Het uitspansel in April 1934. Jj)an Salon De g oei der Jeugdherberg beweging. HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 3 APRIL 1934. 3 2.5 ifur Sterret/Jct voelt ge U tevreden indien Gij een Coiffure hebt van Permanent Wave Watergolven met beugelen Ondulatie Marcel Massage Manicuren Blondeeren Toucheeren Gerenommeerde Kapperszaak II NEVELVLT XSTERRENM S DUBBELSTER o VERANDERLUKES ♦•STER DER IS2S GR. STER DER 3! GR.OF ZWAKKER II NEVELVLEK X STERRENHOOP oDUBBELSTER o VERANDERLIJKE 5T. ♦•STER DER IS2ÏGROOTTE STER DER JJGROOTTEOF ZWAKKER Zon: De tijdvereffening bedraagt op: 6 April: +2m44s: n April: -f-lm20s; 16 April: -j-0m3s; 21 April: lm6s; 26 April: 2m4s; 60 April: 2m42 s. Deze bedragen geven, opgeteld bij den tijd wordt aangewezen door een zonnewij- tijd wordt aangewezen dor een zonnewij zer; de middelbare tijd door een uurwerk. De declinatie van de zon neemt toe van +4°.2 tot +14°.8; hierdoor neemt liaar middaghoogte toe van 42°.2 tot 52°.8, haar dagboog van 12u55 m tot 14u52 m (voor 52° N.Br.). De Maan: 7 April: L.K.; 13 April: N.M.; 21 April: E.K.; 29 April: V.M. De Planeten: Mercurius bereikt op 2 April 'zijn groot ste Westelijke elongatie (27°46' W. van de zon). De planeet blijft echter door haar geringe hoogte ongeschikt voor de waar- neming. Venus komt ruim een uur voor de zon op en staat in de morgenschemering laag boven den Oosteliiken horizon. Op 16 April bereikt de planeet haar grootste Westelijke elongatie (46°17' ten W. van de zon). Mars is op 14 April in conjunctie met de zon. De planeet is in deze maand niet waar te nemen. Jupiter is op 8 April in oppositie met de zon. De planeet beweegt zich terugloo pend in de Maagd en is den geheelen nacht goed zichtbaar. Wie een kijkef*be zit, verzuime niet gedurende eenige ach tereenvolgende avonden het spel van de vier grootste manen waar te nemen, die de planeet omcirkelen. Saturnus beweegt zich reehtloopend van den Steenbok naar den Waterman. Aan het begin van de maand komt de planeet ongeveer een uur, aan het einde van de maand ongeveer 2 uren voor de Zon op. Uranus is op 18 April in conjunctie en is dus in deze maand niet waar te nemen. Het Zodiacaal licht is goed zichtbaar aan den avondhemel (helling van 50° op den horizon). Aan den ochtendhemel is het wegens de geringe helling niet waar te nemen. Vallende sterren: van 18 tot 24 April zijn vallende sterren te verwachten, die tot den zwerm der L.yriden behooren. Hun radiant uitstralingspunt) ligt op de grens der sterrenbeelden Lier en Her cules. De zwerm der Lyriden bestaat uit meteoren, die zich in de baan van den komeet van 1861 I bewegen. Sterrenbeelden: 's Avonds om lOu (begin April llu, eind April 9u) staat de Groote Beer in het Ze- nith. Orion en de Groote Hond zijn in het Westen ondergegaan. Boven den Wester- kim ziet men nog Prosyon (alpha van den kleinen Hond; helderheid 0m5; parallaxis: 0".30; afstand 11 lichtjaren 110 billioen km), Castor en Pollux van de Tweelingen en Capelle van den Wagenman. Tusschen den Leeuw en de Tweelingen vindt men het kleine sterrenbeeld de Kreeft; hierin is een mooie sterrenhoop, de Kribbe (Praesepe), die op heldere avonden voor het bloote oog als een lichtend wolkje zichtbaar is. In het Noord-Oosten vindt men het sterrenbeeld Perseus, waarin de veranderlijke ster Algol. Van alle veran derlijke sterren is Algol het gemakkelijkst waar te nemen. Gewoonlijk is de helder heid 2m.2. Om de 68.8 uren bereikt de helderheid echter een minimum van 3m.5. De helder heidsvermindering duurt 4.9 uren. Daar na blijft de helderheid gedurende 59 uren constant 2m.2, waarna opnieuw de helder heidsvermindering begint. Algol is een spejctro-scopische dubbelster. Ook in de grootste kijkers kan de ster niet meer voudig gezien worden. Dat zij echter meervoudig is, besluit men uit de ver plaatsingen, die de spectraallijnen van het spebtrum ondergaan. De begeleider is donkerder dan de hoofdster en wentelt zoodanig om deze, dat zij één maal in de 68.8 uren een deel van het licht van de hoofdster onderschept. Hierdoor wordt het totale licht, door hetAlgol-stelsel in onze richting uitgezonden, periodiek ver minderd. De tijdsduur der eclips, 9u45min. is de tijd, dien de begeleider noodig heeft om voor de schijf der hoofdster te pas- seeren. In het N.O. ziet men Deneb (alpha van den Zwaan; helderheid lm.3; parallax is 0".005; afstand is 650 lichtjaren 6500 billioen km) en Wega. In het Oosten vindt men Hercules, de Noorder-kroon, de Slan gendrager en de Slang. Jn het Zuiden de Waterslang, de Beker en de Raaf. lp het miden van de maand loopt de Melkweg om lOu 's avonds van het W.Z.W. naar het O.N.O., lang boven den Noorde lijken horizon. digers der burgerlijke klasse, die zich door haar vrees voor en haat tegen de vaste macht onzer beweging laten ver leiden tot excessen. Als zulke teekenen zijn te beschouwen de felle politiek der regeering tegen de nationalistische beweging in onze over- zeesohe gewesten, de ongehoord zware vonnissen tegen de bemanning van »De Zeven Provinciën*, e.a. die wijzen op een bedenkelijk verlies van objectiviteit bij de betrokken dienaren der gemeensehap, in de beoordeeling van wat recht en bil lijk is. Te vreezen is thans, dat de regeering, zich meer en meer scheidende van dé arbeidersklasse, van de kleine landbou wers, van den kleinen middenstand, te veel zich buiten de groote meerderheid van het volk zal plaatsen en daardoor de stemming naar het extreme, nog meer in de hand zal werken. Een schoon lichtpunt in dezen politieken nacht vormt de verkiezing voor den Raad te Londen en in eenige andere plaatsen van Engeland. Spr. verklaarde daarna het congres voor geopend. De rapporteur van de congrescommis sie stelde voor, de punten van de agenda, die behooren tot het z.g. geval-Duys, van de agenda af te voeren. Dit geval zal behandeld worden, zoodra het rapport der daarvoor ingestelde commissie gereed is. Dezelfde commissie wil eveneens af voeren alle voorstellen betreffende de cumulatie. Omtrent dit vraagstuk heeft de partij zich reeds duidelijk uitgesproken en bovendien zal de regeering-Colijn binnenkort met voorstellen inzake deze materie komen. Het geval-Duys. Toen de Voorzitter voorstelde de voor stellen van de Congrescommissie zonder discussie te aanvaarden, vroeg mr. Duys het woord. De Voorzitter merkte op, dat mr. Duys geen afgevaardigde op het congres is en alleen als gast aanwezig. Het congres zal dus moeten beslissen of hem het woord zal worden gegeven. De heer Duys: U weet nog niet, wat ik ga zeggen en bestrijdt me nu al. Het voorstel wordt in stemming ge bracht en hoewel het blijkbaar velen niet duidelijk is, waarover zal worden ge stemd, worden een aantal handen opge stoken, van tegenstemmers. Zonder ver der af te wachten, wat gebeuren zal, staat de heer Duys op, roept: Leve de democratie en gaat de zaal uit. De heer Zwertbroek staat van de bestuurstafel op en roept: 't Is toch een schandaal 1 Met hoongeroep en gelach wordt deze uitroep begroet. De heer van Eek (partijbestuur) verzet zich tegen afvoering van de voorstellen, de cumulatie betreffende. Ook om den indruk naar buiten zal het gewenscht zijn deze materie wel te behandelen. Een voorstel Swierstra om de commis sie te verzoeken het rapport in de zaak- Duys op het congres in huishoudelijke zitting voor te lezen, wordt verworpen. De voorstellen van de congrescommis sie, waarbij de voorzitter toezegt, dat Maandag de kwestie van de cumulatie nog aan de orde zal worden gesteld, worden verder z.h.s. aangenomen. Jaarverslagen. Aan de orde zijn dan de jaarverslagen, waarbij ook besproken worden de finan- cieele en andere verslagen. Er melden zich niet minder dan 30 sprekers aan. De afgevaardigde van Enschede-Lon- neker (Kies) prijst het optreden der jon geren, vraagt het partijbestuur regelend op te treden inzake de liga, opdat de spontane werkkracht der jongeren niet verloren zal gaan. De heer Van Pareren (afgevaardigde van de Amsterdamsche afdeelingen), vraagt, hoé het partijbestuur is gekomen tot de erkenning van de liga. Spr. vraagt volledige opening van zaken van het partijbestuur. Hij critiseert de houding van sommige vooraanstaande partijgenooten, die, als ze meenen, dSt hun onrecht is aangedaan, maar brochures publiceeren en via de burgerlijke pers allerlei berichten lanceeren. De heer De Zeeuw (namens de Rotter- damsche afdeelingen) brengt den heer Albarda hulde voor zijn preciese formu leering van wat de S.D.A.P. inzake haar democratische methoden wil. Mevr. de Vries—Bruins vestigt de aan dacht op de aanvallen op de positie der vrouw. De Arbeiderspers kiest niet vol doende partij in deze zaak. De afgevaardigde van Gorkum komt op tegen de scheuring en tweedracht, die de arbeiders van de S.D.A.P. verwijderen. De afdeeling Bussum (de heer v. d. Kieft) gelooft, dat vooral het moreele effect van den boycot van Duitsche goe deren belangrijk is geweest. Spr. brengt het bijwonen van de opening der Kamer door den heer Schaper ter sprake en laat kritiek hooren op de wijze, waarop de heer Schaper na zijn boek in Het Volk is bejegend. Deze is op kinder achtige manier aangevallen en uit de hoogte behandeld. De heer van Eek (partijbestuur) maakt aanmerkingen op de gevolgde loonpolitiek in verschillende overheidslichamen. Het partijbestuur is niet krachtig ge noeg opgetreden bij het verbod van Inter nationale en Socialistenmarsch. Ook met de avondvergadering zijn nog 19 sprekers ingeschreven. De spreektijd wordt gerantsoeneerd. De afdeeling Koog-Zaandijk vraagt van de partijraadsvergadering, waarin de kwestie-Duys wordt behandeld uitvoerige verslagen. In de Zaanstreek heeft men ook veel last van de kwestie van Dam. Deze heeft het vertrouwen van de arbei dersklasse in de S. D. A. P. sterk geschokt. De afdeeling Wijdenes betreurt het, dat geen menschen uit de praktijk zijn opgenomen in de permanente commissie voor land- en tuinbouw. Renkum zegt, verbetering in het olk te constateeren, al wordt nog te veel aan sensatie geofTerd. De heer Albarda spreekt als voorzitter van de Kamerfractie, maakt dan eenige opmerkingen over de S. A. I., en over de Liga en beantwoordt verschillende op merkingen. Uitvoerig zet hij het stand punt jegens de Liga uiteen. Na lange en bewogen discussies heeft het Congres tenslotte de vier resoluties, die als uitvloeisel van het Herzienings rapport door het Partijbestuur waren voorgesteld, aanvaard. De eerste dezer resoluties handelt over taktiek en methode. Zij stelt vast dat »de weergalooze econo mische crisis, die sedert het najaar van 1929 over de wereld woedt, niet alleen een groot deel der arbeidersklasse in ellende heeft gedompeld, maar aan alle klassen der samenleving haar noodlottige werking zeer pijnlijk heeft doen gevoe len.* De resolutie, die bedoeld is voor den kleinen boerenstand, den industriee- len en handeldrijvenden middenstand en de jonge intellectueelen wijst dezen groe pen »op de noodzakelijkheid om gemeen schappelijk met de arbeidersklasse te streven naar het democratisch socialisme.» In de tweede resolutie wordt opnieuw verklaard, dat de democratie voor de partij niet alleen beginsel en middel is, maar ook tot haar doeleinden behoort en dat zij dictatuur en schrikbewind ver werpt. De derde spreekt over ontwape ning, en het oorlogs- en gifgassengevaar en is gebaseerd op de besluiten van het I.V.V. te Brussel en de S.A.I. te Parijs. In deze resolutie wordt voorts vastge steld, dat Duitschland opnieuw een haard van oorlogsgevaar is geworden. De vierde dezer resoluties handelt over socialisatie, planmatige productie en actie daarvoor en de oprichting van een wetenschappelijk bureau ter uitwerking daarvoor. Uit den aard der zaak waren het de tweede en de derde resolutie, die aanlei ding gaven tot dikwijls heftig bewogen debatten. Ir. Albarda waarschuwde tegen verwerping daarvan, die ernstige gevol gen zou hebben. Ir. Albarda's verdediging van de eerste resolutie berustte op de stelling, dat de zaak der sociaal-democratie meer is dan een belang voor de arbeiders alleen, doch een belang is voor het geheele volk en voor de geheele menschheidwel is waar is de arbeidersklasse in de eerste plaats geroepen tot den strijd voorliet socialisme, doch ook andere groepen dienen daarin betrokken te worden. Geen wapengeweld. De tweede resolutie bracht ir. Albarda tot de stelling, dat van twee zijden (com munisme en fascisme) de arbeiders ver lokt worden, de democratische wegen te verlaten, en dat daarom de S.D.A.P. nu verplicht was een krachtig woord van waarschuwing te doen hooren. Daarvan zeide de inleider: „De legale weg is de eenige geoor loofde voor de S.D.A.P.; wie door onge duld gedreven andere wegen opwil, en met de wapens wil strijden, gaat een wissen onderymg tegemoet. De tijd is voorbij, dat een revolutionnaire menigte met de wapens de macht kan veroveren. De moderne wapentechniek maakt dat onmogelijk". De vierde resolutie vond haar ver dediging in de stelling, dat het dringend noodig is krachtiger dan ooit naar socia listische ordening te streven, dat echter concretiseering van het socialistisch doel noodzakelijk is en improvisatie, wanneer de tijd tot den overgang naar het socia lisme gekomen is, uit den booze is, en dus nu een plan moest worden opgemaakt, omdat naar ir. Albarda's meening die tijd spoedig komen zal. Het verzet van het congres richtte zich voornamelijk tegen de ontwapenings resolutie, en in mindere mate tegen de resolutie in zake de democratie. Er was onder de afgevaardigden geen, die andere dan legale methoden voor de S.D.A.P. wenschelijk achtte. Het verschil van meening bleek hoofdzakelijk te be staan in de vraag, tot welk tijdstip men die legale methoden moest blijven toe passen. Het verzet tegen de ontwapenings resolutie was sterk en zelfs in deze resolutie ernstig in gevaar geweest. Principieele en ideëele factoren vond men o.a. in het betoog van ds. Banning, die meende, dat aanvaarding der resolutie beteekende aanvaarding van den verde digingsoorlog, en die de onderscheiding tusschen aanvals- en verdedigingsoorlog illusoir noemde. Naar zijn opvatting lag het hoofdprobleem hierin, dat de socia listische arbeiders dienden te zoeken naar een weg, die principieel uitgaat boven het geweld. Hij vond tegenover zich echter mannen als Vliegen, prof. Bonger en Boekman, die nuchter de dingen bekeken en be toogden, dat in geval van werkelijk oor- logsgevaar, van werkelijke bedreiging door een buitenlandschen indringer (zij doelden daarbij op Duitschland), de groote meerderheid van ons volk zich, ondanks resoluties, daartegen toch verzetten zou. oowel de heeren Vliegen als Boekman legden er den nadruk op, dat men de realiteit niet kan voorbij gaan, en de laatstgenoemde formuleerde dit nog ster ker door te zeggen, dat men met ver ouderde opvattingen niet kan werken in veranderde omstandigheden. Het congres benoemde tot nieuw lid van het Dagelijkscli Bestuur S. R. de Mi randa, die dus de plaats van J. W. Mat- thssen zal innemen, terwijl als nieuw lid van het Partijbestuur J. van de Kieft zijn intrede zal doen, nu het lid G. J. Zwert broek niet werd herkozen. Het congres benoemde bij enkele can- didaatstelling tot voorzitter der Partij K. Vorrink, wien na zijn verkiezing de „Internationale" staande werd toegezon gen. Tot secretaris werd herbenoemd C. Woudenberg, tot secretaris E. Ribbius— Peletier. In 1933 146.000 overnachtingen. Een onderhoud met den Voorzitter der Nederlandsche Jeugdherberg Centrale. Dezer dagen vernamen wij, dat volgens de officieele bij het secretariaat der Ne derlandsche Jeugdherberg Centrale te Amsterdam ingekomen gegevens, het het aantal overnachtingen in de Neder landsche jeugdherbergen over 1933 niet minder dan 146.000 had bedragen. In 1929, eigenlijk het beginjaar der jeugd herbergbeweging in ons land, bedroeg dit aantal slechts 8500, in 1930 was dit ge stegen tot 22.000, in 1931 tot 52.000, ter wijl het in 1932 iets meer dan 100.000 was geweest. Indien men deze cijfers verge lijkt, constateert men in de eerste plaats een toename in het afgeloopen jaar van niet minder dan 46 doch belangrijker is nog het feit, dat in 5 jaar tij-ds het aan tal overnachtingen van 8500 op 146.C00 is gestegen. In een betrekkelijk kleine periode dus heeft de jeugdherbergbeweging in ons land zich een belangrijke plaats veroverd. Verschillende oorzaken moeten hier voor aan te wijzen zijn en daar wij gaarne hieromtrent iets naders wilden vernemen, hadden wij dezer dagen met den Voorzitter van de Nederlandsche Jeugdherberg Centrale, Dr. C. P. Gun ning, een onderhoud. Op onze vraag hoe deze snelle groei mogelijk is geweest, antwoordde Dr. Gunning ons, dat deze groei toch betrek kelijk geleidelijk en normaal in zijn werk is gegaan. Het belangrijkste is evenwel, aldqs onze zegsman, dat de jeugdherber gen momenteel precies geven, wat de jeugd vraagt. Het is een verblijdend verschijnsel van de reactie op het jagen en jachten van dezen tijd. Het is een zich gelukkig voelen van de jeugd om buiten te zijn, rustig te genieten van de natuur. Men is blij met een eenvoudig verblijf in de jeugdherbergen, waarin bovendien de zelfwerkzaamheid zoo een belangrijke plaats inneemt. De jeugdbeweging is begonnen met de echte trekkers te leveren, maar in de laatste jaren is er een groote groep jeug dige geheel buiten de jeugdorganisaties om bijgekomen. De groei brengt zijn moeilijkheden mede, wij hebben er bijv. zorg voor te dragen, dat de herberg niet beschouwd wordt als een goedkoop pen sion en op dit gebied is er nog heel wat te doen. Kent de groei der jeugdherberg beweging eigenlijk grenzen? was onze vraag. Neen, antwoordde Dr. Gunning, wij kennen voorloopig geen grenzen. Niet alleen zal het aantal van hen, die indivi dueel van de jeugdherbergen gebruik maken, nog belangrijk stijgen, maar er ligt nog een volkomen open terrein voor ons wat betreft het bezoek van scholen aan de jeugdherbergen. Naar verhouding is het aantal individueele trekkers ten opzichte van het aantal scholen en groe pen, dat van de jeugdherbergen gebruik maakt, nog betrekkelijk groot. Natuurlijk vormen de economische omstandigheden voor de groep en voor de school vaak een bezwaar, maar toch zijn wij van meening, aldus de Voorzitter van de N.J.H.C., dat wanneer wij maar eenmaal zoover zijn. dat aaneengesloten tochten van drie of vier dagen mogelijk zijn, op niet te groo- ten afstand, zich groote perspectieven openen voor het trekken van de school jeugd. Hiermede zijn natuurlijk bedoeld de hoogere klassen van de Lagere School, de Mulo en alle Middelbare-, Nijver heids-, Ambachts-, Huishoudscholen enz., zoowel Openbare als Bijzondere. Boven dien kunnen die scholen het eigenlijk niet beter treffen, immers zjj kunnen van de jeugdherbergen gebruik maken bui ten de eigenlijke vaeanties om. Mei en Juni zijn prachtige maanden voor toch ten en ook September bijvoorbeeld is uit stekend geschikt voor een schooltocht. En indien men bedenkt, dat iedere school toestemming kan krijgen om tij dens den cursus een dergelijken jeugd- herbergtocht te maken, dan is het duide lijk, dat wij nog meer krachten mobiel moeten maken om de scholen voor onze beweging te winnen. Zeker zullen de be treffende leerkrachten voor een derge lijken tocht toestemming van de bevoeg de instanties krijgen, ja. in het algemeen zullen de autoriteiten bevordering van. het bezoek van schoolgroepen aan de jeugdherbergen toejuichen. Overigens doen de Districtscommissies hier uitermate nuttig en vruchtbaar werk. De tentoonstellingen van de N.J.H. C. trekken het geheele land door. In ver scheidene plaatsen worden lezingen en voordrachten gehouden met veel succes en Ouderavonden, waar een onzer spre kers aan de hand van films of lichtbeel den komt spreken over het jeugdher- bergwerk, hebben schitterende resulta ten. Overal treft men groote belangstel ling voor dit onderwerp en juist de jeugd herberg-trektocht van de schoolklasse of groep kan een prachtig object zijn voor de zoo zeer gewenschte samenwerking tusschen Onderwijskrachten en Ouder commissies. Zal de stijging zich dit jaar voort zetten? Met een overtuigend ja beantwoord de Dr. Gunning onze vraag. Het propa gandawerk, vervolgde hij, is dezen win ter gevoerd en in het komende voorjaar voortgezet, zal ongetwijfeld resultaten hebben. Bovendien zal in het a.s. seizoen het geheele land vrijwel bereisbaar zijn. Er zijn plannen om op Terschelling een jeugdherberg te bouwen, zoodat dan Texel, Vlieland en Terschelling te berei ken zijn. Meppel zal een mooie schakel vormen tusschen het Noorden en het overige deel van ons land, evenals Em- men, waar reeds een jeugdherberg in aan bouw is door jeugdige werkloozen. Op Wieringen hopen wij ook een jeugdher berg te stichten als begin, of ook wel als eindpunt van den afsluitdijk, den verbin dingsweg tusschen Friesland en Holland. En dan zal hier en daar nog een jeugd herberg er bij komen, misschien op de Veluwe, mogelijk nog een in Nijverdal en een in het Zuiden. Vooral het Zuiden van ons land is dit jaar goed door de jeugd bezocht en het mooie Brabant en het fraaie Limburgsche heuvelland verdienen dit ook wel. Onoordeelkundig trekken. Maar nu wij het toch over het trekken hebben, komt het mij zoo vervolgde de Voorzitter der N.J.H.C. nog een opmer king van het hart. De wijze van trekken door de jeugd dient verbeterd te worden. In het algemeen wordt nog te onoordeel kundig de tocht gemaakt. Er is veel te veel gejakker. Zeer zeker zullen ook hier zich vóór het maken van een tocht reali- seeren wat men gaat zien, men moet'van te voren de fauna en floura van de streek bestudeeren, zich inleven in gewoonten en gebruiken der bewoners, men moet zich kortom inwerken om op den eigenlijken lijken tocht van alles goed te kunnen ge nieten. Een eerste stoot hiervoor was al gegeven door het uitgeven van het fol kloristisch literatuurgidsje. „Over Hol land Verleden". Om het gestelde doel te bereiken en algemeene leiding te geven, wil de Nederlandsche Jeugdherberg Cen trale verschillende tochten in het geheele land uitzetten. Vereenigingen als Heem schut, A.N.W.B., de Vereeniging tot Be houd van Natuurmonumenten en locale organisaties, hebben reeds haar volledige medewerking toegezegd- De tochten zul len beschreven en uitgewerkt worden en wij hopen, dat ook dit werk vruchten zal dragen. DE WEG TERUG. Een ieder, die eenigszins met Handel en Nijverheid vertrouwd is, weet dat het groeiproces van bijna alle zaken als volgt verloopt: kleine ondernemer, die een zaakje begint vennootschap onder een firma familie naamlooze vennootschap, open naamlooze vennootschap. Langs dezen weg zijn practisch 99 van de Hollandsche fabrieks- en handels zaken gegroeid tot levensvatbare bedrij ven. Sommige zijn nog in het tweede, andere in het derde stadium. De grootste en voorspoedigste hebben het vierde sta dium bereikt en zien hunne aandeelen ter Amsterdamsche Beurze verhandeld, zooals Kon. Papierfabrieken Van Gelder Zonen, Vereenigde Blikfabrieken, Han delsonderneming Wyers, Philips Fabrie ken, enz. enz. Voor zoover nieuwe zaken niet direct door banken of door andere ondernemers direct als grootbedrijf wor den opgezet moet derhalve de groep van ter beurze verhandelde aandeelen in fa brieken, handelszaken, enz. aangevuld en verfrischt worden dóór en uit de familie- N.V.'s, die zoodanig zijn uitgebreid, dat zij niet langer in familiebezit kunnen blijven. Dit normale groeiproces nu, wil de Mi nister van Financiën remmen en ontkee- ren door zijn nieuwe wet op de Besloten Vennootschappen. Aan de „aangewezen" familie-vennootschappen worden 't bij die wet onmogelijk gemaakt, om tot „open N.V. op te klimmen en zijn zij gedoemd „eeuwig" te blijven in het stadium van besloten N.V., waarin zij toevallig ver- keeren. Dit treft in het bijzonder die N.V.'s, die bloeien en derhalve een begee- renswaardig object voor den fiscus vor men, maar die juist door dien bloei in aanmerking kwamen voor verdere ont plooiing en vergrooting door middel van aandeelen-uitgifte ter beurze. Deze groep van N.V.'s nu, wil de Mi nister, op grond van misbruiken die der den van het stelsel hebben gemaakt, voortaan geheel behandelen als „Vennoot schappen als een firma", door de volle ge maakte winst op geheel overeenkomstige wijze te belasten. De Minister zet dus de klok terug en gaat het bestaan vrijwel onmogelijk maken van die groepen bedrij ven, die ons land de laatste 30 jaar van een agrarisch tot een industrieel flink ont- (4 betere systemen) (Ultra Violet, Electrisch of Klei) enz. enz. Stakmsn Bossestraat 63-65 Tel. 514 wikkeld land hebben gemaakt. Derhalve ook die bedrijven, die in die jaren van sterke bevolkingstoeneming het jaar- lijksche accres hebben opgenomen, dat door landbocw en visscherij werd uitge- stooten. Nu dit groeiproces door de economische omstandigheden tijdelijk is geremd, ziet men onmiddellijk de haast onoverkoombare gevolgen door de toene ming der werkloosheid, de daling der uitvoercjjfers, de toeneming van ons in- voersaldo, enz. Het is daarom, dat deze wet te midden van de tientallen wetten, crisismaatrege len, invoer-beperkingen, enz., waarmede ons bedrijfsleven toch reeds aan knellende banden wordt gelegd, zoo funest en van zoo'n vergaande strekking is. Een strek king, die verre uitgaat boven den aan- vankelijken opzet van voorkoming van fraude en die noch door den Minister van Financiën, noch door den Ministerraad, bedoeld kan zijn. Niet alleen de natuurlijke ontwikke lingsgang van levensvatbare bedrijven wordt geremd en onmogelijk gemaakt, maar ook hunne levenssappen worden af getapt door de voorgestelde belasting van de gemaakte reserves. Door goed- geleide bedrijven zijn deze reserves ge maakt met het oog op ongunstiger tijden, dan wel voor uitbreiding, voor pensioen doeleinden, voor het doen van experi menten, voor extra afschrijving van ma chines, of onrendabelen bijbouw, kortom, deze familie N.V.'s dragen dank zij dit voorzichtig beleid in zich de kiemen, die tot een verdere ontplooiing van onze in dustrie zullen kunnen komen, zoodra de toestanden ook maar iets gunstiger zullen zijn geworden. In sterke mate hebben zij er daardoor toe bijgedragen, d'it de crisis minder scherp is geworden dan b.v. in Amerika, Engeland of Duitschland, om dat in de door ons bedoelde groep kern- bedrijven, geen faillissement van beteeke- nis of liquidatie is voorgekomen, dank zij de gevolgde voorzichtige dividend politiek. Men zie naar de Zaanstreek, die in de olie-en rijst- en houtindustrie zeer zwaar getroffen is, doch geen enkel bedrijf heeft zien failleeren; evenals in Twente en Til burg en de Gron. Veenkoloniën. Waren deze reserves thans niet aanwezig geweest, dan was in al deze streken de crisis nog dieper ingevreten en de werkloosheid nog grooter dan zij nu al is. Terwijl na het eenmaal verdwijnen van het bedrijf de kans op herstel bij gunstiger conjunctuur uitgesloten is, zoodat het opbouwings- proces zooveel langer zou moeten duren! Daartegenover heeft dan gestaan, dat de fiscus in de gunstige jaren wat belas ting heeft ontbeerd, die de Staatsuitgaven, in die jaren nog meer zou hebben doen opzetten en het verschil tusschen de ma gere en vette jaren (de oorzaak van den belastingregen van thans!) nog zou heb ben vergroot. M.a.w. de reserves, welke de wet aan de erkende N.V.'s toeliet te vor men, hebben de conjunctuur-golven ver zwakt en de crisismoeilijkheden verzacht, juist het effect, waar de geheele eco nomische wereld naar zoekt. Inplaats van dit streven in de hand te werken, gaat de Minister van Financiën, naar wij hopen zijns ondanks, met de nieuwe wet juist de omgekeerde richting uit en straft hij diegenen, die als goede huisvaders voor de toekomst hebben ge zorgd en verder hebben vooruitgezien, dan menige gemeente, die ook in goede jaren alles opmaakte. Dit is naar onze wijze van zien een groot onrecht, dat niet plaats mag vinden. Kwam nu de fiscus, over langere pe rioden ziende aan deze bedrijven tekort, dan ware althans nog een redelijk argu ment aanwezig voor nieuwe maatregelen (echter niet deze!). Zulks is echter niet het geval: bij normale N.V. kan geen winst aan het bedrijf onttrokken worden, zonder dat hierover èn div. èn tantieme- belasting èn inkomstenbelasting wordt be- taald. Bij knoeiers misschien wel, doch dan is het aan den fiscus hiervoor maat regelen te nemen, die niet-knoeiers niet schaden. Wy spreken hierbij nog niet van de enorme sommen, welke een groeiende industrie-tak om zich heen verspreidt in den vorm van loonen en salarissen, ori- derhoudspost, vrachten, uitbreidingen, enz. enz., enz. (bedragen die Eindhoven, Tilburg, Enschede, de Zaanstreek heb ben doen groeien tot den tegenwoordigen omvang!) maar wel van de belasting, die van al deze inkomsten wordt geheven, zoowel van de nu of later als dividend uit gekeerde winst. De fiscus krijgt zijn volle deel, maar iets later en ontvangt inmid dels hiervoor een hooge rente in den vorm van belasting op de hierboven genoemde loonen en salarissen, enz. enz. Vóór alles moet men de bron, in deze de bloeiende onderneming, in het leven houden en deze niet ondergronds aftappen, zooals thans minister OUD dreigt te doen tot onher stelbare schade van ons bedrijfsleven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 3