Buitenlandsch Overzicht.
KOS - KONINGSTRAAT 76
Neem 'n "AKKERTJF'
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
De Tweelingzusters
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
De collectieve contracten
in de koopvaardij met
een maand verlengd.
27. OBLIGATIËN
Stemrecht in water
schappen in N.-Holland.
Patricia Wentworth
7450 EERSTE BLAD
DINSDAG 26 JUNI 1934
62ste JAARGANG
Diplomatieke spanning tusschen Engeland en Duitschland.
Voorstel van de vlootconferentie. - Wat zal Japan doen?
De a.s. vloot- zooals men weet, de
conferentie vlootconferentie wor-
1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer
Hoofdkantoor
Actief stemrecht voor niet-zakelijk
gerechtigden op de gronden
ongewenscht.
Feuilleton
Uit het Engelsch van
Ho-
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringonen Texel f 1.65 ;binnen-
land f 2.—Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost I 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct. ;fr.p.p. 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, fl.—Modeblad resp. 11.20, fl.50, fl.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. O. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Over de methoden
Diplomatieke van Duitschland is
nerveusiteit nogal verschil van ap-
preciatie, al is er
over het geheel ge
nomen in het buitenland niet veel waar
deering voor de maatregelen, die men in
Duitschland treft om het binneninand
weer op de been te helpen en een einde te
maken aan de werkloosheid; de Duitsche
nota van 14 Juni, betreffende het transfe
reeren van de Duitsche verplichtingen
aan de buitenwereld, heeft ook nogal wat
Opschudding verwekt. Engeland heeft op
deze nota geantwoord in zeer scherpen
vorm, waarover de N. R. Crt. o.m. schrijft:
Zij is een treffend bewijs van de verre
gaande geprikkeldheid, die het eigen
aardig beleid en de telkens in het onge
paste uitschietende welsprekendheid van
den onrustigen president van de Duitsche
Rijksbank te Londen hebben gewekt.
Het is in de diplomatieke geschie
denis zeker niet vaak gebeurd, dat in
vredestijd de eene groote mogendheid
tot de andere een openbaar gemaakt
stuk toezond, waarin zoo ernstige ver
wijten en beschuldigingen worden ge
uit.
De Engelsche regeering valt reeds met
Öe deur in huis, door te zeggen, dat zij,
met alle waardeering voor de pogingen
van Duitschland tot werkverschaffing,
toch niet van meening is dat dit de volle
dige staking van het nakomen van alle
verplichtingen tengevolge moet hebben.
Waarschijnlijk zou zij ook op de bewape
ning van Duitschland hebben gewezen,
als deze op het oogenblik niet een zóó teer
internationaal onderwerp vormde, dat
men haar nu liever niet in het verband
met andere kwesties haalt. De Engelsche
nota wijst verder nog, vaderlijk, op het
gevaar, dat Duitschland, als het zoo door
gaat, den invoer van onmisbare grond
stoffen niet zal kunnen handhaven, waar
door een oeconomisch herstel zelfs on
mogelijk wordt.
Dan echter volgt nog erger: De nota be
schuldigt Duitschland ervan, dat de
sterke achteruitgang van de voorraden
aan goud en deviezen het gevolg zijn van
boekingenwant daarop komt het
neer die later zouden worden herzien,
en dat zekere inkomsten in vreemd geld
volstrekt niet in rekening zijn gebracht.
Het bankroet van Duitschland wordt hier
mede frauduleus achtergehouden.
Wij zullen niet alles aanhalen wat aan
onprettige dingen in deze nota staat, zegt
het blad. Een van de zeer onverkwikke
lijke dingen, waarop zij wijst, moeten
wij echter nog vermelden, omdat dit ook
in ons land de verontwaardiging gaande
houdt.
Duitschland heeft van 1918 tot 1934
15 milliard van zijn schulden afgedaan of
geliquideerd, en tot Februari 1934 727 mil-
lioen aan Duitsche schuldbrieven opge
kocht, zegt Londen. „Deze omstandighe
den maken onvermijdelijk den indruk, dat
de Duitsche politiek daarin bestaat, te be
weren, dat geen deviezen voorhanden zijn
ter bestrijding van den dienst der Duit
sche leeningen, terwijl de voorraden, die
men had kunnen gebruiken voor dekking
van den dienst dier leeningen, besteed
worden aan het terugkoopen van de lee
ningen tegen lage prjjzen, welke weer een
gevolg zijn van de niet-betaling der
rente."
Het is heel hard, wat de Duitschers
zich in deze diplomatieke nota moeten la
ten zeggen. Dr. Schacht zal het niet al te
veel pijn doen. Zeker heeft hij zijn schuld-
eischers nooit voor zoo naïef aangezien,
dat zij het spel niet zouden begrijpen. Zal
echter de bovenvermelde beschuldiging
van malversaties hem even koud laten?
Voor ieder zijn er grenzen!
De Engelsche regeering is niet zuinig
met gevaarlijke dreigementen.
Als op het oogenblik In Duitschland
reeds een kleine paniek heerscht, uit
vrees voor gebrek aan grondstoffen, dan
is dit echter niet omdat men verwacht,
dat de Duitsche regeering dit gebrek zelf
zal uitlokken, maar omdat men het onver
mijdelijk acht door den gang van zaken.
HENRI JASPAR,
Minister van Buitenlandsche Zaken
in het nieuwe Belgische kabinet.
9 9
Volgend jaar zal,
den gehouden en de
spanning, waarin mo
menteel de wereld verkeert, doet niet veel
goeds hopen. Te Londen is men nu
Woensdag j.1. met voorbesprekingen be
gonnen, men wil den weg banen.
Sir Norman Davis, de vertegenwoordi
ger van president Roosevelt, is te Londen
aangekomen en heeft voorbereidende be
sprekingen geopend, klaarblijkelijk om
vooraf met Groot-Brittannië tot overeen
stemming te geraken. Deze prelude her
innert aan een soortgelijke reis van Mac-
Donald in den herfst van 1929 naar Wash
ington om daar de bestaande meenings-
verschillen uit den weg te ruimen en een
gemeenschappelijk front te vormen op de
vlootconferentie van 1930. Van de samen
komst van Sir Norman Davis en MacDo-
nald thans wordt verklaard, dat zü slechts
de bedoeling heeft de technische quaesties
vooraf te regelen, een program en de pro
cedure voor de vlootconferentie vooraf op
te stellen, en vast staat ook, dat Japan,
Frankrijk en Italië geregeld op de hoogte
zullen worden gehouden van de bespre
kingen, en dat Frankrijk en Japan op eep
bepaald oogenblik aan de voorbesprekin
gen zullen deelnemen, doch onmisken
baar is, dat de leiding opnieuw in handen
is van de twee groote Westersche Stille
Oceaan-mogendheden Amerika en Enge
land.
Het is hier dus weer hetzelfde spel als
bij de ontwapeningsconferentie. In Ge-
nève was Duitschland de boeman, bij de
vlootconferentie zal het Japan zijn, die
roet in het eten zal gooien en waardoor
het niet mogelijk zal zijn tot een accoord
te komen. Reeds nu meldt Vaz Dias on
rustbarende berichten uit Tokio. Men
oordeele zelf.
Met betrekking tot de vlootbesprekin-
gen melden de Japansche bladen, dat
wanneer Japan er niet in slaagt een her
ziening te verkrijgen op de vlootconfe
rentie van 1935, van de 5-5-3 verhouding,
de Japansche regeering het vlootverdrag
van Londen zal laten schieten en het ver
drag van Washington zal opzeggen. Ver
zekerd wordt, dat in dat geval Japan een
onafhankelijk vlootprogramma zal uitvoe
ren uitsluitend ten behoeve van de natio
nale veiligheid.
Naar verluidt, heeft Japan zich echter
krachtig verzet tegen een uitstel van de
vlootconferentie tot 1940 of tot onbepaal-
den tijd. De minister van buitenlandsche
zaken, Hirota, heeft het kabinet ervan in
kennis gesteld, dat Groot Brittannië en de
Ver. Staten zich niet verzetten tegen den
Japanschen eisch, dat politieke proble
men, het Verre Oosten betreffende, uitge
sloten moeten worden van de voorberei
dende vlootbesprekingen.
En het volgende bericht is ook niet
hoopgevend voor vruchtbare besprekin
gen.
Naar verluidt, zullen de begrootingen
voor het Japansche leger en de marine dn
het aanstaande begrootingsjaar verhoogd
worden met honderd millioen yen.
Het Japansche ministerie van marine
vraagt bovendien nog een aanvullend be
drag op de loopende begrooting van 190
millioen yen. Deze som is echter tot nog
toe door het Japansche kabinet nog niet
goedgekeurd.
Men ziet: we zitten wel in den chaos,
maar we zijn er nog lang niet uit.
CHARLIE CHAPLIN,
de beroemde filmkomiek, zal na driejarige
rust in den aanstaanden herfst wederom
in een nieuwe film op het witte doek uit
komen. In deze film wordt het leven der
vagebonden geschilderd.
Prof. JEAN CHARCOT,
de beroemde Fransche poolreiziger, die
thans bezig is aan de voorbereiding eener
nieuwe expeditie naar Groenland, heeft
een plan ontworpen voor een brug van
50 km over de Beringstraat. De Russen
interesseeren zich zeer voor dit project.
DE KONINGIN NAAR ZWITSERLAND
VERTROKKEN.
De Koningin, vergezeld van freule
Schimmelpenninck, hofdame, en kapitein
Phaff, adjudant van dienst, is Zaterdag
avond per auto van het Loo te Utrecht
aangekomen en van het Centraal Station
aldaar per trein te 19.48 over Geldermal-
sen naar Brig (Zwitserland) vertrokken.
Toen H. M de wachtkamer verliet om
in het gereedstaande salonrijtuig te stap
pen, hebben de talrijke belangstellenden
op het perron Haar luide begroet. De
burgemeester deed H. M. tot aan het rij
tuig uitgeleide. Het publiek zong twee
verzen van het Wilhelmus, en onder
levendige hoera's vertrok de trein op den
vastgestelden tijd.
Na de opzegging van de collectieve ar
beidsovereenkomsten, die tusschen de
organisaties van werkgevers en werkne
mers ter koopvaardij bestaan, hebben tus
schen partijen twee besprekingen plaats
gehad over de voorwaarden, waarop
nieuwe overeenkomsten zouden kunnen
worden gesloten.
De wenschen der reedres blijken te be
staan in een verdere verlaging der ga
ges met 4 pet. en afschaffing van eenige
bepalingen voor de officieren bij de In
dische lijnen, de K.N.S.M. en de wilde en
korte vaart.
Van de zijde der werknemers zijn eenige
verlangens kenbaar gemaakt, die bedoel
den een regeling van de bemanning voor
de officieren, eenige verzekering voor
het doorloopen van het dienstverband
tusschen twee reizen en herstel van het
daggeld voor het civiele personeel van
UNICUM
de Holland-Amerika-Lijn tot de hoogte,
waarop dit vorige jaar stond.
Daar partijen overtuigd waren, dat
vóór den afloop der huidige overeenkom
sten, 28 Juni a.s., geen overeenstemming
is te bereiken, hebben zij besloten deze
overeenkomsten te verlengt n tot en met
31 Juli a.s.
Met betrekking tot de vraag, of het toe
kennen van actief stemrecht in de water
schappen aan niet-zakelijk gerechtigden
op de gronden, al dan niet in strijd is te
achten met de wettelijke voorschriften,
hebben Ged. Staten van Noord-Holland
op hun verzoek van den minister een ad
vies ontvangen, welk advies tevens is
meegedeeld aan de staatscommissie voor
de waterstaatswetgeving. Naar de mee
ning van deze oommissie zou het in hooge
mate onredelijk zijn, aan niet-zakelijk
gerechtigden op de gronden, als huurders
of pachters, het actief stemrecht toe te
kennen; zonder tezelfder tijd zorg te dra
gen, dat deze personen, gelijk ingelan
den, in de kosten van het waterschap
zullen deelen.
Aan dezen eersten eisch van redelijk
heid te voldoen zal zeer moeilijk, zooal
niet onmogelijk zijn. Gelet op deze uit
spraak, moet, naar de meening van Ged.
Staten, wel worden verwacht, dat een
door Provinciale Staten vast te stellen
regeling, waarbij actief stemrecht voor
niet zakelijk gerechtigden op de gronden
wordt ingevoerd, niet door de Kroon zal
worden goedgekeurd. Op grond van een
en ander meenen Ged. Staten, dat van in
voering van actief stemrecht in de water
schappen voor niet-zakelijk gerechtigden
op de gronden moet worden afgezien.
PER MAILSCHIP NAAR DE
FRANSCHE RIVIERA.
De directie van de N.V. Stoomvaart
Maatschappij Nederland deelt mede, dat
besloten is het aanloopen van Ville-
franche aan de Fransche Rivièra door
haar terugkeerende mailschepen te oon-
tinueeren, terwijl te beginnen met het
m.s. Marnix van St. Aldegonde d.d. 5
September uit Aonsterdam te vertrekken,
deze haven ook in uitgaande richting
regelmatig zal worden aangeloopen. Hier
door is een rechtstreeksche verbinding
geschapen van Nederland naar de Fran
sche Rivièra v.v. over zee voor hen, die
eenigen tijd aan de Cöte d'Azur willen
doorbrengen.
Nadruk verboden.
4°)
„Aurora is een schat vind je niet?"
verbrak John tenslotte het stilzwijgen.
„Ze is gewoonweg eenig. Ik ben dol op
haar; maar die onmogelijke Casilda moes
ten we maar naar een land sturen waar
jonge vrouwen den heelen dag aan het
werk worden gezet en een pak slaag krij
gen van een gespierde schoonmama als
ze het wagen de lijn te trekken."
Anne keek met een hooghartigen blik
naar haar eigen spiegelbeeld in de voor
ruit; ze kon er zich bijna even goed in
zien als in den spiegel. Het kleine ver
schoten hoedje flatteerde haar zonder twij
fel, maar ze ergerde zich omdat haar lip
pen licht trilden; ze had zoo graag ge
wild dat er een strenge, booze trek om
haar mond zou zijn. Als ze naar rechts
keek, kon ze John's spiegelbeeld zien. Als
hij een beetje bedrukt of schuldbewust
had gekeken, zou dit haar zachter hebben
gestemd, maar de voorruit toonde haar
een alleropgeweksten jongeman met een
ondeugende twinkeling in zijn oogen.
Daarom liet ze John's opmerking onbe
antwoord, maar scherpte zich zelf op
nieuw in dat ze ontzettend boos was. De
weg begon te stijgen. Er stonden nu geen
dennen meer, maar beuken, smaragd in
de schaduw en goudgroen in de zon. Het
was of ze reden in het schip van een
grootsche kathedraal, die levend gewor
den en den Schepper verheerlijkte met de
stem van al het groen der aarde. Zoo vol
maakt zuiver en mooi was het, dat Anpe
heelemaal vergat dat ze zich voorgenomen
had boos te zijn; de vreugde over zooveel
schoonheid was als een wind die haar
geest schoonveegde.
Het duurde een poosje voor John weer
sprak. Toen vroeg hij plotseling:
„Heb je veel ringen?"
Anne keek hem verbluft aan.
„Ringen?"
„Ja, ringen."
„Wat voor ringen?"
„Nu gewoon, ringen," herhaalde John.
„Dus, heb je veel ringen?"
Daar ze vergeten had om langer boos te
zijn, lachte Anne.
„Neen."
„Bezit je heelemaal geen ringen?"
„Waarom wil je dat weten?"
„Nu, de conversatie stokte 'n beetje,
nietwaar, en daarom dacht ik dat we wel
eens een praatje over ringen konden be
ginnen. Heb ik goed begrepen dat je geen
ringen bezit?"
„Ik had er enkele van mijn moeder,
maar ik draag ze niet dikwijls. Ik be
doel...." een diepe blos trok over haar
gezicht, „ik draag ze heelemaal niet. Ik
veronderstel, dat Jenny ze heeft."
„Wat voor soort zijn het?" Jij behoort
ze toch te hebben als ze van jou zijn. Wat
voor soort zijn ze?"
„Er is er een bij met een opaal, een met
kleine pareltjes, en een met twee diaman
ten en een robijn. Ik zal er Jenny bij ge
legenheid wel eens naar vragen."
„Je hebt nooit een ring met een sma
ragd gehad? Smaragden zijn pracht-
steenen, vind je niet?"
Waar wilde hq heen? Hjj dacht toch
niet hjj kon zich toch onmogelijk ver
beelden, dat ze hem zou toestaan.
Maar de.blos van zooeven, die weer
weggetrokken was, kwam nog vuriger te
rug en John zag het.
„Heb je nooit een ring met een smaragd
gehad?" vroeg hij weer, met een lach in
zijn stem.
„Neen, ik houd niet van smaragden."
„Jenny wel," hernam John. „Zij heeft
een ring met een smaragd."
„Ik heb tenminste gezien dat zij er een
droeg.'
„Haar verlovingsring."
„Dat dacht ik wel." Hij keek naar
Ann's spiegelbeeld in de voorruit. „Heb
jij dien nooit gedragen?"
„Wat? Jenny's verlovingsring?" Er
klonk onmiskenbare verbazing in haar
uitroep.
„Dat kon toch wel? Het gebeurt toch
wel dat meisjes eikaars ringen dragen?"
„Maar niet.Anne zweeg plotseling
en legde de eene hand snel over de an
dere. Na een oogenblik ging ze voort, op
een heel anderen toon: „Waarom vraag
je dat?"
„Veronderstel eens, dat ik dat deed
omdat ik wilde weten of je van smarag
den houdt." Hij minderde vaart, stopte
aan den kant van den weg en draaide
zich in zijn zitplaats naar haar toe. Ver
onderstel eens dat ik wilde weten wat
voor soort ring jij graag als verlovings
ring hebt."
Anne's linkerhand, die bovenop lag,
omklemde haar rechter. Zonder dat ze
er een poging voor deed was ze weer
boos boos en beangst; niet voor John
of voor haar zelf maar om iets, dat hen
beiden scheen te stuwen en te drijven. Ze
trachtte John boos aan te kijken maar
door het onbestemde dat haar schrik aan
joeg, keek ze hem heelemaal niet aan.
Een hand van John legde zich op haar
handen.
„Anne, ben je nog boos? Je kunt toch
niet den heelen tijd door boos zijn?"
„Zeker, dat kan ik wel."
De woorden waren uitdagend genoeg
gekozen, maar de stem was van een tril
lend verraden.
„Waarom ben je boos?"
Er kwam geen antwoord.
„Je weet dat ik veel van je houd. Dat
moet je toch weten."
Anne schudde het hoofd. Ze was niet
meer boos op John; ze was nu vreeselijk
obos op zich zelf. Om je hart zoo wild te
voelen kloppen, om geen stem en geen
woorden te kunnen vinden, om met je
tranen te moeten vechten op een moment
dat je je zelfbeheersching zoo hoog noo-
dig had het was onuitsprekelijk ver
nederend.
Ze moest „neen" zeggen en ze moest
het met zoo'n nadrukkelijke onbewogen
koelheid zeggen, dat hij overtuigd zou
zijn, dat het er hopeloos voor hem uitzag.
Ze moest hem zoo energiek beduiden
haar verder met rust te laten, dat hij het
niet in zijn hoofd zou krijgen weer bij
haar terug te komen. Maar hoe kon ze
dat in 's hemelsnaam, terwijl ze niet in
staat was hem aan te zien en haar stem
kalm en vast te laten klinken?
Eensklaps voelde ze zijn arm om haar
heen. Ze slaakte een lichten kreet en
kroop in een hoekje van de voorbank.
„Neen, neen; alsjeblieft niet...."
„Anne, liefste stil nu. Ik zal je niet
aanraken als je dat niet hebben wilt. Het
is alleen zoo vreeselijk moeilijk als je er
zoo uit ziet. Vind je het erg ik bedoel
werkelijk erg als ik je hand vast
houd?"
Anne vond het heelemaal niet erg,
dót was het afschuwelijke geval. Ze
wilde niets liever dan die pezige, stevige
hand op haar handen blijven voelen; ze
wilde niets liever dan dat hij zijn arm
weer om haar heen zou slaan om haar
tegen de wereld te beveiligen. Met een
heftige wilsinspanning hief ze de oogen
op en keek hem door een nevel van tra
nen aan.
„Toe, liever niet."
John nam zijn hand dadelijk weg en
ging rechtop zitten.
„Goed dan. Maar wij moeten toch pra
ten. Ik houd van je."
„Dat moet je niet doen."
„Wat heeft het voor zin te zeggen dat
ik het niet moet doen! Ik doe het en
daarmee uit."
Twee groote tranen vielen in Anne's
schoot. Ze werden niet door de ruwe stof
opgenomen, maar lagen op het blauw en
groene patroon als glinsterende regen
droppels. Nu de tranen gevallen waren
kon ze zien hoe opstinaat John's gezicht
stond. Het was heelemaal niet het gezicht
van een verliefden jongeman. Br was
een grimmig vastberaden trek om zijn
mond en zijn kin stak naar voren.
„Het is heusch verkeerd," kwam het
bevend over haar lippen.
„Nonsens. Je houdt niet van iemand
omdat het goed is of niet goed is. Je
neemt je niet voor het te doen of te laten;
ONS VOLKSLIED TELEGRAFISCH
NAAR CHICAGO.
Interessant experiment.
Door de Western Union TelegraphOy.»
waarvan de heer Ph. M. Polak, oud-stad
genoot, directeur is, is een interessant
experiment gehouden.
De bekende beiaardier, de heer Joh.
Vincent, zou precies om 9.20 uur A. T.
ten kantore van de Western Union een
klein handeltje overhalen, waardoor mem
door middel van een van tevoren geponst
papieren bandee, een groot carillon, dat
zich op de wereldtentoonstelling te Chi-
cago bevindt, het Wien Neerlands Bloed
ten gehoore zou doen brengen.
Integenstelling met de tewaterlating
van het s.s. Bloemfontein door generaal
Hertzog, zou dit experiment geschieden
niet langs radio-telegrafischen, doch langs
telegraflschen weg. In samenwerking met
ingenieurs van de Western Union was
een telegraafstrook vervaardigd, waarop
de melodie was opgenomen. Door het af
rollen van deze strook zouden de hamer
tjes der klokken te Chicago zich in be
weging stellen en over het gigantische
tentoonstellingsterrein, waar dan juist de
middagdrukte heerschte, het lied van een
klein land over de hoofden uitzingen.
De uitzending heeft plaats gehad over
een directe verbinding via Londen en
New-York met Chicago. De afstand,
die moest worden overbrugd bedraagt
niet minder dan 4000 mijlen.
De plechtigheid ving aan met het zen
den van Amsterdam uit naar Amerika,
dat »the most prominent presspeople»
aanwezig waren, om van een en ander
getuige te zijn. Een hartelijk welkom
werd ons een minuut later »toegeseind«.
Het zal ongeveer 3 uur zomertijd in
Amerika zijn geweest, toen op het papier
van een ontvangtoestel het woord »now»
verscheen.
Het teeken voor den heer Vincent, om
een handel over te halen, waardoor het
bandje door de machine begon te loopen,
die de hamertjes van een groot carillon
van 25 klokken in beweging deed brengen,
die tezamen de eerste tonen van het Wien
Neerlands Bloed den Amerikanen hooren
deed. En anderhalve minuut later wisten
wij, dat de ontvangst »very succesfull*
was geweest. Rekent men dan nog, dat
het carillonspel op zijn beurt weer via de
radio over geheel Amerika is uitgezonden,
dan moet men toch wel den grootsten
eerbied hebben voor zulk een frappant
staaltje van techniek.
uit zoo'n nieuw handig zakdoosja
bij Rheumatische pijnen, Spierpijn,
Leert zwemmen onder goede leiding.
het gaat buiten je om het gebeurt een
voudig. En als het gebeurt, geeft het
niets om te beweren of je het niet doen
moet. Dat kun je net zoo goed tegen
iemand zeggen die van een dak van een
huis valt."
Anne zocht haar zakdoek, vond dien
niet en knipperde met de oogen.
„Dus je ziet dat het volmaakt nutte
loos is dat te zeggen. Ik houd van je. EM
daar kun je niets tegen doen. Ik kan het
zelf niet. En als ik het kon, zou ik het
nog niet willen ik vind het heerlijk
ik vind het zalig ik verlang er reus
achtig naar je alles van het begin af te
vertellen."
Anne dwong zich tot zelfbeheersching.
Ze had het gevoel of ze iets wat te zwaar
voor haar was, uit een heel diep water
moest trekken; maar ze deed het. Ze ging
rechtop zitten en zei wat ze zich voorge
nomen had te zeggen.
„Het is beter dat je me dat niet ver
telt. Ik kan niet luisteren. Ik verlang
niet te luisteren."
Precies in het midden van den laatsten
zin begaf haar stem haar omdat Johtt
haar aankeek met oogen, die haar onom
wonden van een leugen beschuldigden.
„Het komt me voor, dat je toch maar
luisteren moest," zei hij verdacht be
minnelijk.
„Neen, ik kan niet het het ia
werkelijk doelloos".
John zuchtte.
„Mijn lieve kind, wat geeft het nu
zoo'n ontzettenden onzin te praten,
spreek je over mijn liefde, omdat ik
heerlijk vind om dat te doen."
Anne schudde het hoofd.
(Wordt ver volgde