Buitenlandsch Overzicht,
KWALITEIT
VOORDEEL"
30
IUE BAEs
zegt het
BLUE BAND-Meisje
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Ik breng U
en
De Tweelingzusters
No. 7413 EERSTE BLAD
ZATERDAG 31 MAART 1934
62st« JAARGANG
Sportkousen!!!
De uitwijzing van eenige
Duitschers.
VERSGH GEKARND
1
Rusland en Mantsjoekwo.
Een slechte tijd voor de
Zwitsersche hotels.
Betooging der weduwen
van de slachtoffers der
mijnramp bij Osseg,
Bezitters van Aandeelen
in Besloten- en Open
N.V.'s,
Patricia Wentworth
COUR
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor.
Koegras, Anna Faulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.— Nederl. Oost- en .West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f'3.20. Losse ros. 4ct.;fr.p.p (iet. Zondagsblad
rosp f 0.50 f 0.7Q. f 0.70,f 1— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, M.50, 11.70
Yerschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. O; DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij y/b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16060.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 40 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en niet
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Het onderhoud van den Franschen minister van buitenlandsche
zaken met dien van België. - De ontwapeningsconferentie gaar
I 0 Aprih door.
Vv e hebben Don-
I Frantri.L derdsg op deze plaats
rrankrnk' rw)ls melding ge
maakt' van het onder
houd tusschen den
Belgischen en Fran
schen minister van
buitenl. zaken, dat een onderhoud van
beteekenis is voor beide landen, omdat
zoowel België als Frankrijk Duitschlair.1
vreest en steun bij elkaar zoekt voor een
èventueeien oorlog. Aanvankelijk leek het
jn de laatste weken of er verwijdering
was tusschen het Belgische en Fransche
6 tand puilt, ten opzichte van de bewape
ning van Duitschland. België scheen zich
te willen schikken in het feit, dat Duitsch
land zekere bewapening werd toegekend.
De Belgische minister-president toch
heeft in een verklaring, indertijd door
ons vermeld, duidelijk te kennen gegeven,
dat liet absurd was, om alle eischen van
Duitschland te negeeren en hy wees er
daarbij op, dat men liever te doen mag
hebben met een Duitschland, waarvan
men weet, dat het zich defensief wapent,
dan met een Duitschland dat in het ver
borgen zich voorbereidt ten oorlog.
i-ainkrijk was, zooals men zich wellicht
herinnert, lang niet te spreken over deze
eerlijke en openlijke bekentenis van de
Broqueville, omdat Frankrijk er niets van
weten wil, dat Duitschland ook maar in
een enkel opzicht zou wapenen. Het had
er dus inderdaad veel vati dat er ver
wijdering kwam tusschen het Fransche en
Belgische standpunt en nu is daar het
onderhoud gekomen tusschen de twee
ministers van buitenlandsche zaken, waar
over de N. R. Ct. o.m. schrijft:
Wy hooren nu dat er geen oogenblik
misverstand" tusschen Parijs en Brussel
heelt gelieerscht, maar dat er voortdurend
de beste samenwerking heeft bestaan. Het
heeft een oogenblik anders geleken, toen
de Broqueville zijn befaamde parlements-
rede hield, die in de Fransche pers even
veel wijselijk onderdrukte ontsteltenis
wekte als in de Duitsche pers wijselijk
onderdrukte vreugde. Men zal zich her
inneren, dat de rede, waarin ronduit werd
toegegeven, dat er in het vraagstuk der
ontwapening weinig anders meer te doen
was dan te berusten en een oorlog te
voorkomen, in België haast een kabinets
crisis heeft veroorzaakt Hymans heeft
toen den parlementairen toestand, die er
een oogenblik zeer schots uitzag, weer in
het lood gebracht, door een nader verkla
rende rede, waarin hij de verrassende
mededeling deed, dat Franrjjk, Engeland
en Italië op weg waren het eens te wor
den over een vorm van waarborg voor de
veiligheid in Europa, die voor België vol
op bevredigend zou zijn.
Terwijl het eruit zag alsof de onderhan
delingen over veiligheidswaarborgen nu
eerst zouden beginnen, komt het verras
send bericht, dat zij feitelijk reeds in vol
len* gang zy'n. In Frankrijk hoopt men
kousen, Dameskousen,
Visscherskousen, Truien, Sokken (in alle soorten),
koopt U alleen best bij een vakman. JAAP SNOR,
Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel). Voor
reparatie aan alle soorten wollen kleeding,
kousen en sokken iook de allerfijnste) zijn wij no. 1.
J Engeland bereid te vinden tot eet: garan
tie verdrag, waarbjj geen nieuwe beveili
ging tegen aanval wordt verleend, maar
sancties worden vastgesteld tegen den-
gene, the zieli niet houdt aan da beperkin
gen, welke hij bij hetÖntwapeningsverdrag
op zich zal nemen. Engeland z in niet af-
keerig meer zijn van een dergelijk garan
tieverdrag als dit regionaal beperkt zou
worden. Frankrijk zou, begrypelijkerv.yze,
gaarne bereid zijn daarmede genoegen te
helmen.
Op het eerste gezicht lijkt het resultaat
van de ontwapeningsconferentie'gered
schrijft het blad als een dergelijke
schikking tot stand komt.
Duitschland en Italië bepleiten beide,
dat de zwaarge wapenden voorloopig hun
zware bewapening kunnen behouden, als
Duitschland zich de wapenen mag aan
schaffen waaraan te Gerieve een zuiver de
fensief Karakter is toegekend. Frankrijk
heeft daarvan nog niet willen hooren, om
dat het vreesde, dat Duitschland zich er
niet aan houden zou. Dit wantrouwen was
begrijpelijk, ondanks het feit, dat Duitsch
land tot een zekere mate van controle zijn
toestemming wilde geven. Want controle
zal moeilijk zijn in Duitschland.
De regeling waartoe Parijs reeds hoopt
Engeland bereid te vinden, zou Frankrijk
alles geven wat het kan wenschen.
't Lijkt alles zoo op het eerste gezicht
een stap vooruit, een stap in de goede
richting. Laat ons er echter voor waken
niet al te vroeg victorie te roepen, we zou
den bedrogen- uitkomen. Zoo-schrijft b.v.
ook de N. R. Ct. aan het eind van het ar
tikel, waaraan wij bovenstaande passages
ontleenden:
Wij kunnen het niet helpen, maar wy
blijven vooralsnog sceptisch. Er zijn te
vele elementen in deze -aangelegenheid,
die ons' onzeker lïjSëri. Duitschland moet-
bereid gevonden worden, een ontwape
ningsovereenkomst met controle en sanc
ties te sluiten. Daarover zou men 1111 eerst
niet Duitschland moeten praten. Maar nu
vernemen wij tegelijkertijd, dat niets meer
aan een bijeenkomen van het biirean der
ontwapeningsconferentie op 10 April in
den weg staat. De bedoeling is echter
steeds geweest, dat men eerst aan een po
sitieve of negatieve beslissing met
Duitschland eenige houvast moest hebben,
voor men óver de voortzetting van de ont
wapeningsconferentie kon spreken. Of
meent men 10 April reeds zoover met een
Engelsch-Frarisch aecoord te zijn, dat men
dit de andere landen alvast kan voorleg
gen?
De ontwapenings
conferentie gaat
10 April door.
We hebben Donder
dag nog vermeld, dat
het bureau van de
Ontwapeningsconfe
rentie 10 April bijeen
zal komen en met
groote belangstelling zien we naar deze
bijeenkomst uit, omdat het tenslotte toch
niet mogelijk is, dat men blijft schuile
vinkje' spelen en men toch eenmaal zal
moeten beslissen 0111 tot resultaat te ko
men of tot definitieve sluiting van alle
ontwapeningsbesprekhigen.
De Parijsche correspondent van
Times deelt mede, dat de besprekingen,
welke te Londen zijn gevoerd, inzake het
Fransche antwoord op de Britsdie oütwa-
peningsnota, thans te Parijs worden
voortgezet tusschen Lord Tyrrel, den
Britsehen gezant, en de Fransche regee-
ring. De Britsche regeering verzoekt o.m
.opheldering over het Fransche standpunt
inzake de geografische grenzen van een
eventuèele conventie.
Volgens de Fransche opvatting
moet een overtreding door een mo
gendheid, welke de conventie onder-
toekende als volgt worden behandeld:
Ie. diplomatieke stappen! 2. finaiicieele
en oeconoinïsche sancties; 3e. oorlog.
De correspondent bericht verder, dat
liet mogelijk is, dat de Fransche regeering
bij dén huidigen stand van de Fransche
bewapening misschien geen bezwaar zou
hebben tegen een zekere herbewapening
van Duitschland, mits de bovengenoemde
conventie- ten- volle wordt gegarandeerd.
De „News Tonicie" schrijft, .dat men,
AlïTHUR HENDERSON
Voorzitter der Ontwapeningsconferentie.
voor zoover Frankrijk betreft, hoopt op
een overeenstemming tusschen Engeland,
Frankrijk en Italië, welke ook door
Duitschland aanvaard kan worden. Dezé
voorstellen zullen wel geen ontwapening
behelzen, doch meer een vastlegging zijn
van den huidigen toestand, waardoor een
wedloop in bewapening wordt verhinderd.
Reuter bericht uit Parijs, dat de Brit
sche en Fransche standpunten elkaar
thans naderen. De Fransche gezant te
Londen heeft aan Sir John Simon ver
klaard, dat Frankrijk de garanties op
heel Europa, ingesloten Rusland, wil toe
passen.
Ik vraag van U slechts een bescheiden post in Uw huishoudboekje,
en ik geef U Hollands beste standaardmerk - beroemd om de
.heerlijke kwaliteit.
Een resolutie van afkeuring van
de Britsche Labourpartij.
de
Reuter meldt uit Londen:
Het landelijk uitvoerende comité van de
Britsche Labourpartij heeft Donderdag
een resolutie aangenomen, waarin het zijn
diepe verontwaardiging uitspreekt en be
treurt, dat Duitsche politieke vluchteliri-
cenis
per
V2 pondspakj
-H'
buoc.
gen, aan wie toegestaan is 0111 Nederland
binnen te komen, gearresteerd zijn dooi
de politie en uitgeleverd aan de Duit
sche autoriteiten.
Het comité heeft niettemin het vertrou-
wem-uitgesproken, dat in de toekomst de
1 Nederlandsëhë regeering de traditïoneele
politiek van eerbied voor het principe
Van het politieke asyl jegens hen, die ten
gevolge van hun politieke overtuiging
zyn uitgeweken, zal handhaven.
De resolutie is ter kennis gebracht van
den Nederlandsehen gezant te Londen.
INVOER VAN BOLGEWASSEN IN
FRANKRIJK.
Reuter meldt uit Parijs:
Reuter meldt uit shrdlucmfwyvbgkqj.j
De Staatscourant publiceert een be
schikking waarin de invoer voor het
tweede kwartaal voor 1934 wat betreft
bloembollen, bolgewassen, hyacinthen
enz. bepaald is op 1500 quintalen voor
planten, welke niet zijn uitgeloopen. Voor
planten in bloei of in knop is geen grens
aangegegeven.
Negen russen uit Mantsjoekwo gezet.
Naar Reuter uit Harbin meldt, zijn 9
Sowjet-ambtenaren van den Chineesehen
Oosterspoorweg uit Mantsjoekwo gezet,
daar zy communistische agitators zouden
zijn, betrokken bij samenzweringen tegen
Mantsjoekwo. De Sowjet-Russische con
sul-generaal heeft krachtig geprotesteerd
bij de Mantsjoerijsche regeering en een
verklaring gepubliceerd, waarin hij zegt,
dat de mannen onschuldig zijn aan het
hun ten laste gelegde.
sehe toeristen-industrie een zeer slechten
tijd gehad. Slechts enkele hotels hadden
zooveel gasten, dat zij hun kosten konden
goedmaken, doch de meeste inrichtingen
hebben met verlies moeten werken. De
inkomsten van een der grootste hotels
hier ter stede bedroegen in het afgeloo-
pen winter-seizoen slechts 60.000 Zwitser
sche francs, tegen 200.000 francs 111 1932.
Het sterk afgenomen toeristen-verkeer
als gevolg van de crisis, blijkt duidelijk
uit de jongste cijfers omtrent het vreem-
delingenbezoek. Terwijl in 1930 510.000
Duitschers Zwitserland bezochten be
droeg dit aantal in 1932 slechts 250.000,
het aantal Engelsche bezoekers liep van
189.000 tot 58.000 en dat der Amerikanen
van 175.000 tot 79.000 terug. Slechts het
aantal toeristen uit Frankrijk is toegeno
men.
Zij wenschen uitbetaling van
gecollecteerde bedragen.
Ongeveer honderd weduwen en weezen
van de bij de. mijnramp.te Osseg om het
leven gekomen mijnwerkers hebben zich
met drie autobussen naar Praag begeven,
otn in het parlement de uitbetaling van de
voor de achtergeblevenen gecollecteerde
gelden te eischen, aangezien tot nog toe
alle verzoeken bij de plaatselijke autori
teiten niets gebaat hadden.
Na langdurige onderhandelingen ont
ving de minister voor sociale zaken, dr.
Meissner, de vrouwen, die de onmiddel
lijke uitbetaling van het geheele bedrag
eischten. Vervolgens bezochten zij den
minister van arbeid, dr. Gzech, wien zij
denzelfden eisch stelden. De minister wees
de vrouwen erop, dat de beslissing over
deze zaak bij den ministerraad berust,
waarop zij zich bereid verklaarden nog
veertien dagen te wachten. Indien dan niet
aan hun verzoek was voldaan, zouden zij
op nieuw ingrooteren getale en met al hun
kinderen naar Piaag komen.
Reuter meldt uit Genève:
Ondanks het prachtige winterweer in
het afgeioopen seizoen, heeft de Zwitser-
OPGEPAST.
Indien de voorgestelde wet op de be
sloten N.V. bij de Tweede Kamer wordt
aangenomen, kan dit een groote vermin
dering van waarde en rendement van uw
aandeelen tengevolge hebben.
Deze wet, welke oorspronkelijk bedoeld
was om het ontgaan van inkomstenbelas
ting door het vormen van N V.'s door enke
lingen tegen te gaan, is in zijn voorge
stelden vorm zoo veelomvattend, dat ook
bijna alle bonafide N.V.'s er onder vallen.
Alleen al het feit, dat de zeggenschap
in een N.V. door minder dan 6 personen
kan worden uitgeoefend, is voldoende oin
deze door den fiscus alsbeslotenN.V. aan
te wijzen. Gevolgen hiervan zijn, dat bij
een als „besloten" aangewezen N.V. do
aandeelhouders, niet meer als effecten
bezitters, doch als firmanten der onder
neming worden beschouwd. Dit beteekent,
dat de geheele winst als inkomsten van
de aandeelhouders wordt beschouwd, zoo
dat ze inkomstenbelasting moeten betalen
F e u i I 1 e t o n
Uit het Engelsch van
f Jadruk verboden.
6)
Hij zag ze weer duidelijk voor zich
ernstige, haast plechtige diepblauwe
nogen met eèn donkeren weerschijn. Die
oogen, die lange krullen en het fijne,
ovale gezicht behoorden aan Anne Belin
da. Van dit moment af was ze niet meer
het grappige meisje van negen jaar ge
leden, de onscherpe weerkaatsing van
den spiegel van haar zuster; ze werd op
eens een merkwaardig-reeële persoonlijk
heid, iemand, ze werd Arine Belinda
„Waar is ze?" vroeg John en het lag
voor de hand dat Lulu zijn vraag ver
keerd begreep.
„Lady Marr? O, die woont met haar
D1«n op een landgoed in Sussex
f,Waterdene", heet het."
«Neen, de andere Anne Belinda."
III.
Het was een oogenblik stil, voor Lulu
Smith antwoordde:
«Ik weet het niet." Nauwelijks had hij
het gezegd, of hy schoof zijn stoel naai
de tafel en strekte zijn hand uit naar
potlood en papier en vervolgde:
„Ik ben schandelijk vergeetachtig ge
weest dat schiet me nu ineens te bin
nen. Dat schilderij, dat jy op Waveney
gezien hebt, nu Lady Marr wilde, dat
het verwijderd zou worden, voor jij kwam.
Het is mij glad door het hoofd gegaan
ik heb het ook zoo idioot druk, nu mijn
oom er niet is."
„Waarom heeft ze het dan niet. eerder
laten weghalen, als ze het wilde hebben?
Sir Anthony is al een jaar dood!"
„Ze begeert het heelemaal niet te heb
ben. Ze wilde eigenlijk, dat we het zouden
laten vernietigen."
Een kreet van scherp protest ontsnapte
John en Lulu draaide zich met een hef
tige beweging om in zijn stoel.
„Ja, ik weet wat je zeggen wilt. Ik
vond het ook krankzinnigenwerk en
Lady Marr veranderde van gedaohten,
toen ik haar vertelde, dat het ding min
stens vijfduizend pond waard is. Er is
den laatsten tijd veel vraag naar werken
van Amory en dit is een van zijn beste
portretstukken."
„Maar waarom wilde ze het vernietigd
hebben? Waarom in vredesnaam?"
Lulu werd zich bewust zyn mond te
hebben voorbijgepraat en het duurde
even voor hij antwoord gaf.
„Ik weet het niet. Vraag er 111e maar
niet naar," klonk het eindelijk.
Het ontging John niet dat de vraag
zijn ouden, vriend in verlegenheid bracht.
Jtfaar ze moet er toch reden voor heb
ben!" drong hij aan.
„Misschien vindt ze, dat ze niet vol
doende geflatteerd isl"
„Onzin. Waarom moet het vernietigd
worden?"
Lewis bladerde in een dossier en zweeg.
John leunde voorover, zyn elleboog rus
tend op zijn knie, de kin in de hand en
de oogen doordringend op den jongen ad
vocaat gericht. Waar was Anne Belinda?
Waarom had Sir Anthony al zijn geld
aan Jenny Marr nagelaten? Waarom ver
meed Lulu een rechtstreeksch antwoord?
En dan weer de eerste, al de andere
overheerschende vraag waar was
Anne? Waar was Anne Belinda?"
„Hoor eens, Lulu," verbrak John de
stilte, „wat heeft het voor zin zoo ver
schrikkelijk geheimzinnig te doen? Je
weet iets, en ik wil weten wat jij weet.
Het blyft immers in de familie! Ik wil
weten, waarom Sir Anthony alles aan zyn
eene dochter heeft nagelaten juist aan
degene, die het niet noodig had. Nicho-
las Marr bulkt van het geld, nietwaar? Ik
ben met een neef van hem schoolgegaan,
vandaar dat ik het weet."
Weer viel er een stilzwijgen en er
was een grimmige trek om John's mond,
toen hij voortging: „Waarom heeft Sir
Anthony mijn nicht Anne onterfd? Waar
is ze? A^at doet ze? Waar leeft ze van?
Dat interesseert me bijzonder; Ik heb zelf
een heelen tijd van den wind moeten le
ven. Kun je me heelemaal niets van
Anne Belinda vertellen?"
„Ik weet niets van haar."
„Onzin, Lulu. Jij weet natuurlijk wel
wat. Wat weet je?"
Lewis Smith verschoof de blocnote die
voor hem lag.
„Ik weet werkelijk niets," hield hij vol.
„Vertel me wat je weet. Ik ben niet van
plan me met 'n kluitje in het riet te laten
sturen."
„Hoe dikwijls moet ik je nu nog zeggen,
dat ik niets weet Het eenige wat ik je
kan meedeelen zijn enkele feiten zonder
samenhang, waarvan de nieesten alge
meen bekend zijn."
„Schiet maar op!"
„Je moet je verwachtingen niet te hoog
spannen het is heusch niet zoo heel
belangrijk. Zooals ik je geloof ik al ge
zegd heb, hebben wij het huwelijkscon
tract van Lady Marr opgesteld.
Ze is een keer hier geweest, om stuk
ken te teekenen en toen had ze haar zus
ter bij zich. Sir Anthony kon niet naar de
stad komen, dus is mijn oom een paar
maal naar hem toegegaan."
„En verder?"
„Verder kan ik je werkelijk niets bij
zonders vertellen."
„Och, schei toch uit, man! Dacht je nu,
dat je mij dat kuut wijsmaken?
Stort je hart maar uit, jongetje
„Als je dan niet alle geweld allerlei
details wilt hooren, waar je niets aan hebt,
vooruit dan maar. Lady Marr trouwde
verleden jaar April, ik geloof tenminste
dat het April was. I11 Londen ze trouw
de uit een hotel. Haar zuster was er niet
bij."
„Waarom niet?" klonk het scherp.
Lewis Smith haalde de schouders og.
„Ik denk, dat ze ziek was. Lady Man-
vertelde me een poos later, dat haar zus
ter voor haar gezondheid naar het bui
tenland was vertrokken."
Nogmaals een oogenblik stilte, toen een
nieuwe vraag van John Waveney.
„Hoe zit het met het testament? Wan
neer heeft Sir Anthony dat testament ge
maakt, waarbij hy alles aan zyn eene
dochter nalaat?"
„Ongeveer een maand na Lady Marr's
huwelijk. Mijn oom moest ervoor op Wa
veney komen. Je mag gerust weten dat
de oude heer buitengewoon ontstemd en
verontwaardigd terugkwam. Hij hoopte,
zei hij, dat de beschikking van Sir An
thony niet definitief waren. Natuurlijk
vertel ik je dit in het diepste vertrou
wen!"
„Dat spreekt vanzelf."
„Zooals ik zei, hij hoopte, dat Sir An
thony nog van gedachten zou verande
ren. Maar daar was niet veel gelegen
heid meer voor; een week, nadat het
nieuwe testament gemaakt was, stierf hij."
John stond op en liep naar het raam.
Hy staarde naar buiten, naar de natte
straat, waar een trieste processie van
druipende, glimmende parapluies aan
zyn oog voorbijtrok."
„Waarom veranderde Sir Anthony zijn
testament?" vroeg John, even het hoofd
omwendend.
„Ik zou het je niet kunnen zeggen,
ik weet het werkelijk niet."
„Weet je oom het, meneer Garru-
thers?"
„Ik geloof van niet, hij vond het een
deksels vervelende geschiedenis en zei,
dat hy er niets van begreep. SirAnthony
was niet voor reden vatbaar, vertelde hij."
John draaide zich een weinig om. Hij
kon op straat zien, maar tegelijk Lewis
in het oog houden, als hy zoo tegen het
raamkozijn leunde.
„Kwam de boodschap van Sir Antho
ny plotseling?"
„Ja, hy belde op dat mijn oom direct
by hem moest komen."
„En was hij erg opgewonden, toen me
neer Carruthers bij hem kwam?"
„Ik heb begrepen van weL Mijn 001a
hem
te beginnen
oogenblik strak
zei, dat er niets met
was."
John keek hem een
aan.
„Wat denk jij ervan? Eerlijk je mee
ning, Lulu."
„Moet ik werkelijk zeggen, wat ik er
van denk?"
„Ja."
„Ik wil je familiegevoel liever niet
kwetsen."
„Ga gerust je gang maar."
„Nu, het lijkt mij toe dat er twee moge
lijkheden zijn, of het meisje is niet goed
bij haar verstand of ze heeft een of ander
avontuur gehad, waar Sir Anthony ach
tergekomen is. In elk geval is 't beste
geen slapende honden wakker te maken."
Een oogenblik laaide er een wilde
woede in John op. Hij was verbaasd over
zichzelf en die onverklaarbare toorn
verdween ook weer even spoedig als hij
gekomen was.
„Alles goed en wel," zei hij, toen hij
zijn zelfbeheersching had teruggekregen,
„Je wilt zeggen, dat het mijn zaak niet
is? Tot op zekere hoogte heb je daar ge
lijk in, maar dat neemt niet weg, dat ik
my toch verantwoordelijk voor het meisje
voel. Ik neem welbeschouwd de plaats
van haar broer in en van dat standpunt
bekeken vind ik dat de zaak mij wel aan
gaat. Het kind kan toch niet van den
wind leven, Lulu!"
„Lady Marr is er ook nog!" merkte
Lewis Smith droogjes op.
„Hoe is Lady Marr?"
buitengewoon knap, en dat weet ze
drommels goed."
John maakte een ongeduldige bewe
ging.
(Wordt vervolgd).