PAO. 2 Een spoorreis tusschen wilde beesten. Een groot hoofd - en toch geen denker 'T JUTTERT.IF helm, naar Parijs. Humboldt was er varen, en kenner der Parijsche society, en dank zij hem kon men wellicht gun stiger voorwaarden verkrijgen voor het verdrag met Napoleon. Na het ver vullen van die opdracht gaf de vorst aan Von Humboldt verlof om voor het afmaken van zijn onderzoekingen in Parijs te blijven, waar hij betere we tenschappelijke hulpmiddelen tot zijn beschikking had. Dit verlof heeft niet minder dan 20 jaar geduurd. Twee en twintig jaar geduld oefenen. Hij deed de Russische regeering het voorstel om een expeditie te organisee- ren en zei zelfs: „Ik zal een Rus wor den, zooals ik ook een Spanjaard heb moeten worden." Maar in Rusland haa men andere zorgen, in verband met het optrekkende Fransch-Pruisische leger Na den terugtocht van Napoleon scheen Humbolt betere kansen te krij gen, maar toen ging Pruisen zich tegen de Fransche overheerschiug verzetten en Humboldt was van zijn vaderland afgesneden. Eerst toen de verbonden legers Napoleon geheel hadden verslagen, mocht hij hoop koesteren. De troepen trokken Parijs binnen en Humboldt was de eerste, die den Pruisischen koning geluk wensch- te. Hij diende hem ook tot gids in de Seinestad, die hij zoo goed kende. De vorst was zoo ingenomen met den scherpzinnigen, handigen man, dat hij hem meenam naar Engeland en hem geld beloofde voor een expeditie van vijf jaar naar Oost-Indië. Doch in Ber lijn schudden de financieele deskundi gen het hoofd over zooveel vrijgevig heid en Humboldt kreeg een teleur stellenden brief. In 1827 liet de koning hem naar Ber lijn terugkeeren. Twintig jaar lang was hij „officieus gezant" te Parijs ge weest. In dien tijd heeft hij ontzaglijk veel gedaan om de cultureele banden tusschen beide landen te versterken, terwijl hij in stilte veel goed deed voor zijn langenooten in Parijs. In de ge- heele wereld was hij bekend en geacht. Na zijn afscheid van Parijs kon hij weer gaan samenwerken met zijn broer Wilhelm. In hun leven en werken waren zij nauw aan elkander verbonden. In de Berlijnsche zang-academie werden populaire cursussen in de natuurwe tenschappen gegeven en Humboldt was er. trotsch op, dat zij gevolgd werden door menschen uit alle standen, door den koning zoo goed als door eenvou dige werklieden. Op expeditie in rok. Eindelijk in 1829 dacht men in Rusland weer aan hem. Er zou onder zijn leiding een Aziatische expeditie worden uitgezonden. De goede bedoelingen van de Russische re geering streefden echter het doel voorbij. Overal, waar de geleerden verschenen, moesten zij recepties, di ners en andere feestelijkheden mee maken. Humboldt die van den Tsaar den titel van Excellentie had gekregen, deed de reis door Aziatisch Rusland ,in rok met witte das en hoogen hoed' Toch wist hij nog zeer veel materiaal te verzamelen, dat voornamelijk ten goede kwam aan den Russischen mijn bouw. De laatste levensperiode. Nadat hij van deze expeditie was teruggekeerd, haalde de Pruisische koning hem aan het hof. Hij werd nog meermalen voor delicate opdrachten naar Parijs gezonden, doch voor het overige verveelde hij zich in een saaie omgeving van den vorst. Met Frederik Willem IV kwam Humboldt daaren tegen veel meer in persoolnijk contact. Toch werd het op den duur steeds eenzamer rond den ouden geleerde. Hij was reeds in de negentig. Toch ver loor hij op hoogen leeftijd, toen hij zichzelf voorkwam als een „antidilu- viaansch oermensch in fosiel", zijn vroolijkheid niet. Zijn vrienden waren reeds lang gestorven, zijn eenige huis genoot was zijn oude kamerdienaar, wien hij als belooning voor zijn jaren lange trouwe verzorging reeds bij zijn leven al zijn bezittingen had geschon ken. Zoo leefde hij in zijn eigen huis, doch geheel zonder bezit, voort, totdat hij op 6 Mei 1859 na een ziekbed van slechts zestien dagen stierf. De CongoOceaarvSpoorweg geopend. Zoojuist reed de eerste goederen trein over den nieuwen spoorweg, die een belangrijk deel van den Franschen Congo zal openleggen. Twaalf jaar ge leden begon men met den aanleg van dezen 516 km langen spoorweg, die loopt door een van nature zeldzaam rijk land. De nieuwe verbinding voor ziet in een groote behoefte. Hoe was tot dusverre de toestand? Het Congogebied, dat in oppervlakte bijna even groot is als Europeesch Rusland, bezat in den Congo en zijn zijrivieren een uitstekend scheepvaart- net, waarvan het uitgangspunt werd gevormd door een meervormige ver breeding van het rivierbed, de z.g. Stanley Pool. Deze is overal minstens 60 m diep, m.a.w. een uitstekende ha venplaats, waar de booten, die de ver binding onderhielden met de verder stroomopwaarts gelegen plaatsen, zou den kunnen aansluiten op een spoor weg naar de kust. Deze spoorweg nu ontbrak tot dus verre. Wel is er op den Belgischen oever der rivier een korte spoorlijn, die Natadi verbindt met Leopoldville, doch deze eindigt op 100 km afstand \an de kust van den Atlantischen Oceaan en de rivier kon alleen door schepen met geringen diepgang tot aan het begin van dezen spoorweg worden bevaren. Aan deze moeilijkheid wordt nu door den nieuwen Franschen spoorweg een einde gemaakt. Men is begonnen van de beide eindpunten af en heeft den spoorweg aangelegd over bergruggen en dalen, dwars door het oerwoud heen. Reeds gedurende eenige jaren was de afstand tusschen de beide uit einden zoo klein, dat er een automo- bieldienst tusschen ingesteld kon worden. Groote havenwerken aan de kust van den Oceaan en aan Stanley Pool vullen den spoorweg aan. Hierdoor kunnen in de toekomst de goederen een dag eerder op de plaats van be stemming zijn. Tevens is er bij den aanleg op gerekend, dat ook groote vrachten met de vereischte snelheid kunnen worden vervoerd. Het is te verwachten, dat reeds na korten tijd bet vervoer zal komen op het peil van een millioen ton per jaar. Naar de binnenlanden van het Con gogebied moeten vooral machines en textielgoederen worden vervoerd. De producten van het vruchtbare land zullen op de terugreis de goederen wagens vullen. Rubber, palmolie, ko per, tin, ivoor, maar vooral hout zijn de uitvoerproducten, die door den nieuwen spoorweg naar de haven plaats aan de kust vervoerd zullen worden. Ook voor toeristen is de nieuwe spoorweg echter zeer aantrekkelijk. Jagers vinden er een overvloed van wild, doch ook voor anderen zal het een bijzondere gewaarwording zijn om met een snelheid van 50 km per uur te rijden door de onafzienbare step pen met groote kudden antilopen of door de moerasgebieden van de groote rivier, waarin flamingo's hun voedsel zoeken. De ketens van de kustgeberg- ten worden door lange tunnels door boord, terwijl aan den anderen kant diepe dalen worden overbrugd door duizelingwekkend hooge viaducten, waarvan men er op dezen spoorweg niet minder dan 46 vindt. Groote schedel-afmetingen geen beslist kenmerk van ontwikkelde hersenen. door DR. T. D. STEWART. Anthropoloog Smithsonian Instiution. De uitwendige afmêtingen van een schedel laten slechts ruwe schattingen toe omtrent den werkelijken hersen inhoud, zooals ons gebleken is, toen wij deze gelegenheid nader bestudeer den. Oppervlakkig gezien zou men meenen, dat twee schedels van de zelfde lengte, breedte en hoogte ook denzelfden inhouden moeten hebben dat twee menschen eenzelfden hersen- inhoud hebben, wanneer hun hoofden even groot zijn. Dat naast de kwanti teit de kwaliteit der hersenen van be- teekenis is, mag bekend worden ver- ondersteld en is hier niet aan de orde. Van de gewoonte der anthropologen] om door middel van een zekere for' mule uit de uitwendige afmetingen van een schedel den herseninhoud te be- palen, moet hierbij echter worden af- gestapt. Vroeger was het bovendien uiterst moeilijk om den werkelijken hersen inhoud te bepalen. Een gewone me, thode was het vullen van den schedel met mosterdzaad of kleine hagelkor rels, waarna de vulling weer werd uit- gegoten in een inhoudsmaat. Hierbij moest men een belangrijke persoon- lijke fout in aanmerking nemen in verband met het losser of stijver vul- len e.d. Wij zijn daarom begonnen met het uitwerken van een betere en meer objectieve meetmethode. De tweede moeilijkheid betrof het vinden van een groot aantal schedels van ongeveer dezelfde uitwendige af metingen. Dit valt niet mee, aangezien er in de schedels groote individueele verschillen bestaan. Het Nationaal Mu seum bezit echter een buitengewoon groote collectie schedels en hieruit werden tenslotte 40 Eskimoschedels ge kozen van ongeveer dezelfde afmetin gen. Bij de Eskimo's zijn de bovenge noemde individueele verschillen klei ner dan bij de andere menschenrassen. Metingen volgens de verbeterde me thode brachten aan het licht, dat de inhoud van deze schedels tamelijk sterk uiteenliep, ondanks de gelijkheid der afmetingen. Er kwamen verschil len voor van ongeveer 230 cm3, terwijl de gemiddelde inhoud van deze sche dels ongeveer 1500 cm3 bedroeg. Het is dus mogelijk, dat de herseninhoud van een mensch een zevende meer be draagt van die van een ander mensch met dezelfde schedelafmetingen. Het constateeren van dit feit is van groote beteekenis bij de onderlinge vergelij king der verschillende menschenras sen. „Ik kan hem maar niet raken. Ik zie hem niet!" „Nou, doe dan je oogen dicht en doe al sof 1" Ik meen, dat er elementen in de ge schiedenis zijn, die werkelijk zijn. In het kort is het dit: er zijn twee vrouwen, waarvan de één alles bezit, de andere echter heeft niets. De één heeft alles, liefde,roem, eer, maar bovenal de liefde van een man, die echter óók de ander liefheeft'. De andere, die arm is, onbekend en alles verdragen moet, wat arme men schen aan vernederingen wordt aange daan. De eene, de arme is in den grond goed en zou in de plaats der andere, den man gelukkig kunnen maken en veel menschen goed doen. Dit en de zekerheid, dat de ander, haar dubbel gangster, den man ongelukkig zal ma ken. Hij stokte. Ann was opgestaan en staarde hem lijkbleek aan.... Wat scheelt U? vroeg hij verschrikt, bevalt U mijn idee niet? Met moeite bracht zij uit: En hoe is de intrigeverder? Wel, de arme vermoordt de rijke en neemt haar plaats in. Ze leeft langen tijd gelukkig, doch het kwaad straft zichzelf reeds op aarde, de moord wordt ontdekt en Hij stokte. Ann was in elkaar gezakt Het veroorzaakte een consternatie en de dramaturg zei naderhand, dat het pleitte voor zijn gegeven, wanneer men bij het hooren ervan al ontroerd werd. Doch het werd nooit door Ann ge speeld. Ze werd ziek en bleef ziek, ze werd vreemd en scheen voortdurend door een gedachte vervolgd te worden. Ze scheen gekweld door zonderlinge ang sten en ging meer en meer achteruit. Op een dag meldde de secretaresse haar, dat een bekend regisseur er was met een dame, om haar te spreken. Ann liet beiden binnen komen en toen ze de dame zag, slaakte ze een vreeselijken kreet: Ann O, ze is teruggekomen! De vrouw, die tegenover haar stond, leek op haar als een spiegelbeeld de regisseur had haar naar hier ge bracht, om haar aan te bevelen als doublé... Ann stond van dit ziekbed niet meer op- Haar mond bleef gesloten tot het ein de, doch de vreeselijke kreet wekte ver moedens op. Na haar dood werd het onderzoek van de politie, dat na de verklaringen van den regisseur en de dubbelgang ster begonnen was, ijverig voortgezet en met groote moeite, als stukken van een legkaart, die men langzaam bijeen bracht, wist men een geheel te verkrij gen. dat het mysterie oploste. Men stelde vast, dat Ann op den avond, dat Suze haar bezocht, zich an ders had gedragen dan gewoonlijk. Aanvankelijk had ze geweigerd het meisje te ontvangen, slechts noode toe gegeven en was toen opeens geheel omgedraaid. Na een lang onderhoud belde ze om het kamermeisje, doch liet haar niet binnen. Ze beval haar in de kamer ernaast een souper klaar te maken vooi- twee j personen. Het meisje hoorde haar vriendelijk praten met de bezoekster, die nu en dan op zachten toon antwoordde. Toen het souper klaar was, tikte het kamer meisje op de deur, ten teeken dat het souper klaar was. Ann zeide haar, dat ze naar bed kon gaan; juffrouw Suze zou haar bij het ontkleeden wel helpen. Dat was zoo ongewoon, evenals de vriendelijkheid, dat het meisje heel verbaasd was. doch ze was blij, einde lijk eens vroeg naar bed tekunnen gaan en dacht er verder niet meer over na. Roger kwam laat thuis en vond zijn vrouw alleen. Hij merkte niets onge woons aan haar; ze lag al in bed, ver telde dat Suze geweest was en iets met haar had gegeten en gedronken en was^ heel lief tegen hem. W eken later opende de politie eens aan het kleine station een koffer die erheen was gestuurd, doch nooit afgehaald was. Het bleek een lijk te be vatten, dat nooit kon worden geïdenti ficeerd, daar geen enkel kleedingstuk zich erop bevond en slechts een hoogst v age reconstructie van het gelaat kon worden vervaardigd. Niemand dacht aan de verdwenen Suze. Nog minder vermoedde men. dat dit het lichaam -was der gevierde Ann. Doch de bedienden van Ann herin nerden zich later, dat zij een kleerkist naar een bungalow liet brengen, waar 7J1 soms week-ends doorbracht. Van die bungalow liet zij de kist door een paar werklieden weer naar het station moeetg7ii d" u tna,blU'ige Stad' Vand*ar st als ba§a-e zelf hebben medegenomen naar een andere plaats en toen naar New York verzonden on- der een Tictieven naam. De kist werd zoowel door de werklieden als de be dienden herkend. Het leed geen twijfel meer, dat er een misdaad gebeurd was op dien be- wusten avond; toen men vaststelde, dat op het doode lichaam een lidteeken ontbrak, dat Ann gehad had, begreep men alles. De doublé had, gedreven door verbit tering, doch waarschijnlijk het sterkst door haar liefde voor Roger, de vrouw vermoord, wier plaats ze zoo vaak ver vuld had, om voorgoed die plaats in te nemen. Ze verborg het lijk in de groote kleerenkist, die ze wel kende en die in de kleedkamer ernaast stond. l)e rest was een kwestie van uiterste koel bloedigheid. Na de scène, die had plaats gehad, vermoedde ze wel, dat niemand zich zou verbazen over de verdwijning van Suze. Zij zelf had die verdwijning nog voorbereid door haar koffers te pakken en weg te sturen, waarheen, da ontdekte men nooit, misschien naar familie of naar een medeplichtige. De gedachte aan een medeplichtig was niet onaannemelijk; men kon zie nauwelijks voorstellen, dat zij zelf de gelegenheid had gehad, den koffer weg te brengen, doch hoe dan ook. die mede' plichtige werd niet ontdekt. De eenige, die voordeel trok var dez misdaad, was de filmmaatschappij Iedereen wilde opeens weer de h' men zien, die de „Valsche Ann" draaid had!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 18