Het uitspansel in April 1934.
Jj)an
Salon
De g oei der
Jeugdherberg
beweging.
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 3 APRIL 1934.
3
2.5 ifur Sterret/Jct
voelt ge U tevreden indien
Gij een Coiffure hebt van
Permanent Wave
Watergolven met beugelen
Ondulatie Marcel
Massage
Manicuren
Blondeeren
Toucheeren
Gerenommeerde Kapperszaak
II NEVELVLT
XSTERRENM
S DUBBELSTER
o VERANDERLUKES
♦•STER DER IS2S GR.
STER DER 3! GR.OF ZWAKKER
II NEVELVLEK
X STERRENHOOP
oDUBBELSTER
o VERANDERLIJKE 5T.
♦•STER DER IS2ÏGROOTTE
STER DER JJGROOTTEOF ZWAKKER
Zon:
De tijdvereffening bedraagt op:
6 April: +2m44s: n April: -f-lm20s;
16 April: -j-0m3s; 21 April: lm6s; 26
April: 2m4s; 60 April: 2m42 s.
Deze bedragen geven, opgeteld bij den
tijd wordt aangewezen door een zonnewij-
tijd wordt aangewezen dor een zonnewij
zer; de middelbare tijd door een uurwerk.
De declinatie van de zon neemt toe van
+4°.2 tot +14°.8; hierdoor neemt liaar
middaghoogte toe van 42°.2 tot 52°.8, haar
dagboog van 12u55 m tot 14u52 m (voor
52° N.Br.).
De Maan:
7 April: L.K.; 13 April: N.M.; 21 April:
E.K.; 29 April: V.M.
De Planeten:
Mercurius bereikt op 2 April 'zijn groot
ste Westelijke elongatie (27°46' W. van de
zon). De planeet blijft echter door haar
geringe hoogte ongeschikt voor de waar-
neming.
Venus komt ruim een uur voor de zon
op en staat in de morgenschemering laag
boven den Oosteliiken horizon.
Op 16 April bereikt de planeet haar
grootste Westelijke elongatie (46°17' ten
W. van de zon).
Mars is op 14 April in conjunctie met
de zon. De planeet is in deze maand niet
waar te nemen.
Jupiter is op 8 April in oppositie met
de zon. De planeet beweegt zich terugloo
pend in de Maagd en is den geheelen
nacht goed zichtbaar. Wie een kijkef*be
zit, verzuime niet gedurende eenige ach
tereenvolgende avonden het spel van de
vier grootste manen waar te nemen, die
de planeet omcirkelen.
Saturnus beweegt zich reehtloopend van
den Steenbok naar den Waterman. Aan
het begin van de maand komt de planeet
ongeveer een uur, aan het einde van de
maand ongeveer 2 uren voor de Zon op.
Uranus is op 18 April in conjunctie en
is dus in deze maand niet waar te nemen.
Het Zodiacaal licht is goed zichtbaar
aan den avondhemel (helling van 50° op
den horizon). Aan den ochtendhemel is
het wegens de geringe helling niet waar
te nemen.
Vallende sterren: van 18 tot 24 April
zijn vallende sterren te verwachten, die
tot den zwerm der L.yriden behooren. Hun
radiant uitstralingspunt) ligt op de
grens der sterrenbeelden Lier en Her
cules. De zwerm der Lyriden bestaat uit
meteoren, die zich in de baan van den
komeet van 1861 I bewegen.
Sterrenbeelden:
's Avonds om lOu (begin April llu, eind
April 9u) staat de Groote Beer in het Ze-
nith. Orion en de Groote Hond zijn in het
Westen ondergegaan. Boven den Wester-
kim ziet men nog Prosyon (alpha van den
kleinen Hond; helderheid 0m5; parallaxis:
0".30; afstand 11 lichtjaren 110 billioen
km), Castor en Pollux van de Tweelingen
en Capelle van den Wagenman. Tusschen
den Leeuw en de Tweelingen vindt men
het kleine sterrenbeeld de Kreeft; hierin
is een mooie sterrenhoop, de Kribbe
(Praesepe), die op heldere avonden voor
het bloote oog als een lichtend wolkje
zichtbaar is. In het Noord-Oosten vindt
men het sterrenbeeld Perseus, waarin de
veranderlijke ster Algol. Van alle veran
derlijke sterren is Algol het gemakkelijkst
waar te nemen. Gewoonlijk is de helder
heid 2m.2.
Om de 68.8 uren bereikt de helderheid
echter een minimum van 3m.5. De helder
heidsvermindering duurt 4.9 uren. Daar
na blijft de helderheid gedurende 59 uren
constant 2m.2, waarna opnieuw de helder
heidsvermindering begint. Algol is een
spejctro-scopische dubbelster. Ook in de
grootste kijkers kan de ster niet meer
voudig gezien worden. Dat zij echter
meervoudig is, besluit men uit de ver
plaatsingen, die de spectraallijnen van het
spebtrum ondergaan. De begeleider is
donkerder dan de hoofdster en wentelt
zoodanig om deze, dat zij één maal in de
68.8 uren een deel van het licht van de
hoofdster onderschept. Hierdoor wordt
het totale licht, door hetAlgol-stelsel in
onze richting uitgezonden, periodiek ver
minderd. De tijdsduur der eclips, 9u45min.
is de tijd, dien de begeleider noodig heeft
om voor de schijf der hoofdster te pas-
seeren.
In het N.O. ziet men Deneb (alpha van
den Zwaan; helderheid lm.3; parallax is
0".005; afstand is 650 lichtjaren 6500
billioen km) en Wega. In het Oosten vindt
men Hercules, de Noorder-kroon, de Slan
gendrager en de Slang. Jn het Zuiden de
Waterslang, de Beker en de Raaf.
lp het miden van de maand loopt de
Melkweg om lOu 's avonds van het W.Z.W.
naar het O.N.O., lang boven den Noorde
lijken horizon.
digers der burgerlijke klasse, die zich
door haar vrees voor en haat tegen de
vaste macht onzer beweging laten ver
leiden tot excessen.
Als zulke teekenen zijn te beschouwen
de felle politiek der regeering tegen de
nationalistische beweging in onze over-
zeesohe gewesten, de ongehoord zware
vonnissen tegen de bemanning van »De
Zeven Provinciën*, e.a. die wijzen op een
bedenkelijk verlies van objectiviteit bij
de betrokken dienaren der gemeensehap,
in de beoordeeling van wat recht en bil
lijk is.
Te vreezen is thans, dat de regeering,
zich meer en meer scheidende van dé
arbeidersklasse, van de kleine landbou
wers, van den kleinen middenstand, te
veel zich buiten de groote meerderheid
van het volk zal plaatsen en daardoor de
stemming naar het extreme, nog meer in
de hand zal werken.
Een schoon lichtpunt in dezen politieken
nacht vormt de verkiezing voor den Raad
te Londen en in eenige andere plaatsen
van Engeland.
Spr. verklaarde daarna het congres
voor geopend.
De rapporteur van de congrescommis
sie stelde voor, de punten van de agenda,
die behooren tot het z.g. geval-Duys, van
de agenda af te voeren. Dit geval zal
behandeld worden, zoodra het rapport
der daarvoor ingestelde commissie gereed
is.
Dezelfde commissie wil eveneens af
voeren alle voorstellen betreffende de
cumulatie. Omtrent dit vraagstuk heeft
de partij zich reeds duidelijk uitgesproken
en bovendien zal de regeering-Colijn
binnenkort met voorstellen inzake deze
materie komen.
Het geval-Duys.
Toen de Voorzitter voorstelde de voor
stellen van de Congrescommissie zonder
discussie te aanvaarden, vroeg mr. Duys
het woord.
De Voorzitter merkte op, dat mr. Duys
geen afgevaardigde op het congres is en
alleen als gast aanwezig. Het congres zal
dus moeten beslissen of hem het woord
zal worden gegeven.
De heer Duys: U weet nog niet, wat
ik ga zeggen en bestrijdt me nu al.
Het voorstel wordt in stemming ge
bracht en hoewel het blijkbaar velen niet
duidelijk is, waarover zal worden ge
stemd, worden een aantal handen opge
stoken, van tegenstemmers. Zonder ver
der af te wachten, wat gebeuren zal,
staat de heer Duys op, roept: Leve de
democratie en gaat de zaal uit.
De heer Zwertbroek staat van de
bestuurstafel op en roept: 't Is toch een
schandaal 1
Met hoongeroep en gelach wordt deze
uitroep begroet.
De heer van Eek (partijbestuur) verzet
zich tegen afvoering van de voorstellen,
de cumulatie betreffende. Ook om den
indruk naar buiten zal het gewenscht
zijn deze materie wel te behandelen.
Een voorstel Swierstra om de commis
sie te verzoeken het rapport in de zaak-
Duys op het congres in huishoudelijke
zitting voor te lezen, wordt verworpen.
De voorstellen van de congrescommis
sie, waarbij de voorzitter toezegt, dat
Maandag de kwestie van de cumulatie
nog aan de orde zal worden gesteld,
worden verder z.h.s. aangenomen.
Jaarverslagen.
Aan de orde zijn dan de jaarverslagen,
waarbij ook besproken worden de finan-
cieele en andere verslagen.
Er melden zich niet minder dan 30
sprekers aan.
De afgevaardigde van Enschede-Lon-
neker (Kies) prijst het optreden der jon
geren, vraagt het partijbestuur regelend
op te treden inzake de liga, opdat de
spontane werkkracht der jongeren niet
verloren zal gaan.
De heer Van Pareren (afgevaardigde
van de Amsterdamsche afdeelingen),
vraagt, hoé het partijbestuur is gekomen
tot de erkenning van de liga.
Spr. vraagt volledige opening van zaken
van het partijbestuur. Hij critiseert de
houding van sommige vooraanstaande
partijgenooten, die, als ze meenen, dSt
hun onrecht is aangedaan, maar brochures
publiceeren en via de burgerlijke pers
allerlei berichten lanceeren.
De heer De Zeeuw (namens de Rotter-
damsche afdeelingen) brengt den heer
Albarda hulde voor zijn preciese formu
leering van wat de S.D.A.P. inzake haar
democratische methoden wil.
Mevr. de Vries—Bruins vestigt de aan
dacht op de aanvallen op de positie der
vrouw. De Arbeiderspers kiest niet vol
doende partij in deze zaak.
De afgevaardigde van Gorkum komt
op tegen de scheuring en tweedracht, die
de arbeiders van de S.D.A.P. verwijderen.
De afdeeling Bussum (de heer v. d.
Kieft) gelooft, dat vooral het moreele
effect van den boycot van Duitsche goe
deren belangrijk is geweest.
Spr. brengt het bijwonen van de opening
der Kamer door den heer Schaper ter
sprake en laat kritiek hooren op de wijze,
waarop de heer Schaper na zijn boek in
Het Volk is bejegend. Deze is op kinder
achtige manier aangevallen en uit de
hoogte behandeld.
De heer van Eek (partijbestuur) maakt
aanmerkingen op de gevolgde loonpolitiek
in verschillende overheidslichamen.
Het partijbestuur is niet krachtig ge
noeg opgetreden bij het verbod van Inter
nationale en Socialistenmarsch.
Ook met de avondvergadering zijn nog
19 sprekers ingeschreven. De spreektijd
wordt gerantsoeneerd.
De afdeeling Koog-Zaandijk vraagt van
de partijraadsvergadering, waarin de
kwestie-Duys wordt behandeld uitvoerige
verslagen. In de Zaanstreek heeft men
ook veel last van de kwestie van Dam.
Deze heeft het vertrouwen van de arbei
dersklasse in de S. D. A. P. sterk geschokt.
De afdeeling Wijdenes betreurt het,
dat geen menschen uit de praktijk zijn
opgenomen in de permanente commissie
voor land- en tuinbouw.
Renkum zegt, verbetering in het olk
te constateeren, al wordt nog te veel
aan sensatie geofTerd.
De heer Albarda spreekt als voorzitter
van de Kamerfractie, maakt dan eenige
opmerkingen over de S. A. I., en over de
Liga en beantwoordt verschillende op
merkingen. Uitvoerig zet hij het stand
punt jegens de Liga uiteen.
Na lange en bewogen discussies heeft
het Congres tenslotte de vier resoluties,
die als uitvloeisel van het Herzienings
rapport door het Partijbestuur waren
voorgesteld, aanvaard. De eerste dezer
resoluties handelt over taktiek en methode.
Zij stelt vast dat »de weergalooze econo
mische crisis, die sedert het najaar van
1929 over de wereld woedt, niet alleen
een groot deel der arbeidersklasse in
ellende heeft gedompeld, maar aan alle
klassen der samenleving haar noodlottige
werking zeer pijnlijk heeft doen gevoe
len.* De resolutie, die bedoeld is voor
den kleinen boerenstand, den industriee-
len en handeldrijvenden middenstand en
de jonge intellectueelen wijst dezen groe
pen »op de noodzakelijkheid om gemeen
schappelijk met de arbeidersklasse te
streven naar het democratisch socialisme.»
In de tweede resolutie wordt opnieuw
verklaard, dat de democratie voor de
partij niet alleen beginsel en middel is,
maar ook tot haar doeleinden behoort en
dat zij dictatuur en schrikbewind ver
werpt. De derde spreekt over ontwape
ning, en het oorlogs- en gifgassengevaar
en is gebaseerd op de besluiten van het
I.V.V. te Brussel en de S.A.I. te Parijs.
In deze resolutie wordt voorts vastge
steld, dat Duitschland opnieuw een haard
van oorlogsgevaar is geworden. De vierde
dezer resoluties handelt over socialisatie,
planmatige productie en actie daarvoor
en de oprichting van een wetenschappelijk
bureau ter uitwerking daarvoor.
Uit den aard der zaak waren het de
tweede en de derde resolutie, die aanlei
ding gaven tot dikwijls heftig bewogen
debatten. Ir. Albarda waarschuwde tegen
verwerping daarvan, die ernstige gevol
gen zou hebben.
Ir. Albarda's verdediging van de eerste
resolutie berustte op de stelling, dat de
zaak der sociaal-democratie meer is dan
een belang voor de arbeiders alleen, doch
een belang is voor het geheele volk en
voor de geheele menschheidwel is waar
is de arbeidersklasse in de eerste plaats
geroepen tot den strijd voorliet socialisme,
doch ook andere groepen dienen daarin
betrokken te worden.
Geen wapengeweld.
De tweede resolutie bracht ir. Albarda
tot de stelling, dat van twee zijden (com
munisme en fascisme) de arbeiders ver
lokt worden, de democratische wegen te
verlaten, en dat daarom de S.D.A.P. nu
verplicht was een krachtig woord van
waarschuwing te doen hooren. Daarvan
zeide de inleider:
„De legale weg is de eenige geoor
loofde voor de S.D.A.P.; wie door onge
duld gedreven andere wegen opwil, en
met de wapens wil strijden, gaat een
wissen onderymg tegemoet. De tijd is
voorbij, dat een revolutionnaire menigte
met de wapens de macht kan veroveren.
De moderne wapentechniek maakt dat
onmogelijk".
De vierde resolutie vond haar ver
dediging in de stelling, dat het dringend
noodig is krachtiger dan ooit naar socia
listische ordening te streven, dat echter
concretiseering van het socialistisch doel
noodzakelijk is en improvisatie, wanneer
de tijd tot den overgang naar het socia
lisme gekomen is, uit den booze is, en
dus nu een plan moest worden opgemaakt,
omdat naar ir. Albarda's meening die
tijd spoedig komen zal.
Het verzet van het congres richtte zich
voornamelijk tegen de ontwapenings
resolutie, en in mindere mate tegen de
resolutie in zake de democratie.
Er was onder de afgevaardigden geen,
die andere dan legale methoden voor de
S.D.A.P. wenschelijk achtte. Het verschil
van meening bleek hoofdzakelijk te be
staan in de vraag, tot welk tijdstip men
die legale methoden moest blijven toe
passen.
Het verzet tegen de ontwapenings
resolutie was sterk en zelfs in deze resolutie
ernstig in gevaar geweest.
Principieele en ideëele factoren vond
men o.a. in het betoog van ds. Banning,
die meende, dat aanvaarding der resolutie
beteekende aanvaarding van den verde
digingsoorlog, en die de onderscheiding
tusschen aanvals- en verdedigingsoorlog
illusoir noemde. Naar zijn opvatting lag
het hoofdprobleem hierin, dat de socia
listische arbeiders dienden te zoeken naar
een weg, die principieel uitgaat boven
het geweld.
Hij vond tegenover zich echter mannen
als Vliegen, prof. Bonger en Boekman,
die nuchter de dingen bekeken en be
toogden, dat in geval van werkelijk oor-
logsgevaar, van werkelijke bedreiging
door een buitenlandschen indringer (zij
doelden daarbij op Duitschland), de groote
meerderheid van ons volk zich, ondanks
resoluties, daartegen toch verzetten zou.
oowel de heeren Vliegen als Boekman
legden er den nadruk op, dat men de
realiteit niet kan voorbij gaan, en de
laatstgenoemde formuleerde dit nog ster
ker door te zeggen, dat men met ver
ouderde opvattingen niet kan werken in
veranderde omstandigheden.
Het congres benoemde tot nieuw lid
van het Dagelijkscli Bestuur S. R. de Mi
randa, die dus de plaats van J. W. Mat-
thssen zal innemen, terwijl als nieuw lid
van het Partijbestuur J. van de Kieft zijn
intrede zal doen, nu het lid G. J. Zwert
broek niet werd herkozen.
Het congres benoemde bij enkele can-
didaatstelling tot voorzitter der Partij K.
Vorrink, wien na zijn verkiezing de
„Internationale" staande werd toegezon
gen.
Tot secretaris werd herbenoemd C.
Woudenberg, tot secretaris E. Ribbius—
Peletier.
In 1933 146.000 overnachtingen.
Een onderhoud met den Voorzitter der
Nederlandsche Jeugdherberg Centrale.
Dezer dagen vernamen wij, dat volgens
de officieele bij het secretariaat der Ne
derlandsche Jeugdherberg Centrale te
Amsterdam ingekomen gegevens, het
het aantal overnachtingen in de Neder
landsche jeugdherbergen over 1933 niet
minder dan 146.000 had bedragen. In
1929, eigenlijk het beginjaar der jeugd
herbergbeweging in ons land, bedroeg
dit aantal slechts 8500, in 1930 was dit ge
stegen tot 22.000, in 1931 tot 52.000, ter
wijl het in 1932 iets meer dan 100.000 was
geweest. Indien men deze cijfers verge
lijkt, constateert men in de eerste plaats
een toename in het afgeloopen jaar van
niet minder dan 46 doch belangrijker
is nog het feit, dat in 5 jaar tij-ds het aan
tal overnachtingen van 8500 op 146.C00 is
gestegen.
In een betrekkelijk kleine periode dus
heeft de jeugdherbergbeweging in ons
land zich een belangrijke plaats veroverd.
Verschillende oorzaken moeten hier
voor aan te wijzen zijn en daar wij
gaarne hieromtrent iets naders wilden
vernemen, hadden wij dezer dagen met
den Voorzitter van de Nederlandsche
Jeugdherberg Centrale, Dr. C. P. Gun
ning, een onderhoud.
Op onze vraag hoe deze snelle groei
mogelijk is geweest, antwoordde Dr.
Gunning ons, dat deze groei toch betrek
kelijk geleidelijk en normaal in zijn werk
is gegaan. Het belangrijkste is evenwel,
aldqs onze zegsman, dat de jeugdherber
gen momenteel precies geven, wat de
jeugd vraagt.
Het is een verblijdend verschijnsel van
de reactie op het jagen en jachten van
dezen tijd. Het is een zich gelukkig
voelen van de jeugd om buiten te zijn,
rustig te genieten van de natuur. Men is
blij met een eenvoudig verblijf in de
jeugdherbergen, waarin bovendien de
zelfwerkzaamheid zoo een belangrijke
plaats inneemt.
De jeugdbeweging is begonnen met de
echte trekkers te leveren, maar in de
laatste jaren is er een groote groep jeug
dige geheel buiten de jeugdorganisaties
om bijgekomen. De groei brengt zijn
moeilijkheden mede, wij hebben er bijv.
zorg voor te dragen, dat de herberg niet
beschouwd wordt als een goedkoop pen
sion en op dit gebied is er nog heel wat
te doen.
Kent de groei der jeugdherberg
beweging eigenlijk grenzen? was onze
vraag.
Neen, antwoordde Dr. Gunning, wij
kennen voorloopig geen grenzen. Niet
alleen zal het aantal van hen, die indivi
dueel van de jeugdherbergen gebruik
maken, nog belangrijk stijgen, maar er
ligt nog een volkomen open terrein voor
ons wat betreft het bezoek van scholen
aan de jeugdherbergen. Naar verhouding
is het aantal individueele trekkers ten
opzichte van het aantal scholen en groe
pen, dat van de jeugdherbergen gebruik
maakt, nog betrekkelijk groot. Natuurlijk
vormen de economische omstandigheden
voor de groep en voor de school vaak een
bezwaar, maar toch zijn wij van meening,
aldus de Voorzitter van de N.J.H.C., dat
wanneer wij maar eenmaal zoover zijn.
dat aaneengesloten tochten van drie of
vier dagen mogelijk zijn, op niet te groo-
ten afstand, zich groote perspectieven
openen voor het trekken van de school
jeugd. Hiermede zijn natuurlijk bedoeld
de hoogere klassen van de Lagere School,
de Mulo en alle Middelbare-, Nijver
heids-, Ambachts-, Huishoudscholen enz.,
zoowel Openbare als Bijzondere. Boven
dien kunnen die scholen het eigenlijk
niet beter treffen, immers zjj kunnen van
de jeugdherbergen gebruik maken bui
ten de eigenlijke vaeanties om. Mei en
Juni zijn prachtige maanden voor toch
ten en ook September bijvoorbeeld is uit
stekend geschikt voor een schooltocht.
En indien men bedenkt, dat iedere
school toestemming kan krijgen om tij
dens den cursus een dergelijken jeugd-
herbergtocht te maken, dan is het duide
lijk, dat wij nog meer krachten mobiel
moeten maken om de scholen voor onze
beweging te winnen. Zeker zullen de be
treffende leerkrachten voor een derge
lijken tocht toestemming van de bevoeg
de instanties krijgen, ja. in het algemeen
zullen de autoriteiten bevordering van.
het bezoek van schoolgroepen aan de
jeugdherbergen toejuichen.
Overigens doen de Districtscommissies
hier uitermate nuttig en vruchtbaar
werk. De tentoonstellingen van de N.J.H.
C. trekken het geheele land door. In ver
scheidene plaatsen worden lezingen en
voordrachten gehouden met veel succes
en Ouderavonden, waar een onzer spre
kers aan de hand van films of lichtbeel
den komt spreken over het jeugdher-
bergwerk, hebben schitterende resulta
ten. Overal treft men groote belangstel
ling voor dit onderwerp en juist de jeugd
herberg-trektocht van de schoolklasse of
groep kan een prachtig object zijn voor
de zoo zeer gewenschte samenwerking
tusschen Onderwijskrachten en Ouder
commissies.
Zal de stijging zich dit jaar voort
zetten?
Met een overtuigend ja beantwoord
de Dr. Gunning onze vraag. Het propa
gandawerk, vervolgde hij, is dezen win
ter gevoerd en in het komende voorjaar
voortgezet, zal ongetwijfeld resultaten
hebben. Bovendien zal in het a.s. seizoen
het geheele land vrijwel bereisbaar zijn.
Er zijn plannen om op Terschelling een
jeugdherberg te bouwen, zoodat dan
Texel, Vlieland en Terschelling te berei
ken zijn. Meppel zal een mooie schakel
vormen tusschen het Noorden en het
overige deel van ons land, evenals Em-
men, waar reeds een jeugdherberg in aan
bouw is door jeugdige werkloozen. Op
Wieringen hopen wij ook een jeugdher
berg te stichten als begin, of ook wel als
eindpunt van den afsluitdijk, den verbin
dingsweg tusschen Friesland en Holland.
En dan zal hier en daar nog een jeugd
herberg er bij komen, misschien op de
Veluwe, mogelijk nog een in Nijverdal en
een in het Zuiden. Vooral het Zuiden van
ons land is dit jaar goed door de jeugd
bezocht en het mooie Brabant en het
fraaie Limburgsche heuvelland verdienen
dit ook wel.
Onoordeelkundig trekken.
Maar nu wij het toch over het trekken
hebben, komt het mij zoo vervolgde de
Voorzitter der N.J.H.C. nog een opmer
king van het hart. De wijze van trekken
door de jeugd dient verbeterd te worden.
In het algemeen wordt nog te onoordeel
kundig de tocht gemaakt. Er is veel te
veel gejakker. Zeer zeker zullen ook hier
zich vóór het maken van een tocht reali-
seeren wat men gaat zien, men moet'van
te voren de fauna en floura van de streek
bestudeeren, zich inleven in gewoonten en
gebruiken der bewoners, men moet zich
kortom inwerken om op den eigenlijken
lijken tocht van alles goed te kunnen ge
nieten. Een eerste stoot hiervoor was al
gegeven door het uitgeven van het fol
kloristisch literatuurgidsje. „Over Hol
land Verleden". Om het gestelde doel te
bereiken en algemeene leiding te geven,
wil de Nederlandsche Jeugdherberg Cen
trale verschillende tochten in het geheele
land uitzetten. Vereenigingen als Heem
schut, A.N.W.B., de Vereeniging tot Be
houd van Natuurmonumenten en locale
organisaties, hebben reeds haar volledige
medewerking toegezegd- De tochten zul
len beschreven en uitgewerkt worden en
wij hopen, dat ook dit werk vruchten zal
dragen.
DE WEG TERUG.
Een ieder, die eenigszins met Handel
en Nijverheid vertrouwd is, weet dat het
groeiproces van bijna alle zaken als volgt
verloopt:
kleine ondernemer, die een zaakje begint
vennootschap onder een firma
familie naamlooze vennootschap,
open naamlooze vennootschap.
Langs dezen weg zijn practisch 99
van de Hollandsche fabrieks- en handels
zaken gegroeid tot levensvatbare bedrij
ven. Sommige zijn nog in het tweede,
andere in het derde stadium. De grootste
en voorspoedigste hebben het vierde sta
dium bereikt en zien hunne aandeelen
ter Amsterdamsche Beurze verhandeld,
zooals Kon. Papierfabrieken Van Gelder
Zonen, Vereenigde Blikfabrieken, Han
delsonderneming Wyers, Philips Fabrie
ken, enz. enz. Voor zoover nieuwe zaken
niet direct door banken of door andere
ondernemers direct als grootbedrijf wor
den opgezet moet derhalve de groep van
ter beurze verhandelde aandeelen in fa
brieken, handelszaken, enz. aangevuld en
verfrischt worden dóór en uit de familie-
N.V.'s, die zoodanig zijn uitgebreid, dat
zij niet langer in familiebezit kunnen
blijven.
Dit normale groeiproces nu, wil de Mi
nister van Financiën remmen en ontkee-
ren door zijn nieuwe wet op de Besloten
Vennootschappen. Aan de „aangewezen"
familie-vennootschappen worden 't bij die
wet onmogelijk gemaakt, om tot „open
N.V. op te klimmen en zijn zij gedoemd
„eeuwig" te blijven in het stadium van
besloten N.V., waarin zij toevallig ver-
keeren. Dit treft in het bijzonder die
N.V.'s, die bloeien en derhalve een begee-
renswaardig object voor den fiscus vor
men, maar die juist door dien bloei in
aanmerking kwamen voor verdere ont
plooiing en vergrooting door middel van
aandeelen-uitgifte ter beurze.
Deze groep van N.V.'s nu, wil de Mi
nister, op grond van misbruiken die der
den van het stelsel hebben gemaakt,
voortaan geheel behandelen als „Vennoot
schappen als een firma", door de volle ge
maakte winst op geheel overeenkomstige
wijze te belasten. De Minister zet dus de
klok terug en gaat het bestaan vrijwel
onmogelijk maken van die groepen bedrij
ven, die ons land de laatste 30 jaar van
een agrarisch tot een industrieel flink ont-
(4 betere systemen)
(Ultra Violet, Electrisch of Klei)
enz. enz.
Stakmsn Bossestraat 63-65
Tel. 514
wikkeld land hebben gemaakt. Derhalve
ook die bedrijven, die in die jaren van
sterke bevolkingstoeneming het jaar-
lijksche accres hebben opgenomen, dat
door landbocw en visscherij werd uitge-
stooten. Nu dit groeiproces door de
economische omstandigheden tijdelijk is
geremd, ziet men onmiddellijk de haast
onoverkoombare gevolgen door de toene
ming der werkloosheid, de daling der
uitvoercjjfers, de toeneming van ons in-
voersaldo, enz.
Het is daarom, dat deze wet te midden
van de tientallen wetten, crisismaatrege
len, invoer-beperkingen, enz., waarmede
ons bedrijfsleven toch reeds aan knellende
banden wordt gelegd, zoo funest en van
zoo'n vergaande strekking is. Een strek
king, die verre uitgaat boven den aan-
vankelijken opzet van voorkoming van
fraude en die noch door den Minister van
Financiën, noch door den Ministerraad,
bedoeld kan zijn.
Niet alleen de natuurlijke ontwikke
lingsgang van levensvatbare bedrijven
wordt geremd en onmogelijk gemaakt,
maar ook hunne levenssappen worden af
getapt door de voorgestelde belasting
van de gemaakte reserves. Door goed-
geleide bedrijven zijn deze reserves ge
maakt met het oog op ongunstiger tijden,
dan wel voor uitbreiding, voor pensioen
doeleinden, voor het doen van experi
menten, voor extra afschrijving van ma
chines, of onrendabelen bijbouw, kortom,
deze familie N.V.'s dragen dank zij dit
voorzichtig beleid in zich de kiemen, die
tot een verdere ontplooiing van onze in
dustrie zullen kunnen komen, zoodra de
toestanden ook maar iets gunstiger zullen
zijn geworden. In sterke mate hebben zij
er daardoor toe bijgedragen, d'it de crisis
minder scherp is geworden dan b.v. in
Amerika, Engeland of Duitschland, om
dat in de door ons bedoelde groep kern-
bedrijven, geen faillissement van beteeke-
nis of liquidatie is voorgekomen, dank
zij de gevolgde voorzichtige dividend
politiek.
Men zie naar de Zaanstreek, die in de
olie-en rijst- en houtindustrie zeer zwaar
getroffen is, doch geen enkel bedrijf heeft
zien failleeren; evenals in Twente en Til
burg en de Gron. Veenkoloniën. Waren
deze reserves thans niet aanwezig geweest,
dan was in al deze streken de crisis nog
dieper ingevreten en de werkloosheid nog
grooter dan zij nu al is. Terwijl na het
eenmaal verdwijnen van het bedrijf de
kans op herstel bij gunstiger conjunctuur
uitgesloten is, zoodat het opbouwings-
proces zooveel langer zou moeten duren!
Daartegenover heeft dan gestaan, dat
de fiscus in de gunstige jaren wat belas
ting heeft ontbeerd, die de Staatsuitgaven,
in die jaren nog meer zou hebben doen
opzetten en het verschil tusschen de ma
gere en vette jaren (de oorzaak van den
belastingregen van thans!) nog zou heb
ben vergroot. M.a.w. de reserves, welke de
wet aan de erkende N.V.'s toeliet te vor
men, hebben de conjunctuur-golven ver
zwakt en de crisismoeilijkheden verzacht,
juist het effect, waar de geheele eco
nomische wereld naar zoekt.
Inplaats van dit streven in de hand te
werken, gaat de Minister van Financiën,
naar wij hopen zijns ondanks, met de
nieuwe wet juist de omgekeerde richting
uit en straft hij diegenen, die als goede
huisvaders voor de toekomst hebben ge
zorgd en verder hebben vooruitgezien,
dan menige gemeente, die ook in goede
jaren alles opmaakte. Dit is naar onze
wijze van zien een groot onrecht, dat niet
plaats mag vinden.
Kwam nu de fiscus, over langere pe
rioden ziende aan deze bedrijven tekort,
dan ware althans nog een redelijk argu
ment aanwezig voor nieuwe maatregelen
(echter niet deze!). Zulks is echter niet
het geval: bij normale N.V. kan geen
winst aan het bedrijf onttrokken worden,
zonder dat hierover èn div. èn tantieme-
belasting èn inkomstenbelasting wordt be-
taald. Bij knoeiers misschien wel, doch
dan is het aan den fiscus hiervoor maat
regelen te nemen, die niet-knoeiers niet
schaden. Wy spreken hierbij nog niet van
de enorme sommen, welke een groeiende
industrie-tak om zich heen verspreidt in
den vorm van loonen en salarissen, ori-
derhoudspost, vrachten, uitbreidingen,
enz. enz., enz. (bedragen die Eindhoven,
Tilburg, Enschede, de Zaanstreek heb
ben doen groeien tot den tegenwoordigen
omvang!) maar wel van de belasting, die
van al deze inkomsten wordt geheven,
zoowel van de nu of later als dividend uit
gekeerde winst. De fiscus krijgt zijn volle
deel, maar iets later en ontvangt inmid
dels hiervoor een hooge rente in den vorm
van belasting op de hierboven genoemde
loonen en salarissen, enz. enz. Vóór alles
moet men de bron, in deze de bloeiende
onderneming, in het leven houden en deze
niet ondergronds aftappen, zooals thans
minister OUD dreigt te doen tot onher
stelbare schade van ons bedrijfsleven.