Het Menu <T JUTTERTJE ZATERDAG 9 JUNI 1934 PAG. 3 We zien weer gezichten - we zien weer karakters. Er zijn schoonheidsgebreken, die juist schoonheid onderstreepen door Mevr. Anny Belaart-van Disselhuys. Wie denkt er tegenwoordig nog aan, wanneer hij in de étalages van de groote modezaken het eeuwige zoete glimlachje van de poppen ziet, dat deze poppen, die nu verstart in het pa- noptikum van de étallageramen staan, korten tijd geleden nog levend tus- schen ons in rondwandelden. Zij waren het ideaal van iedere bakvisch en iedere grootmoeder. Het uit Amerika geïmporteerde „keep-smiling" de lieftalligheid tot eiken prijs, het rozige, nietszeggende poppengezicht, steeds weer zagen wij deze beelden, waarbij grootmoe ders, moeders en kinderen niet van elkaar te onderscheiden waren. Het was een verwarrend mengel moes van generaties. En spoedig bleek dat men niet ongestraft het uiterlijk van moeder en kind naar believen kon verwisselen. Er waren oude kinderen en kinderlijke oudjes. Nu is het plotse ling weer anders geworden. Men kam niet zeggen, dat de wereld ér leelijker op geworden is, sedert het weer toegestaan is om een gezicht, in- plaats van een masker te dragen. Men kan zelfs spreken van een verlangen naar uitdrukking. Op het witte doek zijn de vamps en sterren, die bij dozij nen in Hollywood werden geproduceerd verdwenen. Wij zien nu nieuwe gezich ten, die ons weer na het einde der voor stelling ook in ons gewone leven ach tervolgen. Oogen, een mond, en zelfs een rimpel. Ja, men heeft weer rimpels. Wij willen ook thans natuurlijk geen gerimpelde en vroegoude gezichten zien, maar wjj hebben de oer-oude wijs heid opnieuw ontdekt, dat eerst de uit drukking een indruk van den mensch geeft. Een gezicht zonder het levendige der uitdrukkingen een gezicht zonder noodlot laat ons thans koud hoe mooi het ook zijn mag. t Men weet nog veel te weinig welke een groote verantwoordelijkheid de schoonheidsarts heeft, een verantwoor delijkheid, die helaas ook door de art sen zelf niet altijd ernstig genoeg op gevat wordt. De cosmetische chirurgie kan tegen woordig opgaven vervullen, die aan het wonderbaarlijke grenzen. Maar het is niet haar taak, om de raenschen, door middel van een verval- sching mooier te maken. Reeds in de Middeleeuwen werd in Engeland een wet aangenomen waarbij huwelijken ongeldig verklaard werden die op tot stand waren gekomen. De schoonheidsarts moet zijn pa tiënten integendeel aan hun ware ge zicht helpen. De mooiste neus staat leeljjk, wanneer ze. niet in het gezicht grond van vervalschte schoonheid past. De mensch moet steeds met alles wat in hem steekt en wat hij voorstel len moet, een eenheid vormen. Hij moet het evengoed verstaan om 3°ng te zijn als mooi en waardig oud te worden. Er zijn zoogenaamde schoonheidsge- preken die juist den indruk van de levendige schoonheid opwekken en onderstreepen. De uitvinder van de moestache heeft dat héél goed geweten. Voor de schoonheidsarts blijft nog genoeg werk over. En ook voor de :fouw, die zich verzorgen wil en moet. Dat is haar dagelijksche werk. Een kunstenaar die aan zijn model steeds weer nieuwe karakteristieke punten uitwerkt zonder het in wezen te ver anderen. Iedere ouderdom heeft naast een schoonheid ook zijn zwakke pun ten. Zoo geeft de beroemde school- meisjestint de schoolmeisjes zelf vaak heel veel moeilijkheden. In deze eeuwen van de graphologie hebben wij het bjjna verleerd uit gezichten te lezen. Het is een bekend feit, dat het groot ste leed vaak de edelste sporen achter laat en het zou belachelijk zijn om in cnzen véélbewogen tijd nog langer aan het levenlooze schoonheidsideaal te willen vasthouden. Niets is meer verouderd dan het snobisme der verveling. Witte haren, wetende oogen, een er varen en glimlachende mond, een even gerimpeld voorhoofd, kunnen ons ont roeren en ons de ware bekoring doen gevoelen, van de vrouw met levenser varing. De jonge vrouwen die tegenwoordig vaak een moeilijken tijd doormaken moet de schoonheidsarts wegsturen wanneer zij hem verzoeken om de kleine sporen van hun noodlot te laten wegsnijden. Dit zijn de bouwsteenen waaruit een persoonlijk en uitdrukkingsvol gezicht gevormd wordt en die dat veroorzaken waardoor voor ons mannen een vrou wengezicht onvergetelijk wordt. Alles wat ongezond en storend is moet verdwijnen en hiervoor is de cosmetiek, tegenwoordig een ernstige wetenschap, een onontbeerlijke helper. De woorden van Goethe moeten weer gelden: „Me dunkt het uiterlijk van den mensch is de beste tekst voor alles wat men over hem ondervinden en zeggen kan." Zondag: Bruine ragoutsoep. Kalfslapjes. Andijvie. Rabarber met room. Maandag: Toast met roereieren en ham. Witte boonen met tomatensaus. Sneeuwtoppen. Dinsdag: Aardappel pasteitjes. Rosbeef. Woensdag: Stoofsla, gekruide rijst. Vleeschpudding. Princesseboonen. Aardappelen. Karnemelksche pap. Donderdag: Gehakt. Peulen. Aardappelen. Beschuit met bessensap. Vrijdag: Kabeljauw. Worteltjes. Aardappelen. Peterseliesaus. Koffie-crême. Zaterdag: Gestoofde asperges. Aardappelen. Harde eieren. Roziinencake. GEZELLIGE MAALTIJDEN. Nu de zomer in aantocht is en veel warme dagen ons reeds naar buiten lokken, keeren we vaak ongaarne terug in de kille huiskamer om den maaltiid te gebruiken. Waarom zouden wü dit ook eigenlijk doen....? Kun nen we niet evengoed de noodzaak van het nuttigen van ons voedsel vereeni gen met het aangename zijn in de buitenlucht. Wij hebben wel allen een achtertuintje, een open serre of balcon, waar we ongestoord van de zon kun nen genieten, zonder dat al te veel nieuwsgierige oogen ons hier gade slaan. Wat let ons om hier de tafel te dekken? We behoeven niet het mooiste tafel linnen te nemen, integendeel, een een voudig, liefst gekleurd tafelkleed, ver hoogt de gezelligheid en wat frissche bloemen geven ons nog meer het idee, dat we buiten zijn. Op deze wijze kunnen wü de mooie zomersche dagen, die de lente ons nu reeds brengt, ten volle genieten. Bruine Ragoutsoep. VA liter water, 80 gram bloem, 70 gram boter, 1 ui, 1 worteltje, 1 kruid nagel, laurierblaadje, peperkorrels en wat selderij, 6 bouillon-blokjes (1 lepel soja of maggi-aroma naar smaak). We zetten VA liter water op met de kruiden, brengen dit aan de kook en laten het op een kleine pit gedurende anderhalf uru trekken en zeven de vloeistof daarna. De bloem wordt in een ijzeren of aluminium pan lichtbruin gebrand, daarna wordt de boter er mede ver mengd en langzaam en onder Hink roeren de gezeefde bouillon, waarin de blokjes zijn opgelost, bijgevoegd, het geheel laten wij ongeveer 10 minuten zachtjes gaar koken, daarna zoo noo- dig naar verkiezing nog wat zout bij voegen naar smaak. Voor het opdoen kan men maggi-aroma of soja er door heen doen, veelal voegt men bij deze soep een Yi kopje madeira, hetgeen echter in gezinnen, waar kinderen zijn, niet aan te bevelen is. Heel smakelijk is het om een schaaltje met dobbel steentjes gebakken brood bii deze soep te geven. Sneeuwtoppen. 9 d.L. melk, 100 gr. gem. rijst, 2 eiwitten, 100 gram suiker, pakje vanillesuiker. Voor de saus: XA d.L. melk, 30 gram poederchocolade, 100 gram suiker, 85 gram maizena of custard-poeder. We zetten de melk op, nemen b.v. een liter melk apart van den melkboer, schenken hiervan een kopje rijst af en voegen er de suiker bij, daarna de ge malen rijst door de laatste er lang zaam in te strooien onder voortdurend roeren, totdat de massa mooi genoeg gebonden is en slechts moeilijk van den houten lepel, die wü voor het roeren gebruikten, afloopt. De zeer stijfgeklopte eiwitten wor den lepelsgewüze door de massa ge klopt, die daarna nog even op het vuur wordt gezet, terwijl wü met de eier- klopper flink blü'ven kloppen, waardoor de pudding zeer luchtig wordt en in kleine, met koud water omgespoelde vormpjes wordt gedaan (ook kopjes kan men hiervoor gebruiken). Wan neer ze afgekoeld zijn, worden de pud dinkjes op een grooten schotel gestort, echter zóó, dat zii een gedeelte boven en omgeven door dikke chocoladesaus, de saus uitkomen, zoodat de witte kop pen aardig afsteken tegenover de bruine saus, die eromheen wordt ge goten en gemaakt wordt door 4 dL. melk aan den kook te brengen met de suiker en hierbij het papje te voegen, dat van de overgebleven dL. melk de maizena en chocoladepoeder is ge maakt en alles roerende even door te koken, totdat de massa dik en gebon den is. Naar verkiezing kunnen de bei de eierdooiers, die wij niet gebruikten, bij de saus gevoegd worden, doch dan hebben we minder maizena noodig. Aardappelpasteitjes. Dit bijzonder fijne aardappelgerecht kan geserveerd worden met verschil lende vullingen, als nagerecht, b.v. met jam, vleeschfarce, visch b.v. in den vorm van een gehakt restant zalm, kreeft, garnalen, eierdooiers en gehakte peterselie, tomaten, sardines, ja ver scheidene andere variaties zyn als vul ling te bedenken. Ook by de middagthee zijn deze rolletjes verrukkelijk. Eén vereischte is echter, dat ze warm opge diend moeten worden, daar anders veel van den Hjnen smaak verloren gaat, evenals het croquante. Nadat ze uit den oven komen, wor den zü op een schaaltje gelegd, waarop een papieren servetje en wat takjes peterselie zijn. Wü gebruiken voor 4 stuks: 100 gram aardappelen, 100 gram bloem, 100 gram boter, 1 ei. Vulling: Het beste is om de aardappelen in de schil te koken, liefst daags te voren, deze voor de bereiding te pellen en door een zeef te wrijven, daarna vermengen met de gezeefde bloem en het ei, en hierby de 100 gram niet te zachte boter voegen, die wü daarna met een mes door de overige ingrediënten snijden. Wanneer we een samenhangend geheel verkregen hebben, laten we dit rustig gedurende een H uur op een koele plaats staan. We bestrooien een aanrecht of deeg plank met bloem, evenals de deegrol en rollen het deeg dun uit tot een recht hoekige lap, vouwen deze in de lengte dubbel en daarna nogmaals dubbel en slaan ook de breedte dubbel. Daarna rollen we het weer uit, het geen we nu tweemaal herhalen. Tenslotte wordt het deeg uitgerold in een cirkelvorm ter grootte van een ont bijtbord en in 4 gelijke deelen verdeeld, ieder stuk wordt met een weinig ge klopt ei bestreken en nu leggen we een theelepel van de vulling bü de ronde kant van den driehoek, waarna het deeg van hieraf opgerold wordt, zoodat de punt overslaat. De bovenkant wordt met eiwit bestreken, en als alle rolletjes gereed zijn op een ingevet bakblik in een heeten oven gebakken. Vleeschpudding. 400 gram vleeschresten, 100 gram spek, 1 dL. water. 1 bouillonblokje, 2 eieren, 1 groote ui, zout, kokskruiden en 1 eetlepel ge hakte peterrselie, 40 gram boter, 2 flinke sneetjes oud brood (zon der korst). Het bouillon-blokje wordt in heet wa ter opgelost en wordt vermengd met het zéér fijn gehakte gemalen of ge sneden vleesch. Het brood weeken wü in water en knijpen dit goed uit, ver mengen daarna vleesch, bouillon, eier dooiers, zout, kokskruiden, de zéér fijn gesneden ui, de gehakte peterselie met elkander, het laatst komt hierbij het stijf geklopte eiwit, Een warme puddingvorm of een klein hooikistpannetje wordt ingevet met bo ter en bestrooid met paneermeel en hierin wordt de vleeschmassa overge bracht. Pan of vorm wordt nu goed gesloten en gedurende 1 uur au bain Marie ge kookt. Voor het storten plaatsen wü haar even in den oven, doch nu zonder deksel en anders op een aebest plaatje op den spaarbrander. Men kan bij deze vleeschpudding to maten of kerrysaus geven. Schotsche eieren, 3 hard gekookte eieren, 200 gram koude aardappelen, 75 gram geraspte kaas, frituurvet, 1 geklopt ei, zout, peper, paneêr- meeel. De aardappelen worden gemalen of gezeefd, daarna peper en zout bijge voegd, de geraspte kaas en zooveel van het ei, totdat we een zacht geheel ver krijgen, dat we gedurende eenige mi nuten flink kloppen, daarna in drieën verdeelen. De eieren worden dan ge peld, even door de bloem gerold en elk ei bedekt met een derde gedeelte van het aardappelmengsel, dat hen geheel en al moet omhullen, daarna eerst in geklopte ei gewentelt en vervolgens in paneermeel. Het pannetje met frituurvet hebben we opgezet en zoodra hier een blauwe damp van af komt, laten we de eieren hierin glijden en bakken totdat zii mooi lichtbruin van kleur zijn. Koud of warm opdienen. Eiersla. 2 aardappelen, 1 gekookte biet, 6 augurkjes. 2 hard gekookte eieren. 1 ui, olie, azijn, 1 krop sla.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 15