De omgeslagen Krakatau-
TVot wilt 11 Uzml
mmmsim met
jeuk die dol maakt
KLOOSTERBALSEM
UW/; gsttft m ftml
tweedf blad
heldersche courant van zaterdag 14 april 1934.
gesteldheid, niet in staat uus
net te doen.
veroorzaakt vterise wosrë
Bank zij den KLOOSTERBALSEM!
verdwijnt wond en huiduitslag
akker's
Grove r„':fficie:'lrw™trat,auar'ne
Het Hoog Militair Gerechtshof is heden
begonnen met de behandeling van de zaak
betreffende het ongeval dat 11 October
1932 Hr. Ms. mijnenlegger Krakatau is
overkomen in het Oostervaarwater van
£oerabaja, waarin hij is gekenterd en
gezonken.
Voor dit geval worden drie personen
verantwoordelijk gesteld en wel kapitein-
luitenant ter zee O. C. F. J.( toen com
mandant van de Krakatau, nu werkzaam
op het Dep. van Defensie gelyk luitenant
ter zee 2e kl. B. P., toen officier van de
wacht op de Krakatau en kapitein ter
zee J. v.R., ondercommandant der Marine
te Amsterdam, die toen commandant der
Marine te Soerabaje was.
Aan hun schuld, althans aan die van
een of meer hunner, wordt het te wijten
geacht,dat Hr. Ms. mijnenlegger Krakatau
jn het Oostervaarwater is gezonken of
gestrand, waardoor levensgevaar is ont
staan voor een of meer opvarenden van
dien oorlogsbodem, anderen dan beklaag
den of een of meer hunner.
De dagvaarding zegt daaromtrent:
De schuld van de beklaagden, althans
van een of meer hunner aan dit ongeval,
bestaat, aldus de dagvaarding, hierin,
dat zij met grove veronachtzaming van
zooveel nadenken als zij als normale zee-
officieren inde concrete omstandigheden,
waarin zij verkeerden, behoorden aan te
wenden, het gevaar niet hebben voorzien,
waarin het schip bij sterke opvoering
der vaarsnelheid en der schrotfom wente
lingen in ondiep vaarwater, met open
staande patrijspoorten en openstaande
waterdichte deuren op het mijnendek,
moest, althans kon komen te verkeeren
en is komen te verkeeren en met grof
verzuim van vooromschreven mate van
nadenkendheid hebben nagelaten voor
zorgsmaatregelen te treffen om dat ge
vaar af te wenden.
Het Hoog Militair Gerechtshof is voor
deze zaak samengesteld uit: dr. C. J H-
Schepel (president), mr. Jellinghaus, vice-
admiraal 13. Schreuders, de luit.-generaals
M. Belzer en P. J. van Munnekrede en
schout bij nacht E. G, de Wijs.
Verdediger van kapitein-luit. ter zee
C. C. F. J. is gep. vice-admiraal mr. J.
C. Jager, van luit. ter zee 2e kl. P. B.,
oud-luit. ter zee mr. J. Th. Bonnerman
en van kapitein ter zee J. v. R. mr.J.J.
Koeleman.
Getuige a décharge zijn de officier van
den M irinestooravaartdienst le kl. Rosa
en de luit. ter zee 2e kl. v. d. Blink.
Er is groote belangstelling in Marine-
kringen voor dit proces. Op de gereser
veerde tribune zitten o.a. de vice-admi-
raals Zeeman, Sluys, Fock en Quant,
luit.-generaal Quanjer, de schouten bij
nacht Aronstein, jhr. von Mühlen, van
Rijn van Alkemade, v. d. Wal en Lam,
de generaal-majoors de Bruyn en de
Josselin de Jong, de kapiteins ter zee G.
en F. Heerls, Fürstner, Hooykaas, Te
Voltrup, Greve, Voogd, Diemer Kool,
Romswinckel en Kan, de hoofdofficier
van administratie le kl. Meyer, kolonel
van Borselen, kapitein-luitenant ter zee
Rost van Tonningen, adjudant van H. M.
de Koningin en mr. Rambonnet, burge
meester van Velsen
Bij het verhoor der verdachten wijst de
president er op, dat coïncidentie van
omstandigheden als oorzaak van het
ongeluk wordt genoemd ib het rapport
en op dit rapport geen aanmerking is
gemaakt. Alles heeft zich in een half uur
afgespeeld, in welken tijd niemand lette
op de navigatie. Alles lunchte of schafte
en alleen de officier van de wacht was
op de brug.
Kolonel v. R.Niet iedereen. Een order
om te schaften inpliceert niet dat ieder
een schaft.
Overste J.: 't Is niet juist. Er was aan
Schutte opdracht gegeven om op te letten.
Joels moest blijven voor de Sperton en
mocht weggaan als Schutte kwam. Dat
was de opdracht al is 't niet zoo gebeurd.
Hij heeft deze opdracht als chef der
équipage gegeven aan den schipper, 't Is
een vaste order dat er altijd iemand op
't mijnendek moest zijn.
President: Maar er was niemand. En
zeer spoedig is de zaak gebeurd. Toen
er slagzij werd gemeld, is er ingegrepen.
Overste J.: Toen er water overkwam
is er order gegeven om de deuren te
sluiten. Toen was er absoluut geen helling.
Be practijk aan boord.
Getuige v. d. Blink, die van begin Juni
1931 tot eind Mei 1932 op de Krakatau
heeft grdiend als vaste officier, verklaart,
dat de order luidt dat de waterdekken-
deuren op het mijnendek gesloten moesten
zijn en zelf voor dit sluiten zorg te heb
ben gedragen aangezien hij meende, dat
't tot zijn taak behoorde. Hij was meestal
op 't mijnendek en had er zoo het meeste
oog op. Meestal gebeurde 't sluiten dan
ook op zijn bevel, maar in enkele geval
len zal hy wel order van den comman
dant hebben gekregen, al herinnert hy
t zich niet. Handhaving van de bestaan
de sluitingsorder was niet steeds mogelijk.
Het sluiten was een punt van zeer groot
belang voor de veiligheid van het schip.
Mededeeling van de machinekamer dat
de deuren gesloten moesten worden, kreeg
bij wel niet, maar hij was toch op de
boogte door 't contact met de machine
kamer. Oolc als officier van de wacht had
bij dat. Als hij 't noodig oordeelde gaf
hij bevel tot sluiting, ook al had de O'ti-
cier van de wacht 't niet gedaan, byv.
els deze met de navigatie bezig was, die
hij dan waarschuwde, 't Hing af van de
omstandigheden of buiten de deuren wer-
hen gesloten in 't Oostervaarwater. Ook
he bootsman lette op. De order is ont
staan uit een practijkgeval en hy heelt
enkele gevallen meegemaakt, dat er watt i
tegen de deuren stond. Er mocht dus ine
oe order niet de hand worden gelicnt.
Zonder een direct bevel heeft hyi zien
*oor een zeer groot deel verantwoordelijk
beschouwd.
niandant in a' beschouwt zich als com-
woor h' iil/p 6erSte Plaats de verant'
de wacht n evenals d,i officier van
officier lp; 8rV00ntc is' ,lat (|e oudste
otfluei let op de waterdichte deuren en
deze gewoonte bestaat nog. 't Is een ver-
nigreeSt Va." "e11 bootsman wien
do schipper op zyn last de order heeft
gegeven, dat Schutte en Joels tegelijk
feIf de hebben geschaft. Hij heeft
zelf de oider aan den schipper geoe^en
omdat oudste omcierfPP^gfnf™°'
De officier van de wacht.
Hij het verhoor van luitenant ter zee
2e kl. I. verklaart deze te hebben ge
weten, dat de machinekamerinspectie was
begonnen, maar niet waaruit deze bestond.
Uit het programma had hij afgeleid, dat
er op een gegeven oogenblik meer dan
normale vaart zou worden geloopen, dus
met meer dan normaal aantal omwente
lingen. Hij heeft gezien, dat de snelheid
grooter werd, wat echter ook voor korten
tyd kan worden gedaan als er maar één
ketel bijstond. Het zou hem gerapporteerd
moeten zijn als de tweede, welke wel was
aangestoken, zou zyn bijgezet. Dat de
machinekamer haar gang kon gaan, be-
teekende dal ze beginnen kon. Op dat
oogenblik moest de inspectie nog begin
nen. Met één ketel kan in de practijk
niet sneller gevaren worden dan 132 sla
gen. Van de opvoering van 't aantal
slagen heeft bij geen opheldering aan de
machinekamer gevraagd, noch den com
mandant gewaarschuwd.
President: 't Staat met zekerheid
vast, dat er twee ketels bijstonden.
Luitenant P.: Dat had niet mogen
geschieden zonder mij te vragen. De ma
chinekamer mag niet verboogen zonder
den dekdienst te waarschuwen.
President: Maar hier was het een
inspectie.
Luitenant P. beeft zoodra slagzij kwam
de order tot sluiten gegeven en toen bleek,
dat de machinekamer buiten haar boekje
was gegaan. De slagenteller wees toen
160 aan. De order om het roer aan bak
boord te leggen is uitgevoerd. Bij het kap
seizen was levensgevaar aanwezig, o. a.
voor het personeel in de machinekamer.
In antwoord van den advocaat-fiscaal
mr. Brants verklaart hy, dat op de brug
niet is te merken of het schip sneller
loopt, tenzij men speciaal buiten boord
kijkt en bij geen enkele reden had om
achteruit te zien. De boeggolf is bij 132
slagen iets hooger dan normaal.
President: Bij het verhoor hebt u ge
zegd te hebben gedacht, dat in het zoo
ondiepe vaarwater niemand de dwaasheid
zou begaan niet groote snelheid te varen.
Op een vraag van den verdediger ant
woordt P. dat toen hij zei dat de machine
kamer baar gang kon gaan, gedacht heeft:
nu begint de machinekamer met al wat er
aan vast zit. Maar bij groote snelheid moet
ze de brug waarschuwen, want zij kan de
mogelijkheid niet beoordeelen.
President: Maar op 't oogenblik dat u
de machinekamer vrijgeeft, kan ze haar
eigen zin volgen.
Wat P. bestrijdt, omdat ze 't manoeu
vreeren niet kan beoordeelen. De 132
slagen waren noodig om te toetsen of
de twee machines konden loopen op één
condensor. Als gevraagd was: Mogen we
boven normaal opvoeren zou hij geant
woord hebben, dat hij 't den commandant
zou vragen, 't Normaal aantal slagen lag
tusschen 100 en 132 slagen en in de 132
zat in dezen tijd van bezuiniging wel
iets abnormaals. Maar 't was machine
kamerinspectie en met één ketel kon 132
worden geloopen, zoodat er niets bijzon
ders in zat. Toen de tweede ketel werd
bijgezet, had hem weer gevraagd moeten
worden of de machinekamer haar gang
kon gaan.
Be tweede getuige.
De officier van den M.S.D. lekl.M. R.
Rosa, die 4 jaar chef van de machine
kamer van Hr. Ms. Krakatau is geweest,
van 1928 tot Sept 1932, dus tot kort voor
de bewuste inspectie, verklaart dat de
z.g. hooge invloei 1 m, de lage invloei
2'/2 m onder de waterlijn ligt en bij 't
komen van diep in ondiep vaarwater ge
wisseld werd van laag naar hoog. Bij
matige vaart zullen de gevolgen van
niet-veranderen niet zoo ernstig zijn, maar
bij een groot aantal omwentelingen zullen
dé kansen op modder en verstopping
veel grooter zijn. De hooge invloei laat
niet zooveel water toe en als men met
groote snelheid voer dan konden de con
densors warm loopen en kreeg men niet
voldoende water. Bij hoogen invloei kon
wel weer dan 7 h 8 miji gestoomd wor
den. 't Is redelijkerwijze niet te verwach
ten, dat men bij ondiep water dit groote
aantal omwentelingen zal laten loopen,
omdat het schip toch niet de verwachte
snelheid loopt, wegens de zuiging. De
diagrammen zullen afwijken van de nor
male diagrammen. In verband met cie
vaart van het schip heeft 't diagram van
't vermogen der machines weinig waarde.
Wel kan uit de inspectie blijken de
waarde der ketels en de geoefendheid
van het personeel.
Op de vraag van mr. Bonnermann
antwoordt getuige dat als één ketel is
biieezet het maximaal aantal slagen 155
is Met twee machines op één condensor
is er geen verschil. In de practijk was
't aantal lager en werd bij 155 slagende
tweede ketel bijgezet. Bij een inspectie
zal men zich niet wegens t trillen laten
weerhouden om de critische periode van
132—155 te overschrijden, waar men met
één ketel niet zoo gauw overheen komt.
Vóór de bezuiniging ging men er wel
boven. Zoolang hij op do Krakatau was,
heeft hij nooit 'n machinekamerorder ge
had tenzij van den inspecteur. Onder
volle kracht, gelijk't inspectie woord zegt,
verstaat hij dat 't aantal omwentelingen
zal worden opgegeven, met de normale
volle kracht.
Als 't hem gelast werd zou hij twee
ketels aansteken, maar als men tot 't
maximum aantal omwentelingen zal gaan,
zou hij verwachten de uitdrukking: tot
uiterst^vermogen. Bij de inspectie welke
hy heeft meegemaakt heeft de inspecteur
ook die order: uiterst vermogen gegeven
en is zoo gestoomd. Van die order heeft
hij persoonlijk op de brug kennis ge
geven, en is afgewacht een sein dat men
kon beginnen! Nooit wordt ineens tot
volle kraclit overgegaan zonder order
van de brug, wel geleidelijk. De in dit
geval gevolgde handelwijze in de machine
kamer zou hij niet gevolgd hebben.
De commandant,
overste J. verklaart, de deuren niet dade
lijk te hebben laten sluiten, al wist bij,
dat er gerekend moest worden op volle
kracht, omdat hij wegens 't schaften er
geen tijd voor had. Wel had hij eenige
mannen kunnen aanwijzen en zou 't weg
ruimen van de sperton een minuut of
tien duren, maar hij volgde eerst de ge
kregen orders op. 't Gebeurt nooit dat
de deuren dicht zijn als gevaren wordt...
President: ln normale gevallen, maar
't was inspectie.
OversteJ.: Dat is normaal. De com
mandant der Marine gaf, naar zyn over
tuiging de orders. Hij had niet kunnen
vragen of er met groote snelheid gevaren
zou worden in het ondiepe vaarwater,
want 't was zoo tegen alle navigatisch
begrip, dat hij 't niet aan een meerdere
zou hebben durven vragen. Als er volle
kracht: 100 slagen, gevaren zou worden
had het heni gevraagd moeten worden
heel den ochtend heeft hij orders ge
geven en zonder zijn voorkennis had 't
niet mogen gebeuren. Als commandant
van het schip was ik de eenige, die er
verandering in kon brengen.
De president meent, dat hij zich
wel degelijk op de hoogte had moeten
stellen als hij geen bericht kreeg en dat
hij voor de dadelijke sluiting van de
deuren had moeten zorgen.
Overste J.: Volle kracht is een vage
term, als er meer dan 100 slagen zouden
worden geloopen, had ik gewaarschuwd
moeten zijn. De vorige maal heeft hij
van te voi en met den commandant Marine
en den inspecteur overleg gepleegd.
Dit is nu niet geschied en hij verwachtte
dan ook niet, dat uiterste vermogen zou
worden gevaren. Had hij dit geweten, dan
zou hij gewaarschuwd hebben 't niet te
doen in ondiep water en de deuren heb
ben laten sluiten. Hij wist niet hoe de
inspectie werd uitgevoerd, dat ging hem
niet aan, als hij maar wist, dat op ver
mogen gestoomd zou worden bij inspectie.
Dat van de 1$ uur inspectie dit laatste.,
half uur volle kracht zou zijn, wist hij
niet, dat wisten alleen de commandant
Marine en de inspecteur. De commandant
Zeemacht had hem indertijd geweigerd
uiterst vermogen te loopen om eenige
gegevens te krijgen in verband met de
nieuwe schroeven en had hij geweten, wat
het plan was geweest, dan had hij ge
waarschuwd. Zijn chef-machinekamer was
pas aan boord. De commandant Marine
vond het niet wenschelijk hem in tè
lichten.
Admiraal Schreuders: Ik ben ook
commandant van een schip geweest en
als de inspecteur aan boord kwam, gaf
ik mijn schip niet over. U bent lijdzaam
geweest en hebt niets gevraagd.
Overste J.Ik had mijn orders:
inspectie benedenschip. Ik had niets te
vragen. De Commandant Marine heeft
niets gezegd. Inspectie benedenschip kon
niet samengaan met vol vermogen. Ik had
niets te vragen. Volgens het program
had er 5 over 1 aangezét moeten worden
en er is 5 voor half 1 aangezet. We waren
nog een goed uur stoomens van open
zee af.
De Commandant Marine»
De President merkt op, dat de com
missie het beleid van den kapitein ter
zee v. R. niet heeft bewonderd en van
oordeel is, dat zijn beleid te wensehen
heeft overgelaten. Zijn order is niet
duidelijk en met de beide er bij betrok
kenen, den commandant der „Krakatau"
en den inspecteur M.S.D. had overleg
gepleegd moeten worden, vooral daarbij
uiteen gesprek met den.inspecteur wist,
dat deze volle kracht varen noodig vond,
wat hij niet aan den commandant van
het schip heeft meegedeeld. Dit keurt de
commissie speciaal af.
Kolonel v. R. erkent de onduidelijkheid,
maar wijst er op, dat hij volkomen over
tuigd was, dat de commandant hem goed
begreep. Hij heeft meermalen door mon
delinge bevelen onwillekeurig, want hij
had de fout niet bemerkt, die fout her
steld. Het bevel was zoodanig gesteld, dat
hij mocht verwachten, dat de comman
dant, die de order kreeg, de kaart zou
raadplegen en de zaak nagaan en maar
regelen voor de vaart treffen om het
ondiepe deel van het vaarwater te
passeeren.
De order om de deuren te sluiten had
niet afhankelijk moeten zijn van diep maar
van ondiep water. Zijn opvatting van de
bevelvoering is geheel in overeenstemming
met ons vast voorschrift van de laatste
jaren, dat merkwaardige voorschriften
geeft voor den bevelhebber. Geen Kadaver
Gehorsamkeit, maar discipline intellectu-
elle. Een overste, chef van den mijndienst,
twee jaar commandant van een schip; die
drie dagen van te voren een order krijgt,
zal, naar hij mocht verwachten, die order
analyseeren en als hij iets niet begrijpt,
inlichtingen vragen. Met de inspectie der
machinekamer had hij zich niet te be
moeien hij moest haar aan den comman
dant overlaten. Dat de deuren niet ge
sloten waren, was hem niet bekend; hij
had met de veiligheidsmaatregelen niets
te maken, daar moest de commandant
voor zorgen.
in geen enkel opzicht is er haast ge
maakt met de inspectie. Zoo spoedig
mogelijk schaften, beteekende niet: alles
laten liggen. Als met schaften haast werd
gemaakt zal dit gebeurd zijn wegens ver
traging van 5 kwartier bij de ochtend
inspectie. Gerekend was half 2 klaar met
de machinekamer, bij de uitvoering van
de inspectie benedenschip zou bij 't laat
ste half uur, de volle kracht, eenige
moeilijkheden hebben ondervonden.
President: Wie is er voor de in
spectie van de machinekamer verant
woordelijk
Kolonel J.: De inspecteur M.S.D.,
die ook een afzonderlijk rapport uitbrengt.
President: Had U als inspecteur
geen belang om uit te sluiten dat in on
diep vaarwater niet met groote snelheid
zou worden gevaren? Viel dat niet op
uw terrein
Kolonel: Ik wist niet of er bezwaar
was om diagrammen te nemen, 't Was
een zaak voor den commandant die den
waterstand had nagegaan en 't aantal
slagen geregeld, naar hij mocht rekenen,
't Is zoo doodeenvoudig dat ik me niet
kan voorstellen, dat de commandant 't
niet heeft gedaan, 't Is hem juist wegens
de eenvoudigheid niet opgevallen, dat
hem niets gevraagd is. Zijn chef staf was
ziek, hij vvas alleen en moest zelf ineens
alles regelen, maar hij heeft de inspectie
niet uitgesteld, omdat een commandant
Marine niet zoo 'afhankelijk mag zijn van
zijn chef staf.
Admiraal S c h r e u d e r sSinds wan
neer bestaat het voorschrift bevelsgezag-
voermg
Kolonel v. R. Het voorschrift be-
velsgezagvoering in in 1926 ingevoerd
en herdrukt in 1930 en de kennis ervan
was ongetwijfeld aanwezig bij den com
mandant.
Admiraal S c h r e'11 d e r sU zag niet
veel van intellectueele discipline, maar
van Kadaverungehorsamkeit. Is u niet
opgevallen bij de lunch dat u niets ge
vraagd is, toen de inspecteur M.S.D. er
niet was?
Kolonel v. R.: Neen. Twee eenvou
dige orders aan den officier van de wacht
betreffende de sluiting der deuren en dé
snelheid waren voldoende geweest. Ik
heb geen oogenblik vermoed, dat die
orders niet gegeven waren. In geen enkel
verhoor heeft overste J. over de ïoo
slagen gesproken, waar hij in zijn laatste
nota mee komt. In dat geval toch zou
hij de geheele'verantwoordelijkheid van 't
geval op den ongelukkigen officier van
de wacht laden.
Overste J. verklaart overtuigd te zijn
geweest, dat onder volle kracht niet wordt
verstaan uiterste vermogen.
De zitting wordt geschorst.
Na de heropening van de zitting-neemt
de advocaat-fiscaal mr. Brants
Réquisitoir
die er op wees-, dat 't lange tijdsverloop
tusschen 't ongeval en dé behandeling
is veroorzaakt door 't onderzoek in Indië
en een uitvoerige correspondentie tus
schen den commandant Zeemacht in
Indië en hem, gevolgd door 't uitvoerige
onderzoek door de comissarissen. De ten
lastelegging is gebaseerd op artikel 169
W. v. Str. en de vraag of er levensge
vaar voor de bemanning aanwezig is ge
weest, beantwoordde hij in ruimen zin,
met name voor de personen in de ma
chinekamer. De beklaagden erkenden
dit. Een der personen is slechts aan een
lijn opgetrokken kunnen worden in vei
ligheid gebracht. Het ongeval heeft wel
een buitengewoon gelukkig verloop ge
had, niettegenstaande het buitengewoon
snelle verloop van 't ongeluk. Ware de
bemanning niet aan dek geweest en ware
't schip in diep water geweest, de ge
volgen van het ongeval zouden niet te
overzien zijn geweest, 't Is boven bidden
en danken goed afgeloopen.
De vraag of de schuld bij de beklaagden
ligt beantwoordde hij in bevestigenden
zin en in elk geval bij een van hen.
Strafrechtelijke schuld, veronderstelt ge
brek in de nadenkendheid, die redelijker
wijze van hen geëischt mocht worden in
een bepaald geval. Is dit gebrek aanwe
zig geweest?
Wat beteekent volle kracht.? Hij weet
het niet en z. i. niemand. Aan boord
van de Krakatau wist men het niet. De
opvattingen der beklaagden verschillen,
alleen getuige Rosa heeft een eenigszins
duidelijke definitie gegeven, waaronder
niet verstaan wordt, varen met uiterste
vermogen. De inspecteur M.S.D. verstond
dit er echter wel degelijk onder en heeft
die volle kracht gestoomd.
Het kapseizen is een quaestie van
seconden geweest. Luitenant P. heeft toen
met groote tegenwoordigheid van geest
gedaan wat gedaan moest worden om
zinken in diep vaarwater te voorkomen
en het schip boven een ondiepte gebracht.
Strafrechtelijk verantwoorde
lijk is niemand.
gelijk hij ook aan Indië heeft geadvi
seerd. Maar de commandant Zeemacht
in Indië was anders.
Kolonel v. R. had niet moeten voorzien,
dat zijn order kon worden misverstaan
al kan men hem onduidelijkheid verwij
ten. Maar hij wist wel, dat de deuren
openstonden en dat de inspecteur M S D
het begrip volle kracht opvatte als hij
gedaan heeft.
Overste J. was wel verantwoordelijk
voor zijn schip, maar hij werd geïnspec
teerd en hem werd niet de vrije hand
bij het voeren van zijn bevel gelaten,
want de kolonel heeft zich wel degelijk
met het commando bemoeid.
De overste heeft zich weliswaar met
over elkaar geslagen armen er niet meer
mee bemoeid en nagelaten den comman-
mGe moet er niet aan krabben, zeide
men mij, als ik klaagde dat de uitslag,
die ik op een kwaden morgen op mijn
hand ontdekte, zoo verschrikkelijk
jeukte. Maar door 't krabben ontstond
een wond op mijn hand zoo groot als
een kwartje, welke wond mij hevige
pijn bezorgde. Toen niets hielp, nam
ik Kloosterbalsèm. Dadelijk vermin
derde het jeukerige gevoel, de wond
werd mooi zuiver, de uitslag vermin
derde en verdween en ook de wond
genas geheel." L m u D H
ORIGINEEL TER INZAG6
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bfj brand-ensnljwonden
Ook ongeëvenuard als wrvjïmiddel b^
Itheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Overal per pot v. 20 gr, 0.60 en 50 gr. f 1.
dant attent te maken op gevaar bij even
tueel varen met volle kracht, maar in
't licht der omstandigheden: de bezuini
ging en nimmer varen met uiterste ver
mogen, had hij geen reden om aan te
nemen dat dit geschieden zou door den
inspecteur M S D. En daarom ook geen
reden om er kennis van te geven aan
den officier van de wacht. Het gedrag
van overste J. heeft allerminst de bewon
dering van den advocaat-fiscaal, maar
strafrechtelijk schuldig is hij niet.
De inspectie onder stoom op volle kracht
is begonnen bij een door ondiepte zeer
gevaarlijk vaarwater en geen verstandig
zeeman zal zijn schip met groote snel
heid daar door jagen, ómdat 't geen zin
heeft en groote nadeelen oplevert. In
dit geval is het wel- gebeurd en geen
der drie heeft er dan ook aan gedacht
dat 't gebeuren zou. De meest natuurlijke
wijze om de order te lezen is: Vaart naar
buiten.
Inspectie onder stoom. Kolonel v. R.
geloofde ook niet, dat iemand het anders
kon lezen, maar het is toch gebeurd
(over de punt heengelezen Red.) De
drie heeren hebben eenvoudig op elkander
gerekend en verzuimd onderling overleg
te plegen.
Evenmin de jonge officier van de wacht,
wien niet beelemaal duidelijk was wat er
gebeurde en die ook niet varen met
uiterste vermogen 'verwachtte.
Vrijspraak gevraagd voor alle
drie beklaagden.
Aangezien het wettig en overtuigend
bewijs van geen der drié beklaagden
is bewezen, vroeg hij hun vrijspraak^
De pleidooien.
Mr. Bonneman betoogde, dat't ongeval
een gevolg is van een ongelukkige samen
loop van omstandigheden op een pechdag.
H»j herinnerde aan wat er is gebeurd met
de „Zeemeeuw" en de „Indarus"al deze
drie schepen zijn in Soerabaja gebouwd
en men denkt onwillekeurig, dat er wat
aan ontbreekt. Zoo is de „Krakatau" ook
verbouwd, in 1928 is kapseizen op't nip
pertje voorkomen, 't Mijnenbordes ligt
gelijk met het water, lager dan op anderé
mijnenleggers. De stabiliteit is niet al te
gunstig en de „Krakatau" is z. i. een
onvolwaardig schip.
Causaal verband tusschen de nalatigheid
van P. en het gebeurde is er niet. Het
abnormaal .groot aantal slagen begon pas
boven de 150 slagen bij open deuren.
Zoo is meermalen in het Oostervaarwater
gevaren. Volgens eenige verklaringen liep
't schip omstreeks 170 slagen en toen het
helling kreeg liep 't met 160. Het tijds
verloop tusschen 150 en 170 slagen, 1
hoogstens 2'minuten, is zóó gering, dat
het de vraag is, of al had P. ingegrepen,
't ongeval niet zou zijn gebeurd. P. heeft
de machines onmiddellijk laten stoppen
lang voor de critische helling van 29 gr.
was bereikt. Maar de poortjes stonden
open. Ze zijn eerst tijdens het schaften
geopend, vermoedelijk op bevel van een
inlandsch korporaal. Van die open poor
tjes is het kenteren van het schip het
gevolg geweest.
Niet van een eventueele omissie van
P„ die dan ook zal moeten worden vrijge
sproken.
Van schuld wegens tekort aan voor
zienigheid is bij P. ook geen sprake. Zijn
antwoord aan den chef machinekamer
was logisch en verantwoord en aangezien
hij niet op ondiep water varen kon en
behoefde, kon hij niet vermoeden dat de
officier van den technischen dienst er
met uiterste vermogen zou varen. Dat had
hij moeten vragen en dan óf van P. óf
van den commandant het antwoord neen
gekregen. P. kon alleen vermoeden dat
met de inspectie zou worden begonnen
van de geoefendheid van 't personeel en
van de machines zonder opvoering van
't aantal slagen. Dat hij niet heeft inge
grepen toen hij 't aantal slagen zag op-
loopen, mag hem ook niet als schuld
worden aangerekend, want 't was niets
abnormaals, want was de bedoeling ge
weest: uiterste vermogen, dan had 't eerst
aan de brug gevraagd moeten worden.
Wat niet is geschied. En hij wist dat
slechts één ketel bijstond en 't dus nooit
practisch boven de 132 slagen kon gaan,
waarbij niet 't minste gevaar bestond. De
chef staf die 't inspectieprogramma heeft
opgesteld heeft de gedachte gehad aan
volle kracht eerst in 't vrije vaarwater,
Buitenlandsch Overzicht pag. 1
Feuilleton1
Radio-programma2
Van links en rechts 2
De vakvereenigingen in 1933.
Belangrijke daling van het leden
tal van het N.V.V.1
Ontploffing in een café te Am
sterdam. Groote materieele schade w
Ontzettend drama te Kloetinge
(Z.) - Echtpaar pleegt zelfmoord
enlaat 7 kinderen onverzorgd
achter 2
De behandeling van de rechtzaak
Onnes van Nijenrode 2
Bizonderheden over de jongste
reddingen van de bemanningen
van de TsjeljoeskinH 6
Waarschijnlijk zal de K.L.M. .zijn
Europeesche tarieven belangrijk
verlagen[Si
Tweejarig kind door 13-jarige
jongen ontvoerd
De doodslag te Oosterhout.
Weer zes jaar tegen verdachte
geëischtjg'
De conversie van de Staatsschuld
ruim 903 millioen gulden inge-
geslaagd. Voor een bedrag van
schreven
De Nederlandsche regeering ver-
eenigt zich met de Zweedsche
verklaring ter ontwapeningscon-
ferentie
Acht woningen te Hardinxveld
zijn door brand vernield6
Gisteren is voor het Hoog Militair
Gerechtshof de zaak van het om
slaan van de Krakatau" behan
deld. Voor alle drie officieren
is vrijspraak geëischt S?
Omtrek-nieuws 10
Marktberichten 6
Marineberichten 12
Sportnieuws 12
Dagelijks Witte Bioscoop", (7.30 uu")\t
Dagelijks „Tivoli-Theatcr", (7 uur):
Zaterdag 14 April.
Uitvoering „Gysbert Japicx", 8 uitCg
Musis Sacrum.
1'
Bazar Geref, Kerk, Chr. Militair Tehuise
Kanalweg, 310 uur.
Zondag 15 April.
Cabaretvoorstelling, Frits Schakels c.s
Casino, 8.15 uur.
Bazar Geref. Kerk, Chr. Militair Tehuis^
Kanaalweg, 310 uur.
Voordrachtavond Ver. ,,De Graal", R.K
Volksbond, 8.15 uur.
Maandag 16 April.
Bazar Geref. Kerk, Chr. Militair Tehuis
Kanaalweg, 310 uur.
Vijfde Abonn.-voorstelling Ex-KoningI
Peter'Casino, 8.30 uur.
Dinsdag 17 April.
Bazar Geref. Kerk, Chr. Militair Tehuis^
Kanaalweg( 310 uur.
Concert ,,Chr. Mannenkoor", Casino, 8 Ui
Feestavond Verbond voor Nationaal Hefj
stel, Kegelhuis, 8.15 uur.
precies de gedachte van P., aan wien alg
officier van de wacht de ciief machine»
kamer ondergeschikt is, die van elk*
wijziging, ook als hij geïnspecteerd wordt,
want de veiligheid van 't schip praevaleert,
aan den officier van de wacht moet kennis
geven. Wat niet is geschied. En daar
100132 slagen normaal is behoefde P,
den commandant niet te waarschuwen.'
Aan zijn beleid is 't te danken, dat '4
schip niet in het diepe vaarwater is ge
zonken en op de bank is gezet. Hij heeft
in een oogenblik van grvnar het hoofd,
koel gehouden
Pleiter vroeg dan ook vrijspraak.
Mr. Jager beschouwde de zaak als
het laatste van een reeks ongevallen
welke onze Marine heeft getroffen. Van
de vier ongevallen, welke vooraf gingen^
is geen onderzoek ingesteld omdat de
Marine-ongevallenwet nog niet Indië be
treft. In 't onderhavige geval heeft d«
commandant Zeemacht Inrlié de /aak
naar liet Hof verwezen
Werd over let beleid geoordeeld, da$
zouden uit de"beslissing van het Hof ec®
oordeel gevéld en lessen geput kunnen
worden.
't Was een notoir feit, dat met dfj
„Krakatau" zeer voorzichtig onigegaë«'
moest worden, wat de inspecteerendér
commandant b. jkbaar iv>g niet wist, hoe^
wel de commandant an het schip het
mocht verwachten. I)e kritiek op t be
leid van overste Jager acht hij ongegrond^
Tijdens de inspectie stond de „KrarJ.
kaiau" niet onci.*r bevel "van haar com-j
niandant, want er waren twee bevelheb
bers aan boord en commandant is de-i
gene, die w Ykclijk de bevelzn geelt, i.c.
de insnecteerende officier. Dit komt over-
een met ari. io5 der I auctie v< or da
commandeerende officieren. De inspeo'
teerende ofli ier geelt bevelen aan
den commandant, die ve. uitvoering