PAG 6
ZATERDAG 9.6 MEI 1934
'T JUTTERT.IC
Hoe Lena haar
dankbaarheid toonde...
Een hechte vriendschap
r*
Beste jongens en meisjes!
Precies wat ik gedacht heb; van de
week heb ik weinig tijd gehad en dus
heb ik nog niet rustig de 24 gelukki
gen uit den stapel ingezonden formu
lieren kunnen zoeken. Ik heb wel de
enveloppen opengemaakt en alle bil
jetten geteld. Er zijn 57 jongens en
41 meisjes, die mee willen. Ik vind het
nu al vervelend dat ik 25 meisjes en
29 jongens teleur zal moeten stellen
en toch zal dat moeten, omdat ik niet
meer clubs kan organiseeren. Ik heb
me echter nu al voorgenomen de bil
jetten van de teleurgestelde vriendjes
en vriendinnetjes te bewaren en bij
de eerste de beste verrassing, die de
krant voor de lezers geeft, hen het
eerst te laten profiteeren, want ik heb
nog meer plannetjes. Volgende week
Zaterdag hoop ik de namen van de 12
jongens en 12 meisjes, die meegaan,
te kunnen publiceeren. Waarschijn
lijk zullen de datums een week ver
schuiven, want ik geloof dat de school-
vacanties niet voor 1 Augustus begin
nen en dus zou het dan van 6 tot en
met 9 Augustus voor de meisjes en van
13 tot en met 16 Augustus voor de jon
gens worden. Maar dat hoor je de vol
gende week meteen.
Het boek is deze week gewonnen
door:
MAE IE SPLUNDER,
Oranjestr. 29.
Gretha Mebius. Ik moet je teleurstellen,
Gretha, ik had heel duidelijk in 't Juttertje
van twee weken geleden geschreven, dat voor
alle kinderen, wier ouders abonné waren, het
inteekenbiljet ingezonden mocht worden en
vorige week heb ik eveneens duidelijk ver
meld, dat de inzending gesloten was, dus nu
kan je niet meer inzenden, 't Spijt me voor
je.
Ida de Boer. Ja, dat is net een geluk,
Ida, dat Nelly Boot haar vader weer uit het
hospitaal is, want anders hadden de kampeer
ders daar natuurlijk niet den middagmaaltijd
kunnen gebruiken en dat zou weer meer
moeilijkheden hebben opgeleverd.
Marietje Elsendoorn. 't Is verstandig
van je vader, dat hij je maar eerst op stille
weggetjes laat rijden, Marietje, want daar
kan je geen kleine kinderen omver rijden en
oudere menschen torpedeeren en tegen auto's
aanbotsen. Als je beter rijden kan, ja, dan
kan je wel door de verkeersdrukte heenped-
delen, mef een gezicht van „je doet me toch
niks".
Dedi de roome. Als het mooi weer
was geweest, dan had je ons in de „Donkere
Duinen" gevonden, Dedi, en nu hebben we
ons thuis vermaakt; 't was een echte fijne
dag, Maandag, we hebben heelemaal niet
gemopperd, dat het regende en stormde, wel
nee, we hebben het wat prettig gehad met
ons heele clubje thuis en de kinderen heb
ben gespeeld en gestoeid en 's middags ben
ik nog met ze op het land achter ons huis
gaan vliegeren, maar het stormde zoo. dat
de vlieger niet wilde blijven staan en nog een
keer schoot ging. Wij hebben hem nog van
een wiss-n dood kunnen redden en zijn toen
maar weer naar huis gegaan.
Tiny Dol. Dus als er een van jullie
tweetjes meegaat, dan ben jij het, Tiny. Nu
ik hoop het voor je en volgende week zal
de spanning gebroken zijn, want dan zie je
de namen in 't Juttertje staan.
Nellie longepier. Ja, ik wilde wel graag,
dat^ er maar precies twaalf jongens en twaalf
meisjes geweest waren, die zich aangemeld
hadden, Nellie, dan was het voor mij gemak
kelijker geweest en voor jullie geen teleur
stelling. Maar ja, t is niet anders.
Lien v. Gessel. Ze waren goed, Lien,
je raadsels, en toch heb je weer geen bock
gewonnen. Je bent niet gelukkig in de loterij,
hoor. ik zou maar nooit probeeren de hon
derdduizend te winnen, 't lukt je toch niet.
t Is met die loterij zoo wisselvallig, ik heb
wel eens aan een andere methode gedacht,
doch vind dit toch nog de meest eerlijke.
\V ie dat extra boek met Juli krijgt? Ik weet
het heusch nog niet en ik krijg er nog geen
grijze haren van door er aan te denken, maar
vergeet niet dat er nog verschillende vrien
dinnetjes zijn, die al eenige jaren meedoen
en nog nooit iets wonnen.
Lieny v. Lof ik. Mooi was het weer
niet met de Pinksterdagen, T ieny; we heb
ben den haard tenminste maar weer aange
stoken. Toch hebben we fijne dagen genad.
gelukkig dat dat niet afhangt van de zon
en het mooie weer.
Agatha Koelemey. Natuurlijk, je zou
nu wel graag willen dat ik schreef: „Je mag
mee, Agatha,", maar dat doe ik niet, ik
schrijf lekker dat je nog een week geduld
moet hebben, net als de anderen.
Christina Beekma. 't Is maar gelukkig,
dat het niet iederen Zaterdag luilak is, want
ik denk dat je op school zou zitten slapen
na die vroege wandelingen naar de „Donkere
Duinen".
Grietje Kater. Nu, als jij meegaat naar
Texel, Grietje, dan zijn we uit den brand
wat spelletjes betreft, want jij kent een
massa spelletjes, waar ze allemaal aan mee
kunnen doen en je kan tooneelstukjes op
voeren. 't Is te hopen, dat jij uit de bus
komt, al moeten m'n vriendinnetjes en
vriendjes dan een week op de boot zitten, dan
zullen ze zich nog niet vervelen.
Annie Wieren. Vandaag vergeet ik je
weer niet, Annie, want wie mij met vergeet,
die zal ik ook niet in den steek laren hoor,
dus „vergeetmijniet".
Nellie Boot, De Waal (T.) Je hebt een
fijnen dag gehad met je verjaardag, Nellie,
en zelfs een van de -raadselvriendinnetjes,
Christina Beekma, stuurde je een kaart. Dat
was aardig, hè? 't Zal ook leuk zijn als je
straks de vriendjes en vriendinnetjes ontmoet
en daar vier dagen mee omspringt, dan ken
je ze beter dan ik. Ik hoop dat jullie aan
die dagen niet anders dan prettige herinne
ringen zult behouden. En dat denk ik ook
wel, want als je met vacantie bent dan ben
je in eer blijde stemming
Grietje de Vroomc. Dat is goed, Grietje,
dat je niet van plan bent „je geleerdheid te
verloopen." Je moet maar zoo denken, lat je
meer aan je schoolkennis en aan een goed
rapport hebt dan een een diploma van een
atstandsmarsch, want je bent pas 9 jaar.
Rika Sinnige. Vind je zelf ook niet,
Rika dat Tony de eerst? rechten heeft: Die
doet al zoo lang en zoo trouw mee en jij
rog maar betrekkelijk kort, hè.
Klaas Blokker, Haarlem. Het briefje
van je vader heb ik gelezen, Klaas, en ik
vind z'11 aanbod wat aardig en misschien
maak ik er nog wel gebruik van, maar ik
zoek eigenlijk een jeugdleider en hoop die
wel te vinden. Ik heb er nog niet veel moeite
voor kunnen doen, omdat m'n tijd erg bezet
was. Volgende week hoop ik meer te weten.
Tonia Schouwenaars. Als eerste proeve
van rijmelarij is je poging heusch niet mis
lukt, Tonia. Ik Iaat je rijmpje hier volgen.
Mijn beste meneer,
Voor den eersten keer
Ga ik eens probeeren,
Om 'n rijmpje te leeren.
Gaat het 'n beetje goed,
En ik heb nog den moed;
Dan 'n volgenden keer,
Wat beter en meer.
Tonia Schouwenaars.
Corrie Postmus. Ik wil jullie graag
allemaal dezelfde kans geven, Corrie, en jou
dus ook niet buitensluiten, maar je begrijpt
wel dat er heel wat teleurgesteld moeten
worden. Ik hoop voor je, dat je daar niet bij
bent
annie de Vroome. Ik zou jou eigen
lijk precies hetzelfde moeten schrijven als
aan Corrie Postmus, Jannie, en dat doe ik
niet. Leees dus haar briefje, Jannie.
Piet v. Horik. Gelijk heb je gehad, Piet,
dat je den tweeden Pinksterdag toch naar de
duinen bent gegaan, want een Hollandsche
jongen moet niet bang zijn voor een beetje
storm en zeker een Heldersche jongen niet.
En dreigende wolken moeten je ook niet zoo
gauw afschrikken, want het blijft vaak bij
dreigen en bovendien, van een buitje regen
smelt je ook niet weg. Nu heb je tenminste
een fijnen middag gehad.
Tony Sinnige, Julianadorp. Ja, dat was
leuk hè, dat we elkaar daar even spraken,
't was ook heel toevallig, dat ik zelf naar
voren ging. Ik kan jou wel vertellen, al weet
ik het nog niet zeker, dat jij en Annie wel
bij het twaalftal zullen behooren, omdat jullie
tweetjes tot m'n trouwste vriendinnetjes be
hooren.
Maartje Hoogvorst. De teleurstelling,
dat je niet mee mag is dus niet zoo groot
geweest, Maartje. Gelukkig maar. 't Is fijn,
dat je met je vader en moeder uitgaat.
Annie lansen. Ik geloof, dat er nog
verscheidene vriendinnetjes mee zullen gaan,
Annie, omdat verschillende meisjes uit jullie
klas al eenige jaren trouw de raadsels inzen
den en me briefjes schrijven. Jij, Catrientje
en Tony, 't is juist leuk als je elkaar kent,
dan sluit je je gemakkelijker aan, al zullen
ook de anderen wel spoedig vriendschap ge
sloten hebben.
Marie Leys, Rotterdam. Eigenlijk kwam
je briefje te laat in mijn bezit, Marie, en
misschien wil je er om denken, dat de
raadseloplossingen voortaan Donderdagmor
gen in Den Helder zijn, want 's middags heeft
ook de verloting van het boek plaats en als
je dus later inzendt, dan loot je niet mee.
't Is fijn, dat je meegaat, hoor, naar Texel
en jij bent de eerste die definitief bericht
krijgt, dat ze mee kan. Volgende week vind
je de namen van je kampeervriendinnetjes
in 't Juttertje. Misschien zijn er wel bij, die
je nog kent uit je Heldersche periode, in
ieder geval zeker van naam door ons
Juttértje. Dag, hoor!
Nu, jongens en meisjes, tot de volgende
week.dan komt de groote verrassing, wie
de koek krijgt, wie de gard.
K indervriend.
Daar ik 't fijn vond.
Dat ik in 't Juttertje stond.
Hoewel het veel moeite heeft gekost,
Heb ik opnieuw de raadsels opgelost.
Ik hoop, dat ze goed zijn,
En ik in 't volgende Juttertje verschijn.
Tinie v. d. Herik.
Wagenstraat 13, oud 9 jaar.
ZOO'N IJDELTUIT.
Daar was eens een vischje van wonder
fatsoen.
Dat altijd maar droomde van deftig te
doen.
Het dacht zich van fijner model, dan z'n
maats.
En had dus natuurlijk bijzonder veel praats.
Te spelen als d' and'ren, dat vond het te
min.
Maar stil zat 't te droomen, dat was naar
z'n zin;
En zat het te droomen, dan dacht jjet
alleen
„Zoo'n vischje als ik ben, zoo is er maar
een!"
Eens, toen 't weer eenzaam aan 't kuieren
was,
Toen vond het een heerlijken schat in den
plas.
Wat potten en pannen wat scherven en
glas,
En daarbij een schoen, die niet bruikbaar
meer was.
Toen dacht onze trotschaard, en voelde
zich blij:
„Die schatten vond ik, dus behooren ze mij,
Ik ben nu een rijkaard, een visch van
fatsoen,
Een reuzen paleis is zoo'n heerlijke
schoen
1 oen kroop het den schoen in, dat ijdcle
nest,
En zat dom te droomen, terwijl heel de
rest.
In 't zonnetje zwommen en, licht van
pleizier,
Daar dartelend speeldlen op vischjes-
manier.
Annie v. Hees,
Oranjestraat 13.
OP MOEDERS VERJAARDAG.
Moeder, 'k ben zoo echt verblijd,
Nu u heden jarig zijt,
En daarom geeft u kleine Jo
Een vers en ruiker, als cadeau.
Alleen ik ben nog maar wat klein,
Het zou dus heel goed kunnen zijn,
Dat ik wat zenuwachtig ben,
Of wel m'n vers niet goed meer ken.
Toe, kijkt u dus maar niet heel nauw.
Zult U? Dan begin ik gauw.
Liefste moeder, hoor: uw ventje
Geeft u heden als presentje,
Als cadeau voor dezen dag,
Al zijn liefde met een lach,
Met wat bloemen en een kus.
Moeder, geloof 't maar gerust,
'k Zal uw „eigen" jongen blijven,
Nooit nog wat ondeugends bedrijven,
Maar bidden eiken dag tot God
Dat Hij u minstens spare, tot
Ik groot zal wezen als m'n pa,
En goed zal wezen als m'n ma.
Jo. v. Splunder,
Oranjestraat 29.
door
TRUUS. VERBAER.
„lk wil niet naast haar zitten," ver
klaarde Jane. „Mijn vader zit in de
schoolcommissie, dus de juffrouw kali
mij niet dwingen, toch naast dat kind
te gaan zitten".
„Ik evenmin," echode Marietje. „Zij
is het smerigste kind, dat ik ooit ge
zien heb."
„Het is een schande, dat zij hier op
school is toegelaten," zei Vera met op
getrokken neus.
Annie keek naar de onwelkome
nieuweling en kreeg medelijden met
haar. Zij wist uit ervaring hoe vreé-
selijk het w:as op een nieuwe school te-
komen en er anders uit te zien, dan de
kinderen, die daar waren. Want zij
herinnerde zich nog heel goed, dat zij
de eerste dagen zoo vreeselijk ge
plaagd was en zoo alleen gelaten, al
leen omdat zij boerenkleeren had ge
dragen. Lena verschilde weer in een
onder opzicht.
„Ze kan naast mij zitten," zei Annie.
„Dan zit ze aan den buitenkant van de
rij en ik ben de eenigste, bij haar in
de buurt."
„Ik kan zelfs niet bij haar in de
buurt komen, zoo ruikt zij," mengde
Willy zich in het gesprek.
„Misschien," zei Annie. „Als wij een
beetje vriendelijk tegen haar zijn, wij
zij zichzelf wel schoonmaken. Zij heeft
geen moeder meer en is zij wei altijd
aan zichzelf overgelaten."
Zij liep naar Lena toe, legde haar
arm om het middel van het vreemde
meisje en zei: „Kom, ga mee, dan zal
ik aan de juffrouw vragen, of je naast
me mag zitten in de klas."
Een blik van verrassing trof Annie
en Lena liep als een strooien pop naast
haar voort en begreep, dat zij een
vriendin had gevonden.
Annie, die nooit iets half deed,
speelde met Lena in het vrije kwartier
en at tusschen den middag haar botei-
ham met Lena op.
Na schooltijd moest Lena een ande
ren kant uit en Annie, die altijd met de
heele klas gezamenlijk een eind naar
huis ging, liep de anderen vlug ach
terna. om zich bij hen te voegen.
vas vriendin met Laura en toen zlj
deze had ingehaald en haar arm doe
die van haar vriendin wilde stek®
scheen Laura vreeselijke haast te he -
ben en liep met opgeheven kin doo
zonder iets tegen Annie te zeggen,
Deze was een dergelijke houdm0
7
1
2
li
k
I
I
s
D
01
ft
di
toi
sto
'11
ha
-I);