Buitenlandsch Overzicht. S. A. KANNEWASSER. KOS KONINGSTRAAT 76 HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA SIEGE GEMENGD NIEUWS 27, OBLIGATIËN De Tweelingzusters Patricia Wentworth 7449 EERSTE BLAD ZATERDAG 23 JUNI 1934 62ste JAARGANG CH HEDENAVOND ZIJN ONZE ZAKEN van 10-11 uur geopend. ZONDAGS tot 2 uur. 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor No. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. Heldersche Courant i 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen 'iexelf 1.65binnen land t' 2.— Nederl. Oost- en West Indië per zeepost 2.J0, dem per niail en overige landen i 3.20 losse i os. 4 ct.fr. p. p f'ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70. f 0.70. f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 1 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOEK. Uitgave N.V Drukkerij v/h C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekeniug No. 16066. ADVERTENTIËN 20 ct. per regel (gaijard). Lngez meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De ontwapeningsconferentie te Genève. - Diplomatieke bespre kingen. - Nogmaals Hitier en Von Papen. Voor heden willen wij ons allereerst eens naar Genève begeven, de Zwitser- sche "stad, waarop zich ondanks alle teleurstellingen, die zij bracht, telkens weer de oogen van de wereld vestigen als de stad der vredes- en ontwapenings- LOU1S BARTHOU. Minister van Buitenlandsche Zaken van Frankrijk. conferenties. Want weliswaar heeft Ge nève ons niet veel positiefs op dit gebied gebracht, maar omgekeerd: als wij haar poorten sloten en de verschillende diplo maten hiustoe zonden...dan zag het er waarschijnlijk in de wereld nog veel ho- peloozer uit dan het doet. Dan zouden, zooals een journalist het schilderachtig uitdrukte, de elementen van gevaar, die nu in de conferentien een middelpunt TITULESCU, (Je Roemeensche Minister van Buiten landsche Zaken. vinden, als de stukken van een uiteenge barsten vliegwiel over Europa rondspat- teh. Voor verschillende landen vormt de conferentie een band; wil men Duitshland tot de algemeen beraadslagingen der vol keren terugbrengen, dan kan het alleen via de vredesconferentie, die nu reeds haar schaduwen vooruitwerpt. De Kleine Entente heeft een officiefie verklaring uitgegeven ten aanzien van haar standpunt; hierin wordt o.a. gecon stateerd, dat zij zich verzetten zal tegen terugkeer der Habsburgers, ln welken ovrm ook en met voldoening wordt de hervatting van de diplomatieke betrek kingen tusschen Rusland en Roemenië en Tsjecho-Slowakije begroet. Barthou, de Fransche minister, is naar Boekarest geweest en heeft daar met Ti- toelesco besprekingen gehad, die ten doel hadden het afsluiten van een aantal verdragen, waardoor een net van veilig heidsgaranties is gespannen van Rus land over de Balkanstaten, Italië, Frank rijk tot Engeland. En een Fransch gene raal, Weygand, is naar Engeland ge weest, en, hoewel men groote geheimzin nigheid in acht neemt, wordt nochtans verklaard, dat het hier betreft een poging om een verklaring te krijgen, dat alle Europeesche naties, Duitschland inbe grepen, zich zouden verplichten de neu traliteit van Nederland en België te res pecteeren. Het Britsche ministerie van oorlog deelt de opvatting der Fransche militaire krin gen, datde versterkingen aan de Oost gen, dat de versterkingen aan de Oost- linie vormen, doch dat de inval uit het Noorden zou kunnen komen. MacDonald persoonlijk is van meening, dat Franrijk, wanneer de neutraliteit van België verzekerd is, een voldoende vei ligheidsgarantie bezit en Engeland in dit geval geen verdere garantie behoeft te geven. En dan moeten we weer hoe zou het anders kunnen? naar Duitschland cn Oostenrijk, op het oogenblik de twee brandpunten voor Europeesche conflic ten en troebelen, en waar, wat het eerste land betreft, het laatste woord inzake de stoutheid van von Papen, die openlijk kritiek durfde uitoefenen over dén gang van zaken, nog niet gesproken is. Het schijnt, dat Hitier, bij de conferentie met Mussolini, van den Doetsjee zoo'n beetje de kous op den kop heeft gekre gen en dat ze met elkander aan het bak keleien zijn geweest. Althans zoo zou men de diplomatieke taal waarin het Réuter- bericht vervat is, kunnen vertalen. Luis tert u maar: Naar Reuter uit Rome verneemt, blij ken inderdaad de resultaten van de be sprekingen te Stra heel bescheiden te zijn. Volgens dit bericht zou het waar zijn, dat Hitier op den avond van den tweeden dag heeft willen terugkeeren, maar dat men hem tenslotte heeft weten te weerhouden, door den nadruk te leg gen op de gevaren van een nachtvlucht. Ook moet de bespreking af en toe een heftig karakter gedragen hebben. Vooral ten aanzien van de Oostenrijksche kwes tie en van de Duitsch-Russische betrek kingen moet het resultaat heel onbestemd zijn. En aangezien er immers niemand bij was, kan men net zooveel erbij fantasee- ren als men zelf wil. Intusschen hebben, om nu weer op de rede van von Papen terug te komen, de heeren Hitier en von Papen heftige ruzie Voor een goed Uurwerk naar hierover, en besloten zij naar President Hndenburg te gaan, de moet dan maar zeggen of Jan dan wel Piet gelijk heeft. En alzoo geschiedt of zal geschieden. Er wordt in de pers natuurlijk heftig over het geval geschreven gediscussieerd en gecommentarieerd; het schijnt, dat von Papen zeer veel bewijzen van instemming heeft ontvangen, telegrammen van geluk- v/ensch enz. en zelfs gaan er geruchten, dat von Hindenburg zelf onder de gelük- wenschers was. Later werd weer tegen gesproken, dat Hitier naar Hindenburg zou gaan, maar officeel mogen de bladen nu publieeeren, dat Hitier den rijkspresi dent „roppart gaat uitbrengen omtrent de bijeenkomst te Venetië." Buitenland DE AANKOMST VAN DE BEMANNING VAN DE TSJELJOESKIN TE MOSKOU. Het Sowjettelegraafagentschap meldt uit Moskou Vandaag zijn te Moskou per specialen trein de geredden van de Tsjeljoeskin en de vliegers, die de redding verricht hebben, aangekomen, begroet door vele duizenden inwoners, die de straten en pleinen in de buurt van het station vul den. Slechts met de grootste moeite kon den de automobielen die de bemanning van de Tsjeljoeskin van het station naar het Roode Plein brachten, zich een weg door de menigte banen. Overal werden zij met gejuich begroet en met bloemen bestrooid. Reeds langen tijd voor de be tooging óp het Roode Plein waren de tribunes ter weerszijden van het mausoleum van Lenin gevuld met delegaties van keur- arbeiders uit de Moskousche fabrieken en instellingen, van het garnizoen van Moskou en de militaire en burgerlijke luchtvloot. Koejbysef begroette de leden van de Tsjeljoeskin-expeditie uit naam van de regeering en schilderde, hoe het heele land deel genomen had aan hun redding, die niet mogelijk was geweest dan dank zij het groote succes, dat op alle gebieden van den opbouw bereikt was. De voorzitter van den Moskouschen sowjet, Boelganin, sprak daarna uit naam van de Moskousche organisaties, waarna Schmidt en Woronin spraken uit naam van de leden van de Tsjeljoeskin-expeditie, de vliegers Kamanin, Molokof, Ljapi- dewski e a. Daarop begon een groot défilé van Moskousche arbeiders. NIEUWE MIJNRAMP BIJ BEUTHEN. Woensdagmiddag heeft hier wederom een ernstig mijnongeluk plaats gehad. Tengevolge van een aardschok stortte een nieuw schachtgedeelte in. Zeven mijn- wijkers werden bedolven, twee anderen, die zich nabij de plaats van de ramp bevonden, werden gewond, een hunner zeer ernstig, doch konden worden gered. Vier man worden als verloren be- schouwd, omtrent het lot der drie anderen bestaat onzekerheid. De reddingspogingen stuiten op groote moeilijkheden. In den loop van den nacht zijn twee lijken geborgen. TREINBOTSING). Te Muhlhouse (Elzas) is een trein op een stootblok gejoopen, waardoor twee rijtuigen in elkaar schoven. Vier reizigers werden gedood, vier ernstig gewond en een aantal licht. NIEUWS UIT DUITSCHLAND. Het tijdschrift aDeutsche Rundschau« heeft zich in zijn Juni-nummer in afkeu renden zin over de beruchte anti-Joodsche ritueele-moordpublicaties van Streicher in diens tijdschrift »Der Stürmèr« uitgelaten. Slechts twee andere bladen hebben het naar in dit artikel betoogd wordt, ge waagd, zich tegen deze uitlatingen te verzetten. Op het oogenblik is men over geheel Duitschland bezig met het ontsteken van hoogtevuren langs de grenzen. Woensdag nacht is men er mee begonnen op den Broeken. Deze vuren schijnen een soort symbool te zijn van het willen van het Duitscfie volk. Op het Tempelhofer veld nabij Berlijn zijn Donderdagmorgen de eerste van de 107 vliegtuigen opgestegen voor de rond vlucht door Duitschland, die dit jaar over 4700 K.M gaat, met 34 verplichte landingen. Minister Goering heeft hier- voqr een wisselprijs beschikbaar gesteld. Gevlogen is over Stettin, Dantzig, Masoe- rische meren, Koningsbergen Er zijn al twee vliegers bij gedood, terwijl een ander bij een noodlanding ernstig werd gewond. VUURPIJLPOST. De invoering van dé raket- of vuurpijl- post zal de Britsche postmeèstergeneraal overwegen voor het overbrengen van de post naar eilanden, waar het moeilijk is om deze op andere wijze over te brengen, of Waar deze door mist, ijs, enz. moeilijk béreikbaar zijn. De raketpost is een uit vinding van den Duitschen ingenieur Gerhard Zucker. De geschatte snelheid van een postraket bedraagt 1500 K.M. per uur en het grootste gewicht, dat op die wijze kan worden overgebracht, is ongeveer 13 kilogram. Goedgeslaagde proeven hebben reeds plaats gehad in Duitschland, Oostenrijk en Engeland, doch de methode is nog nergens door den staat overgenomen. Onder de landen, die belang hebben in de ontwikkeling van de raketpost, wordt ook Nederland genoemd (voor de Wadden-eilanden, Urk, Zeeland, enz.). TWEE DOODVONNISSEN IN LITHAUEN. Het militaire gerechtshof, dat ingesteld is ter behandeling van de zaken die voortvloeien uit den mislukten „Putsch" van Woldemaras heeft nog twee vonnis sen geveld. Een ambtenaar van de ge heime politie, Druskis, die talrijke agen ten van de geheime politie had uitgele verd aan de samenzweerders, werd ter dood veroordeeld. Eveneens werd ter dood veroordeeld de reserve-officier van de tankafdeeling en plaatsvervangende leider der jonge schutters, Gerdzunas, die ter deelneming aan den staatsgreep naar Kowno was gekomen en die de leiding had gehad over een tegen de politie opgestelde tank. Beide vonnissen werden echter door verleening van gratie gewijzigd in levenslange zware kerker straf. Binnenland GEHEIME DISTILLEERDERIJ ONTDEKT. Sedert lang vermoedde de gemeente veldwachter B. te Uitgeest, dat er met de gebroeders Dooren, die zich kort geleden uit Zijpe te Groote Dorregeest, onder Uit geest, hadden gevestigd, iets niet in den haak was. Dit had de argwaan van den veldwachter opgewekt, die dezer dagen een speurtocht ging maken. Toen hij bij de boerderij kwEfm, bemerkte hij bij de z.g. „kopschuur" eenige deining in den grond. Nadat hij wat hooi en zand had uitgegraven op twee meter diepte, stiet hij op eenige planken. Toen hij die ver wijderd had, vond hij een geheime distil leerderij, volledig in werking, eigendom van de ongeveer 26-jarige en 28-jarige gebr. D., die voor dit doel wel een zeer af gelegen plaats hadden uitgekozen. Ver moed wordt, dat 's nachts, direct na de bereiding, een auto het product vervoer de, want een voorraad werd niet gevon- dén. De gebr. D. werden te Uitgeest in arrest, gesteld en aan een uitgebreid verhoor onderworpen. EEN AVONTUUR DAT GOED AFLIEP. Twee jongelui, waarvan een n.l. Hen- drikus Dirk Benjamin Pommeral 30 Aug. 1910 in Den Helder is geboren en zijn broer Benjamin 15 Sept. 1913 te Amster dam, en wonende Oude Schans 18BI al daar, hebben een angstig avontuur gehad, zóó, dat de politie vreesde dat zij in den storm waren omgeslagen en een oproep met signalement verspreidde. Gelukkig is dit avontuur goed afgeloopen. De jonge lui, die waren gaan zeilen, zijn veilig in de ouderlijke woning teruggekeerd. Zij waren Dinsdag onder Pampus te rechtgekomen. Het roer van hun boot was gebroken, zoodat deze onbestuurbaar ronddobberde. De boot sloeg tegen een krib en de jongens wisten hun vaartuig over den dam heen in stil water te bren gen. Zij trachtten door hun scheepsroe per de aandacht van voorbijvarende sche pen te trekken, wat echter niet gelukte. Daar het eiland niet telefonisch met de stad is verbonden, konden zij geen bericht naar Amsterdam sturen, zoodat hun fami lie in ernstige ongerustheid verkeerde. Den nacht hebben zij doorgebracht aan den dijk. Gisterochtend voer er een schip voor bij, dat zij konden praaien. De schipper bracht het tweetal naar Muiden, van waar zij per tram naar hun woning terug keerden. EIGEN KIND LATEN DOODHONGEREN. J. S. R. en zijn vrouw wonende te Has selt, die hun kind opzettelijk het noodige voedsel onthielden, zoodat het acht we ken na de geboorte door volslagen uit putting overleed, zijn door de rechtbank te Zwolle wegens doodslag elk tot 6 jaar gevangenisstraf veroordeeldde eisch was 8 jaar. VERDUISTERING EN VALSCHHEID IN GESCHRIFTE. Ex-notaris P. veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. De Haagsche Rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak van den 49-jarigen oud-notaris M. J. F. F'P. te 's-Gravenhage, thans ged.. tegen wien door het O. M. ter zake van verduistering en valscheid in geschrifte, meermalen gepleegd, 5 jaar gevangenisstraf is geëëcht. De rechtbank verklaarde den verdachte schuldig aan verduistering meermalen ge pleegd en aan de vervalsching van een autheniek akte, en zij veroordeelde hem conform den eisch tot vijf jaren gevan genisstraf. Leert zwemmen onder goede leiding. UNICUM Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. 39) Anne ontwaakte met een schok uit haar zoet geöroom. Terwijl John's hand uit haar arm gleed, keerde ze zich van het lieflijke schouwspel af en bevond zich van aangezicht tot aangezicht metAurora Fairlie; Aurora, vierkant en robuust, met een vuurrood gezicht en haar jagers hoedje naar achteren op haar hoofd ge schoven blazend van de warmte in haar r»jg tweed costuum. Ze was niet alleen. Een heer van mid delbaren leeftijd, met een van rimpels doorploegd, intelligent gezicht; een ma gere dame, even oud ongeveer als de man, -met iets vermoeids en lusteloos in baar uiterlijk en manieren, in een japon van grijs georgette met struisveeren ver sierd; en een blonde bakvisch van een jaar of zeventien, blootshoofds, in een luchtige blauwe zomerjurk, stonden on\ •Aurora heen en hoorden blijkbaar bij haai-. Alle drie keken naar Anne en herkenden haar. John zag hoe Anne haar handen samen kneep. Toen glimlachte ze naar Miss Fairlie. «Hallo, Aurora!" riep ze. Miss Fairlie lachte terug een brée- den lach. „Ik moest je eigenlijk voórbijlooperi," begon ze het onging John niet hoe Anne's knokkels wit werden „omdat je sedert onze terugkomst niet meer bij ons geweest bent! Is dat mijn dank, dat ik je akelig mee naar Spanje heb genomen en blozend en wel mee heb teruggebracht? Je bent een monster van ondankbaarheid! Maar wat ik zeggen wil, je kent Clement Moore en Janet, nietwaar? Jullie hebt el kaar toch wel eens eerder ontmoet, zou ik zeggen. Maar Casilda komt kersversch van kostschool." Anne begroette de Moores met een handdruk. Mevrouw Moore vroeg haar op geïnteresseerden toon of ze weer heele- maal in orde was, terwijl Aurora joviaal voorstelde: „mijn neef neen eigenlijk mijn neef niet Anne's neef, sir John Waveney." Vervolgens deed ze een zware hand op Anne's schouders neerkomen en klopte er zachtjes op. „Wij gaan naar den rotstuin. Ja, Jane, jij moet ook mee, hoor! Clem en ik komen achter je aan en geven je wel een zetje als 't noodig is. Anne, hebben, jij en John de azalia's al gezien? Neen? Ga dan dat pad daar naar beneden en je komt pardoes in een daverende kleurenpracht terecht, waar je een week dronken van bent. En zalig ruiken dat het er doet.Kom Jane, boven is een lekker zitje, daar kun je uit rusten." Ze schoof de Moor's voor haar uit over een rustiek bruggetje, dat over dien klei nen stroom voerde. Casilda Moore volgde hen op eenigen afstand; draaide zich toen om en rende terug. Ze had ronde, blauwe oogen, hard en glinsterend als kralen. Haar imper tinent-gebogen wenkbrauwen waren sterk aangezet; ze' staken zwart af tegen haar blanke huid. Haar goudkleurig baar glansde in de zon. Ze kwam vlak bij Anne staan en vroeg: „Vond je het leuk in Spanje? Ben je er heusch geweest? We hebben de vorige week Lady Marr aan een lunch ontmoet. Ze zei, dat je er was geweest." Casilda's stern was even onbeschaamd ais haar wenkbrauwen. Ze hief haar kin omhoog naar John en ging giechelend voort: „Woonde je in een kasteel? Een kasteel in Spanje klinkt zoo romantisch! Chateaux en Espagne"we hebben het ir. de Fransche les gehad.... maar ik heb noi>. kunnen onthouden wat het precies betee- kent. Iets fantastisch niet, iets wat niet werkelijk bestaat daar komt het toch op neer, hè? Ik hoop maar, dat jouw kasteel werkelijkheid was." Anne lachte. „Ik heb nooit kasteel-aspiraties gehad." Het jongere meisje giechelde nogmaals. „Ik zal Lady Marr vertellen, dat ik u gesproken heb," zei ze en liep hard de de brug weer over, de anderen achterna. John nam Anne bruusk bij den arm en sloeg het pad naar beneden met haar in, dat Aurora Fairlie had aangewezen. „Ellendig spook!" gromde hij. Anne zei niets. Het pad maakte bijna een rechthoekige bocht, die hen volkomen aan het gezicht onttrok. Een wal van azalea's rees voor hen op, een vuur van oranje en warm abrikozen geel, en wit; oranje met een tint van vermiljoen, geel met 'n vleug van rose en wit in een half dozijn nuances van ivoor-crême tot haast paarse weerschijn. Een eenzame rodon- dendron stond tusschen de azalea's als een hooge rots in een zee van zonneflonkering en rijken gloed. Heel dit schoone wonder ging aan Anne's oogen voorbij; er waren alleen schemerende plekken kleur door een mist van tranen. John zag hoe bleek ze was en voelde dat ze beefde. Een tent van groen en bloe men was om hen uitgespannen. Met Anne alleen te zijn in deze betooverende, zomer- sche wereld, haar lichaam te voelen trillen tegen het zijne, de tranen te zien op haar bleek gezicht dit alles roerde hem on uitsprekelijk en zijn emotie baande zich een weg in een impulsieve daad. „Anne!" kwam het gesmoord over zijn lippen en toen sloeg hij de armen om haar heen en kuste haar vochtige oogen. En toen hij haar oogen gekust had, kustte hij haar zachten, huiverenden mond. En één vlucht'g moment liet Anne hem be gaan. Maar het oogenblik glipte voorbij. „O!" zei ze. Het was een verschrikte zucht, waarin een zucht brak. Toen duwde ze hem van zich af, ofschoon zijn eene arm nog om haar schouders bleef. „O!" klonk het weer, maar nu was er boosheid in haar stem. John's arm viel langs zijn zij. „Anne, liefste; huil niet." Anne trok haar zakdoek uit haar mouw cn drukte hem tegen haar oogen. „Ik huil niet." „Ik huil niet." „Toe Anne, wees toch bedaard," smeekte h(j; „er kan direct iemand langs komen." „Maar ik huil immers niet!" Heel even nam ze den zakdoek van haar oogen weg; net lang genoeg om hem een blik toe te werpen, waarin ze alle veront waardiging en verwijt legde, waartoe ze bij machte was. Maar het feit, dat ze nog sfeeds schreide, bedierf het effect en de eenige uitwerking op John was het mate loos verlangen haar opnieuw te kussen. Tevens greep een onzinnige begeerte hem aan om Casilda Moore een steen naar het hoofd te smijten en haar daarna een pak slaag toe te dienen, dat ze ongetwijfeld sinds jaren verdiend maar nooit gekregen had. En na afloop van deze strafoefening Anne weer te kussen, nog eens en nog eens, tot ze zou ophouden met huilen en zijn kussen beantwoorden. „Anne, liefste," drong hij. Maar Anne stampvoette driftig. „Ik ben je liefste niet ik heb je nooit het recht gegeven me zoo te noemen." „Ik ik kan er niets aan doen heusch niet. Ik „Het is onbehoorlijk van je Ze stopte den zakdoek weer in haar mouw en liep met kordate passen terug, precies het midden van het smalle pad houdend, zoodat er voor John geen plaats naast haar was. Met iederen stap werd ze boozer op hem. Waar haalde hij den moed vandaan om haar te kussen, haar aan te raken? Hoe kreeg hij het in zijn hoofd om te denken dat zij zich op die ma nier zou laten kussen? Een vurige plek brandde nu op elk van haar wangen. Haar oogen waren 1111 heele- tnaal droog en haast zoo hard als die van Casilda. De zwoele, zware lucht, geladen met geur, het fascineerend spel der vlammen de kleuren, het zacht-ruischend en wui vend gebladerte het ging alles langs haar heen. Er was ter wereld niets dan zij en John en haar ziedende woede tegen hem. En een smal pad dat zij beiden gin gen en dat naar nergens leidde. Zwijgend liepen zij langs de azalea's en bereikten een breederen, koelen weg on der schaduwrijke boomen. Plotseling verbrak Anne de drukkende stilte. „Ik zou graag naar huis gaan," zei ze dof. XXX. Zonder dat er een woord tusschen hen beiden gewisseld werd aanvaardden ze den terugweg en Anne hield zich zelf maar steeds voor hoe boos ze was. Tusschen de hooge, rechte stammen van de dennen, schitterde aan beide kan ten van den weg een streep water. De schaduwen tusschen de boomen waren heel donker, maar de gouden zonnestralen en het weerkaatsend licht uit het water drongen tot in die duisternis door. Boven hun hoofden ontmoetten de wuivende kruinen elkander. Anne vond er iets fascineerends in 0111 zoo snel en gemakkelijk uit de schadu- wige, koele lucht in de zomersche hitte gevoerd te worden cn dan weer terug in de koelte. Ze had een gevoel alsof ze op vleugelen gedragen werd. Als ze ha |- oogen dicht deed kon ze alles vergeten dan was er niets dan die heerlijke wind om haar hoofd. „Ik ben erg boos op John," zei ze na drukkelijk tegen zich zelf. Een verrukkelüke bosehlucht hing om haar heen. 'Wordt vervolgd 6

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1