Buitenlandsch Overzicht.
S. A. KANNEWASSER.
KOS
KONINGSTRAAT 76
HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
SIEGE
GEMENGD NIEUWS
27, OBLIGATIËN
De Tweelingzusters
Patricia Wentworth
7449 EERSTE BLAD
ZATERDAG 23 JUNI 1934
62ste JAARGANG
CH
HEDENAVOND ZIJN ONZE ZAKEN
van 10-11 uur geopend.
ZONDAGS tot 2 uur.
1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer
Hoofdkantoor
No.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. Heldersche Courant i 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen 'iexelf 1.65binnen
land t' 2.— Nederl. Oost- en West Indië per zeepost 2.J0, dem per
niail en overige landen i 3.20 losse i os. 4 ct.fr. p. p f'ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70. f 0.70. f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 1 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOEK.
Uitgave N.V Drukkerij v/h C. DE BOER Ju.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekeniug No. 16066.
ADVERTENTIËN
20 ct. per regel (gaijard). Lngez meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De ontwapeningsconferentie te Genève. - Diplomatieke bespre
kingen. - Nogmaals Hitier en Von Papen.
Voor heden willen wij ons allereerst
eens naar Genève begeven, de Zwitser-
sche "stad, waarop zich ondanks alle
teleurstellingen, die zij bracht, telkens
weer de oogen van de wereld vestigen als
de stad der vredes- en ontwapenings-
LOU1S BARTHOU.
Minister van Buitenlandsche Zaken
van Frankrijk.
conferenties. Want weliswaar heeft Ge
nève ons niet veel positiefs op dit gebied
gebracht, maar omgekeerd: als wij haar
poorten sloten en de verschillende diplo
maten hiustoe zonden...dan zag het er
waarschijnlijk in de wereld nog veel ho-
peloozer uit dan het doet. Dan zouden,
zooals een journalist het schilderachtig
uitdrukte, de elementen van gevaar, die
nu in de conferentien een middelpunt
TITULESCU,
(Je Roemeensche Minister van Buiten
landsche Zaken.
vinden, als de stukken van een uiteenge
barsten vliegwiel over Europa rondspat-
teh. Voor verschillende landen vormt de
conferentie een band; wil men Duitshland
tot de algemeen beraadslagingen der vol
keren terugbrengen, dan kan het alleen
via de vredesconferentie, die nu reeds
haar schaduwen vooruitwerpt.
De Kleine Entente heeft een officiefie
verklaring uitgegeven ten aanzien van
haar standpunt; hierin wordt o.a. gecon
stateerd, dat zij zich verzetten zal tegen
terugkeer der Habsburgers, ln welken
ovrm ook en met voldoening wordt de
hervatting van de diplomatieke betrek
kingen tusschen Rusland en Roemenië
en Tsjecho-Slowakije begroet.
Barthou, de Fransche minister, is naar
Boekarest geweest en heeft daar met Ti-
toelesco besprekingen gehad, die ten
doel hadden het afsluiten van een aantal
verdragen, waardoor een net van veilig
heidsgaranties is gespannen van Rus
land over de Balkanstaten, Italië, Frank
rijk tot Engeland. En een Fransch gene
raal, Weygand, is naar Engeland ge
weest, en, hoewel men groote geheimzin
nigheid in acht neemt, wordt nochtans
verklaard, dat het hier betreft een poging
om een verklaring te krijgen, dat alle
Europeesche naties, Duitschland inbe
grepen, zich zouden verplichten de neu
traliteit van Nederland en België te res
pecteeren.
Het Britsche ministerie van oorlog deelt
de opvatting der Fransche militaire krin
gen, datde versterkingen aan de Oost
gen, dat de versterkingen aan de Oost-
linie vormen, doch dat de inval uit het
Noorden zou kunnen komen.
MacDonald persoonlijk is van meening,
dat Franrijk, wanneer de neutraliteit van
België verzekerd is, een voldoende vei
ligheidsgarantie bezit en Engeland in dit
geval geen verdere garantie behoeft te
geven.
En dan moeten we weer hoe zou het
anders kunnen? naar Duitschland cn
Oostenrijk, op het oogenblik de twee
brandpunten voor Europeesche conflic
ten en troebelen, en waar, wat het eerste
land betreft, het laatste woord inzake de
stoutheid van von Papen, die openlijk
kritiek durfde uitoefenen over dén gang
van zaken, nog niet gesproken is. Het
schijnt, dat Hitier, bij de conferentie
met Mussolini, van den Doetsjee zoo'n
beetje de kous op den kop heeft gekre
gen en dat ze met elkander aan het bak
keleien zijn geweest. Althans zoo zou men
de diplomatieke taal waarin het Réuter-
bericht vervat is, kunnen vertalen. Luis
tert u maar:
Naar Reuter uit Rome verneemt, blij
ken inderdaad de resultaten van de be
sprekingen te Stra heel bescheiden te
zijn. Volgens dit bericht zou het waar
zijn, dat Hitier op den avond van den
tweeden dag heeft willen terugkeeren,
maar dat men hem tenslotte heeft weten
te weerhouden, door den nadruk te leg
gen op de gevaren van een nachtvlucht.
Ook moet de bespreking af en toe een
heftig karakter gedragen hebben. Vooral
ten aanzien van de Oostenrijksche kwes
tie en van de Duitsch-Russische betrek
kingen moet het resultaat heel onbestemd
zijn.
En aangezien er immers niemand bij
was, kan men net zooveel erbij fantasee-
ren als men zelf wil.
Intusschen hebben, om nu weer op de
rede van von Papen terug te komen, de
heeren Hitier en von Papen heftige ruzie
Voor een goed Uurwerk
naar
hierover, en besloten zij naar President
Hndenburg te gaan, de moet dan maar
zeggen of Jan dan wel Piet gelijk heeft.
En alzoo geschiedt of zal geschieden.
Er wordt in de pers natuurlijk heftig
over het geval geschreven gediscussieerd
en gecommentarieerd; het schijnt, dat von
Papen zeer veel bewijzen van instemming
heeft ontvangen, telegrammen van geluk-
v/ensch enz. en zelfs gaan er geruchten,
dat von Hindenburg zelf onder de gelük-
wenschers was. Later werd weer tegen
gesproken, dat Hitier naar Hindenburg
zou gaan, maar officeel mogen de bladen
nu publieeeren, dat Hitier den rijkspresi
dent „roppart gaat uitbrengen omtrent de
bijeenkomst te Venetië."
Buitenland
DE AANKOMST VAN DE BEMANNING
VAN DE TSJELJOESKIN
TE MOSKOU.
Het Sowjettelegraafagentschap meldt
uit Moskou
Vandaag zijn te Moskou per specialen
trein de geredden van de Tsjeljoeskin
en de vliegers, die de redding verricht
hebben, aangekomen, begroet door vele
duizenden inwoners, die de straten en
pleinen in de buurt van het station vul
den. Slechts met de grootste moeite kon
den de automobielen die de bemanning
van de Tsjeljoeskin van het station naar
het Roode Plein brachten, zich een weg
door de menigte banen. Overal werden
zij met gejuich begroet en met bloemen
bestrooid. Reeds langen tijd voor de be
tooging óp het Roode Plein waren de
tribunes ter weerszijden van het mausoleum
van Lenin gevuld met delegaties van keur-
arbeiders uit de Moskousche fabrieken
en instellingen, van het garnizoen van
Moskou en de militaire en burgerlijke
luchtvloot. Koejbysef begroette de leden
van de Tsjeljoeskin-expeditie uit naam
van de regeering en schilderde, hoe het
heele land deel genomen had aan hun
redding, die niet mogelijk was geweest
dan dank zij het groote succes, dat op
alle gebieden van den opbouw bereikt
was. De voorzitter van den Moskouschen
sowjet, Boelganin, sprak daarna uit naam
van de Moskousche organisaties, waarna
Schmidt en Woronin spraken uit naam
van de leden van de Tsjeljoeskin-expeditie,
de vliegers Kamanin, Molokof, Ljapi-
dewski e a. Daarop begon een groot défilé
van Moskousche arbeiders.
NIEUWE MIJNRAMP BIJ BEUTHEN.
Woensdagmiddag heeft hier wederom
een ernstig mijnongeluk plaats gehad.
Tengevolge van een aardschok stortte
een nieuw schachtgedeelte in. Zeven mijn-
wijkers werden bedolven, twee anderen,
die zich nabij de plaats van de ramp
bevonden, werden gewond, een hunner
zeer ernstig, doch konden worden gered.
Vier man worden als verloren be-
schouwd, omtrent het lot der drie anderen
bestaat onzekerheid.
De reddingspogingen stuiten op groote
moeilijkheden.
In den loop van den nacht zijn twee
lijken geborgen.
TREINBOTSING).
Te Muhlhouse (Elzas) is een trein op
een stootblok gejoopen, waardoor twee
rijtuigen in elkaar schoven. Vier reizigers
werden gedood, vier ernstig gewond en
een aantal licht.
NIEUWS UIT DUITSCHLAND.
Het tijdschrift aDeutsche Rundschau«
heeft zich in zijn Juni-nummer in afkeu
renden zin over de beruchte anti-Joodsche
ritueele-moordpublicaties van Streicher in
diens tijdschrift »Der Stürmèr« uitgelaten.
Slechts twee andere bladen hebben het
naar in dit artikel betoogd wordt, ge
waagd, zich tegen deze uitlatingen te
verzetten.
Op het oogenblik is men over geheel
Duitschland bezig met het ontsteken van
hoogtevuren langs de grenzen. Woensdag
nacht is men er mee begonnen op den
Broeken. Deze vuren schijnen een soort
symbool te zijn van het willen van het
Duitscfie volk.
Op het Tempelhofer veld nabij Berlijn
zijn Donderdagmorgen de eerste van de
107 vliegtuigen opgestegen voor de rond
vlucht door Duitschland, die dit jaar
over 4700 K.M gaat, met 34 verplichte
landingen. Minister Goering heeft hier-
voqr een wisselprijs beschikbaar gesteld.
Gevlogen is over Stettin, Dantzig, Masoe-
rische meren, Koningsbergen Er zijn al
twee vliegers bij gedood, terwijl een ander
bij een noodlanding ernstig werd gewond.
VUURPIJLPOST.
De invoering van dé raket- of vuurpijl-
post zal de Britsche postmeèstergeneraal
overwegen voor het overbrengen van de
post naar eilanden, waar het moeilijk is
om deze op andere wijze over te brengen,
of Waar deze door mist, ijs, enz. moeilijk
béreikbaar zijn. De raketpost is een uit
vinding van den Duitschen ingenieur
Gerhard Zucker. De geschatte snelheid
van een postraket bedraagt 1500 K.M.
per uur en het grootste gewicht, dat op
die wijze kan worden overgebracht, is
ongeveer 13 kilogram. Goedgeslaagde
proeven hebben reeds plaats gehad in
Duitschland, Oostenrijk en Engeland,
doch de methode is nog nergens door den
staat overgenomen. Onder de landen,
die belang hebben in de ontwikkeling
van de raketpost, wordt ook Nederland
genoemd (voor de Wadden-eilanden, Urk,
Zeeland, enz.).
TWEE DOODVONNISSEN
IN LITHAUEN.
Het militaire gerechtshof, dat ingesteld
is ter behandeling van de zaken die
voortvloeien uit den mislukten „Putsch"
van Woldemaras heeft nog twee vonnis
sen geveld. Een ambtenaar van de ge
heime politie, Druskis, die talrijke agen
ten van de geheime politie had uitgele
verd aan de samenzweerders, werd ter
dood veroordeeld. Eveneens werd ter
dood veroordeeld de reserve-officier van
de tankafdeeling en plaatsvervangende
leider der jonge schutters, Gerdzunas,
die ter deelneming aan den staatsgreep
naar Kowno was gekomen en die de
leiding had gehad over een tegen de
politie opgestelde tank. Beide vonnissen
werden echter door verleening van gratie
gewijzigd in levenslange zware kerker
straf.
Binnenland
GEHEIME DISTILLEERDERIJ
ONTDEKT.
Sedert lang vermoedde de gemeente
veldwachter B. te Uitgeest, dat er met de
gebroeders Dooren, die zich kort geleden
uit Zijpe te Groote Dorregeest, onder Uit
geest, hadden gevestigd, iets niet in den
haak was. Dit had de argwaan van den
veldwachter opgewekt, die dezer dagen
een speurtocht ging maken. Toen hij bij
de boerderij kwEfm, bemerkte hij bij de
z.g. „kopschuur" eenige deining in den
grond. Nadat hij wat hooi en zand had
uitgegraven op twee meter diepte, stiet
hij op eenige planken. Toen hij die ver
wijderd had, vond hij een geheime distil
leerderij, volledig in werking, eigendom
van de ongeveer 26-jarige en 28-jarige
gebr. D., die voor dit doel wel een zeer af
gelegen plaats hadden uitgekozen. Ver
moed wordt, dat 's nachts, direct na de
bereiding, een auto het product vervoer
de, want een voorraad werd niet gevon-
dén.
De gebr. D. werden te Uitgeest in arrest,
gesteld en aan een uitgebreid verhoor
onderworpen.
EEN AVONTUUR DAT GOED
AFLIEP.
Twee jongelui, waarvan een n.l. Hen-
drikus Dirk Benjamin Pommeral 30 Aug.
1910 in Den Helder is geboren en zijn
broer Benjamin 15 Sept. 1913 te Amster
dam, en wonende Oude Schans 18BI al
daar, hebben een angstig avontuur gehad,
zóó, dat de politie vreesde dat zij in den
storm waren omgeslagen en een oproep
met signalement verspreidde. Gelukkig is
dit avontuur goed afgeloopen. De jonge
lui, die waren gaan zeilen, zijn veilig in de
ouderlijke woning teruggekeerd.
Zij waren Dinsdag onder Pampus te
rechtgekomen. Het roer van hun boot was
gebroken, zoodat deze onbestuurbaar
ronddobberde. De boot sloeg tegen een
krib en de jongens wisten hun vaartuig
over den dam heen in stil water te bren
gen. Zij trachtten door hun scheepsroe
per de aandacht van voorbijvarende sche
pen te trekken, wat echter niet gelukte.
Daar het eiland niet telefonisch met de
stad is verbonden, konden zij geen bericht
naar Amsterdam sturen, zoodat hun fami
lie in ernstige ongerustheid verkeerde. Den
nacht hebben zij doorgebracht aan den
dijk. Gisterochtend voer er een schip voor
bij, dat zij konden praaien. De schipper
bracht het tweetal naar Muiden, van
waar zij per tram naar hun woning terug
keerden.
EIGEN KIND LATEN
DOODHONGEREN.
J. S. R. en zijn vrouw wonende te Has
selt, die hun kind opzettelijk het noodige
voedsel onthielden, zoodat het acht we
ken na de geboorte door volslagen uit
putting overleed, zijn door de rechtbank
te Zwolle wegens doodslag elk tot 6 jaar
gevangenisstraf veroordeeldde eisch was
8 jaar.
VERDUISTERING EN VALSCHHEID
IN GESCHRIFTE.
Ex-notaris P. veroordeeld tot
5 jaar gevangenisstraf.
De Haagsche Rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak van den 49-jarigen
oud-notaris M. J. F. F'P. te 's-Gravenhage,
thans ged.. tegen wien door het O. M.
ter zake van verduistering en valscheid
in geschrifte, meermalen gepleegd, 5 jaar
gevangenisstraf is geëëcht.
De rechtbank verklaarde den verdachte
schuldig aan verduistering meermalen ge
pleegd en aan de vervalsching van een
autheniek akte, en zij veroordeelde hem
conform den eisch tot vijf jaren gevan
genisstraf.
Leert zwemmen onder goede leiding.
UNICUM
Feuilleton
Uit het Engelsch van
Nadruk verboden.
39)
Anne ontwaakte met een schok uit haar
zoet geöroom. Terwijl John's hand uit
haar arm gleed, keerde ze zich van het
lieflijke schouwspel af en bevond zich van
aangezicht tot aangezicht metAurora
Fairlie; Aurora, vierkant en robuust, met
een vuurrood gezicht en haar jagers
hoedje naar achteren op haar hoofd ge
schoven blazend van de warmte in haar
r»jg tweed costuum.
Ze was niet alleen. Een heer van mid
delbaren leeftijd, met een van rimpels
doorploegd, intelligent gezicht; een ma
gere dame, even oud ongeveer als de
man, -met iets vermoeids en lusteloos in
baar uiterlijk en manieren, in een japon
van grijs georgette met struisveeren ver
sierd; en een blonde bakvisch van een
jaar of zeventien, blootshoofds, in een
luchtige blauwe zomerjurk, stonden on\
•Aurora heen en hoorden blijkbaar bij
haai-. Alle drie keken naar Anne en
herkenden haar.
John zag hoe Anne haar handen samen
kneep. Toen glimlachte ze naar Miss
Fairlie.
«Hallo, Aurora!" riep ze.
Miss Fairlie lachte terug een brée-
den lach.
„Ik moest je eigenlijk voórbijlooperi,"
begon ze het onging John niet hoe
Anne's knokkels wit werden „omdat je
sedert onze terugkomst niet meer bij ons
geweest bent! Is dat mijn dank, dat ik je
akelig mee naar Spanje heb genomen en
blozend en wel mee heb teruggebracht?
Je bent een monster van ondankbaarheid!
Maar wat ik zeggen wil, je kent Clement
Moore en Janet, nietwaar? Jullie hebt el
kaar toch wel eens eerder ontmoet, zou ik
zeggen. Maar Casilda komt kersversch
van kostschool."
Anne begroette de Moores met een
handdruk. Mevrouw Moore vroeg haar op
geïnteresseerden toon of ze weer heele-
maal in orde was, terwijl Aurora joviaal
voorstelde: „mijn neef neen eigenlijk
mijn neef niet Anne's neef, sir John
Waveney." Vervolgens deed ze een zware
hand op Anne's schouders neerkomen en
klopte er zachtjes op.
„Wij gaan naar den rotstuin. Ja, Jane,
jij moet ook mee, hoor! Clem en ik komen
achter je aan en geven je wel een zetje
als 't noodig is. Anne, hebben, jij en John
de azalia's al gezien? Neen? Ga dan dat
pad daar naar beneden en je komt pardoes
in een daverende kleurenpracht terecht,
waar je een week dronken van bent. En
zalig ruiken dat het er doet.Kom Jane,
boven is een lekker zitje, daar kun je uit
rusten."
Ze schoof de Moor's voor haar uit over
een rustiek bruggetje, dat over dien klei
nen stroom voerde.
Casilda Moore volgde hen op eenigen
afstand; draaide zich toen om en rende
terug. Ze had ronde, blauwe oogen, hard
en glinsterend als kralen. Haar imper
tinent-gebogen wenkbrauwen waren sterk
aangezet; ze' staken zwart af tegen haar
blanke huid. Haar goudkleurig baar
glansde in de zon.
Ze kwam vlak bij Anne staan en vroeg:
„Vond je het leuk in Spanje? Ben je er
heusch geweest? We hebben de vorige
week Lady Marr aan een lunch ontmoet.
Ze zei, dat je er was geweest." Casilda's
stern was even onbeschaamd ais haar
wenkbrauwen. Ze hief haar kin omhoog
naar John en ging giechelend voort:
„Woonde je in een kasteel? Een kasteel in
Spanje klinkt zoo romantisch! Chateaux
en Espagne"we hebben het ir. de
Fransche les gehad.... maar ik heb noi>.
kunnen onthouden wat het precies betee-
kent. Iets fantastisch niet, iets wat niet
werkelijk bestaat daar komt het toch op
neer, hè? Ik hoop maar, dat jouw kasteel
werkelijkheid was."
Anne lachte.
„Ik heb nooit kasteel-aspiraties gehad."
Het jongere meisje giechelde nogmaals.
„Ik zal Lady Marr vertellen, dat ik u
gesproken heb," zei ze en liep hard de
de brug weer over, de anderen achterna.
John nam Anne bruusk bij den arm en
sloeg het pad naar beneden met haar in,
dat Aurora Fairlie had aangewezen.
„Ellendig spook!" gromde hij.
Anne zei niets. Het pad maakte bijna
een rechthoekige bocht, die hen volkomen
aan het gezicht onttrok. Een wal van
azalea's rees voor hen op, een vuur van
oranje en warm abrikozen geel, en wit;
oranje met een tint van vermiljoen, geel
met 'n vleug van rose en wit in een half
dozijn nuances van ivoor-crême tot haast
paarse weerschijn. Een eenzame rodon-
dendron stond tusschen de azalea's als een
hooge rots in een zee van zonneflonkering
en rijken gloed. Heel dit schoone wonder
ging aan Anne's oogen voorbij; er waren
alleen schemerende plekken kleur door
een mist van tranen.
John zag hoe bleek ze was en voelde dat
ze beefde. Een tent van groen en bloe
men was om hen uitgespannen. Met Anne
alleen te zijn in deze betooverende, zomer-
sche wereld, haar lichaam te voelen trillen
tegen het zijne, de tranen te zien op haar
bleek gezicht dit alles roerde hem on
uitsprekelijk en zijn emotie baande zich
een weg in een impulsieve daad.
„Anne!" kwam het gesmoord over zijn
lippen en toen sloeg hij de armen om haar
heen en kuste haar vochtige oogen. En
toen hij haar oogen gekust had, kustte
hij haar zachten, huiverenden mond. En
één vlucht'g moment liet Anne hem be
gaan.
Maar het oogenblik glipte voorbij.
„O!" zei ze. Het was een verschrikte
zucht, waarin een zucht brak. Toen duwde
ze hem van zich af, ofschoon zijn eene
arm nog om haar schouders bleef.
„O!" klonk het weer, maar nu was er
boosheid in haar stem.
John's arm viel langs zijn zij.
„Anne, liefste; huil niet."
Anne trok haar zakdoek uit haar mouw
cn drukte hem tegen haar oogen. „Ik
huil niet."
„Ik huil niet."
„Toe Anne, wees toch bedaard," smeekte
h(j; „er kan direct iemand langs komen."
„Maar ik huil immers niet!"
Heel even nam ze den zakdoek van haar
oogen weg; net lang genoeg om hem een
blik toe te werpen, waarin ze alle veront
waardiging en verwijt legde, waartoe ze
bij machte was. Maar het feit, dat ze nog
sfeeds schreide, bedierf het effect en de
eenige uitwerking op John was het mate
loos verlangen haar opnieuw te kussen.
Tevens greep een onzinnige begeerte hem
aan om Casilda Moore een steen naar het
hoofd te smijten en haar daarna een pak
slaag toe te dienen, dat ze ongetwijfeld
sinds jaren verdiend maar nooit gekregen
had. En na afloop van deze strafoefening
Anne weer te kussen, nog eens en nog
eens, tot ze zou ophouden met huilen en
zijn kussen beantwoorden.
„Anne, liefste," drong hij.
Maar Anne stampvoette driftig.
„Ik ben je liefste niet ik heb je nooit
het recht gegeven me zoo te noemen."
„Ik ik kan er niets aan doen
heusch niet. Ik
„Het is onbehoorlijk van je
Ze stopte den zakdoek weer in haar
mouw en liep met kordate passen terug,
precies het midden van het smalle pad
houdend, zoodat er voor John geen plaats
naast haar was. Met iederen stap werd ze
boozer op hem. Waar haalde hij den
moed vandaan om haar te kussen, haar
aan te raken? Hoe kreeg hij het in zijn
hoofd om te denken dat zij zich op die ma
nier zou laten kussen?
Een vurige plek brandde nu op elk van
haar wangen. Haar oogen waren 1111 heele-
tnaal droog en haast zoo hard als die van
Casilda.
De zwoele, zware lucht, geladen met
geur, het fascineerend spel der vlammen
de kleuren, het zacht-ruischend en wui
vend gebladerte het ging alles langs
haar heen. Er was ter wereld niets dan zij
en John en haar ziedende woede tegen
hem. En een smal pad dat zij beiden gin
gen en dat naar nergens leidde.
Zwijgend liepen zij langs de azalea's en
bereikten een breederen, koelen weg on
der schaduwrijke boomen.
Plotseling verbrak Anne de drukkende
stilte.
„Ik zou graag naar huis gaan," zei ze
dof.
XXX.
Zonder dat er een woord tusschen hen
beiden gewisseld werd aanvaardden ze
den terugweg en Anne hield zich zelf
maar steeds voor hoe boos ze was.
Tusschen de hooge, rechte stammen
van de dennen, schitterde aan beide kan
ten van den weg een streep water. De
schaduwen tusschen de boomen waren
heel donker, maar de gouden zonnestralen
en het weerkaatsend licht uit het water
drongen tot in die duisternis door. Boven
hun hoofden ontmoetten de wuivende
kruinen elkander.
Anne vond er iets fascineerends in 0111
zoo snel en gemakkelijk uit de schadu-
wige, koele lucht in de zomersche hitte
gevoerd te worden cn dan weer terug in
de koelte. Ze had een gevoel alsof ze op
vleugelen gedragen werd. Als ze ha |-
oogen dicht deed kon ze alles vergeten
dan was er niets dan die heerlijke wind
om haar hoofd.
„Ik ben erg boos op John," zei ze na
drukkelijk tegen zich zelf.
Een verrukkelüke bosehlucht hing om
haar heen.
'Wordt vervolgd
6