Parijs wordt- nader gemeld: Naar hier wordt vernomen, is het aan tal personen, dat bij het instorten van het huis te Beiroet werd gedood, tot 27 ge stegen, terwijl 12 zwaar-gewonden in het ziekenhuis zijn opgenomen. Het bergings werk wordt met behulp van militairen on afgebroken voortgezet en is bijna ge ëindigd. Men vermoedt, dat zich geen slachtoffers meer onder de puinhoopen bevinden. Het Duitsehe Nieuwsbureau meldt uit Kowno, dat in de aan de Duitsehe grens gelegen Litausche dorpen Kibarty en Wirbalen gisteren acht vooraanstaande Duitschers, op grond van een besluit van de rechtbank, gearresteerd en naar de ge vangenis gebracht zijn. De reden hier voor is, dat zij ndertiid geweigerd hebben den Litauschen geestelijke als zielverzor ger te erkennen, dien men van hooger- hand aan de Duitsehe c.a. 5000 zielen tel lende kerkelijke gemeente had opgedron gen. ZÜ hadden hem daarom den toegang tot de kerk ontzegd. Voor de arrestatie had de gemeente den staatspresident driemaal verzocht het besluit van de rechtbank op te heffen. Of schoon hij een onderzoek had toegezegd, is de arrestatie toch geschied. De acht gearresteerde Duitschers zullen 4 weken in de gevangenis moeten doorbrengen. Naar Reuter uit Milaan meldt, zijn ten gevolge van de hevige regens van de laat ste dagen vele rivieren buiten de oevers getreden, en zijn groote gedeelten van de Po-vlakte overstroomd. De materieele schade is zeer aanzien lijk: te Stoffoli werd een nederzetting ern stig bedreigd; militairen moesten .de 40 bewoners met hun vee en have en goed met bootjes uit de huizen halen. In de nabijheid van Ferrara is 500 ha Ontgonnen grond overstroomd, waardoor eveneens ernstige schade is toegebracht. In de Alpen is veel sneeuw gevallen en door den storm zyn er een aantal lawines naar beneden gekomen. Op verschillende plaatsen heeft men ook weer een zoogenaamde „bloedregen" ge had, welke alles rood verfde. Vermoede lijk is het regenwater vermengd met het roode zand van het Afrikaansche woestijn gebied, dat door stormen omhoog is ge waaid. Wacht niet tot de koorts oploopt, als Gij hoest, transpireert, U rillerig en als geslagen voelt: dit is het moment, om Abdijsiroop te gebruiken, omdat Abdijsiroop snel en grondig werkt. Vanaf den eersten lepel zult Gij de taaie slijm kwijt raken, die bezwan gerd is met millioenén ziektekiemen. Gij ondervindt een buitengewone verlichting, Uw hoest verdwijnt. Gij kunt dan de koorts meester worden en slapen zonder uitputtende hoest- aanvailen. Gebruik daarom altijd bij: De vlieger Ljapidewski vermist. De regeeringscommissie tot het bren gen van hulp aan de bemanning van de Tsjeljoeskin deelt mede, dat de vlieger Ljapidewski is opgestegen van kaap Wel- nen naar Wankaroen, doch aldaar niet is aangekomen. Men vermoedt, dat Ljapi dewski in de streek van kaap Serdee een noodlanding heeft moeten maken. Er zijn maatregelen genomen om het vliegtuig op te sporen. DE MARINE EN DE KOSTEN- VERDEELING. Met dit vraagstuk houden zich de laat ste dagen de bladen begrijpelijkerwijs bezig. We zullen hier en daar een greep doen. Zoo schrijft de marine-medewerker van het „Handelsblad De commissie-Idenburg constateerde, dat er thans geen bepaald systeem van kostenverdeeling bestaat, doch dat deze hoofdzakelijk op utiliteitsgronden berust. Nu de nijpende nood van de Indische schatkist^ verlichting dringend noodig maakt, meent de- commissie dat in begin sel de kosten van de Staatsmarine ten laste van de Rijksbegrooting behooren te komen. Zeker is hier veel voor aan te voe ren; de taak der zeemacht is toch in hooge mate het dienen van een imperiaal belang; bovendien zal bij het opvolgen van de denkbeelden de commissie ten op zichte van de bemanning der zeemacht (Nederlandsche dienstplichtigen in Indië) de band van het in Indië aanwezige deel der scheepsmacht met het Rijk nog sterker worden dan thans het geval is. Het aandeel, dat Indië za! hebben te dragen wordt voor een bepaald aantal jaren avstgesteld: ook hier ware te blijven in de lijn van het utiliteitsmotief! Het van marine losmaken van den Dienst der Scheepvaart, acht het blad be denkelijk. De Gouvernementsmarine zal in oorlogstijd gemilitariseerd worden en reeds daarom is het zeer gewenscht dat rechtstreeksch contact tusschen den com mandant der Zeemacht en den hoofdin specteur der Scheepvaart gehandhaafd blijft. Het blad acht voorts het rapport een knap stuk werk, doch meer dan groote richtlijnen kan men er natuurlijk niet van verwachten. De nadere bestudeering en uitwerking is nu de taak van regeering en marineleiding! En het eindigt zijn beschouwingen: Wat nu de te verwachten bezuinigingen betreft: hiervan moet men vooral niet te spoedige verwachtingen koesteren: er staan in het rapport slechts enkele voor stellen, die directe bezuiniging beloven, terwijl het perspectief der overige voor stellen zoo wijd is, dat de bezuiniging in den mist der toekomst verdwijnt. Ons eindoordeel moet dan ook als volgt luiden: De samenstelling en dislocatie der vloot volgens plan I is in het uiterste ge val aanvaardbaar, al achten wij de sterkte van de vloot met name door het ontbreken van voldoende materieelreserve, bedenke lijk beinvloed. De vlootkostenverdeeling is een belangrijke verbetering van den be- staanden toestand. Doch achter het militie, stelsel zetten wij voorloopig nog een groot vraagteeken, terwijl wij het opheffen van het korps mariniers een ernstige fout zou den vinden. Onder den titel „Onze zeemacht in nood citeert de „N.Rott.Crt. een be schouwing van mr. W. Prak in het jongste nummer van „Onze Vloot", Onze vloot, aldus de schr., bezit aan modern vecht- materieel ongev. 36.000 ton. de Franschc marine 400.000 ton en de Engelsche circa 950.000 ton. Als verklaring van dit ver schil wordt meestal gebruikt de dooddoe ner, dat dit maar een klein „landje" is en wij dus ook maar een kleine weermacht kunnen onderhouden. Natuurlijk verwacht niemand, dat wij een weermacht kunnen onderhouden'zoo groot als de Fransche of de' Engelsche. Wanneer men de getal sterkte der bevolking nagaat, blijkt Neder land 8.3 millioen inwoners te hebben, tegen Frankrijk 42 millioen en Engeland ruim 46 millioen. Die volken zijn dus slechts 5 tot 6 keer zoo talrijk als wij, maar hun oorlogsvloten zijn resp. 11 en 6 keer zoo groot als de onze. Zelfs landen, die veel armer zijn dan wij, zoo met name Italië en Japan, met resp. 'n bevolking van 42 en 66 millioen, bezitten oorlogsvloten van 275.000 ton en 675.000 ton. Deze oeconomisch naar verhouding zwakkere staten met vijf en acht maal onze bevol king onderhouden dus oorlogsmarines, die resp. bijna 8 keer en ruim 18 keer zoo groot zijn als de onze. In het verdere gedeelte van zijn artikel wijst mr. Prak er met klem op, dat wan neer niet krachtig ingegrepen wordt zonder verder tijd te verliezen, de kans ontstel lend groot is, dat binnen korten tijd Indië voor Nederland verloren gaat. Wij moe ten, zegt hij, tot eiken prijs onze weer macht in Indië versterken. De schrijver geeft verder aan wat z.i. absoluut gebeu ren moet. In een bespreking die het blad zelf houdt over het rapport-Idenburg, zegt de redactie: Nederland zal in de toekomst de kosten van nagenoeg de geheele staatsmarine moeten gaan dragen. Het kan ook niet anders. Nu de Indische baten ophouden te vloeien, moet Nederland zijn dankbaar heid kunnen toonen voor wat het eeuwen lang genoten heeft. „Nu de voorstellen der Commissie slechts zeer weinig maatregelen bevatten, welke op korten termijn tot be zuiniging kunnen leiden, zou toepassing van de voorgestelde kostenverdeeling aan zienlijker stijgen van het eindcijfer van Hoofdstuk VIII der Rijksbegrooting ten gevolge hebben, hetgeen bij den huidigen stand van 's lands financiën als ontoelaat baar moet worden beschouwd aldus oordeelt echter de Commissie. Toch zal er niets aan te doen zijn. Nederland moet imperialistisch, in alle bescheidenheid gezegd, leeren denken. Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Eerst moet Indië met de vloot worden geholpen. De vloot is primair. Doch nu de consequenties! Hierover zal in een volgend artikel een en ander worden gezegd. tuur van de voornaamste straten en ge bouwen. Prachtige parken zijn in ver schillende gedeelten van de stad aange legd, waarvan Jesmond Dene de beroemd ste is... „Dat is een kostelijk verhaal," vindt Julius, die over m'p schouder heeft mee gelezen. „Ga je mee kijken, wat er allemaal van gelogen is?" Julius is min of meer pessimist van huis uit. „All right, laat ons de wal opgaan," en zoo gaan we gevieren. Julius, Felix, Augustus en Hippias op stap om te on derzoeken wat er van aan is. Het begint goed, ik bedoel: we liggen op een gunstige plaats, midden in de stad, onder de Tyne-bridge, een van de vier mooie bruggen, die het eene deel van Newcastle verbindt met het andere deel op den anderen oever, dat meer in 't hij zonder Gate's Head heet. „Zouden we geen last krijgen van krin getjesspuwers?" vraagt Julius bezorgd, als we van boord stappen. „Welnee man, je ligt toch niet in Am sterdam," zegt Felix, die geen hoofdstede ling is. „Trouwens: de kap zal wel over den schoorsteen gaan, zoodat er dus niets kan gebeuren." steld stijgen we op weg, of liever *><75% dat geeft de werkel c' V \v heid beter weer: we stijgen op weg. Tot zoover kloppen onze ervaringen met het boekje. De oever rijst inderdaad steil uit de rivier op, waardoor het bewandelen van menige straat in deze stad een zekere geoefendheid in het bergbeklimmen ver- eischt. Dat is voor een Hollander, die nooit in het buitenland is geweest (en die zijn er inderdaad nog!) en die het weg dek niet anders dan horizontaal kent op een enkele uitzondering na iets zeer ongewoons. Toch maakt zoo'n groote, vol komen Europeesehe stad, die zoo sterk geaccidenteerd is, ook op den meer be reisde een vreemden indruk. Rijwielen ziet men hier natuurlijk zoo goed als niet. Het vehikel „auto" is het sterkst vertegenwoordigd door de Baby- Austins, hetgeen wel voor de hand ligt, want deze wiegen op luchtbanden zijn zuinig en klimmen goed. Taxi's zijn er ook, doch de meeste zijn van een merkwaardig oud model. Afgezien van de steilte der straten, be merken we onmiddellijk, dat we in een vreemde stad zyn." We komen stadstrams tegen, zooals men ze in Holland niet ziet: met twee (gesloten) ruimten voor de pas sagiers boven elkaar, trams met een ver dieping dus. Deze hooge gevaarten leveren een eigen- aardigen aanblik op, evenals de kolossale autobussen, waar de chauffeur niet a c h- t e r, maar naast de motorkap zit in z'n stuurhokje, dat aldus uitgebouwd, vrijwel boven liet linkervoorwiel staat. Ook het wandelend publiek is anders dan bij ons. Wij loopen in een drukke winkelstraat, de Market Street. Links op den hoek een gebouw met een koepelvor mig dak, dat, naar het boekje ons vertelt, een nabootsing is van den tempel van Vesta te Tivoli, doch overigens hiermede niets gemeen heeft, daar er een winkel galerij in is gevestigd. Daar is tamelijk veel publiek aanwezig. Van ons, vreem delingen, wordt niet de minste notitie ge nomen. Deze opmerking lijkt op het eerste ge- zich dwaas, maar ik moet er bij vertellen, dat Augustus en Hippias in uniform wa ren. Welnu, waar ter wereld ook: een vreemde uniform trekt immer de aan dacht. Ga eens in Holland in een niet- marineplaats in uniform door de straten wandelen en let eens op hoe de meesten uit het publiek daar op reageeren. Als blikken kogels waren, zou men van een moorddadig vuur kunnen spreken, waarmede de geuniformde in vele geval len wordt begroet Soms mag het slacht offer blij zyn, als het daar bij blijft. Niet alzoo in Newcastle. „Jammer van je mooie jas, Augustus," zegt Felix, „niemand die naar je. om kijkt. Maar waar loop jij zoo naar te speuren?" „Naar al die „reminiscences 011 ever.v nook," die je hier volgens dat boekje van jou moet tegenkomen, maar ik heb er nog niet veel van kunnen ontdekken en van die mildheid ook niet." „Dat komt nog en met die „reminiscen ces" zullen ze die ouwe taxis wel bedoeld hebben." „Ik heh wat anders ontdekt", zegt Hip pias. „Als we straks langs een toko met een spiegel komen, moet je daar eens in kijken en opletten wat er achter je ge beurt." Die gelegenheid doet zich spoedjg voor en tegelijkertijd ondergaat onze meening omtrent de onverschilligheid voor vreemdelingen van de Newoastlena- ren een radicale wijziging. Zij nemen, zoo als gezegd, van hen niet deminste notitie... aan de voorzijde. Doch niet zoodra is de vreemdeling gepasseerd of hij wordt ter dege opgenomen. En zoo gebeurt met ons ook. Bijna iedere wandelaar, dien we tegenkomen, hetzij man of vrouw, jongen of meisje, kijkt onverschillig voor zich, zoolang we nog niet voorbij zijn. Doch niet zoodra zijn ze onze meridiaan gepasseerd, of ze logenstraffen de opmerking van Felix: „niemand die naar je omkijkt", in den meest letterlijken zin des woords. We wor den in den rug onder vuur genomen. .(Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 5