De berechting van de muiterij op De Zeven Provinciën. - HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 17 APRIL 1934. Gemeenteraad STICHTING „HUIZE PARKZICHT". Verkoop van grond en voorschot. Burgerlijke Stand DE OFFICIEREN VOOR DEN KRIJGSRAAD. VAN ONS LAND NAAR ROME CTS f B. en \V. schrijven aan den Raad: Op initiatief van de Vereeniging „Lief dadigheid naar Vermogen" is een stich ting tot stand gekomen, welke zich, ten ^oel stelt het bouwen en exploiteeren van len rust- en verpleeghuis in de gemeente •en Helder. Bedoelde stichting. „Huize Parkzicht igenaamd, was aanvankelijk voornemens Stiet rusthuis te doen bouwen op een stuk Pfrrond, deel uitmakende van het Timor- fcpark. De heer W. van Boven, ontwerper Kan het uitbreidingsplan, ontraadt even- ïy.'el het gebouw daar te plaatsen, omdat cüt stadsgedeelte veel meer zal worden verfraaid, wanneer het park geheel be- Tüouden blijft. Een meer geschikte plaats ivormde volgens den heer Van Boven het terrein aan den Huisduinerweg tegen over de Timorlaan. Dit terrein heelt een 'oppervlakte van ongeveer 5250 m- en biedt voldoende ruimte om het gebouw Dy "gebleken noodzakelijkheid uit te breiden. Het bestuur der stichting, dat zich met 'deze plaats kan vereenigen, zou dit per ceel gaarne van de gemeente willen koo- 'jpen. Het stuit daarbij echter op moeilijk- neden van financieelen aard. Voor de uit voering van het plan is een bedrag noo- 'dig van ongeveer 100.000.Daarvan is fhans 60.000.— bij elkaar gebracht, zoo dat nog 40.000.— ontbreekt. Het bestuur hoopt dit bedrag te verkrijgen door het Verleenen van een eerste hypotheek op «en grond en het gebouw. Opdat de las- ten niet te hoog worden opgevoerd, zou hien verder gaarne zien, dat de gemeente 'Óen benoodigden grond afstond op zoo danige wijze, dat daaruit geen of zoo wel ling inogeiijk kosten voor de stichting {Voortvloeien. Omtrent dit laatste punt hebben wij het advies gevraagd van de Commissies van hijstand voor de Financiën, het Grond bedrijf en de Publieke Werken en Plant soenen. De gecombineerde vergadering 'Óezer commissies deed ons het volgende {Voorstel: le. de gemeente verkoopt den grond aan de stichting voor een som, gelijk aan "le boekwaarde, welke op ongeveer 10.000.— is te stellen; 2e. de gemeente verstrekt aan de stich ting een voorschot tot het onder le ge- jioemde bedrag, onder verband van 2e hypotheek tegen een rente van 4 per jaar; 3e. aan den onder len bedoelden ver koop worden de voorwaarden verbonden, welke de Commissie van bijstand voor de Financiën reeds eerder in overweging had gegeven en die hierop neerkomen: a. de stichting mag het terrein niet ver- koopen of vervreemden dan met toestem ming van het gemeentestuur; b. in geval de stichting onverhoopt niet binnen vijf jaren na heden tot den bouw mocht overgaan, of het doel, waarvoor het rusthuis is gesticht, komt te verval len, dan wel de stichting mocht worden ontbonden, komt de grond automatisch aan de gemeente in eigendom terug; o. de gemeente behoudt zich het recht ivoor om, indien zulks wenschelijk mocht blijken, de daarvoor in aanmerking ko mende ouden van dagen uit het Verpleeg huis aan de Kerkgracht in het rusthuis te laten opnemen tegen de voor de ver pleging vastgestelde tarieven. Ten aanzien van de exploitatie merken Svy nog het volgende op. Het ontworpen gebouw biedt plaats aan maximaal 77 of 108 personen, al naar gelang een aantal kamers door 1 dan wel 2 personen zal worden bewoond. De ex ploitatierekening wordt natuurlijk door bet aantal verpleegden beïnvloed; in het eerste geval is er slechts een gering batig saldo, in het tweede geval is dit saldo belangrijk grooter. De exploitatie- begrooting geeft dit duidelijker aan. Gezien het doel van genoemde stich ting meenen B. en W. dat er wel reden Is om haar tegemoet te komen. Voorgesteld wordt in bovengenoemden 'geest te besluiten. Grondverkoop Huisduinen. Bij raadsbesluit van 22 November 1932 (Werd het College gemachtig om te beslis- fien omtrent het verkoopen en in erfpacht uitgeven van tot het grondbedrijf behoo- jrende gronden, waarvoor een klasse- ïndeeling was vastgesteld. Thans vragen A. Volker en IJ. Grim- Jjser, beiden wonende te 's-Gravenhage, in koop te mogen ontvangen een perceel ïe Huisduinen. Dit perceel behoort tot het grondbedrijf doch valt buiten de vastge stelde klasseindeeling en dus ook buiten {voormelde machtiging. Toch komt het B. en W. gewenscht voor, dat ook voor dezen verkoop 's Raads bevoegdheden aan het College worden Overgedragen. De grootte van bovengenoemd perceel 3s pl.m. 10120 m', terwijl als regel voor te Huisduinen gelegen grond een verkoops prijs geldt van 1.— per mJ. In totaal is de verkoopsprijs dus 10120. Voorgesteld wordt bedoelde machtiging Ie verleen en. Aankoop van een perceel grond i te Huisduinen. B. en W. schrijven aan den Raad: Het is gewenscht, dat de gemeente de beschikking verkrijgt over een perceel grond gelegen te Huisduinen, behoorende pan de N. V. Zeebad Huisduinen. Met Óe Commissarissen dezer N.V. heeft een bespreking plaats gehad, waarbij zij zich bereid hebben verklaard genoemd perceel pan de gemeente te verkoopen voor een pom van 1.— in totaal. oorgesteld wordt, bedoeld perceel groot 65 M2., aan te koopen. van Den Helder an 14 en 16 April. BEVALLEN': C. Mulder—Bruin, z.; S. »onte—Hemelrijk, z. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK. Zooals wij reeds hebben medegedeeld, en zooals voorts uit de advertentie in het nummer van heden blijkt, zal de jaarver- gadering van bovengenoemde instelling worden gehouden op Woensdag as-> April, in het gebouw der Leeszaa 1..Het overlijden van H. M. de Konnigin-Moeder was oorzaak, dat de oorspronkelijk nier voor vastgestelde datum moest woiden verzet; te hopen is, dat dit uitstel aan ve leden gelegenheid geeft deze jaarvergade ring, waarop belangrijke kwesties kumK worden besproken en waar de geilheid hebben met vragen en *eiischen betreffende de instelling naar voien komen, bij te wonen. Rekening 1933. Aan de rekening 1933 ontleenen wij de volgende bizonderheden: Het Algemeen Bestuur bestond op 31 December uit i leden; het aantal leden bedroeg 729 tegen 693 op 31 December 1932. Een stijging dus van 36 leden tegen een toename van 22.in 1932 In 1933 werden 2043 maandkaarten afgegeven tegen 2042 in 1932, en 1817 in 1931. In het afgeloopen jaar werd de Eees- zaal door 15 vereenigingen gesteund. Mochten wij het verslag van het vorige vereenigingsjaar eindigen met eenige ine- dedeelingen óver een ontworpen plan voor vertrek afgetreden) secretaris dr. P. H. vertrek afgetreden secretaris ds. P. H. Borgers, en stelden wij de vraag: „zial ons ideaal in 1933 worden verwezenlijkt? wij kunnen thans helaas slechts zeggen, dat wij het doel nog niet veel nader zijn gekomen. Aan contributies werd ontvangen: ge wone contributie 1867, leesportefeuille 320, kinderbibliotheek 629.56. Subsi dies: vereenigingen 140.50,gemeente Den Helder 3890, omliggende gemeenten J 10 (thans helaas vervallen), provincie 1462, het Rijk 2202.47, totaal 10.521.53. De uitgaven bedroegen: voor het ge bouw 1110.80, waaronder 980.40 voor rente en aflossing; verwarming, verlich ting, waterleiding, meubilair gebouw 467.65; personeel (salarissen) 6439.79; boekaanschaffing 1566.29; katalogus, bindwerk, onz. 850.76; huishoudelijke administratie 225.59; gebouwenfonds 125; pensioenfonds personeel 100. Financieel verslag. Aan de toelichting van de rekening van den penningmeester is het volgende ont leend: Bij de beschouwing van de rekening over 1933 dient in het oog gehouden te worden, dat wc niet alleen in 't algemeen genomen leven in een crisistijd, maar dat onze leeszaal door z'n behuizing nog een eigen aparte crisis doormaakt. De opzet van onze vorige begrooting stond dan ook al in het teeken van de „elasticiteit". Het kon meevallen en 't kon ook tegenvallen. We durfden dan ook aan het batig saldo' van 1932 geen andere bestemming te ge ven, dan te fungeeren voor het opvangen van mogelijke tegenvallers, 't Is nog al meegevallen. De ontvangsten zijn slechts 150 gulden lager dan de raming, hoewel het Rijk 250 gld. teleurstelde. Onze uit gaafposten hebben we deswege zoo laag gehouden, dat we 350 gld. ruim uitspaar den, wat gevoegd bij het saldo van het vorige jaar de mogelijkheid zou scheppen, de aflossing van de koopsom van het ge bouw een jaar te vervroegen, zoodat we dan na 2 jaar uit de schuld zouden zijn. Dit verklaart tevens, waarom er voor on derhoud zoo weinig is besteed. We wach ten met smart op gunstig bericht inzake ons verbouwingsplan en elke uitgaaf van reparatie aan het oude gebouw moest dus wel onvermijdelijk zijn, wilden we dat goedkeuren. Zoo hebben we ook niets voor meubilair besteed, hadden daarbij het ge luk voordeelig uit te komen met vuur en licht, met los personeel en met periodie ken. Dat de post katalogus zoo'n overschot heeft, komt voor een deel daarvandaan, dat lang niet al het werk verricht is kun nen worden, dat men op 't oog had. Voor verzekeringspremies heeft men ons 60 gld. meer in rekening gebracht, dan te voren. Rest mij nog met groote waardeering te gewagen van een gift van 25 gld. uit naam van een lid der leeszaal, die ons door den dood is ontvallen. Ondanks de donkere tijden, zien wij tocli met groot vertrouwen de toekomst tegemoet. In het verslag van de Directrice wordt o.a. gezegd: Gebouw. De toestand van het gebouw wordt met den dag slechter. De vloeren verzakken, deuren sluiten niet, muren scheuren steeds verder, enz. enz. Onder de ontwerp-teekening van het nieuwe gebouw, die in het vorige jaarver slag werd opgenomen, zouden wij kunnen schrijven „vervlogen idealen". Of is het toch misschien beter te schrijven „Hoop der toekomst"? Alle boekenkasten staan vol en er moe ten waarlijk halsbrekende toeren verricht worden om de boeken te bereiken, die op de bovenste planken staan. Dat dit bij het uitleenen te veel stagnatie geeft, is be grijpelijk. Bezoek. Het bezoek aan de Leeszaal bleef ongeveer gelijk aan het vorige jaar. Vooral 's avonds is de zaal flink bezet, 's Morgens is het meestal zeer rustig. Hoewel meermalen bekend wordt ge maakt, dat de toegang tot de leeszaal kosteloos is, wordt slechts door enkele werkloozen gebruik gemaakt van de lees zaal. Een zekere schroom om de leeszaal voor 't eerst binnen te gaan, schijnt nog bij velen te bestaan, want die den eersten stap durft wagen, wordt meestal een trouwe bezoeker! Aan 10 personen van 1618 jaar werd een bewijs van toegang tot de leeszaal verstrekt. In Mei 1933 werd bekend gemaakt, dat werkloozen op vertoon van hun stempel kaart, gratis boeken uit de O. L. B. tel leen konden ontvangen. Slechts 12 per sonen vroegen op deze wijze boeken aan. Met twee hunner deden wij minder pret tige ervaringen op, daar zij verdwenen met medeneming van de geleende boeken. N an één persoon konden wij door bemid deling der politie te Terneuzen nog scha devergoeding ontvangen. De ander is ech ter spoorloos verdwenen! De overigen zijn trouwe leden en gebruiken hun gedwon gen vrijen tijd zooveel mogelijk voor zelf ontwikkeling. Uitleeninq. Wanneer wij het staatje van de uitgeleende romans en studieboe ken bekijken, vertoonen beide rubrieken weer een stijging. Vooral het aantal uit geleende studieboeken is weer flink om hoog gegaan. Als men bedenkt, dat een studieboek heel wat meer tijd vergt om doorgewerkt te worden dan een roman, is het cijfer der uitgeleende studieboeken zelfs buitengewoon gunstig te noemen. De nieuwe catalogus van studieboeken, afdeeling N.V., werd in Januari ver krijgbaar gesteld a 20 ct. In October werd een aanvullingslijstje op den romancata logus uitgegeven en a 5 ct. verkocht. De rubrieken W.—Z. werden geheel opnieuw bewerkt en voor zoover mogelijk, aange vuld. De catalogus van deze rubrieken kwam in December gereed en wordt even eens voor 20 ct. verkocht. De catalogus van de rubrieken A.L. is geheel uitverkocht. Wij hopen in J934 althans de rubrieken A.E. te kunnen bewerken voor een nieuwe uitgave. Voor verschillende leden werden boe ken aangevraagd uit wetenschappelijke bibliotheken, die ons steeds met de meeste bereidwilligheid werden gezonden. Totaal werden 68 boeken uit andere bibliotheken ter leen ontvangen. Jeugdbibliotheek. Hoewel niet veel, is ook thans het cijfer der uitgeleende jeugd boeken teruggeloopen. De jeugdbiblio theek kan nog steeds niet voldoende wor den uitgebreid, daar een groot deel van het beschikbare bedrag noodig is voor vernieuwing van stukgelezen boeken. De nieuwe catalogus van jeugdboeken kwam eind Mei gereed en werd voor 20 ct. verkrijgbaar gesteld. Op 31 December omvatte de O. L. 12434 banden en de jeugdbibliotheek 1984 banden. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Over de maand Februari 1834. Mannen. Aanbiedingen kwamen in van: 1 bakspipper, 4 banketbakkers (1 ben. 18 j.), 3 bankwerkers, 1 betonwerker, 1 bloemist, 1 bollenarbeider, 11 chauffeurs, 5 conciërges, 1 electriciën, 1 filiaalhou der, 42 grondwerkers, 1 hulp-fitter, 5 kan toorbedienden (1 ben. 18 j.), 1 kapppers- bediende, 1 kellner, 1 kok, 48 landarbei ders, 1 letterzetter, 6 loodgieters (2 ben. 18 j.), 4 loopknechts (1 ben. 18 j.), 3 ma chinisten, 1 matroos, 7 metselaars, 1 meu belmaker, 2 monteurs, 8 opperlieden, 1 opzichter, 4 schilders, 1 slager (ben. 18 j.), 1 smid, 1 steendrukker, 1 stoker, 6 straat makers (3 ben. 18 j.), 2 stucadoors, 1 stuurman, 11 tellers, 27 timmerlieden (3 ben. 18 69 transport arbeiders, 2 tuin lieden, 99 losse werklieden. Totaal 387 personen. Aanvragen kwamen in om: 1 conciërge, 1 glazenjongen (ben. 18 j.), 54 grondwerkers, 1 hulpbrugwachter, 1 hulp-fitter, 1 kantoorbediende, 4 landar beiders, 1 loodgieter, 1 loopknecht, 1 met selaar, 3 opperlieden, 2 schilders (1 ben. 18 j.), 8 straatmakers (5 ben. 18 j.), 11 tel lers, 4 timmerlieden (2 ben. 18 j.), 74 transport arbeiders, 1 tuinman, 1 verte genwoordiger, 2 wachters, 97 losse werk lieden. Totaal 269 personen. Geplaatst werden: 1 conciërge, 1 glazenjongen (ben. 18 j.), 54 gronderkers, 1 hulpbrugwachter, 1 hulp-fitter, 4 landarbeiders, 1 loodgieter, 1 loopknecht, 1 metselaar, 3 opperlieden, 2 schilders (1 ben. 18 j.), 8 straatmakers <5 ben. 18 j.), 11 tellers, 3 timmerlieden (1 ben. 18 j.), 74 transportarbeiders, 1 tuin man, 1 vertegenwoordiger, 2 wachters, 97 losse werklieden. Totaal 267 personen. Vrouwen. Aanbiedingen kwamen in van: 13 aardappelschilsters, 6 dagdienstbo den, 11 dagmeisjes, 6 dienstboden, 1 ka mermeisje, 1 kantoorbediende, 3 kantoor- li dienden (ben) 18 j.), 1 kapster (ben. 18 j.), 1 tweede meisje, 14 werksters, 4 win keljuffrouwen (3 ben. 18 j.). Totaal 61 personen. Aanvragen kwamen in om: 12 aardappelschilusters, 12 dagdienst boden, 6 dagmeisjes, 3 dienstboden, 1 huishoudster, 1 hulp in de huishouding, 1 keuken werkmeisje, 1 kapster (ben. J8 j.), 1 tweede meisje, 9 werksters, 1 winkel juffrouw. Totaal 48 personen. Geplaatst werden: 12 aardappelschilsters, 5 dagdienstbo den (intern), 1 dienstbode (uit Leeuwar den), 1 hulp in de huishouding, 1 tweede meisje, 9 werksters, 1 winkeljuffrouw. Totaal 35 personen. is een geweldige afstand! Toch zou alle Sunlight Zeep die per jaar in ons |and gebruikt wordt een aistand vormen, die meer dan dubbel zoo lang is! Door jarenlange ervaring geleid, hebben de Nederlandsche huisvrouwen met groote meerderheid van stemmen Sunlight Zeep uitverkoren tot haar doelmatigste hulp in de huishouding,waar zij niet meer buiten kunnen Voorlezing van verheoren en verklaringen. Aneta meldt dd. Zaterdag uit Soera- baya: All o Voor den raad van justitie in de zelfde samenstelling, welke de hon derden muiters van de „Zeven Pro vinciën heeft gevonnist, verschenen vandaag in het tot rechtszaal inge richte gymnastieklokaal van de Mari ne Kazerne Goebeng, de 17 officieren f van de „Zeven Provinciën". President is de luitenant-kolonel der mariniers C. J. O. Dorren, leden de luitenants ter zee 1ste klasse H. Pitlo, G. G. Bozuwa, de officier van den marine- stoomvaartdienst eerste klasse J. Wal- rave, en de officier der administratie eerste klasse J. C. Nidelstein Walter; de officier der administratie L. P. van Boven treedt op als fiscaal, de officier van ad ministratie tweede klasse S. D. Duyver- man als secretaris. In het middenvak van de rechtszaal is de groep der beklaagden in vier rijen ge zeten met den oudsten officier, den heer F. in het front. Links worden zij geflan keerd door de pers, rechts door vier raads lieden te weten de officier van den M.S.D. eerste klasse C. B. Eenhoorn voor den luitenant ter zee eerste klasse F. en den officier van den M.S.D. S., de luitenant ter zee der eerste klasse H. D. Lindner voor alle terechtstaande luite nants ter zee derde klasse, met uitzonde ring van baron de V. van S., de officier van administratie der tweede klasse II. C. van 't Hoff voor de officieren van den marinestoomvaartdienst tweede klasse d. NV. en v. B. en de eerste luitenant der mariniers H. O. Romswinekel voor den luitenant ter zee D. De krijgsraad zoowel als de beklaagden zijn in klein tenue, te weten gewone witte kleeding met sabel en handschoenen. In tegenstelling met hetgeen tot dusver is geschied, roept de president een voor een de beklaagden binnen Hij controleert naam, stamboeknummer enz. alvorens de zitting publiek te verklaren, waarna de pers en het publiek, bestaande uit marine officieren binnentreedt, als de groep dei- beklaagden is gezeten. Te 9.15 v.m. verklaart de president de zitting geopend. Het sombere karakter van deze zitting wordt verhoogd door het feit, dat allen rouw dragen in verband met het overlijden van H M. de Koningin- Moeder. De fiscaal leest de ten laste legging voor, waarna de door den raadsman van 't Hoff gedaagde deskundige, de officier van gezondheid Bottema, verklaringen zal afleggen. Alvorens zulks zal geschieden heeft een kort debat plaats tusschen den fiscaal en den raadsman, waarbij laatstgenoemde verzoekt raadpleging van de aanteekenin- gen door den getuige-deskundige, het geen eerstgenoemde ongeoorloofd acht, daar dit zou neerkomen op te voren be antwoorden van te voren gestelde vragen, hetgeen gelijk staat met tevoren opge steld pleidooi ten behoeve van den be klaagde, officier van gezondheid B. De raad begeeft zich in raadkamer, na melijk bet kantoor van overste Dorren, gelegen aan de andere zijde van het oefenveld, behoorende bjj de marine kazerne. Na terugkeer van den krijgs raad wordt medegedeeld, dat getuige-des- kundige Maandagochtend 8 uur zal wor den gehoord, terwijl de krijgsraad zich nader zal beraden over het bezwaar van den fiscaal. De officier van gezondheid Bottema ver laat den getulge-stoel, waarna dt secretaris van den krijgsraad de officier van admi nistratie der tweede klasse S. D. Duyver- man, de telegrammen voorleest, welke be trekking hebben op de muiterij en dienst weigering. De secretaris leest het eerder beklaag den verhoor voor van getuige Eikenboom, betreffendne o.a. het bekende telegram in zake de orders tegen opruiing en de salariskorting, hetwelk commandant E. uitlegde als zou de korting voorgoed van de baan zijn; het omslaan van de stem- ming, toen de korting doorging; het ge drag van de bemanning tijdens de reis naar Sumatra; de ontvangen telegrafi sche order om toch vooral Boshart In de gaten te houden, de telegrafische order inzake de bewaking van de radiohut, die was opgedragen aan den luitenant ter zee zee derde klasse baron de V. van S., die echter 30 Januari het bekende telegram van de onderofficieren, waarin om infor maties werden verzocht, doorliet, wes halve hij werd gestraft. Het verhoor wordt snel doch duidelijk voorgelezen. Beklaagde, luit. ter zee eerste klasse F., knikt instemmend met gebogen hoofd als voorgelezen wordt dat commandant E. heeft verklaard, dat de heer F. waar schuwde om in dezen tijd maar liever heelemaal geen feesten te houden. De heer F. verzinkt opnieuw in somber ge peins, als blijkt, dat commandant E. heeft verklaard geen reden te hebben om den officier van dienst F. ongeschikt te ach ten leiding te geven bij afwezigheid van den commandant en den eersten officier. Overigens wekte de langdurige voorlezing van de den beklaagden bekende verkla ring bevattende overbekende feiten bij hen geenerlei reactie. De voorlezing gaat voort tot de over gave door de muiters en daalt daarna af in details. O.a. wordt verklaard, dat er geen reden aanwezig was om de officieren van geladen pistolen te voorzien, dat er geen motief aanw ezig was tot verwijde ring van korporaal Boshart. Beklaagde luitenantn ter zee le kl. F., wordt voorgeroepen. Hij heeft geen vragen te stellen. De secretaris van den krijgsraad leest het tweede verhoor van commandant E. voor, naar aanleiding van vragen en mededeelingen van den beklaagde F., die in bijzijn van den eersten officier van den commandant de verklaring zou hebben ontvangen bij onregelmatigheden niet te schieten en geen bloedbad aan te richten, hetgeen de heer Eykenboom ten stellig ste ontkent. Bekl. F. wordt wederom voorgeroe pen en deelt op bewogen toon mee, THANS VOOR 4 GROOTE SU KEEN. BOVENDIEN OF eLK PAK F.EN RON VOOR ERAAII GESCHENKEN dat de geciteerde woorden betrelten- de het niet schieten en het niet aan richten van een bloedbad woordelijk door den commandant zijn gespro ken. „Daar blijf ik bij. Dat verklaar ik voor God". De heer F. had den commandant die vraag over het optreden bij onregelmatig heden gesteld daar hij, evenals de eerste officier indertijd de muiterij op de „Ko ningin Regentes" had meegemaakt. De secretaris leest thans voor het ver hoor van den getuige, officier van den marinesctoomvaartdienst Beets, die mel ding maakte van de zijnerzijds aangewen de pogingen om zich naar de machine kamer te begeven, toen het schip nog niet onder stoom was. Bij dit verhoor werd verklaard, dat hij geen antwoord kreeg op zijn voorstellen, behalve van luitenant ter zee derde klasse baron de V. v. S., die hem in de rug zou dekken bij het gaan naar de achter stookplaats. De speciaal voor deze taak aange wezen officieren van den marine- stoomvaartdienst waren ondanks het driemaal gedane verzoek niet bereid mede te gaan. Getuige noemt hierbij speciaal de namen van bekl. S. en v. B. Getuige brengt in herinnering het in- koppelen van de stuurinrichting met toe stemming van de hoogere officieren, voorts om op het achterschip te vuren, indien de gewapende muiters doordron gen, zulks in tegenstelling met de orders van anderen, wier beleid was gericht op het voorkomen van geweld, hetgeen eveneens een reden was om geen uitval te wagen, tenzij hulp van buiten werd verleend. De officier van den marinestoomvaart dienst tweede klasse F. maakte echter een uitvalsplan op, hetgeen geen steun kreeg van zijn collega d. W. uit angst, van zijn collega v. B. uit onverschilligheid, van den luitenant ter zee D. op grond van diens opvattingen, dat toch alle officieren ongetwijfeld zouden meewerken, indien het tot een uitval kwam. De voorlezing van het verhoor van den heer Beets gaat voort. 0.a. volgt een detailleering van het gedrag van de ver schillende officieren, waarin wordt mede gedeeld dat de heer v. B. hoofdzakelijk overleg pleegde met den officier van ge zondheid, voorts speciaal met den heer S., alsmede met de jongere zee-officieren K. en S. Baron de V. v. S. was bereid „iets te doen." Na een pauze van een kwartier maakt bekl. S. aanmerking op de verklaring van den heer Beets als zou S. tegen den luit. ter zee 3de klas R. hebben gezegd: het pistool niet zoo zichtbaar te dragen, doch de woordenwisseling tusschen den presi dent van den krijg/laad en bekl. S. is vrij wel niet te verstaan. Blijkbaar komt een en ander neer op een waarschuwing om de pistolen niet in de longroom te laten slingeren. De secretaris van den krijgsraad leest verklaringen voor van Kawilarang, be vattende de bekentenis van den opzet en de uitvoering der muiterijplannen, welke reeds bekend zijn. De zitting wordt verdaagd tot Maandag 16 April. Aneta meldt uit Batavia: Aan het slot van de zitting van Zaterdag nam de president de voorlezing over nadat de secretaris de verklaring van Kawilarang had voorgelezen. Deze voorlezing duurde ruim een uur. Verklaring deskundige Jhr. van Foreest. De president ving aan met een ver klaring van den getuige-deskundige jhr. H. A. van Foreest, luitenant ter zee der eerste klasse, welke verklaring belangrijk is voor de verdediging. De heer Van Foreest brengt in zijn verklaring allereerst rapport uit betreffen de de stemming onder de bemanning. Hij constateert dat er geen aanleiding was om aan samenspanning te denken, doch getuige-deskundige kon wegens zijn bemoeienis met de artillerie-oefeningen, alsmede den korten duur van zijn werk zaamheid aan boord van de De Zeven Provinciën geen goed gefundeerde mee ning vormen. Hij legt verklaringen af ten aanzien van het openen van de pa tronen-blikjes voor de pistolen der offi cieren, hetgeen nimmer is geschied' hij geeft bijzonderheden over de bergplaatsen van handgranaten, mitrailleurs en slag hoedjes voor handgranaten. Onder de mariniers zijn menschen.die \olledig bekend moeten worden geacht met de monteering van handgranaten hetgeen den ouderen officieren bekend was. Na de verklaring omtrent de bespre king van commandant Eikenboom met de officieren is getuige-deskundige van oordeel, dat het niet direct zenden van hulp als een tekortkoming van de landmacht moet worden beschouwd. Ofschoon de gewestelijke militair com mandant in de sociëteit tegenover de officieren beloofde onmiddellijk hulp te zenden, arriveerden de karabijnen eerst 3 uur 30, waardoor kostbare tijd om de muiters te kunnen overrompelen verloren ging- De gezagvoerder van de Aldebaran was van dezelfde meeaing. Deze had een sloep gereed, doch kon niet vertrekken wegens het ontbreken van gewapende troepen van de landmacht. Herovering van de De Zeven Provin ciën was, indien de muiters waakzaam waren, practisch uitgesloten, doch het was zeker mogelijk tot het schip door te dringen, vermoedelijk tot de brug en de machinekamer, hetgeen, tezamen met het onklaar maken van de stuurinrichting, een belangrijke moreele verzwakking van de muiters zou hebben beteekend. Tenslotte verklaart getuige-deskundige dat een aanval met handgranaten fataal zou zijn geweest, doch door de voorlezing der verklaring wordt niet duidelijk ge maakt of het een aanval van de zijde der muiters, dan wel van die der officieren, dan wel van de landmacht-troepen is bedoeld. Zitting van gisteren. Gisteren hebben de beide persvertegen woordigers gunstiger plaatsen gekregen. De president deelt mede, dat beklaagden op vrije voeten blijven. De cff. v. gezondheid Bottema niet als getuige-deskundige ge hoord. Aan de orde is de eventueele getui genis van den getuige-deskundige, den officier van gezondheid Bottema. De secretaris leest de tevoren vanwege den raadsman gestelde vragen voor. ie. Moet een officier van gezondheid optreden indien de oudst aanwezend officier het gebruiken van geweld ont raadt 2e. welke is uw militaire opleiding? 3e. was deze opleiding zoodanig dat bij het beëindigen van den medischen plicht gewelddadig optreden door een officier van gezondheid, desnoods alleen, mogelijk is? De fiscaal is ten aanzien van deze vragen van het volgende oordeel: ie. deze vraag is zinloos; 2e en 3e. deze vragen zijn niet ter zake dienende. Nadat de krijgsraad in raadkamer was geweest wordt beslist dat deze vragen niet toegelaten kunnen worden. Het verhoor van getuige-deskundige Bottema vindt niet plaats. Beklaagde, de off. van gezondheid H- C. B. acht alsnog eenige verklaring van een getuige-deskundige noodig door geen officier van gezondheid of lid van den Krijgsraad. Dit zal nader worden over wogen. De voorlezing van de stukken wordt hervat. O. a. van het tweede verhoor van den getuige-deskundige, jhr. H. A. van 1'oreest. Dit bevat detailleering van den taak van een officier, diens dienstver vervulling en de taak van een officier van de wacht. Daarna wordt het verhoor van korporaal Boshart voorgelezen, waarin wordt ge memoreerd Boshart's rol van redder tijdens de bedreiging van den luit. t. z. D. en het conflict met pistolen in de radio-hut tusschen den luit. t. z. baron de V. v. S. en Boshart, waarbij niet de pistolen, doch argumenten den doorslag gaven, enz. Verhoor beklaagde E. De raadsman van beklaagde luit. t. z. F„ de officier van den marine-stoomvaart dienst ie kl. C. B. Eenhoorn, deelt mede, dat deze beklaagde bezwaar maakt, a's zou hij tegen den korporaal Boshart hebben gezegd „Wat moet ik doen, wat moet ik doen? Hij heeft uitsluitend ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 6