Buitenlandsch Overzicht. HONIG'S BOUILLONBLOKJES th erns 6 voor 10 Ct. De Tweelingzusters NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA GEMENGD NIEUWS ikofdpijH., lUecfUf** Hliftihaedt''s Voedees 7438 EERSTE BLAD 1934 62ste JAARGANG Ernstige ongeregeldheden tijdens en na een vergadering van de N*SB. te VGravenhage. Auto in het Merwede- kanaal. De fraude te Coevorden. Patricia Wentworth COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen 'Iexel f 1.65 ;binnen- f 2'~ Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f3.20 Losse r os. 4ct.fr.p.p 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70.f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 1 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. O. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). lngez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De ontwapeningsconferentie bijeen. - Henderson optimistisch. De Fransche Kamer heeft de buitenlandsche politiek behandeld. De ontwapenings conferentie Het bureau der ont wapeningsconferentie is gisterenmiddag bij eengekomen, om den toestand te bestudee- ren waarin de confe rentie zich bevindt. De voorzitter van de conferentie, de heer Henderson, heeft op zijn overtocht naar Frankrijk aan den di- p'omatieken medewerker van de News Ciironicle, zijn meening te kennen gege ven over het ontwapeningsvraagstuk en daaruit blijkt dat hij nog altijd tamelijk optimistisch gezind is, trouwens als Hen derson den moed opgeeft kan wel be schouwd worden dat alles verloren is. l)e aanstaande bijeenkomst van de hoofdcommissie zal volgens Henderson, a.les in het werk stellen om een terug keer van Duitschland in den Volkenbond onmogelijk te maken. Henderson gaf toe, dat Duitschland hiertoe slechts bereid zou zijn, als het volkomen gelijkheid met de andere landen wordt verzekerd, en daar om stemde Henderson voor, dat de hoofd commissie van de ontwapeningsconferen tie de vijf-mogendheden-verklaring om trent de gelijkgerechtigdheid van Duitsch land zou overnemen. Als de hoofdcommissie een resolutie zou aannemen, waarin alle landen het princ'pe van de Duitsche gelijkheid wat ART HU R HENDERSON, Voorzitter der Ontwapeningsconferentie. betreft de door ieder land geëischte vei ligheid, zouden erkennen, meende Hen derson, dat Duitschland dan wel weer arn de besprekingen zou deelnemen. "enderson gelooft, dat Duitschland be reid is zich bij een overeenkomst aan te sluiten, en hij hoopt, dat Duitschland er van te overtuigen is, dat het rechtvaar dig wordt behandeld. Het is echter on zeker of Frankrijk bereid is de vijf- mogendheden-verklaring omtrent Duitsch- SnnrtknitQPn 11doorons ze"gebreid, ö^UI IKUUbCll zijn ijzersterk, en kosten niot duurder dan andere. JAAP SNOR, Zuidstr. 19 (Let op den gelen winkel). Ie klas reparatie-inr. voor alle soorten wollen Kleeding, Kousen en S 'kken (ook de allerfijnste). lands gelijkheid opnieuw te bekrachtigen, doch Henderson zeide niet te kunnen aan nemen, dat Frankrijk de verantwoorde lijkheid voor het mislukken van de ont wapeningsconferentie op zich zou willen nemen. Henderson verklaarde zich een krachtig tegenstander van het voorstel om de ont wapeningsbesprekingen weder naar den Volkenbond te verwijzen. Hij ziet daarin geen enkel voordeel en Duitschland zal dan evenmin bereid zijn, aan de bespre kingen deel te nemen. Bovendien zullen de mogendheden in den Volkenbonds raad waarschijnlijk hetzelfde standpunt innemen als op de ontwapeningsconferen tie. Henderson besloot zijn uiteenzetting met de opmerking, dat men niet kan zeggen, dat de ontwapeningsconfe rentie al dood is. De buitenland' sche politiek van Frankrijk In de Fransche Ka mer is de buitenland sche politiek ter spra ke gekomen en dat beteekent dat geheel Europa daarvoor be en in het bizonder politiek van de langstelling heeft Duitschland, waar de Franschen al heel wat ergernis heeft ge wekt. De links-radicale, Chappedelaine ves tigde de aandacht der Kamer op de ge varen der tegenwoordige situatie. Duitschland wapent, Midden-Europa is zwak; tusschen de Westelijke mogend heden bestaat oneenigheid; de oorlog dreigt; in Hongarije wordt slechts gespro ken over herzieningen der verdragen. Dat woord alleen klinkt voor Roemenen, Tsje chen en Zuidslaven als een „Te wapen". De eerste aanval der nationaal-socialisten op Oostenrijk is mislukt, maar reeds wordt een nieuwe voorbereid. De Oostenrijksche onafhankelijkheid moet de hoeksteen der Fransche politiek in Midden-Europa zijn. Kan Frankrijk echter nog op Polen reke nen? Bestaat er niet tusschen Berlijn en Warschau een geheime overeenkomst over den Corridor, die nadeelige gevol gen voor Oostenrijk zal hebben? Hitier heeft een succes op het ge bied der buitenlandsche politiek noo- dig, en hoopt, dat in het Saargebied te vinden. Hij bereidt een leger voor, dat welicht binnen 1 jaar het Fran sche leger zal overtreffen. Als Frank rijk zou kunnen gelooven in de op rechtheid van Duitschland, heeft het geen reden den olijftak niet aan te nemen, dien men het schijnt toe te reiken. Hetgeen echter tegenwoordig in Duitschland gebeurt, berooft Frankrijk van al zijn illusies. Chappedelaine gaf daarna cijfers over Duitsche bewapening. De links-georiënteerde Chasseigne ves tigde de aandacht op de spanning onder de bevolking, die zich afvraagt, of er een nieuwe oorlog te verwachten is. Hier in terrumpeerde de linksche afgevaardigde Weill, die van de Fransche regeering eischte, dat zij van de Duitsche regeering de vrijlating van de in Duitschland ge arresteerde en veroordeelde spoorwegbe ambten uit den Elzas zou verlangen. Daarna zette Chasseigne zijn interpel latie voort en hij onderwierp in het bij zonder de houding der Fransche regee ring in de ontwapeningskwestie aan critiek. Na een korte pauze nam de minister van buitenlandsche zaken, Barthou, het woord. Wij vermelden daaruit het volgende: Barthou begon met te verklaren, dat de beide kwesties, die docr de beide vorige sprekers waren aangeroerd, de Oosten rijksche onafhankelijkheid en de ontwape ningsconferentie, onmiddellijk na de vor ming van de tegenwoordige regeering zijn LOUIS BARTHOU. Minister van Buitenlandsche Zaken van Frankrijk. aandacht hadden gevraagd. Hij hoopt met steun van Engeland en Italië de handha ving der Oostenrijksche onafhankelijk heid te bereiken. Naar aanleiding van de opmerking van Chasseigne over zijn reis naar Warschau bevestigde Barthou, dat die reis het voort bestaan van het Fransch-Poolsche bond genootschap tot resultaat heeft gehad. Te Warschau heeft Barthou in gunsti- gen zin over Rusland gesproken en alles gedaan om de beide landen nader tot el kaar te brengen. Misschien heeft hij ook wei eenig aandeel gehad aan de verlen ging van het non-agressiepact. De toe treding van Rusland tot den Volkenbond zou een zeer gewenschte gebeurtenis zijn. Hij, heeft in dezen zin gehandeld; hij heeft met Litwinof gesproken over de voor waarden van Ruslands toetreding tot den Volkenbond. T.a.v. de ontwapeningskwestie zet de tegenwoordige regeering de politiek harer voorgangers voort. In dit verband meent de minister, dat de opvatting der Fransche regeering in Engeland niet is begrepen. Hij legde er verder den nadruk op, dat de opvatting, die tot uiting komt in de nota van 17 April door de Fransche regeering eenstemmig is goedgekeurd. Barthou keerde zich scherp tegen degenen, die critiek op den Volkenbond uitoefenen. Wat zou er van de wereld ge worden zijn, als het niet mogelijk zou zijn, zich tot den Volkenbond te wenden? Voor de toekomst zijn twee hypo thesen mogelijk: Zal de ontwapenings conferentie haar werk voortzetten, of zal zij den Volkenbond haar op dracht teruggeven? De opvatting der Fransche regeering is bekend. De Fransche regeering blijft de zaak van den vrede trouw en zij kan zich dien vrede niet denken buiten het kader van den Volkenbond. Tenslotte besprak Barthou de Saarkwes- tie, waarbij hij o.m. zeide dat hij een enkele belofte van Duitschland niet vol doende achtte en hij herhaalde dat hij niet kon toestemmen in het bepalen van een tijdstip voor de volksstemming, zoo lang men geen voldoende garanties had gegeven. De rede van Barthou werd met grooten by'val ontvangen. De Kamerzitting werd verdaagd tot Dinsdag, doch de debatten over de buitenlandsche politiek zullen pas Vrijdag worden voortgezet. De groote meerderheid van de Parij- sche bladen juichte de redevoering van Barthou zeer toe. Alle Berliinsche bladen nemen stelling ten aanzien van de rede van Barthou, waarbij zij in het bijzonder krachtig af wijzend staan tegenover de opmerking over de Saarkwestie, n.L dat beloften al leen niet voldoende zijn en dat er mate- rieele garanties vereischt worden. Binnenland Verscheidene gewonden. De Nationaal-Socialistische Beweging had tegen gistermiddag een vergadering belegd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage, waar als spreker optrad de heer Kees Frenay. De vergadering, die zeer druk bezocht was, had in den beginne een behoorlijk verloop; er werd eenige malen geïnter rumpeerd en eenige personen, die zich niet van interrupties konden ontjiouden werden uit de zaal verwijderd. In de buurt van het Gebouw was veel politie; politieke tegenstanders van de N.S.B., die zich op den Zwarteweg ver zameld htdden, werden herhaaldelijk dooi de politie tot doorloopen gemaand en toen dit niet hielp, op krachtige wijze ver spreid. Na de pauze is het echter in het Ge bouw tot een ernstige vechtpartij geko men. Er was aangekondigd, dat er na de pauze gelegenheid zou zijn tot debat. Hiervoor had zich o.a. opgegeven de heer J. Baars, de bekende fascistische leider. Toen de pauze ten einde was en allen hun plaatsen weer hadden ingenomen, deelde de leider der vergadering mede, dat men aan den heer Baars het woord niet zou verleenen. Hierop stonden Baars en een aantal geestverwanten op en uitten luide hun verontwaardiging over deze weigering. Toen Baars uitriep: „Lafaards, waarom durf je mij niet te laten spreken?" werd getracht hem te verwijderen. Hij verzette zich echter hiertegen en zijn vrienden kwamen hem te hulp. Spoedig ging men tot handtastelijkheden over) welke een ernstig karakter gingen dragen. Binnen enkele seconden was in het middengedeelte van de zaal het gevecht zoo goed als algemeen. N.S.B.'ers sloegen op de fascisten los, en omgekeerd, terwijl beide partijen werden aangevallen door verschillende in de zaal aanwezige com munisten. De verwarring was groot en er werden rake klappen uitgedeeld. Het duurde eenigen tijd alvorens de politie in de gelegenheid was de vech tenden te scheiden en de orde te her stellen. In de gangen van het Gebouw voor K. en W. lagen verscheidene perso nen, die gewond waren of op een dus danige wijze bewerkt, dat zij door ka meraden de zaal uitgedragen moesten worden. Van ernstige verwondingen is echter niets gebleken; wel hadden verscheidene personen vleeschwonden en schrammen opgeloopen. Eenigen zijn door de politie op hardhandige wijze uit het Gebouw ver wijderd. Na dit incident was de orde terugge keerd en kon de vergadering voortgang hebben. Inmiddels had de leiding beslo ten, aan den heer Baars toch het woord te verleenen, waarop deze het podium be klom en een korte rede hield. Om 6 uur was de vergadering afgeloo- pen. Toen is het buiten nog tot ernstige orde-verstoringen gekomen. Aanvankelijk was alles rustig en ver spreidden de vergaderingbezoekers zich ordelijk. Op den Zuid-Oost-Buitensingel had zich echter een troepje verzameld, dat, na herhaaldelijk daartoe aangespoord te zijn door de politie, niet wilde door loopen. De motorbrigade ging er toen op af en dwong de menschen uiteen te gaan. Hierbij schijnt een man te zijn aangereden door de motorpolitie. De man viel op straat, doch ni hoeverre hij gewond was, kon niet geconstateerd worden, daar eeni ge kameraden hem dadelijk opnamen en naar zijn woning droegen in een hofje aan den Zuid-Oost-Buitensingel. De politie werd toen heftig uitgeschol den. Het publiek, dat voor het grootste deel uit bewoners van het hofje bestond, werd uiteen gejaagd en vluchtte het hofje in. Aanvankelijk liet de politie het daarbij, doch toen het schelden niet op hield, trok zij het hofje in om de men schen te dwingen naar binnen te gaan. Nadat de agenten echter eenige passen gedaan hadden, werd plotseling een ge deelte van een groote houten kist hun voeten gegooid, direct gevolgd uoor een partij glasscherven, die van een bo venverdieping rakelings langs het hoofd van een der agenten naar beneden kwa men, gelukkig zonder iemand te verwon den. Uit de huizen werd toen nog allerlei naar de politie geroepen, waarop de agen ten hun sabel trokken en het Hofje schoon veegden. Eensklap werd uit een bovenverdieping een zware ijzeren staaf van een meter lengte naar beneden geworpen, deze schramde een der agenten onbeduidend bij het oog. bedaart spoedig met Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist Toen werden de revolvers getrokken en werd geroepen, dat niemand zich voor de ramen mocht vertoonen of zich op de daken mocht bevinden. Alle ramen moes ten dadelijk gesloten worden, anders zou er geschoten worden. Nadat nog eenige malen door politieruiters en motorbrigade was opgetreden, gelukte het eindelijk de rust te herstellen. Er bleef nog geruimen tijd politie in de buurt surveilleeren. Vrouw en dochtertje verdronken. Zaterdagmiddag om vier uur is in de nabijheid van het station Nieuwersluis, gemeente Loenen, een ernstig auto-onge luk gebeurd, waarbij een 40-jarige vrouw en haar 5-jarig dochterje 0111 het leven zijn gekomen. De heer H. Elderenbosch moest op een gegeven moment uitwijken voor een wiel- rijdster, om niet met haar in botsing te komen. Op die plaats was over den weg een uitholling, waardoor de heer E. de macht over zijn stuur verloor. Mede door de tamelijk snelle vaart reed de auto het Merwedekanaal in. De hear Elderenbosch, die met zijn 12- jarig zoontje voorin zat, wist zich te red den. Ook het jongetje kon hij nog uit df-n auto halen. Onmiddellijk schoot van alle kanten hulp toe. Een voorbijvarend schip poogde den auto aan de lier te haken, wat na eenigen tijd gelukte. Toen de auto boven water was gebracht en mevrouw E. en haar 5-jarig dochtertje er uit waren ge haald, bleken de levensgeesten reeds te zijn geweken. De heer Elderenbosch is gezagvoerder ter koopvaardij en is pas eenigen tijd uit West-Indië in Holland terug. Hij woont te Haarlem. Omtrent de schorsing van den hoofd ambtenaar ter secretarie en plaatsvervan gend gemeentesecretaris te Coevorden. kan worden medegedeeld, dat de onregel matigheden ontdekt zijn, na de overne ming op 12 Maart door den nieuwen ge meente-ontvanger. De heer K. was tot 12 Maart ambtenaar ter secretarie en ont vanger. R' eds geruimen tijd 'was men ter secre- tarie met een onderzoek bezig. Men vroeg kwitanties op van vermakelijkheidsbelas ting bij iedereen, die in de laatste jaren of geregeld of zoo nu en dan vermakelijk heden organiseerde. Ook de bewijzen voor andere betalingen aan de gemeente ge daan, werden, terwijl de geschorste zich in een ziekenhuis bevond, gecontroleerd. Dit onderzoek heeft geleid tot het con- stateeren van onregelmatigheden in de administratie van den gemeente-ontvan ger, die minder 0111 de daarbij gemoeide bedragen, dan om het feit dat deze onre gelmatigheden voorkwamen, het motief voor B. en W. zijn geweest om den oud- Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. 28) -ohn liet den stortvloed eenigszins ver dwaasd over zich heen gaan en toen de spreekster op het hoogtepunt van haar Viammend betoog was, kwam Anne bin- 11 -V nam het koffieblad op en ging weer 3. - ohn durfde haar maar even vluchtig kijken, maar het was toch lang ge- «0-g om te zien, dat ze heel bleek was en donkere kringen onder de oogen had. e storing had mrs. Fossick Yates af- 8 cid en toen de deur zich achter Anne êAsjoten had, maakte John van de onder breking gebruik voor een voorzichtige «Pmerking. »U schijnt het vraagstuk, wat uw eigen shouding betreft, nogal bevredigend te «ebben opgelost." 'ars- Fossick Yates is zoo buiten- kweelde miss Webster. "U, ik hoop, dat ze een goede hulp zal tlken te zijn," zei de gastvrouw beschei- ^n na den lof van haar vriendin. „Ik °P het, maar 't valt dikwijls anders uit. 1'j" 'k verwacht. Maar ik zal me toch niet e,t afschrikken door hun ondankbaar heid of gebrek aan waardeering. Hoe vaak ik ook teleurgesteld word, ik zal voortgaan, hèn te helpen, die mijn steun noodig hebben." „Komt deze ook van „De Nieuwe Kans"?" informeerde Miss Webster. „John had haar wel kunnen omhelzen voor die vraag. „Ja, daar heb ik ze altijd vandaan. Een pracht-instelling, sir John, en het doel wordt door den naam zoo uitstekend uit gedrukt." „Wat is het doel dan?" John hoopte, dat zijn stem onverschillig zou klinken. Mrs. Fossick Yates gaf hem een zeer minzame uitlegging. „Ze geven ontslagen gevangenen een nieuwe kans zoeken betrekkingen voor ze en zoo. Het meisje, dat ons aan tafel bediende is mij door die vereeniging be zorgd en ik moet zeggen, dat lk, zooals het nu is, de beste verwachtingen van haar heb." „Het is ongelooflijk, zoo vriendelijk en hartelijk als je voor ze bent," prees miss Webster weer. „Ja, maar ik houd de teugels toch ook altijd flink strak. Dat is naar mijn mee- ming de eenige juiste methode om met dergelijke meisjes om te gaan. Je moet er niet omheen draaien; je moet eerlijk te genover ze staan. Ik heb tegen dit meisje hetzelfde gezegd, als tegen de anderen." „Och, ze heeft toch zoo'n kolossalen tact," murmelde haar vriendin. „Ik zei, „Annie Jones", ik geef je een nieuwe kans men moet iedereen, die verkeerd deed een nieuwe kans geven. Ik kan je die alleen maar aanbieden, 't Is aan jou om het goede gebruik er van te maken, of haar voorbij te laten gaan en nog verder in de modder te zinken." Ze zweeg en John werd zich met schrik bewust van het feit, dat zijn gastvrouw verwachtte, dat hij iets zou zeggen. „En. bracht hij ongearticuleerd uit. „Natuurlijk ben ik bij alle vriendelijk heid erg streng, dat moet je nu eenmaal zijn, maar ik tracht tegelijk paedagogisch te werk te gaan. Ik acht het verkeerd mijn kasten af te sluiten. Dat brengt hen alleen maar in verleiding. Ik zeg hen onomwon den: hier is een lijst van het zilver en hier een van mijn juweelen. De tapijten, bron zen en andere kunstvoorwerpen hebben groote waarde; de collectie van mijnheer daarentegen niet. Ik weet altijd tot op een penny hoeveel geld ik in m'n beurs heb. Mocht er iets ontbreken, dan bel ik on middellijk de politie op." ,.Is ze niet bewonderenswaardig?" hijg de Miss Webster. John vond mrs. Fossick Yates zoo be wonderenswaardig, dat het hem moeite kostte om weerstand te bieden aan de op welling om haar met het zwaarste exem plaar van haar kostbare bronzen vazen de hersens in te slaan. XXII. John zag Anne niet weer dien avond. Mr. Fossick Yates bracht hem in eigen persoon naar de deur en nadat hij hem achtereenvolgens drie verkeerde hoeden had gegeven, vergezelde hij John op het tochtige portaal en voleindigde het dertig jaar oude verhaal van hoe hij in de Dolo mieten den trein had gemist. John luisterde maar half zijn ge dachten waren vervuld van de vraag op welke manier hij Anne toch te spreken zou kunnen krijgen. Binnenmeisjes had den meestal een vrijen middag; zou Anne ook wel eens 's middags vrij zijn? „De weg was heel steil en stoffig," ver volgde de gastheer ernstig. „En we had den allemaal een geweldigen honger. Als ik geen chocolade in m'n zak had ge had Misschien was mrs. Yates wel zoo „bij zonder", dat ze haar binnentje geen vrijen middag toestond. Wat een vrouw! Hemel- nog-an-toe, wat een vrouw! „Maar weet u, het beroerde van cho colade is, dat je er zoo'n geweldigen dorst van krijgt. En zooals ik u al zei... John bedacht, wat de kleine Fossick Yates zou zeggen, als hij hem plotseling bij zijn revers pakte en zou vragen: „Wanneer heeft uw binnenmeisje haar uitgaansdag?" Maar hij bedwong de vreemdsoortige opwelling om een proef in deze richting te nemen en vernam hoe het verspreide gezelschap bii 'n stroompje weer tezamen gekomen en zich met onbe schrijfelijke dankbaarheid had gelaafd aan het heldere water. „Nektar was 't, m'n waarde heer, godendrank in onze uitgedroogde kelen." De oogen van den kleinen man schitter den bii de herinnering. „Een weldaad was het een onvergetelijke verkwikking. En ik ga even met u mee naar beneden, als u het goed vindt. Een halve kilometer van zijn deur af, slaagde John er pas ni den welmeenen- den mr. Fossick Yates kwijt te raken en met een wild tumult in zijn gedachten, wandelde hij naar zijn hotel terug. Hij was volkomen uit zijn gewone doen ge bracht. Anne Belinda was de oorzaak van dit verstoorde evenwicht. Zoo'n vat had nog niemand op hem gehad. Je mocht de men schen of je mocht ze niet. Met sommige menschen werd je goede vrienden en de meeste lieten je steenkoud. Werkelijk hou den deed je hoogstens van een paar. Maar geen van deze had ooit een dergelijke ver warrende invloed uitgeoefend. Iets over Anne Belinda te hooren was niet het zelfde als nieuws van een ander. Anne Belinda was niet als een ander. Negen jaar geleden had hij haar mis schien twintig minuten gesproken en nooit had hij dat kunnen vergeten, niet de kleinste bijzonderheid, van haar uiter lijk niet en niet van wat ze gezegd had. Toen had hij haar twee dagen geleden teruggezien korter dan een minuut, en nog voelde hij haar wanhopigen greep om zijn arm; de storm van haar ziele-angst schokte nog door hem heen. Maar dezen avond had de meest ver bijsterende, gevoelens bij hem achter gelaten. Het was, alsof mrs. Fossick Yates en haar flat en haar dinertje en haar ge hoorzame man en haar bewonderende vriendin, of dit alles deel uitmaakte van een onwezenlijken droom, waarin hij ver doold was. Hij had zich bewogen tusschen droomgestalten en al dien tijd was hij zich bewust geweest van He tegenwoordigheid van Anne. Maar die was reeël en behoor de tot een wereld, buiten zijn bereik. Droo- inen verkeeren de werkelijkheid vaak in haar tegendeel. Aan tafel hadden hij en de anderen binnen de grenzen van den lichtcirkel gezeten met Anne daarachter in schemerig donker. Maar in den droom was Anne in het licht geweest, de eenige die werkelijk was. En het was wanhopig- noodzakelijk om uit dien droom los te ko men om naar Anne toe te gaan. Den volgenden dag ondernam hij op nieuw den tocht naar Ossington Road. Nog had hij geen bepaald plan, hoe met Anne in contact te komen. Hij nad er over gedacht haar op te bellen, maar werd afgeschrikt door de mogelijkheid, dat mrs. Fossick wel eens aan de telefoon zou kunnen komen, of dat ze zou staan luisteren, terwijl Anne met hem sprak. Ook had hij overwogen haar te schrijven. Maar stel, dat ze zijn brief kreeg en weg liep gesteld, dat ze hem den vorigen avond herkend had en dat ze al weg ge gaan! De Fossick Yates konden over hem ge sproken hebben als over Sir John, of ge zegd hebben Sir John Waveney. Al was Anne er nog maar zesendertig uur in huis geweest, ze kon zijn naam wel tien keer hebben gehoord. Ze kon hem ook eenmaal, maar evengoed heelemaal niet gehoord hebben. Als ze hem gehoord had, be stond de kans, dat ze direct was wegge gaan. En wanneer ze dat had gedaan, hoe moest hij haar dan in vredesnaam terug vinden? Hij telefoneerde dien morgen Messing af; de gedachte dat een dergelijke personage zou trachten Anne op te spo ren en te bespionneeren, was hem on draaglijk. Het was ongeveer drie uur, toen hij den hoek van Malmesbury Terrace om ging en langzaam Ossington Road inwan delde. Het was een lange straat; aan het eene eind w aren enkele winkels verder op werden de huizen grooter en duurder, liet groote gebouw waarin de Fossick Yates hun flat hadden, bevond zich onge veer in het midden, juist waar de weg be gon te stijgen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1