pOPULAIR BIJVOEGSÉL VAN DE HEI DERSCHE COURANT
ZATERDAG 28 APRiL 1934
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
S O-S-uit h0t eeuwige ijs
expeditie.
Tot nietsdoen gedwongen.
Vliegofficier als slaaf
in een negerstam.
Qe redding der Tsjeljoeskin-
expeditie.
Schetsen uit het kamp per piloten.
door
E j K, GRAMSBERGEN.
Ljapldowskl vermist!
in het kamp der Russische piloten
Kaap Wellan heerschte een neer-
°w.Xt.ieejrouwStemming, toen hun col-
iIsa Ljadidowski, die vijf dagen te-
nren zijn .zoov.eelste vlucht naar de
dravende ijsschots was opgestegen,
vermist bleek te zijn. Hij had reeds
lans terug moeten zijn, en een ijzige
sneeuwstorm, gepaard met een tempe
ruur van meer dan 40 graden onder
nul deden het ergste vreezen. Reeds
bij'een vorige gelegenheid, toen hij
zwaar ziek was opgestegen, om de
vrouwen en kinderen in veiligheid te
brengen, had men hem verloren ge
waand. En daarna was het al eens
voorgekomen, dat men hem met hon
densleden moest gaan zoeken, omdat
hij in een sneeuwstorm op een ijsveld
een noodlanding moest maken.
Rcndez-vOus der redders.
Op dat oogenblik was Kaap Fellan
reeds het verzamelpunt van alles wat
van verschillende zijden was toege
sneld om hulp te bieden. IJsbrekers en
vliegtuigen, ja zelfs de beide vliegtui
gen, die uit Moskou waren afgezonden,
lagen voortdurend gereed om te star
ten, zoodra het weer dit toeliet. Nie
mand dacht meer aan levensgevaar; de
ipsollente nadéfde; als het zachte weer
intrad, konden er S9 menschenlevens
verloren gaan. Daarom werd er opge
stegen, wanneer men door de jacht-
snèeuw heen slechts vijftig meter voor
zich uit kon zien. Het was dan ook niet
te verwonderen, dat het eene ongeluk
na het andere passeerde. Mislukte
starts, noodlandingen in afgeloopen
streken, verwondingen van allerlei
aard deden zich voor.
Een jjsbreker, die bij een poging,
om de ijsschots te bereiken zelf op een
ijsberg liep, bleef slechts door de tegen
woordigheid van geest der stokers be
waard voor een ontploffing. Zij rukten
fJe vureiï uit de ketels, voordat het
tanendringende water hen kon berei
den. Nu liggen twee van hen zwaar
jFwond in het hospitaal van het vlieg-
Een wedren met den dood.
De redders moesten een wedren
ouden met den dood, die in den vorm
an het zachtere weer loerde op de
Kaap Wellan was de startplaats.
Onophoudelijk vonden er verken-
'gsvluchten naar de ijsschots plaats;
marconisten zetten geen oogenblik
koptelefoons af.
hu w^en niet riskeeren, dat
0nn,ee». levensteeken van de mannen
ontv6 1J'ssch°ts zou ontgaan; van de
angst van een enkel bericht kon
.Mj. welslagen of mislukken der
4"iggpogingen afhangen.
h" zaten zij dus te luisteren en aan
tev, Stellen te draaien, tot zij de
.stem van het zendertje in de
sttoA i 8ev°nden hadden. Nog
ten u professor Schmidt berich-
wel' i a"es kamp was. hoe-
vti. vQorraad levensmiddelen echter
D e^1 werd.
ker 6ff^ern den aéther werd zwak-
lep'iit aceumu'atoren raakten uit
zender kon nog maar 10 mlnu-
Pi-Afr gebruikt worden.
••Allo ckmidt bleef echter melden:
etnsr Wf'00^ toen hij zelf met een
af e lge longontsteking in zijn tent lag.
de v 1 toe bewusteloos, uitgeput door
zijnenf'u niët.'dat er zich om
vaar menschen onnoodig in ge-
gin Zouden begeven. De reddingspo-
ken moesten voortgezet worden op
u Oo.rgeschrevièn 'wyzë, die de meeste
8 °P succes beloofde.
Voor Kaap Wellan scheen de hel te
zijn losgebroken, De sneeuwstormen
gierden door de lucht en de ijzige
koude drong door de dikste bontjassen
heen.
Het was onmogelijk om met de vlieg
tuigen op te stijgen.
De stemming werd somber door het
nuttelooze wachten, terwyl de berichten
van de ijsschots steeds bedenkelijker
werden. Juist ónder de primitieve keu
ken was er een groote scheur in het
ijs gekomen en een groot deel der pro
viand was in de golven verdwenen. En
nog steeds dreef de schots af naar
warmere strekene aan de randen brok
kelde het ijs af en het kon niet lang
meer duren, of allen zouden in de gol
ven. omkomen.
Doch de mannen in het vliegkamp
hoorden nog meer.
De vrouwen, moeders en kinderen
der e xpeditieleden spraken in Moskou
voor de' microfoon; zij wisten, dat de
ongelukkige gevangenen op de ijs
schots hen konden hooren en spraken
bemoedigende woorden. Over heel het
poolgebied drong dit tot hen door.
De redding kan beginnen.
Eindelijk, nadat er weken waren
verloopen, werd het weer beter. De
mannen op Kaap Wellan wisten echter,
dat elk afnemen van de koude meer
gevaar voor de expeditieleden betee-
kende. Zij stegen zoo spoedig moge
lijk op en eindelyk gelukte het; Jube
lende telegrammen deelden de wereld
mede, hoe gaandeweg de geheele ex
peditie door de piloten werd gered.
Later vernam men nadere bijzonder
heden van het waagstuk, waardoor de
verbazing nog gfoóter werd. Telkens
vlogen de piloten heen en weer, zoo
veel schipbreukelingen meevoerend als
de overbelaste toestellen slechts dra
gen konden. Professor Schmidt werd
bewusteloos in het vliegtuig gedragen
en dadelijk gebracht naar een plaats
van eenige beteekenis in Alaska, aan
gezien er in het vliegkamp op Kaap
Wellan géén gelegenheid was om hem
de behandeling te geven, die hij noodig
had.
Nu is de wedloop met den dood ge
eindigd. De verschrikkingen van het
eeuwige ijs zijn door kameraadschap
overwonnen. In de geschiedenis van
het poolgebied, die zoo rijk is aan moe
dige daden, aan voorbeelden van hulp
vaardigheid en zelfopoffering, za! ook
het heldhaftig gedrag der mannen van
Kaap Wellan met eere worden ver
meld.
Negers met allures van
Amerikaansche bandieten
door
RICARDO DIAZ,
vlieg-offieier te Madrid.
Reeds lang was er sprake van ge
weest, dat de Spaansche regeering' een
aantal vliegtuigen naar de Afrikaan-
sche bezittingen zou zenden om door
middel van luchtfoto's het land in kaart
te brengen. Na lang wachten kregen wij
eindelyk bevel om met zes moderne
machines op te stijgen. Als waarnemer
was mij luitenant Nunez toegewezen.
Ons arbeidsgebied was de Rio de Oro.
In enkele weken had Nunez reeds een
flinken voorraad waardevol materiaal
verzameld, zoodat wij spoedig gereed
zouden zijn.
Toen kwam echter voor ons de nood
lottige dag. Wij waren om zes uur des
morgens opgestegen om de laatste op
namen van de Rio de Oro te maken en
hoopten vroeg in den namiddag klaar
te zijn. Plotseling echter, terwijl wij
midden in ons werk waren, stopte de
motor. Wat we ook probeerden, niets
hielp. Waarschijnlijk was de benzine
leiding verstopt; de ware oorzaak heb
ben wij nooit kunnen vaststellen.
Voorzichtig stuurde ik aan op een
plaats, die mij het meest geschikt leek
•m te landen. De landing slaagde uit
stekend en wij klommen in allerijl uit
het vliegtuig om de machine te onder
zoeken. We waren weldra zóó verdiept
in onzen arbeid, dat wij niets zagen of
hoorden tot wij na een paar minuten
toevallig opkeken om ongeveer 2 do
zijn negers te ontwaren.
Het waren geweldige kerels, voor
zien van allerlei primitieve wapens.
Eerst namen zij nog een afwachtende
houding aan, doch toen we eenige
schreden in hun richting deden, storm
den zij op ons toe, omsingelden ons en
sloegen ons zooals ons later bleek
bewusteloos door een snellen slag
van hun knotsen.
Ik kwam bij door eenige stoot°n in
de ribben. Ik wilde opspringen, doch
bemerkte, dat ik aan handen en voeten
gebonden was. Ik lag op den grond, in
schemerduister van een negerhut, waar
allerlei vreemde luchtjes hingen.
Schuin tegenover me lag Nunez, even
eens geboeid; hij kon slechts de elle
bogen bewegen en had me daarmee
aangestooten. Onze eenige troost was.
dat onze kameraden naar ons zouden
zoeken.
Na ongeveer een half uur kwamen
twee negers de hut binnen, namen ons
op de schouders en droegen ons naar
een open terrein, dat in elk negerdorp
aanwezig is voor beraadslagingen en
dansen. Hier waren ongeveer een do
zijn negers bijeen, die op al onze vra
gen en protesten met geen enkel woord
antwoorden. Onze voetboeien werden
verwijderd en vier negers namen ons
mede.
Wij werden woedend, toen zij ons
buiten het dorp voerden. Nu gingen
wij niet langer mee! Doch we kregen
een pak slaag, zooals we nog nooit had
den gehad. Bijna bewusteloos door de
afstraffing van de vier sterke negers
met hun zware vuisten, gingen we ver
der gewillig mede.
Het was een .vreesptijke marsch.
Kort na zonsondergang hadden wij het
dorp verlaten en nu ging het den ge-
heelen nacht voort, steeds maar weer
voort. Nu eens was het pad door lianen
en kreupelhout overwoekert, dan weer
bedekt met steenen.
Onze oogen waren niet gewend aan
de duisternis, zoodat wij de hindernis
sen niet zagen, en doordat wij de ar
men niet konden bewegen, verloren
wij spoedig het evenwicht.
Doch met slaan en stompen werden
we voortgedreven, totdat er eindelyk
bij de eerste ochtendschemering een
ander dorp was bereikt. Daar werden
we weder in een hut gebracht en aan
de voeten geboeid. Geheel uitgeput als
we waren, sliepen we na enkele minu
ten vast in.
De volgende weken was het het
zelfde, des nachts voortgedreven naar
het volgende dorp en overdag slapen.
Onze begeleiders waren telkens an
dere negers, doch hun wreedheid was
hetzelfde.
Eindelijkkwam een nacht,waarin
wij tegen onze verwachting in niét»
verder werden gedreven. Eerst 's mór
gens vroeg namen eenige negers ons
mee naar een open veld. We zagen,
dat wij nog steeds in een bergstreek
waren; de grond was letterlijk bezaaid
met groote steenen. Kort na ons kwam
er een lange rij negers op het veld
aan, die eveneens aan de armen ge
boeid en door negers bewaakt waren.
Met deze lotgenooten moesten we de
steenen uit het veld verwijderen. De
rotsblokken waren soms ontzettend
zwaar. Van 's morgens vroeg tot zons
ondergang werkten we in de branden
de zon bijna vier weken lang. Boven
dien werd ons het loopen nog steeds
bemoeilijkt door losse boeien aan de
beenen; een paar van de meest weer
zinwekkende negers, die men zich
slechts denken kon, waren als opzich
ters over ons aangesteld, en bij dat
alles kwam het drukkende bewustzijn,
dat wij deze zwarte schurken gehoor
zamen en hun mishandelingen verdra
gen moesten.
De negers, die ons lot deelden, wa
ren er even erg aan toe, doch ze waren
tenminste beter bestand tegen het
zware werk.
Onder streng toezicht, geboeid, onge
wapend, zonder levensmiddelen hoe
konden wij op die wijze vluchten, ter
wijl we nog niet eens wisten, waar we
ons bevonden? Toch lieten we de hoop
v>!ot varen, ofwel onze kameraden ons
vinden zouden. Aan hen hebben we
tenslotte onze vrijheid te danken ge
had, het ging echter anders, dan wij
ons hadden voorgesteld.
Op zekeren dag werden we van ons
werk weggeroepen en nu begonnen
weer de eindeloozè nachtelijke mar
sehen. We wisten niet, waarheen. Maar
aan alles komt een eind op zekeren
nacht lieten onze begeleiders ons plot
seling in den steek. We wachtten den.
morgen af om ons te kunnen oriëntee-
ren en zagen toen, dat wij in de buurt
waren van een klein plaatjes. Na zoo
lang in de wildernis geweest te zijn,
scheen het ons een centrum van be
schaving toe. Eindelijk zagen we nu
eens geen negerdorp met. door deni
wind scheefgewaaide hutten, doch een
klein stadje. Een half uur later hadden
wij het nog steeds geboeid be
reikt.
Toen we eindelyk in ons vliegkamp
waren teruggekeerd, hoorden wij ook
de juiste toedracht. Toen men ons bijna
twee maanden tevoren miste, waren
den volgenden morgen alle vliegtuigen
op onderzoek uitgegaan. Na dagenlang
vergeefsch zoeken werd in het vlieg
kamp echter bericht ontvangen, dat
wij tegen een losgeld van 5000 posetas
per persoon zouden worden terugge
bracht. De regeering betaalde onmid
dellijk.
Verder hoorden wij, dat het in deze
streek wel eens meer was voorgeko
men, dat blanken door negers gevan
gen genomen worden en slechts vry-
gegeven tegen een losprijs. Dat is een
kleine troost voor ons; zullen Nunez en
ik ooit de herinnering aan deze vree-
selijke weken te boven kunnen komen.
Veilinghouder: „Dit schilderijtje Ts
een echte Van Dyckü"
Bedaagde dame: „Ik weet positief,
dat hij dat nooit geschilderd heeft!"
Veilinghouder; „U kan het uit zijn
eigen mond vernomen hebben, dame!"
WETENSCHAPPELIJK ALLERLEL
Een internaat In de Hlmalaya,
Een van de merkwaardigste scholen
ter wereld is de Goeroekoela-school,
die in het Himalaya-gebergte op de
helling van den Kasia ligt en thans
32 jaar heeft, bestaan. Wanneer zij 6
tot 8 jaar oud zijn, komen de jongens
er binnen en dan worden zij ook veer
tien jaar lang geheel van de buiten
wereld afgesloten. Zij, worden opgeno
men in het huisgezin van hun onder
wijzers, die de volle verantwoordelijk
heid voor de kinderen en hun opvoe
ding op zich nemen. De opvoeding is
werkelijk Spartaansch. 's Morgens om
4 uur staan de leerlingen op en nemen
een bad in het ijskoude kristalheldere
water van de Ganges. Daarna worden
de heilige boeken der Indiërs in het
Sanscriet gelezen en van buiten ge
leerd. Vervolgens wordt een uiterst
eenvoudige, bijna karige maaltijd ge
bruikt, waarna opnieuw 2 uren aan stu
die zijn gewijd. Eerst dan begint de
eigenlijke dag met een flink onfbijt,
waarna weer gestudeerd wordt. Zoo
gaat de eene dag na den andere voorbij
in de strengste afzondering. Eerst na
\crioop van 14 jaren komen de intus-
schen volwassen geworden menschen
weer in de wereld.