Buitenlandsch Overzicht. KOS - KONINGSTRAAT 76 Neem 'n "AKKERTJF' HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. De Tweelingzusters NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND De collectieve contracten in de koopvaardij met een maand verlengd. 27. OBLIGATIËN Stemrecht in water schappen in N.-Holland. Patricia Wentworth 7450 EERSTE BLAD DINSDAG 26 JUNI 1934 62ste JAARGANG Diplomatieke spanning tusschen Engeland en Duitschland. Voorstel van de vlootconferentie. - Wat zal Japan doen? De a.s. vloot- zooals men weet, de conferentie vlootconferentie wor- 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor Actief stemrecht voor niet-zakelijk gerechtigden op de gronden ongewenscht. Feuilleton Uit het Engelsch van Ho- COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringonen Texel f 1.65 ;binnen- land f 2.—Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost I 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct. ;fr.p.p. 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, fl.—Modeblad resp. 11.20, fl.50, fl.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. O. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Over de methoden Diplomatieke van Duitschland is nerveusiteit nogal verschil van ap- preciatie, al is er over het geheel ge nomen in het buitenland niet veel waar deering voor de maatregelen, die men in Duitschland treft om het binneninand weer op de been te helpen en een einde te maken aan de werkloosheid; de Duitsche nota van 14 Juni, betreffende het transfe reeren van de Duitsche verplichtingen aan de buitenwereld, heeft ook nogal wat Opschudding verwekt. Engeland heeft op deze nota geantwoord in zeer scherpen vorm, waarover de N. R. Crt. o.m. schrijft: Zij is een treffend bewijs van de verre gaande geprikkeldheid, die het eigen aardig beleid en de telkens in het onge paste uitschietende welsprekendheid van den onrustigen president van de Duitsche Rijksbank te Londen hebben gewekt. Het is in de diplomatieke geschie denis zeker niet vaak gebeurd, dat in vredestijd de eene groote mogendheid tot de andere een openbaar gemaakt stuk toezond, waarin zoo ernstige ver wijten en beschuldigingen worden ge uit. De Engelsche regeering valt reeds met Öe deur in huis, door te zeggen, dat zij, met alle waardeering voor de pogingen van Duitschland tot werkverschaffing, toch niet van meening is dat dit de volle dige staking van het nakomen van alle verplichtingen tengevolge moet hebben. Waarschijnlijk zou zij ook op de bewape ning van Duitschland hebben gewezen, als deze op het oogenblik niet een zóó teer internationaal onderwerp vormde, dat men haar nu liever niet in het verband met andere kwesties haalt. De Engelsche nota wijst verder nog, vaderlijk, op het gevaar, dat Duitschland, als het zoo door gaat, den invoer van onmisbare grond stoffen niet zal kunnen handhaven, waar door een oeconomisch herstel zelfs on mogelijk wordt. Dan echter volgt nog erger: De nota be schuldigt Duitschland ervan, dat de sterke achteruitgang van de voorraden aan goud en deviezen het gevolg zijn van boekingenwant daarop komt het neer die later zouden worden herzien, en dat zekere inkomsten in vreemd geld volstrekt niet in rekening zijn gebracht. Het bankroet van Duitschland wordt hier mede frauduleus achtergehouden. Wij zullen niet alles aanhalen wat aan onprettige dingen in deze nota staat, zegt het blad. Een van de zeer onverkwikke lijke dingen, waarop zij wijst, moeten wij echter nog vermelden, omdat dit ook in ons land de verontwaardiging gaande houdt. Duitschland heeft van 1918 tot 1934 15 milliard van zijn schulden afgedaan of geliquideerd, en tot Februari 1934 727 mil- lioen aan Duitsche schuldbrieven opge kocht, zegt Londen. „Deze omstandighe den maken onvermijdelijk den indruk, dat de Duitsche politiek daarin bestaat, te be weren, dat geen deviezen voorhanden zijn ter bestrijding van den dienst der Duit sche leeningen, terwijl de voorraden, die men had kunnen gebruiken voor dekking van den dienst dier leeningen, besteed worden aan het terugkoopen van de lee ningen tegen lage prjjzen, welke weer een gevolg zijn van de niet-betaling der rente." Het is heel hard, wat de Duitschers zich in deze diplomatieke nota moeten la ten zeggen. Dr. Schacht zal het niet al te veel pijn doen. Zeker heeft hij zijn schuld- eischers nooit voor zoo naïef aangezien, dat zij het spel niet zouden begrijpen. Zal echter de bovenvermelde beschuldiging van malversaties hem even koud laten? Voor ieder zijn er grenzen! De Engelsche regeering is niet zuinig met gevaarlijke dreigementen. Als op het oogenblik In Duitschland reeds een kleine paniek heerscht, uit vrees voor gebrek aan grondstoffen, dan is dit echter niet omdat men verwacht, dat de Duitsche regeering dit gebrek zelf zal uitlokken, maar omdat men het onver mijdelijk acht door den gang van zaken. HENRI JASPAR, Minister van Buitenlandsche Zaken in het nieuwe Belgische kabinet. 9 9 Volgend jaar zal, den gehouden en de spanning, waarin mo menteel de wereld verkeert, doet niet veel goeds hopen. Te Londen is men nu Woensdag j.1. met voorbesprekingen be gonnen, men wil den weg banen. Sir Norman Davis, de vertegenwoordi ger van president Roosevelt, is te Londen aangekomen en heeft voorbereidende be sprekingen geopend, klaarblijkelijk om vooraf met Groot-Brittannië tot overeen stemming te geraken. Deze prelude her innert aan een soortgelijke reis van Mac- Donald in den herfst van 1929 naar Wash ington om daar de bestaande meenings- verschillen uit den weg te ruimen en een gemeenschappelijk front te vormen op de vlootconferentie van 1930. Van de samen komst van Sir Norman Davis en MacDo- nald thans wordt verklaard, dat zü slechts de bedoeling heeft de technische quaesties vooraf te regelen, een program en de pro cedure voor de vlootconferentie vooraf op te stellen, en vast staat ook, dat Japan, Frankrijk en Italië geregeld op de hoogte zullen worden gehouden van de bespre kingen, en dat Frankrijk en Japan op eep bepaald oogenblik aan de voorbesprekin gen zullen deelnemen, doch onmisken baar is, dat de leiding opnieuw in handen is van de twee groote Westersche Stille Oceaan-mogendheden Amerika en Enge land. Het is hier dus weer hetzelfde spel als bij de ontwapeningsconferentie. In Ge- nève was Duitschland de boeman, bij de vlootconferentie zal het Japan zijn, die roet in het eten zal gooien en waardoor het niet mogelijk zal zijn tot een accoord te komen. Reeds nu meldt Vaz Dias on rustbarende berichten uit Tokio. Men oordeele zelf. Met betrekking tot de vlootbesprekin- gen melden de Japansche bladen, dat wanneer Japan er niet in slaagt een her ziening te verkrijgen op de vlootconfe rentie van 1935, van de 5-5-3 verhouding, de Japansche regeering het vlootverdrag van Londen zal laten schieten en het ver drag van Washington zal opzeggen. Ver zekerd wordt, dat in dat geval Japan een onafhankelijk vlootprogramma zal uitvoe ren uitsluitend ten behoeve van de natio nale veiligheid. Naar verluidt, heeft Japan zich echter krachtig verzet tegen een uitstel van de vlootconferentie tot 1940 of tot onbepaal- den tijd. De minister van buitenlandsche zaken, Hirota, heeft het kabinet ervan in kennis gesteld, dat Groot Brittannië en de Ver. Staten zich niet verzetten tegen den Japanschen eisch, dat politieke proble men, het Verre Oosten betreffende, uitge sloten moeten worden van de voorberei dende vlootbesprekingen. En het volgende bericht is ook niet hoopgevend voor vruchtbare besprekin gen. Naar verluidt, zullen de begrootingen voor het Japansche leger en de marine dn het aanstaande begrootingsjaar verhoogd worden met honderd millioen yen. Het Japansche ministerie van marine vraagt bovendien nog een aanvullend be drag op de loopende begrooting van 190 millioen yen. Deze som is echter tot nog toe door het Japansche kabinet nog niet goedgekeurd. Men ziet: we zitten wel in den chaos, maar we zijn er nog lang niet uit. CHARLIE CHAPLIN, de beroemde filmkomiek, zal na driejarige rust in den aanstaanden herfst wederom in een nieuwe film op het witte doek uit komen. In deze film wordt het leven der vagebonden geschilderd. Prof. JEAN CHARCOT, de beroemde Fransche poolreiziger, die thans bezig is aan de voorbereiding eener nieuwe expeditie naar Groenland, heeft een plan ontworpen voor een brug van 50 km over de Beringstraat. De Russen interesseeren zich zeer voor dit project. DE KONINGIN NAAR ZWITSERLAND VERTROKKEN. De Koningin, vergezeld van freule Schimmelpenninck, hofdame, en kapitein Phaff, adjudant van dienst, is Zaterdag avond per auto van het Loo te Utrecht aangekomen en van het Centraal Station aldaar per trein te 19.48 over Geldermal- sen naar Brig (Zwitserland) vertrokken. Toen H. M de wachtkamer verliet om in het gereedstaande salonrijtuig te stap pen, hebben de talrijke belangstellenden op het perron Haar luide begroet. De burgemeester deed H. M. tot aan het rij tuig uitgeleide. Het publiek zong twee verzen van het Wilhelmus, en onder levendige hoera's vertrok de trein op den vastgestelden tijd. Na de opzegging van de collectieve ar beidsovereenkomsten, die tusschen de organisaties van werkgevers en werkne mers ter koopvaardij bestaan, hebben tus schen partijen twee besprekingen plaats gehad over de voorwaarden, waarop nieuwe overeenkomsten zouden kunnen worden gesloten. De wenschen der reedres blijken te be staan in een verdere verlaging der ga ges met 4 pet. en afschaffing van eenige bepalingen voor de officieren bij de In dische lijnen, de K.N.S.M. en de wilde en korte vaart. Van de zijde der werknemers zijn eenige verlangens kenbaar gemaakt, die bedoel den een regeling van de bemanning voor de officieren, eenige verzekering voor het doorloopen van het dienstverband tusschen twee reizen en herstel van het daggeld voor het civiele personeel van UNICUM de Holland-Amerika-Lijn tot de hoogte, waarop dit vorige jaar stond. Daar partijen overtuigd waren, dat vóór den afloop der huidige overeenkom sten, 28 Juni a.s., geen overeenstemming is te bereiken, hebben zij besloten deze overeenkomsten te verlengt n tot en met 31 Juli a.s. Met betrekking tot de vraag, of het toe kennen van actief stemrecht in de water schappen aan niet-zakelijk gerechtigden op de gronden, al dan niet in strijd is te achten met de wettelijke voorschriften, hebben Ged. Staten van Noord-Holland op hun verzoek van den minister een ad vies ontvangen, welk advies tevens is meegedeeld aan de staatscommissie voor de waterstaatswetgeving. Naar de mee ning van deze oommissie zou het in hooge mate onredelijk zijn, aan niet-zakelijk gerechtigden op de gronden, als huurders of pachters, het actief stemrecht toe te kennen; zonder tezelfder tijd zorg te dra gen, dat deze personen, gelijk ingelan den, in de kosten van het waterschap zullen deelen. Aan dezen eersten eisch van redelijk heid te voldoen zal zeer moeilijk, zooal niet onmogelijk zijn. Gelet op deze uit spraak, moet, naar de meening van Ged. Staten, wel worden verwacht, dat een door Provinciale Staten vast te stellen regeling, waarbij actief stemrecht voor niet zakelijk gerechtigden op de gronden wordt ingevoerd, niet door de Kroon zal worden goedgekeurd. Op grond van een en ander meenen Ged. Staten, dat van in voering van actief stemrecht in de water schappen voor niet-zakelijk gerechtigden op de gronden moet worden afgezien. PER MAILSCHIP NAAR DE FRANSCHE RIVIERA. De directie van de N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland deelt mede, dat besloten is het aanloopen van Ville- franche aan de Fransche Rivièra door haar terugkeerende mailschepen te oon- tinueeren, terwijl te beginnen met het m.s. Marnix van St. Aldegonde d.d. 5 September uit Aonsterdam te vertrekken, deze haven ook in uitgaande richting regelmatig zal worden aangeloopen. Hier door is een rechtstreeksche verbinding geschapen van Nederland naar de Fran sche Rivièra v.v. over zee voor hen, die eenigen tijd aan de Cöte d'Azur willen doorbrengen. Nadruk verboden. 4°) „Aurora is een schat vind je niet?" verbrak John tenslotte het stilzwijgen. „Ze is gewoonweg eenig. Ik ben dol op haar; maar die onmogelijke Casilda moes ten we maar naar een land sturen waar jonge vrouwen den heelen dag aan het werk worden gezet en een pak slaag krij gen van een gespierde schoonmama als ze het wagen de lijn te trekken." Anne keek met een hooghartigen blik naar haar eigen spiegelbeeld in de voor ruit; ze kon er zich bijna even goed in zien als in den spiegel. Het kleine ver schoten hoedje flatteerde haar zonder twij fel, maar ze ergerde zich omdat haar lip pen licht trilden; ze had zoo graag ge wild dat er een strenge, booze trek om haar mond zou zijn. Als ze naar rechts keek, kon ze John's spiegelbeeld zien. Als hij een beetje bedrukt of schuldbewust had gekeken, zou dit haar zachter hebben gestemd, maar de voorruit toonde haar een alleropgeweksten jongeman met een ondeugende twinkeling in zijn oogen. Daarom liet ze John's opmerking onbe antwoord, maar scherpte zich zelf op nieuw in dat ze ontzettend boos was. De weg begon te stijgen. Er stonden nu geen dennen meer, maar beuken, smaragd in de schaduw en goudgroen in de zon. Het was of ze reden in het schip van een grootsche kathedraal, die levend gewor den en den Schepper verheerlijkte met de stem van al het groen der aarde. Zoo vol maakt zuiver en mooi was het, dat Anpe heelemaal vergat dat ze zich voorgenomen had boos te zijn; de vreugde over zooveel schoonheid was als een wind die haar geest schoonveegde. Het duurde een poosje voor John weer sprak. Toen vroeg hij plotseling: „Heb je veel ringen?" Anne keek hem verbluft aan. „Ringen?" „Ja, ringen." „Wat voor ringen?" „Nu gewoon, ringen," herhaalde John. „Dus, heb je veel ringen?" Daar ze vergeten had om langer boos te zijn, lachte Anne. „Neen." „Bezit je heelemaal geen ringen?" „Waarom wil je dat weten?" „Nu, de conversatie stokte 'n beetje, nietwaar, en daarom dacht ik dat we wel eens een praatje over ringen konden be ginnen. Heb ik goed begrepen dat je geen ringen bezit?" „Ik had er enkele van mijn moeder, maar ik draag ze niet dikwijls. Ik be doel...." een diepe blos trok over haar gezicht, „ik draag ze heelemaal niet. Ik veronderstel, dat Jenny ze heeft." „Wat voor soort zijn het?" Jij behoort ze toch te hebben als ze van jou zijn. Wat voor soort zijn ze?" „Er is er een bij met een opaal, een met kleine pareltjes, en een met twee diaman ten en een robijn. Ik zal er Jenny bij ge legenheid wel eens naar vragen." „Je hebt nooit een ring met een sma ragd gehad? Smaragden zijn pracht- steenen, vind je niet?" Waar wilde hq heen? Hjj dacht toch niet hjj kon zich toch onmogelijk ver beelden, dat ze hem zou toestaan. Maar de.blos van zooeven, die weer weggetrokken was, kwam nog vuriger te rug en John zag het. „Heb je nooit een ring met een smaragd gehad?" vroeg hij weer, met een lach in zijn stem. „Neen, ik houd niet van smaragden." „Jenny wel," hernam John. „Zij heeft een ring met een smaragd." „Ik heb tenminste gezien dat zij er een droeg.' „Haar verlovingsring." „Dat dacht ik wel." Hij keek naar Ann's spiegelbeeld in de voorruit. „Heb jij dien nooit gedragen?" „Wat? Jenny's verlovingsring?" Er klonk onmiskenbare verbazing in haar uitroep. „Dat kon toch wel? Het gebeurt toch wel dat meisjes eikaars ringen dragen?" „Maar niet.Anne zweeg plotseling en legde de eene hand snel over de an dere. Na een oogenblik ging ze voort, op een heel anderen toon: „Waarom vraag je dat?" „Veronderstel eens, dat ik dat deed omdat ik wilde weten of je van smarag den houdt." Hij minderde vaart, stopte aan den kant van den weg en draaide zich in zijn zitplaats naar haar toe. Ver onderstel eens dat ik wilde weten wat voor soort ring jij graag als verlovings ring hebt." Anne's linkerhand, die bovenop lag, omklemde haar rechter. Zonder dat ze er een poging voor deed was ze weer boos boos en beangst; niet voor John of voor haar zelf maar om iets, dat hen beiden scheen te stuwen en te drijven. Ze trachtte John boos aan te kijken maar door het onbestemde dat haar schrik aan joeg, keek ze hem heelemaal niet aan. Een hand van John legde zich op haar handen. „Anne, ben je nog boos? Je kunt toch niet den heelen tijd door boos zijn?" „Zeker, dat kan ik wel." De woorden waren uitdagend genoeg gekozen, maar de stem was van een tril lend verraden. „Waarom ben je boos?" Er kwam geen antwoord. „Je weet dat ik veel van je houd. Dat moet je toch weten." Anne schudde het hoofd. Ze was niet meer boos op John; ze was nu vreeselijk obos op zich zelf. Om je hart zoo wild te voelen kloppen, om geen stem en geen woorden te kunnen vinden, om met je tranen te moeten vechten op een moment dat je je zelfbeheersching zoo hoog noo- dig had het was onuitsprekelijk ver nederend. Ze moest „neen" zeggen en ze moest het met zoo'n nadrukkelijke onbewogen koelheid zeggen, dat hij overtuigd zou zijn, dat het er hopeloos voor hem uitzag. Ze moest hem zoo energiek beduiden haar verder met rust te laten, dat hij het niet in zijn hoofd zou krijgen weer bij haar terug te komen. Maar hoe kon ze dat in 's hemelsnaam, terwijl ze niet in staat was hem aan te zien en haar stem kalm en vast te laten klinken? Eensklaps voelde ze zijn arm om haar heen. Ze slaakte een lichten kreet en kroop in een hoekje van de voorbank. „Neen, neen; alsjeblieft niet...." „Anne, liefste stil nu. Ik zal je niet aanraken als je dat niet hebben wilt. Het is alleen zoo vreeselijk moeilijk als je er zoo uit ziet. Vind je het erg ik bedoel werkelijk erg als ik je hand vast houd?" Anne vond het heelemaal niet erg, dót was het afschuwelijke geval. Ze wilde niets liever dan die pezige, stevige hand op haar handen blijven voelen; ze wilde niets liever dan dat hij zijn arm weer om haar heen zou slaan om haar tegen de wereld te beveiligen. Met een heftige wilsinspanning hief ze de oogen op en keek hem door een nevel van tra nen aan. „Toe, liever niet." John nam zijn hand dadelijk weg en ging rechtop zitten. „Goed dan. Maar wij moeten toch pra ten. Ik houd van je." „Dat moet je niet doen." „Wat heeft het voor zin te zeggen dat ik het niet moet doen! Ik doe het en daarmee uit." Twee groote tranen vielen in Anne's schoot. Ze werden niet door de ruwe stof opgenomen, maar lagen op het blauw en groene patroon als glinsterende regen droppels. Nu de tranen gevallen waren kon ze zien hoe opstinaat John's gezicht stond. Het was heelemaal niet het gezicht van een verliefden jongeman. Br was een grimmig vastberaden trek om zijn mond en zijn kin stak naar voren. „Het is heusch verkeerd," kwam het bevend over haar lippen. „Nonsens. Je houdt niet van iemand omdat het goed is of niet goed is. Je neemt je niet voor het te doen of te laten; ONS VOLKSLIED TELEGRAFISCH NAAR CHICAGO. Interessant experiment. Door de Western Union TelegraphOy.» waarvan de heer Ph. M. Polak, oud-stad genoot, directeur is, is een interessant experiment gehouden. De bekende beiaardier, de heer Joh. Vincent, zou precies om 9.20 uur A. T. ten kantore van de Western Union een klein handeltje overhalen, waardoor mem door middel van een van tevoren geponst papieren bandee, een groot carillon, dat zich op de wereldtentoonstelling te Chi- cago bevindt, het Wien Neerlands Bloed ten gehoore zou doen brengen. Integenstelling met de tewaterlating van het s.s. Bloemfontein door generaal Hertzog, zou dit experiment geschieden niet langs radio-telegrafischen, doch langs telegraflschen weg. In samenwerking met ingenieurs van de Western Union was een telegraafstrook vervaardigd, waarop de melodie was opgenomen. Door het af rollen van deze strook zouden de hamer tjes der klokken te Chicago zich in be weging stellen en over het gigantische tentoonstellingsterrein, waar dan juist de middagdrukte heerschte, het lied van een klein land over de hoofden uitzingen. De uitzending heeft plaats gehad over een directe verbinding via Londen en New-York met Chicago. De afstand, die moest worden overbrugd bedraagt niet minder dan 4000 mijlen. De plechtigheid ving aan met het zen den van Amsterdam uit naar Amerika, dat »the most prominent presspeople» aanwezig waren, om van een en ander getuige te zijn. Een hartelijk welkom werd ons een minuut later »toegeseind«. Het zal ongeveer 3 uur zomertijd in Amerika zijn geweest, toen op het papier van een ontvangtoestel het woord »now» verscheen. Het teeken voor den heer Vincent, om een handel over te halen, waardoor het bandje door de machine begon te loopen, die de hamertjes van een groot carillon van 25 klokken in beweging deed brengen, die tezamen de eerste tonen van het Wien Neerlands Bloed den Amerikanen hooren deed. En anderhalve minuut later wisten wij, dat de ontvangst »very succesfull* was geweest. Rekent men dan nog, dat het carillonspel op zijn beurt weer via de radio over geheel Amerika is uitgezonden, dan moet men toch wel den grootsten eerbied hebben voor zulk een frappant staaltje van techniek. uit zoo'n nieuw handig zakdoosja bij Rheumatische pijnen, Spierpijn, Leert zwemmen onder goede leiding. het gaat buiten je om het gebeurt een voudig. En als het gebeurt, geeft het niets om te beweren of je het niet doen moet. Dat kun je net zoo goed tegen iemand zeggen die van een dak van een huis valt." Anne zocht haar zakdoek, vond dien niet en knipperde met de oogen. „Dus je ziet dat het volmaakt nutte loos is dat te zeggen. Ik houd van je. EM daar kun je niets tegen doen. Ik kan het zelf niet. En als ik het kon, zou ik het nog niet willen ik vind het heerlijk ik vind het zalig ik verlang er reus achtig naar je alles van het begin af te vertellen." Anne dwong zich tot zelfbeheersching. Ze had het gevoel of ze iets wat te zwaar voor haar was, uit een heel diep water moest trekken; maar ze deed het. Ze ging rechtop zitten en zei wat ze zich voorge nomen had te zeggen. „Het is beter dat je me dat niet ver telt. Ik kan niet luisteren. Ik verlang niet te luisteren." Precies in het midden van den laatsten zin begaf haar stem haar omdat Johtt haar aankeek met oogen, die haar onom wonden van een leugen beschuldigden. „Het komt me voor, dat je toch maar luisteren moest," zei hij verdacht be minnelijk. „Neen, ik kan niet het het ia werkelijk doelloos". John zuchtte. „Mijn lieve kind, wat geeft het nu zoo'n ontzettenden onzin te praten, spreek je over mijn liefde, omdat ik heerlijk vind om dat te doen." Anne schudde het hoofd. (Wordt ver volgde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1