Het Menu 'T JUTTERTJE ZATERDAG 23 JUNI 1934 PAG. 3 Het avontuur in den sneltrein door TOM DUBG1S. Onder schril gefluit passeerde de sneltrein het station. Meneer Duplex hield den armsteun van zijn zitplaats krampachtig omkneld. Zijn oogen staarden afgetrokken door het raam pje in de duisternis van den avond. Het gefluit van de locomotief had den man tegenover hem uit zijn halven roes gewekt. Hij richtte zich op in een zittende houding, gromde iets bin nensmonds en tastte in zijn zakken. Tot opeens zijn benevelde oogen zich op meneer Duplex vestigden. „Hebt u een vlammetje voor me?" En zonder op een tegenantwoord t6 wachten, stak de man zijn grove, vuile hand uit. Meneer Duplex' oog viel op die hand. Haar grootte en onzindelijkheid vielen hem op en stemden hem onaan genaam. En al direct had hij een antipathie opgevat tegen zijn medereiziger. „Een vlammetje? Ja zeker. Alstu blieft," en meneer Duplex haalde een doosje lucifers te voorschijn en legde dit op de grove, onzindelijke hand. De man gromde iets. Mischien was het wel een bedankje, misschien ook n OT Dij begon opnieuw te rooken. Meneer Duplex werd opnieuw met afkeer vervuld.. De bruut, en ;zijn stin kende tabak waren er bijna in ge slaagd hem zijn bewustzijn te doen verliezen. Dat was vóór de man in slaap gevallen was. Meneer Duplex rookte zelf niet. Hij had een buiten gewoon gevoelige keel. Fn de tabak, die de kerel rookte.... wel. die was in één woord afschu welijk. En nu maakte die afschuwelijke rook al spoedig meneer Duplex aan het kuchen. „Asthma?" vroeg de bruut. Meneer Duplex meende, dat de man vol leed vermaak lachte. „Alleen een lichte prikkeling," zei meneer Duplex met heesche stem. Hij had al eens getracht het raampje te openen, maar de uitdrukking op het gelaat van den anderen, had hem al gauw dat idee laten varen. Meneer Duplex, zenuwachtig door het voortdurend naar hem staren van een paar gitzwarte oogen, sprong op, nam zijn hoed uit het bagagenet en zette hem op. Dan zette hij hem weer af. zette hem weer op, draaide hem dan weer tusschen zqn vingers, ner veus.als hij was. Het was een nieuwe hoed. Meneer Duplex had hem den dag tevoren gekocht. Hij had een zieke bloedverwante bezocht, een suiker tante.En hij hoopte datDaar om had hij alvast dezen hoed gekocht. Zes gulden vijftig had hij gekost. En zes gulden vijftig was veel geld voor meneer Duplex. Vooral voor een hoed. Maar.... „Hondenweertje, hè?" merkte de man, die rookte als een schoorsteen, op. Meneer Duplex mompelde iets terug. Hij wist zelf nauwelijks wat. Hij keek door het raampje. De avond was bui tengewoon duister. Groote schaduwen snelden voorbij. „Neem me niet kwalijk," zei meneer Duplex, „mijn lucifers alsublieft". De man stond op het punt het doosje in zijn zak te steken! Hij gaf het terug al grommend. Hetgeen meneer Duplex niet op zijn gemak stelde. Het maakte hem zenuw achtig. En hij was al gauw nerveus. Impulsieve menschen menschen, die handelen zonder nadenken zijn dat spoedig. „Neem mij niet kwalijk".... meneer Duplex wuifde met bevende hand de tabakswolken weg. „Ik.weet u... dat dit hier geen rookcoupé is....?" „Niet rooken?" De groote kerel lachte ruw, zijn oogen glinsterden onheilspellend. „Zoek je ruzie, zeg?Nu als je vechten wilt!" Meneer Duplex hield het niet lan ger uit. Als hij niet binnen enkele mi nuten frische lucht kon inademen, zou het zijn dood zijn. Hij sprong naar het raampe en liet het neer. Een ijzige koude wind stroomde naar binnen. De wind greep meneer Duplex' hoed, lichtte hem speelsch op en neer en voor meneer Duplex hem grijpen kon, vloog hij den donkeren nacht in. Nu weet u al, hoe meneer Duplex impulsief van natuur was. Hoe vaak bij handelde zonder nadenken. En dat deed hij ook nu. Met een ruk trok hij aan de nood rem. Enoogenblikkelijk vermin derde de sneltrein zijn razende vaart; en kwam met luid geraas, geknars en gerem tot stilstand. „Jou dwaas!" riep de bruut uit, dat kost je minstens een tientje boete. De bruut keek met leedvermaak meneer Duplex aan. Deze kon niets zeggen. Zijn tong scheen aan het verhemelte te kleven. Het volgend oogenblik klon ken opgewonden stemmen van de rei zigers en de conducteurs. Bij de locomotief stonden de con ducteur en de machinisten, roepend en met een lantaarn zwaaiend. De con ducteur liep op een drafje... Met een ruk stond hij stil.... "Vlak voor hem, nog géén vijf meter van de locomotief was de dijk weggezakt. over een lengte van wel tien meter. De conducteur sloot een oogenblik zijn oogen, als in een visioen zag hij wat er had kunnen gebeuren. Wie heeft er aan de noodrem ge trokken? Passagiers staken hun hoofd uit het portierraampje en vroegen angstig wat er gebeurd was. De conducteur keerde zich om en- liep terug en kwam ook bij meneer Duplex' compartiment. Maar meneer Duplex was er niet meer... Hij liep eenige honderden meters terug, langs die spoorlijn, nu en dan siilstaand en onderzoekend de duister nis inkijkend, op zoek naar zijn hoed. Het onderhoud van kleedjes en matjes. Wanneer de eerste frischheid van matjes en vloerkleedjes af is, worden ze flink afgeborsteld met water en am moniak of water en zout, waardoor de kleuren weer als nieuw zijn. Vertoonen ze echter sporen van veel vuldig gebruik en zien we hier en daar versleten plekjes, ook dan kunnen ze nog lang mee, indien wij de kleine re- paratiën bijhouden. Losse franje aan groote zoowel als kleine kleeden moetvastgenaaid-worden hetgeen heel gemakkelijk gaat met be hangersgaren en een z.g. behangers naald. Veel ongelukken worden voor komen, indien hieraan de hand wordt gehouden, want hoe licht blijft men niet met de hak in de franje hangen. Keukenmatten, waarvan het boordband is gesleten, worden opnieuw omge boord, een werkje, waartegen veelal wordt opgezien, doch dat toch, evenals alle volbrachte reparaties zoo'n vol doening geeft. Dunne plekken op loopers worden met bijpassende kleuren smyrna of andere dikke wol gestopt, hetgeen de niet ingewijden werkelijk niet" in het oog valt, mits men zorgt, de kleuren zoo goed mogelijk in de tint uit te zoe ken. Oude karpetten kunnen nog uit stekend dienst doen om verknipt te worden voor slaapkamerkleedjes. Het slijten heeft in den regel plaats om de tafel, zoodat er met een scherpe schaar, stevige naald en een mooie tint wol nog inderdaad iets aardigs te maken is. De kanten worden dan met deze wol gefestonneerd en zooals ons voorbeeldl aangeeft enkele malen doorgeregen. Om kleeden langer te doen mee gaan zijn z.g. effen dekkleeden zeer aan te bevelen, vooral in gezinnen met kinderen. Deze kunnen veel kleiner zijn, dan het vloerkleed, doch ze moe ten zoover reiken, dat ze de plaatsen, waar voeten en voetjes zich het meest bewegen, bedekken. In geval van be zoek wordt zoo'n kleed eenvoudig even opgerold, hetgeen een werk van een oogenblik is, van deze week. Zondag: Zalm sla. Kalfs gehakt, bloemkool. Aardappelpurée. Aardbeien crème. Maandag: Bloemkoolsoep, Karbonade, kropsla, Gebakken aardappelen- Fruit. (Zie lunch gerechten). Dinsdag: Rosbeef. Postelein aardappelen. Vanille vla met bessensap schuim. Woensdag: Varkensgehakt. Gestoofde komkommers. Aardbeien. Rijst met bessensap; Donderdag: Koud vleesch. Andijvie aardappelen. Kersenpannekoekjes. Vrijdag; Gevulde tomaten- Gekookte schelviseh. Peterselie saus. Worteltjes. Aardappelen. Zaterdag: Runderlapjes. Peulen. Aardappelen. Chocoladepudding. Kersen pannekoekjes. 300 gram tarwebloem, i liter melk, 3 eieren, zout, en een pond kersen- We maken een beslag van de bloem, melk en eieren, door de bloem te zeven en in 'n kom te doen, dan maken we in liet midden een kuiltje, strooien er een half theelepeltje zout over en doen de drie dooiers in het kuiltje, waarna wü de bloem vanuit het midden ver mengen met de eieren en daarna lang zaam scheutjes melk toevoegen. Het maken van beslag eischt eenige han digheid, omdat we moeten voorkomen, dat zich klontjes vormen, hetgeen heel goed mogelijk is, wanneer men maar niet teveel melk gelijk bijvoegt. Het laatste roeren we de stijfgeklop te eierdooiers door het beslag heen. De kersen van de stelen ontdaan, ge- wasschen en ontpit, hetgeen we heel vlug kunnen doen met een speciaal instrumentje, dat voor een luttel be drag te koopen is, een z.g. ontpitter. We kunnen de kersen door het beslag roeren of telkens een aantal op het be slag in de pan doen en bakken de pannekoekjes in boter, slaolie of delfrite. Op de schaal plaatsen we in het mid den een schoteltje en stapelen hier de pannekoeken op, zoodat het midden iets hooger wordt en presenteeren er lichte basterd suiker bij. Sneeuweieren, Per persoon, 1 sneetje brood, een plak ham of kaas, 1 ei, zout en peper. Men braadt in de koekepan een sneetje brood in boterolie aar beide 2qden, hierop legt men de plak ham of kaas, waarop het zeer stijf geklopte wit van een ei wordt gelegd. In het midden wordt met een lepel een kuiltje ge maakt, waarin het eierdooier komt. Het geheel met peper en zout be strooien en in een gasbakoven of oven zetten, totdat de sneeuw licht bruin en het dooier iets harder geworden Aardbeien crème, 750 gram aardbeien. 4 dl. slagroom, 100 gram poeder suiker, 1 pakje vanille suiker. We zitten nog volop in de aardbeien tijd en daar ze niet zoo duur meer zijn tracteeren we onze huisgenooten op aardbeien crème. We ontdoen de vruchten van het bovenste kroontje, wasschen ze, en laten ze op een vergiet uitlekken, wr ven ze daarna door een paardeharen zeef, doch houden enkele achter om als garneering te dienen. De room wordt met een tikje zout en vanille suiker stijf geklopt, terwijl de poedersuiker door de puree is geroerd, waardoor ook de stijf geklopte room wordt gemengd. De massa wordt over gebracht in een kristallen schaal, gegarneerd -met halve aardbeien. Een vonille wafeltje smaakt hierbij heel goed. Vanille-vla met bessensapschultrt i> liter melk, 25 gram Maïzena of custard poeder, 4(5 gram suiker, 2 eieren, een pakje vanillesuiker voor de saus, 2 dl. bessensap, 1 ons suiker. Wij brengen de melk aan de kook met de vanillesuiker; gebruiken we custardpoeder, dan kan de vanille ver vallen, omdat deze al bij de poeder ge voegd is. De eieren worden geklopt met de suiker, doch het eiwit houden we achter voor de bessensap, daarna roeren we de maizena of custardpoeder er door tot zich een gelijk papje heeft gevormd, waarbij met een dun straaltje de kokende melk gevoegd wordt. Alles gaat terug in de pan en steeds roerende wordt de massa even doorgekookt, daarna nog een minuut flink geklopt mê de gard6 en in een vlaschotel ge daan om geheel af te koelen. Voor de schuim, die op het laatste oogenblik voor het opdienen gemaakt wordt klop pen we het eiwit met een lepel van d6 100 gram (vooral niet te grove) suiker zeer stijf, voegen daarna een scheut bessensap bij, kloppen W6 weer tot zich een stijve massa heeft gevormd en voegen achtereenvolgens suiker en bessensap bij tot alles verwerkt is, waarna de schuim op de vla wordt ge daan en opgediend, desverkiezend met beschuit. Gestoofde komkommers. Hoewel hier in de laatste jaren re6ds verandering is gekomen, werd dit ge recht voorheen slechts als sla. toebe reid met olie en az^jn, opgediend. Toch is gestoofde komkommer de aange name afwisseling op het menu en d6 smaak ervan zeer fijn. We nemen 4 komkommers, 50 gram boter, 30 gram bloem, 1 dl. room 2i dl. kooknat, peper, zout en 1 dl. gehakte peterselie. De komkommers worden dun ge schild, hetgeen met een z.g. Duit- sche aardappelmesje dun doen. Deze mesjes zijn half rond met een lang werpige opening in het midden, waar over een rechte metalen reep gaat. De binnenkanten (midden) zijn een weinig geslepen, zoodat men aardappelen, komkommers e.a. gemakkelijk kan schillen. De vaardigheid heeft men in enkele dingen te pakken. Deze mesjes kan men meest in de huishoudelijke winkel krijgen. We gaan nu echter verder met de berei ding van onze groente. We hebben de komkommers geschild, snijden ze door midden, verwijderen met een zilveren lepel het zaad, snijden de helften in vieren of desgewenscht in meerdere stukken, die we opzetten met weinig water en zout en ongeveer 15 minu ten laten komen, daarna op een ver giet uitlekken en het vocht opvangen voor het sausje, dat we maken van de boter en de bloem, peper, zout en 2i dl. van het vocht, hierin stoven we de stukken komkommer nog even door en dienen ze bestrooid met peterselie op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 15