Buitenlandsch Overzicht.
Een Paaschgeschenk
Na den dood van Koningin
Emma.
De Tweelingzusters
Patricia Wentworth
FIRMA J. F. BEEMSTERBOER,
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
OENSDAG 27 MAART 1934
62ste JAARGANG
De Fransche nota doet de deur voor de ontwapeningsconferentie
dicht. - De Engelsche pers pessimistisch gestemd over de Fransche
nota. Een beroep van den Franschen president op de eensge
zindheid van het land.
Uit het Engelsch van
ontvingen wij ter waarde van f 4.50 naar eigen vrije
keuze, omdat wij onze Verlovingsringen kochten bij:
de zaak, waar men gezellig koopt
mi
7410
EERSTE bu
COURAN
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.66binnen
land f 2.— Nederl. Oost- en West lndië per zeepost I 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse ros. 4et.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f1.Modeblad resp. f 1.20, f1.50, f 1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jn.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412
Post-Girorefcening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 et per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contanto be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De
ontwapenings
conferentie
is dood
We hebben eens
de volgende aardige
aneodote gehoord, die
zeer toepasselijk is op
de ontwapeningseon-
fertenie: Twee Schot
ten stonden op een weg bij een schildpad,
wiens kop van zijn romp gescheiden was,
maar die nog met z'n pooten bewoog. Er
ontspon zich tusschen beiden een gesprek
of het dier dood was of dat het nog leef
de. De een beweerde dat het dood was,
de ander dat het nog leefde. Terwijl ze
daarover heftig delibereerden, kwam er
een derde Schot, die den knoop door moest
hakken. „Het dier is dood," besliste hij,
„maar het is er zich nog niet van bewust."
Precies zoo is het met de ontwapenings
conferentie, ze is dood, maar ze is er zich
nog niet van bewust. Frankrijk heeft haar
eigenlijk den doodsteek toegebracht door
zijn laatste nota op het Engelsche bemid
delingsvoorstel. Reuter heeft de zaak
eens aangekeken en geconstateerd dat de
conferentie nog niet heelemaal dood is.
De erkenning, dat ze dood is, trouwens
zal zeker niet spoedig gegeven worden,
worden, want daarmee begint de bewape
ningswedstrijd en dat wil men natuurlijk,'
zoo eenigszins mogelijk, voorkomen.
Het Fransche document zoo schreef
het „Hbl." Zaterdagavond komt neer
op handhaving van het Fransche stand
punt en verwerping van de Britsche voor
stellen, zonder dat het feitelijk meer doet
dan een pleidooi te houden voor het
eerste.
Het is dan ook te begrijpen, dat de En
gelsche pers in eenigszins gemelijke be
woordingen reageert. Wanneer men de
nota heeft gelezen, krijgt men den in
druk, dat de zaak geen stap vooruit is
gebracht. Frankrijke houding is geheel
onveranderd, schrijft de „Times" en
Parijs toont niet de minste neiging om
een nieuw systeem op een nieuwe over
eenkomst te baseeren; het geeft er de
De Poolseh-Fransche onderhandelingen
in Warschau.
BECK.
Minister van Buitenlandsclie Zaken van
Polen, welke eerstdaags een officieel be
zoek zal krijgen van Bart hou, den Fran
schen Minister van Buitenlandsche Zaken.
Feuilleton
Nadruk verboden.
3)
Ze zetten hun tocht voort, in de eene
half donkere kamer na de andere wierp
•John een blik en de verlatenheid van het
grcote, eenzame huis begon zich als een
schaduw over zijn natuurlijke opgewekt
heid te leggen. Alleen de keuken, met
helder, knappend vuur en de kraaiende
baby van juffrouw Mossiter's dochter,
kruipend over den vloer, was een oase
van menschelijkheid in deze woestyn van
stilte. Als de huisbewaarster er wat min
der stuursch en ongenaakbaar had uitge-
zi**n, zou John een kop thee hebben ge
vraagd, maar het ontbrak hem aan moed
'°t deze simpele toenaderingspoging en
gedwee volgde hij zijn gids naar de bo
venverdieping.
Toen hy zes droefgeestig-donkere
slaapkamers gepasseerd was, voelde hy
Zich overtuigd, dat hy nooit in dit huis zou
kunnen wonen. En tegelijkertijd betrapte
b(i zich op een verborgen verlangen om
bet tot zijn verblijf te maken
Aan het einde van een lange gang 'ag
voorkeur $an om op haar rechten uit
hoofde van het Volkenbondspact en het
verdrag van Versailles te blijven staan.
Te weigeren zich daaraan aan te pas
sen, moet leiden tot een voortdurende
verscherping van de verhoudingen en
tevens tot een isolement van Frankrijk,
hetwelk dit land op den duur noodlottig
moet worden zoo schrijft het blad.
En de Nw. Rott. Crt. schreef:
Het betoog dei' Franschen is ge
drenkt met begrijpelijk wan
trouwen. Zy zien wat er in Duitseh-
land gaande is, de militarisatie van
het heele volk, van het schoolkind af
tot den man op rijpen leeftijd toe; den
dwang, die in dezen wordt uitge
oefend.
Het wantrouwen van Frankrijk is zoo
groot, dat het een ontwapeningsconventie
op zichzelf niet eens toelaat. Frankrijk
gaat zoover te zeggen niet overtuigd te
De Britsch-Japansche handels-
conferentie.
WALTER RUNCÏMAN,
Engelsch Minister van Handel.
zy'n, dat Duitschland de niéuwe conven
ties zou houderi? Kan men de deur radi
caler in het slot werpen?
Frankrijk wil dus feitelijk niet
meer op eehige verbintenis van
Duitschland bouwen, tenzij deze dool
de andere deelnemers, en vooral door
Engeland gewaarborgd wordt.
De Fransche nota
wordt in de „Times"
en de meeste andere
Engelsche bladen met
een getemperd en toch
nog wat gewild opti
misme besproken,
schrijft de Londen-
sche corr. van de „N. R. Crt." aan zijn
blad. Alleen de uiterst rechtsche en ge
heel losstaande organen volgen een an
dere lijn.
Engeland
pessimistisch
gestemd over het
antwoord van
Frankrijk.
De „Daily Express" zegt eenvoudig,
dat de nota „neen" beleekent. De „Mor-
ning Post" betoogt in denzelfden geest,
dat de Fransche toestemming afhanke
lijk gemaakt is van een waarborg die
ieder eerlijk staatsman weet, dat onmoge
lijk gegeven kan worden. Zott de Britsche
regeering, vraagt het blad, nu haar
waardigheid niet beter in acht nemen en
ook de veiligheid van haar land en vón
haar vrienden, als zij de waarheid open
lijk erkende en een initiatief, dat van
tevoren tot mislukking gedoemd is, opgaf?
Een pessimistisch geluid laat de Lon-
densche correspondent van de „Manches
ter Guardian" hooren. Hii zegt, dat nie
mand buiten en vermoedelijk niemand in
de regeering weet wat de Britsche regee
ring zich voorstelt, dat het meer kan doen
Het nieuwe bewind in Oostenrijk.
Maxim Gorfcl 65 jaar.
ür. EMIL FEY,
vice-kanselier in Oostenrijk.
om de Fransche en Diiitsehe positie over
een te brengen. Volgens hem is de publi
catie van de nota een etmaal vertraagd
door de vraag aan Parijs omtrent de be
doeling van huil vraag om veiligheids
waarborgen en. is het reeds duidelijk ge
worden, dat de Franschen niet tevreden
zullen zijn met een waarborg van de uit
voering der ontwapeningsovereenkomst..
Zij willen geen verklaring afleggen, zegt
hij, die van liet overwegende oogmerk van
de Fransche politiek sancties tegen
den aanvaller iets afdoet.
In het departement van Staat en in het
Witte Huis in de Ver. Staten hééft de
Fransche ontwapeningsnota teleursge-
steld. Naar verklaard werd, kon men niet
begrijpen waarom de Fransche regeering
hardnekkig ana de oude these van de
veiligheid vasthoudt, inplaats van zooals
alle andere groote mogendheden iets toe
te geven in het belang van het bereiken
van een overeenstemming.
De uiteenzettingen van de Fransche1
nota, aldus werd in het dept. van Staat
verklaard, bedoelen in hoofdzaak een
strenge inachtneming van het verdrag
van Versailles door te zetten. Amerika
daarentegen houdt het Britsche memo
randum voor een zeer geschikt compro
misvoorstel en houdt, de daarin aanbevo
len maatregelen nopens de Duitsche be
wapening voor volkomen verstandig.
Reuter meldde Zaterdag uit Lon
den: De Engelsche fegeering zal naar
verluidt spoedig aan de Franscne re
geering een nauwkeuriger uiteenzet
ting vragen betreffende de garanties
MAXIM GORKI,
de beroemde Russische auteur, wiens
65-jarige geboortedag in Rusland op
grootsche wijze werd gevierd.
die zij voor de uitvoering van een
eventueele ontwapeningsovereen-
komst strikt noodzakelijk acht.
De Fransche minis
ter-president, Don-,
niergue, heeft Zater
dagavond een rede
voor de radio gehou
den, welke door alle
verspreid werd. Hy
de eensge-
De Fransche
president vraagt
eensgezindheid
Fransche zenders
deed daarin een beroep op
zlndheid van liet land en zei, dat hy de
teruggetrokkenheid, waarin hij leefde,
verwisseld had met het minister-presi-
dentsehap, omdat men den burgeroorlog
j voorspeld had, wanneer hij de regeering
i niet zoo aanvaarden.
De burgeroorlog is iets verschrikkelijks
en brengt het gevaar van nog ernstiger
gebeurtenissen mede, n.1. van een vreemde
invasie.
Het is de taak van mijn regeering, aldus
Doumergue, om een ontspanning teweeg
te brengen, de schuldigen te vervolgen en
te hestraffen en de moreele gezondma
king tot stand Ie brengen. Dat beteekent
wwettelijke hervormingen. Na gewezen te
heebben op de noodzakelijkheid van het
in evenwicht brengen van de begrooting,
verzekering van de stabiliteit der valuta
en beveiliging van de spaarders door ver
mindering van de uitgaven, besloot de
minister-president zijn rede met een ver
wijzing naar den slag aan de Marne. Van
daag, zei hii, moeten wij een nieuwen slag
aan de Marne winnen om den financiee-
len toestand van Frankrijk krachtig te
maken en alle andere moeilijkheden te
overwinnen. Dat zal gelukken als Frank
rijk eensgezind blijft. De wereld slaat
Frankrijk gade. Zij zal kunnen vaststel
len, dat Frankrijk opnieuw zichzelf gered
heeft.
Het défilé.
Het défilé is Zaterdagmiddag om een
uur of vijf ten einde gegaan. Den heelen
dag had het tot dit uur nog doorge
stroomd Er verden ook nu nog weder
vele groote en kleine bloemstukken aan
de baar neergelegd.
Onder degenen, die een persoonlijke
bloemengave aan den voet van de baar
neerlegden was de zangeres mevrouw A.
Noordewier-Reddingius.
Om half vier werden op het afgesloten
gedeelte van het Voorhout geen personen
meer toegelaten om aan het défilé deel
Ie nemen.
Er hebben Zaterdag naar schatting
vijf-en-dertig duizend personen ge
defileerd.
De deelneming van de marine
aan de plechtigheden.
De commandant van de marine te
Willemsoord heeft bepaald, dat bij de be
grafenis van H. M. de Koningin-Moeder
op 27 Maart, de Koninklijke Marine door
troepeneenheden als volgt zal zijn ver
tegenwoordigd:
Het korps adelborsten te Delft, een
eerewaeht van mariniers te Delft en een
bataljon marinetroepen in den begrafe
nisstoet.
By het. korps adelborsten is ingedeeld
het vaandel, voorts twee tamboers en een
pijper.
De compagnie mariniers, welke de
eerewaeht zal vormen, zal bestaan uit
acht sergeants, zestien korporaals en zes
en negentig mariniers, met aan het hoofd
twee tamboers en een pijper. Aan deze
eerewaeht wordt de stafmuziek toege
voegd.
Het bataljon marinetroepen in den. be
grafenisstoet zal bestaan uit drie com
pagnieën ieder vier sectiën, iedere sec
tie een officier, twee sergants, vier kor
poraals en vier en twintig man sterk. Bij
de eerste compagnie wordt het vaandel
van het korps mariniers ingedeeld. Alle
tamboers en pijpers worden bij het batal
jon ingedeeld.
De onderdeelen van het bataljon ver
trekken Maandagmiddag naar Leiden. In
de kazerne aldaar wordt overnacht en
den volgenden dag wordt het vervoer ge
regeld naar Den Haag, Station Laan van
N. O. Indië.
De bloemen-afscheidsgroet der
vrouwen.
Het Comité Bloemenafscheidsgroet der
Nederlandsche Vrouwen aan wijlen H.M.
de Koningin-Moeder brengt aan alle vrou
wen hier te lande, dus ook aan haar, die
in de verst afgelegen deelen van ons Va
derland wonen, ter kennis wat het met
deze hulde heeft mogen bereiken:.
Vrijdagmorgen, vóór den aanvang van
het enorme défilé is het Comité de eer te
beurt gevallen om ten sterfhuize van
H.M. het aldaar reeds aanwezige bloe-
menkleed in oogenschouw te mogen ne
men.
De katafalk was geheel overdekt mei
het lang afhangend bloemenkleed van
paarsroode seringen als ondergrond en
bezaaid met ontelbare toefen lilapaarsche
orchideeën, geheel harmonieeren 1 met
het karmozjjnroodfluweelen kussen, waar
op de Kroon rustte, hetwelk aan de voor
zijde als het ware werd beschaduwd door
orchideeën van bijzondere kleur.
De benedenvoorzyde stond in direct
contact met enkele teerkleurige gebloem
de twijgjes Azalea Precose, die zich in het
midden van de katafalk verhieven.
Deze fijne takjes waren door Prinses
Juliana zelve uit de kas geplukt voor af
scheidsgroet aan haar lieve Grootmoeder.
Dichtbij het roode kussen herinnerde
een korenblauwe kleur aan het lint van
de Orde van den Nederlandschen Leeuw.
Dank zij de toestemming van H. M. de
Koningin heeft het Vrouwencomité aan
hare uitnoodiging aan alle vrouwen van
Nederland om als uiting van haar ge
meenschappelijke droefheid een bloemen
afscheidsgroet te brengen aan wijlen
H. M. de Koningin-Moeder gevolg kun
nen geven.
Het Comité herinnert er nogmaals aan,
dat het vanzelf spreekt, dat alle tot
Woensdag 28 dezer inkomende bijdragen
voor hetzelfde doel bestemd worden, zoo
dat ook de geefsters van nagekomen gif-
ten als deelneemsters worden beschouwd.
Een eventueel overschot zal ter be
schikking worden gesteld van liet Sana
torium Oranje-Nasau-oord, door wijlen
Koningin Emma gesticht.
De regeling van de uitvaart.
De stoet zal een lengte hebben van an-
derhalven kilometer, en zich voortbewe
gen in den z.g. begrafenis-pas. De weg,
die reeds eerder is meegedeeld, is in het
geheel 9.9 kilometer lang. Hy zal geheel
per rijtuig worden afgelegd.
Zestien lieeren tot de hofhouding be-
hoorend zullen als slippendragers firn-
geeren. Ten einde hun gelegenheid te
geven in te stappen en den verderen weg
den stoet mee te rijden zal op de Pletterij-
kade een oogerblik worden halt gehou
den.
Men rekent dat de stoet drie uur en 40
miniuten noodig zal hebben om den weg
van het sterfhuis tot de Nieuwe Kerk af
te leggen.
De verwachting is, dat
omstreeks vijf uur de dceluemers
aan den stoet in Den Haag terug
zullen zijn. De familie zal het eerst de
de kamer, die van Claude Waveney ge
weest was. Het vertrek had uitzicht op
den tuin en de met boseh bedekte vallei
daarachter, waar John negen jaar zijn
steelsch bezoek had gebracht, toen by, ge
wond, nfet verlof in Engeland was ge
weest. Onweerstaanbaar werd zijn herin
nering getrokken naar dien mooien war
men. voorjaarsdag en naar het wonder
lijke, ernstige kind, dat beloofd had, het
'n beetje jammer te vinden als hij sneu
velde.
Hij staarde in den druipenden regen en
het prettige herdenken week weer voor
verdrietig gepeins. Hii haatte dit land
goed, waarvan hij de ongewenschte, on
welkome erfgenaam was en lui had een
gewaarwording, dat het besef daarvan al
tijd op hem zou blijven drukken.
Zonder eenige aandacht aan juffrouw
Mossiter te besteden, liep hii van het raam
weg en liep de kamer op en neer. Aan het
voteneinde van een groot ouderwetsch
hemelbed, waarop nog een zware, met
rood damast bekleede peluw lag, bleef hii
tenslotte in gedachten verdiept staan.
De muren van de kamr waren oorspron
kelijk met hetzelfde rood, als het dekbed,
behangen geweest, maar de kleur was zoo
schen bruin en donker geel. Boven den
schoorsteenmantel echter, was een lang
werpige plek, die de oorspronkelijke tint
vrijwel behouden had. Onwillekeurig viel
John's blik erop.
Hier Heeft een schilder» gehangen
zei' hij kort. „Wat is daarmee gebeurd?"
De vraag bracht juffrouw Mossiter
zichtbaar in verwarring.
Er zy'n schilderyen, die by het huis
hooren, en er zijn schilderijen, die er niet
bij hooren", antwoordde ze met tegenzin.
„En dit schilderij?"
„Behoort niet by het huis", klonk het
bits. „Het is van Lady Marr".
„Lady Marr o, ja. Een van Sir An-
thony's dochters was met Nicholas Marr
getrouwd. Maar waarom keek de huisbe
waarster in vredesnaam zoo schichtig?"
„Wat is het voor een schilderij? Is het
weggehaald? Heeft Lady Marr het laten
weghalen?"
De vragen kwamen zoo kort en scherp,
dat juffrouw Mossiter zich nog minder op
haar gemak ging voelen.
„Neen, mijnheer nog niet". Haar toon
klonk nn bepaald verlegen.
„Waar is het?"
John bleef aanhouden, deels omdat het
zijn gewoonte niet was, zich met een
kluitje in het riet te laten sturen, deels
omdat de norsche onwelwillendheid van
de vrouw hem van den aanvang af had
gehinderd.
„Waar is het?" vroeg hij nogmaals.
„Het hoort niet by bet huis."
„Is het hier? Of in de kleedkamer? Is
het in de kleedkamer?"
Haar gezicht veranderde, ze keek ver
schrikt, toen kwam de onwillige uitdruk
king er weer op terug. John liep naar de
deur van de kleedkamer en deed die open.
Het. was een vrij ruim vertrek, maar leek
kleiner dan het in werkelijkheid was door
de groote meubels, die er stonden. En de
enorme machoniehouten kleerenkast reik
te tot aan het plafond, een breede chiffo-
nière stond tegen den muur er tegenover,
de gebeeldhouwde waschtafel besloeg den
derden wand vrijwel geheel.
Hij stond op het punt de kamer weer te
verlaten, toen juffrouw Mossiter vlak bij
hem kwam staan en zwaar ademhalend,
stiet zii uit:
„Het schilderij hooi t niet bij het huis en
uw vergunning om het huis te zien houdt
niet in, dat u daar iets mee te maken hebt.
Het is van Lady Marr het hoort heele
maal niet hii het hiiis."
„Juist", zei John koel. „Als ik me goed
herinner, hebt u me dat al eerder meege
deeld, nietwaar?"
Hij volgde de richting van haar boozen
blik en zag toen, dat de lijst van het schil
derij een paar centimeter boven de cbiffo-
nière uitstak. Het was een vergulde lijst,
het schilderij stond met den voorkant te
gen de achterzijde van de ladenkast. Hii
liep erheen en toen hy zijn hand erop leg
de, bespeurde hy zoowel ontsteltenis als
wilde drift in juffrouw Mossiter's stem.
„U hebt het recht niet er aan te komen.
Het hoort niet bii het huis, het is van lady
Marr." Toen zei ze niets meer, er was iets
in de manier waarop John keek, dat haar
deed zwijgen.
Hij trok het schilderij achter de cliiffo-
nière weg, zonder dat. de huisbewaarster
verdere pogingen deed om zich te verzet
ten. Het stuk stelde een heel jong meisje
voor, dat zich in een antieken spiegel
stond te bekijken. Dat was de eerste in
druk een meisje in 't wit met kort blond
haar. Haar hoofd was een beetje voorover
gebogen, het licht viel juist op haar fiin
profiel. Maar liet gezicht, dat schijnbaar
door den spiegel teruggekaatst werd, was
omlijst door lange, donkere krullen en
John herinerde zich die.
De dubbele beeltenis deed hem schrik
ken en tegelijkertijd was hij erdoor be
koord. Hii herinnerde zich nu, dat bij over
dit schilderij bad hooren spreken als een
van de meesterstukken van Amóry. Hij
staarde als geboeid naar de twee gezichten
en las toen wat het zwarte plaatje, dat op
de vergulde lijst bevestigd was, vermeldde:
„Jenifer en Anne Belinda, tweeling
dochters van Sir Anthony Waveney".
II.
Als een advocatenkantoor meer dan
honderdviiftig jaar bestaat, kan het voor
komen, dat de namen op de koperen deur
knop niet kloppen met die der tegenwoor
dige firmanten.
Het was het kantoor van de heeren
Garden, Longhope en Mortimer, waarvan
John Maurice de mededeeling had ontvan
gen, dat de titel en liet grondbezit der
Waveney's hem ten deel gevallen waren;
maar de welwillende oude heer, die hem
bii ziin terugkomst in Engeland te woord
had gestaan, droeg den naam Carruthers
en deze had verklaard, dat indien Sir John
Waveney in den loop van de volgende
maand hulp of inlichtingen noodig had.
Mr. Smith, zyn neef en associé, tot zijn
dienst was.... Mr. Carruthers zelf was
van plan een korte vacantie te nemen.
Blijkbaar was er dus geen Longhope,
geen Mortimer en ook geen Garden meer
in de firma en toen John ten tweeden male
een bezoek bracht aan het ouderwetsche
huis, waarin het kantoor gevestigd was,
vroeg hij dan ook, zooals hem gezegd was
naar mr. Smith.
Na even gewacht te hebben, werd hy
binnen gelaten in een ruim, hoog vertrek
met lange, smalle ramen, het type van de
werkkamer van een Londensch advocaat
met groote, aanzienlijke praktijk. Buiten
was de hemel donker, een bureaulamp
brandde op de schrijftafel van Mr. Smith.
Toen John binnentrad, viel het lich( op
een gebogen hoofd, maar toen de rechts
geleerde opkeek, bescheen het een gezicht
met scherpe trekken en een naar verraste
blauwe Pogen erin.
Met een sprong, dié de lamp en de stoel
deed wankelen, was Lewis Smith overeind
„Maurice! Hallo! Hoe kom jij zoo ineens
uit de lucht vallen?"
John liet zijn lioed, dien hii in de hand
had, vallen.
„Alle menschenhet is Lulu!"
„Maar jij... hoe is het in vredesnaam
mogelijkIkje bent toch niet
Waar is dat kaartje? Je bent toch Wave
ney niet? Je wilt me toch niet wijsmaken,
dat jij Sir Waveney bent?"
„John Maurice Waveney. Ik liet den
naam Waveney weg, toen ik dienst nam.
Ik had er op dat moment natuurlijk geen
idee van, dat ik later juist bij Tom Wa
veney's compagnon zou terechtkomen!"
„De tweede zoon van Sir Anthony?"
„Ja, een heel geschikte kerel geval
len by Loos."
Er viel even een stilte, zoo'n oogenblik
van zwijgen, dat men vaak heeft als men
schen, die veel gemeenschappelijke herin
neringen hebben, elkaar na langen tijd
weer ontmoetten; vooral wanneer het ge
sprek komt op oude kameraden, die er
niet meer zijn.
Maar lang duurde deze pauze niet
het leven is nu eenmaal machtiger dan de
dood
Lewis Smith begon opeens te lachen en
klopte John hartelijk op den schouder,
bent wel de laatste dien ik gedacht had
„Het kan raar loopen in de wereld jij
vanochtend in levenden lijve voor me te
zien en dan nog wel als Sir John Wave
ney! Maar waar heb je al dien tijd geze
ten, kerel? Waarom ben je niet al een
jaar eerder gekomen, direct na den dood
van Sir Anthonv?"
'f vervolgd).