Buitenfandsch Overzicht De natuurramp De Tweelingzusters aan deNoorsche kust NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Er 7417 EERSTE BLAD DINSDAG 10 APRïL 1934 62ste JAARGANG) ontwapeningS' vraagstuk Patricia Wentworth Wat zegt U Wordt bij U geen iue Band gebruikt is er maar éénS !„die alle soorten COURANT Koegra™TnnarpflTa'Uienb^ V00ruitbet-: He'dersche Courant 1.60; voor Koegra^Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.66;binnen- c ei °6^' West-liwüë per zeepost 1 2.10, idem per resr» f'o sn'7 /fTT6" 13,20 LoRRe »<>8-4 ct.fr.p.p 6 ct. Zondagsblad I .50 f Q.70,. f Q.70, f j._ Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, 1.50, 1 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v b C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat .78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dübbele prijs. Kleine advertentie» (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Een scherpe aanval van Rosenberg op de katholieke leidersin uitschJand. - Begin van de Fransch-Engelsche onderhandelingen over de principieele kwesties. Een beschouwing van de Times over de Fransche nota. Rosenburg valt de Katholieke leiders aan. In de Völkische Beobaehter van Zater dagochtend publiceert Allred Rosenberg, de leider voor de afdee- ling van de buiten- Jandsehe politiek van de N.S.D.A.P. een artikel over „Nieuwe Centrumspogingen". •Rosenberg schrijft daarin o.m.: ;Toen de centrumpartij zich, als de overige oude partijen, ontbond, schreven •wij in dit blad dat, nadat deze historische (periode afgeloopen was, wij een versla- aantasten, maar het zal steeds, wan neer het noodig is, met sterken na druk te eischen hebben, dat, nadat de tribune van het parlement voor het centrum gesloten is, niet de kerk- 'kansel verwisseld wordt met het spreekgestoelte in den Rijksdag. President ROOSEVELT. gene niet meer zouden slaan. Wij hebben in dezen tijd het oude centrum en zijn lei ders alle mogelijkheden gegeven aan het •onwrikbare politieke feit van de nationaal- soeialistisehe revolutie te wennen en zich jin het verloop van den lijd ook innerlijk daarmede te verzoenen. Wij hebben ook de vaste overtuiging dat het groots'e deel van de vroegere kiezers van het centrum innerlijk tevre den is met het resultaat van den thans beslisten strijd en dat deze kiezers zich politiek en zakelijk, en zelfs ook geeste lijk gewend hebben aan de overwinnende beweging. Dit feit, hebben echter blijk baar de gewezen leiders van het centrum, met name de centrum-prelaten, ook be merkt, en sinds eenigen tijd konden wij een beweging constateeren, die, door hoo- gere instanties geinspireerd, erop gericht was, de prediking van den kansel te ma ken tot een werktuig van nationaal- en sociaal-politieke beïnvloeding. Na de critiek besproken te hebben, die een orgaan der voormalige centrum partij leverde op een vonnis van een der Duitsche rechtbanken, vervolgt Rosen berg: Het wezenlijke van het geheele onïsmel- lingsproces.van onzen tijd ligt juist hierin, dat openlijke actie niet gevoerd moet wor den in den zin van een socialen of reli- gieusen klassenstrijd, maar alleen in waarachtig Duitschen zin. Aan het einde van het artikel schrijft Rosenberg: De nationaal-socialistische staat beeft altijd de vrijheid van het reli gieuze leven erkend en zal deze niet Het Men is in Fransche kringen, zoo meldt Reuter uit Parijs, zeer voldaan over het on derhoud tusschen Bar- thou en Henderson. Deze bespreking, aldus wordt verklaard, was van 'beteekenis, omdat zij de moge lijkheid geopend heeft, dat het bureau der ontwapeningsconferentie op 23 Mei bijeengeroepen zal worden. Dit bewijst, dat men tegen .dien tijd, door diplomatieke gedaehtenwisseling de üog hangende vraagstukken opgelost hoopt te hebben, opdat het bureau een beslissing nemen. De Fransche nota aan Engeland, waarvan Henderson Zaterdagmorgen kennis heeft kunnen nemen, opent inderdaad onderhandelingen tusschen Londen en Parijs over de principieele kwesties van een eventueele ontwa peningsovereenkomst. Deze onderhan delingen zullen dezer dagen beginnen. Bovendien zal de Italiaansche minister Suvirt binnenkort een bezoek aan Londen brengen, om over dezelfde kwesties met de Engelsche ministers te beraadslagen. Voorts zal Barthou ze te Warschau en Praag te berde brengen. Men moet het resultaat van deze gedaehtenwisseling af wachten, voor de algemeene commissie der conferentie over haar lot kan beslis sen. Het bureau, dat heden (Dinsdag) te Genève bijeenkomt, zal zich bij deze op vatting aansluiten. Frankrijk zal daar door Massigli vertegenwoordigd worden. EX-KEIZERIN ZITA zal, vergezeld van Aartshertog Otto, dezen zomer Oostenrijk bezoeken. Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. 8) „Ze zeiden, dat ze den trein gemist had. Ik zag Jenny thuiskomen, doordat ik toevallig juist naar de Hall was ge gaan om een boek te ruilen.... Anne leende me namelijk altijd boeken. En toen ik vroeg waar Anne was, zei Jenny: „O, die heeft den trein niet gehaald; ze komt morgen!" Maar ze kwam niet den ■volgenden dag; ze kwam heelemaal niet meer." „Maar wat gaven ze voor verklaring van haar wegblijven?" „Dat ze ziek was geworden, en dat ble ven ze volhouden. Later vertelden ze, dat ze naar liet buitenland was om op krachten te komen. Maar zooals ik straks ®1 zei, ik geloof er geen woord van." John staarde peinzend voor zich uit. „Ze kan inderdaad ziek zijn geworden, vt' hij toen. „Anne was niet ziek. Ik ben er zeker van, dat ze niet ziek was.... dat Jenny loog." Wéér liet Delia dien bitteren lach boeren. „Jenny kan mij niet voor den mal houden. Als ze zoo honingzoet praat en je van onder haar oogleden aankijkt, dan weet ik, dat ze leugens vertelt. Maar haar vader," ze wachtte even, „Sir An- thony, geloofde in het begin werkelijk, dat ze ziek was, in het begin." Delia sprak de laatste drie woorden niet bijzonderen nadruk uit. „Hoe weet je dat?" „Ik sprak hem vlak voor de bruiloft, en hij praatte over niets anders hij vertelde, dat Jenny het zich zoo vreeselijk aantrok, dat Anne nu geen bruidsmeisje kon zijn en dat hijzelf het doodjammer voor haar vond om-juist in dezen tijd ziek te worden, maar hij hoopte, dat ze gauw weer beter zou zijn en dan moest ik haar direct komen opzoeken. Ik vroeg hem of hij bij haar was geweest en hoe het haar ging, maar hij had haar nog niet be zocht hij kon niet van huis, hij had het ontzettend druk met de toebereidse len van het huwelijk en daarbij, Anne mocht absoluut geen bezoek hebben. Maar Jenny of juffrouw Jones belden iederen dag op om te vragen hoe het met haar was en de berichten luidden gunstig. De beterschap zou wel niet lang meer op zich laten wachten, zooals hij al gezegd had." John herinnerde zich wat Lewis Smitb hem verteld had: kort na Jenny's trouwen had Sir Anthony zijn testament veran derd; vlak vóór het huwelijk had hy nog vriendelijk, normaal, over haar gesproken en een paar weken later mocht haar naam niet meer genoemd worden en had hij liaar onterfd. Met gefonst voorhoofd tuurde John naar de sleutelbloemen, zon der er iets van te zien dan een scheme ring van lila. Delia kwam dichter bij hem. „Hij zei, dat ze iederen dag opbelden. Een beschouwing van de Times over de Fransche nota De Fransche nota over ontwapening, of liever over beperking van wapenen, is nog niet gepubliceerd zoo meldde de Lon- dênsche corr. van de „N. R. Ct." Zaterdag morgen aan zijn blad maar men ls het er ook nog niet over eens, dat het slechts een kort, voorloopig antwoord is en meer een aankondiging van een definitief ant woord, nadat eerst van de Britsche regee ring aanvullende inlichtingen verkregen zijn. De Fransche regeering immers noemt zich onbekwaam tot het geven van een definitief antwoord wanneer niet te voren de preciese beteekenis der laatste Britsche voorstellen haar bekend geworden zijn. Men neemt volgens den correspondent van dë „Times" te Parijs aan, dat ook ar tikel 8 van het Handvest in de nota te berde gebracht wordt. Deze Parijsche correspondent van de „Times" gelooft, dat het doel van dit antwoord enkel tijd winnen ls. Naar zijn inzicht is het een teeken, dat de Fransche regeering thans be reid is om de gewichtige beslissing, die op de internationale betrekkingen een diepen invloed zou uitoefenen, onder de oogen te zien. In dit licht beschouwd, is haar antwoord werke lijk een stap vooruit naar de tot standkoming van een conventie. Als de redenen voor deze merkbare verandering in de Fransche houding geeft dè correspondent van de „Times" allereerst op, het inzicht, dat een niet door parlementaire instellingen belemmerd land bij een wedloop in wapening veel sneller aan het einddoel zal zijn dan zijn meer democratische mededingers. Verder kunnen de noodlottige, oeconomische ge volgenvan zulk een w edloop niet ontsnap pen aan een regeering, die haar heele be staan van dé pijnlijkste en gevaarlijkste vormen van bezuiniging afhankelijk ge maakt heeft. Ook de realistische rede van de Broqueville zou haar werking gedaan hebben. Ten slotte zou de implicatie van bet laatste Britsche verzoek om inlichtin gen, n.1., dat de Britsche" regeering ern stig de mogelijkheid overweegt om bij een serieuze inbreuk op een ontwapenings- onventie, verder dan oonsulatie te gaan, te Parys een merkbaren indruk gemaakt hebben, waartoe de geest van sympathie KUUt en begrijpen, die uit dat verzoek om in formaties bleek, zou meegewerkt hebben. De vermelding van artikel 8 van het hand vest zou geen blind weigeren beteekenen om Duitsche herwapening te legallseeren. Het Fransche standpunt zou zijn, dat al leen de algemeene commissie van de ont wapeningsconferentie beslissen kan of de beginselen, die haar Werk tot nu toe ge leid hebben, veranderd moeten worden. Besluit zij daartoe, dan zou de Fransche regeering bereid zijn een conventie te overwegen, die tegen waarborgen Duitschland binnen zekere grenzen her bewapening zou toestaan en daarom een bepërkingsconventie zou moeten heeten. (Adv.) Het was geen bewuste leugen van den armen man; hjj wist niet beter of ze de den het. Maar dat was niet zoo." „Hoe weet je dat?" viel John scherp uit. „Zult u het heusch niet verder vertel len? Ik zou het ellendig vinden om juf frouw Mellow in moeilijkheden te bren gen. Ze is beheerschter van 't postkantoor en toen ik een keer bij haar theedronk ze is een goede kennis van ons, moet u weten zei ik zoo terloops, dat al die ge sprekken met Londen haar wel 'n hoop extra moeite zouden bezorgen. „Wat voor gesprekken?" vroeg ze „Belt Miss Jennifer niet telkens Londen op?" vroeg ik. Miss Mellow begon te lachen. „Ze heeft Dinsdag over haar bruidsjapon getelephoneerd en Donder dag over een heele serie kleine bestellin gen. Maar met die twee gesprekken heb ik het niet extra-druk gehad, hoor!" Maar belt ze dan niet iederen dag op om naar Miss Anne te vragen?", vroeg ik ver baasd. „Om naar Miss Anne te vragen? En dan nog wel iederen dag?" Miss Mel low schudde het hoofd. „Geen sprake van, hoor! Ze heeft nog geen enkele maal over haar zuster met Londen getelephoneerd." Delia keek hem ernstig aan. „Denkt u erom, dat u er met niemand over spreekt, want juffrouw Mellow mag natuurlijk niets vertellen van wat ze op de lijn hoort en als het uitkwam zou het haar haar be trekking kunnen kosten." John knikte geduldig. „Ik heb nog iets van haar gehoord," vervolgde Delia. „Er was dienzelfden ochtend een brief van Anne gekomen Miss Anne had het adres zelf geschre ven met inkt!" „Hoe wist ze dat?" „Ze kent Anne's hand immers uit dui zenden! Ze heeft meer dan twintig jaar het beheer over het postkantoor en ze kent het schrift van iedereen uit Wave- ney. Ze zei dan, dat er dien morgen een brief van Anne was geweest en het was niet de eerste, voegde ze erbij. Maar geen van alle waren ze aan Jenny geadres seerd." „Aan wie dan?" „Ze waren allemaal geadresseerd aan juffrouw Jones," deelde Delia mee. VI. John keerde van Waveney terug met het adres van juffrouw Jones in zijn zak. Hjj was het nog niet met zichzelf eens, wat hij met betrekking tot deze oude ge trouwe zou doen. Het was zonneklaar, dat zjj iets wist, zeer waarschijnlijk zou zij hem zelfs alles kunnen vertellen wat hij wilde weten. Maar hoe meer h;j over de zaak nadacht, hoe onwaarschijnlijker het hem toescheen, dat ze tegenover hem een wildvreemde ook maar één woord zou loslaten. Hij moest het voor en tegen rijpelijk overwegen en hij besloot er eerst maar eens 'n nachtje over te slapen. Toen hij in zijn hotel kwam, hoorde hij van den portier, dat er tweemaal voor hem getelefoneerd was. De tweede keer had de aanvrager een boodschap achter gelaten: of hij, zoodra hij thuiskwam, Horsham 91 wilde opbellen? Hij stapte direct de telefooncel binnen en vroeg het opgegeven nummer. Ter wijl hij op de aansluiting wachtte, ver diepte bij zich in de vraag, wie de geheim zinnige persoon kon zijn, die hem ver langde te spreken. Hij was nooit van zijn leven in Horsham geweest en kon nie AMY MOLLISON, die het iange-afstandvliegen heeft opge geven en thans plannen koestert voor stratosfeer vluchten. Een rots gedurende den nacht in een fjord gestort, waardoor drie vloedgolven het land overstroomden. Aan de Noorsche kust heeft Vrij dagnacht, zooals wij nog onder Laat ste Berichten in ons vorig nr. vermeld hebben, een natuurramp plaats ge had, welke ongeveer 40 menschen het leven heeft gekost. Een groote over hangende rots is in de Ta-fjord ge stort. Dit had drie geweldige vloed golven tengevolge, waarvan één 700 meter diep het land indrong en alle huizen op zijn baan wegspoelde. Deze ramp, aldus meldt Reuter uit Oslo, is de ernstigste welke Noorwegen beleefde sedert 1905, toen bij Lo'en een rots in zee gestort is, waarbij 60 men schen zijn omgekomen. De Ta-fjord ligt in de buurt van Gej- ranger, één van de bekendste vacantie- oorden van Noorwegen. Zij is één van de schoonste punten aan de Westkust. De rotswanden aan beide zijden van de f jord, rijzen vrijwel loodrecht op. Het punt, waar het ongeluk gebeurde, ligt ongeveer 2 K.M. van het dorp Ta-fjord. Omstreeks 3 uur in den nacht ontwaak ten de dorpsbewoners door een vreeselijk gedonder. Men dacht niet anders, dan dat de dag des oordeels gekomen was. Maar voor men wist, wat er gebeurde ruischte de eerste vloedgolf reeds aan. Deze richt te echter nog geen schade aan. Er volgden echter nog twee vloedgolven, die veel he viger waren en alles, wat ze op hun weg ontmoetten, booten, huizen, menschen medenamen. Ongeveer 30 gebouwen zijn door de vloedgolven medegesleurd. De lijken der slachtoffers, naar verluidt 11 man nen, 12 vrouwen en 17 kinderen, wer den mee teruggevoerd in de fjord, zoodat het zeer moeilijk is, hen te vin den. Toen de vloedgolf de eleetrische licht- leiding bereikte, ontstond kortsluiting, waarbij vlammen opschoten, die den om trek spookachtig verlichtten. De bevolking van Ta-fjord had het on geluk reeds eenigen tijd zien aankomen, want er bestond reeds lang vrees, dat de overhangende rots het niet meer zou hou den. Behalve Ta-fjord zijn ook Silte, Uri en Nerhus door de vloedgolven geteisterd. Te Nerhus zijn twee woonhuizen wegge spoeld, maar de bewoners wisten zich té redden. Uit Aalesund is Zaterdag een treiler vertrokken om hulp te verleenen. Groote deelen van de kust zijn wegge spoeld; waar vroeger bouwland en weide was, ziet men nu steenen en modder. Men weet nog niet, in hoeverre de om gekomenen met de, vloedgolven in de fjord zijn gespoeld of onder de ruïneft be graven liever: het verbaal van een oog getuige. ONWBt de fl»f«rarramp, die Vrijdag nacht aan de Noorsche kust heeft plaats gehad, bevat de Aalesund Avis, het dag blad uit het naburige Aalesund, een in- drukwekken verhaal van een ooggetuige, een toevallig tijdens de ramp in het dorpje Ta-fjord aan den fjord van dien naam, vertoevende» predikant. Tegen drie uur 's nachts hoorde men een luid gedreun en spoedig daarna kwam de eerste golf, die nog niet buitengewoon krachtig was en geen belangrijke schade aanrichtte. Verscheidene personen be schouwden deze eerste golf echter als een waarschuwing en slaagden erin, zich in veiligheid te brengen. Even later kwam de tweede vloedgolf en onmiddellijk daar na de derde. Deze laatste golf kwam met een geweldige kracht en spoelde zeven honderd meter het land in, tot aan het hotel te Ta-fjord. Op zijn weg sleurde de golf huizen en loodsen met zich mee; alles werd met den grond gelijk gemaakt en toen het water terugtrok bleef slechts een woeste puinhoop over. Onder de ver nielde gebouwen bevinden zich zes woon huizen, die door de golf in stukken wer den geslagen. Ook een transformatorhuis werd vernield. Uit de vernielde woonhui zen worden 22 personen vermist. Van het postkantoor werden alle vensters ver nield en het water drong het gebouw bin nen, doch verder werd geen groote schade aangericht. Een man slaagde erin zijn kind te red- wollen Kleeding, Kousen en Sokken (ook de allerfijnste) netjes voor U repareert of aanbreit. Voor nieuw werk zijn wij no. 1. JAAP SNOR, Zuidstaaat 19. iLet op den gelen winkel). mand in dit oord verzinnen, met wien hij ook maar oppervlakkig bekend was. Toen de telefoonbei rinkelde, nam hij den hoorn op en hoorde een mannenstem „Hallo" roepen. „Er was mij verzocht dit nummer op te bellen," zei John. „Mijn naam is Wave ney." De stem, die van de andere zijde ant woordde, klonk hem opeens bekend in de ooien. „Hallo", John, je spreekt met Lulu Smith. Ik ben hier bij mijn oom en die wil graag even met je praten. Wacht je een minuut?" John hield den hoorn aan het oor en het duurde niet lang of een andere stem zei: „Bent 11 daar, Sir John? U spreekt met Mr. Carruthers. Neemt u me niet kwalijk, dat ik u lastig val, maar ik ben buiten gewoon verlangend 0111 een kort onder houd met u te hebben." „Er is geen sprake van lastig vallen. Ik ben geheel tot uw dienst, mijnheer Carruthers." „Dank u. De zaak is Hij maakte den zin niet af en begon opnieuw. „Mijn neef Lewis heeft me verteld, dat u van morgen een gesprek met hem had. Tus schen haakjes, het doet me veel genoegen te hooren, dat u oude vrienden bent." „Ja, ik was erg blij hem weer te zien." Een voorgevoel zei John, dat het ge sprek, waarop de oude advocaat zinspeel de, het onderhoud over Anne Belinda was. „Wel, Sir John," ging Mr. Carruthers voort, „het verslag, dat Lewis mij van dat gesprek gegeven heeft, vervult mij met bezorgdheid. Ik heb begrepen, dat u zeer verlangend bent iets naders te vernemen omtrent de levensomstandigheden en de verblijfplaats van een bepaalde persoon en en wel, ik zou u willen ver zoeken, die zaak te laten rusten." John gaf niet direct antwoord. Een sterke impuls dreef hem tot spreken, maar dat wilde hij niet, vóór hij den an der wat verder uit zijn tent had gelokt. „Kunt u mij ook zeggen, waarom?" „Niet in bijzonderheden. Ik kan u alleen verzekeren, dat uw nasporingen on- noodig zijn." „Als u zegt onnoodig, mijnheer Carru- ther, wat bedoelt u daar dan precies mee, als ik vragen mag? Ik stel een onderzoek, in, omdat ik mij neit gerust voel. De per soon in kwestie is, voor zoover ik weet, geheel onverzorgd achtergebleven. Wan neer u het woord „onnoodig" gebruikt, wilt u daarmee dan zeggen, dat er een regeling is getroffen, waarvan ik niet op de hoogte ben?" „Neen, dat niet bepaald." „Wilt u mij dan uitleggen wat u be doelt?" Hij deed zijn best om alle scherpte uit zijn stem te bannen, maar slaagde daarin niet heelemaal. En hij meende in den toon, waarop de rechtsgeleerde antwoordde, dan ook iets van verwijt te bespeuren. „Het is eenigszins moeilijk 0111 een de licate aangelegenheid als deze door de telefoon te behandelen. Maar mag ik u er misschien aan herinneren, dat de bedoel de dame nadere bloedverwanten heeft dan u?" „Zeker. De vraag is alleen maar of zij wat voor haar doen. Geven zij haar bij voorbeeld een toelage? Kunt u mij uit eigen wetenschap de verzekering geven, dat zij een toelage van hen ontvangt?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1