Buitenlandsch Overzicht De gebeurtenissen in Duitschland KOS KONINGSTRAAT 76 De Tweelingzusters en de toekomst. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7 *55 EERSTE BLAD DONDERDAG 5 JULI 1934 62ste JAARGANG Patricia Wentworth De nationale verdediging van Japan en het kabinet. Naar een dictatuur van grootindustrie en bankwezen? 2'/0 OBLIGATIËN 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. he.oersche Courant fl.50, voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, V\ leringen en 'lexel f 1.65: binnen land f 2- Nederl. Oost- en West Indië per zeepost i 2.10, dem per mail en overige landen l 3.20 losse i os. 4 ct.fr.p.p fct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70. f 0.70.f 1. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 1 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V Drukkerij v/b C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De gebeurtenissen in Duitschland. - Hitier had slag te leveren naar drie kanten. - Een boerenopstand in Zuid—Chilli. Het drama in Duitschland Door de gebeurte nissen in eigen land, het nog onverwacht overlijden van Z.K.H. Prins Hendrik, was de aandacht even afgeleid van den toe stand in Duitschland. We moeten hier onzen blik echter weer over de grens la ten gaan om nog eens stil te staan bij de verrassende gebeurtenis bij onze Ooster buren. Wat is er in Duitschland feitelijk ge beurd? vraagt de N. R. Gt. Na een ge ruchtmakend begin der Duitsche bericht geving hebben wij niets meer «gehoord van de dingen, die wij juist zoo vurig we ischten te vernemen. Deze „silentie" stemt tot nadenken. Wie er zijn doodgeschoten? De kring van slachtoffers breidt zich uit, maar wij we ten niet meer wie er toe behooren. Wij hebben deze week getracht verband te vinden tusschen de radicale S.A., om het gelijktijdig „overlijden" om in de voor zichtige taal der zich thans te Berlijn be vindende journalisten te spreken van Von Schleicher met de Munchener revo lutionairen te verklaren. Het geval wordt echter steeds raadselachtiger. Het gevan gennemen van tal van medewerkers vari Von Papen, het doodschieten van twee ambtenaren die hem het naast stonden, maatkal dit zoeken van verband overbo dig. Want zij hebben zeker niets te doen gehad met de plannen van het Bruine Huis te Munchen. En evenmin met de kringen van von Schleicher. Als men het onverklaarbaar ter dood brengen van de medewerkers van Von Panen in beschouwing neemt, is het niet meer noodig, verband te zoeken tusschen von Schleicher en de nationaal-socialisti- sche samenzwering, een verhand, dat steeds gedwongen zou blijven. Men moet dan echter constateeren, dat Hitier niet naar twee, maar tenminste naar drie kanten geslagen heeft. In aller lei richtingen zijn gevaarlijke menschen uitgeroeid. Dat is blijkbaar, zooals de Duitschers dat noemen „Zweck der Uebung" geweest, en wel in zeer letter lijke beteekenis. Het is verklaarbaar dat overal twijfel opduikt. Deze moest nog worden versterkt door het felle beroep op de zedelijke ver ontwaardiging, dat de regeering met haar mededeelingen liet gepaard gaan. Op zich zelf getuigde dit al niet van goeden smaak; had men totnogtoe de misstan den, die ieder kende, niet geduld? Waar om was ook vroeger nooit een woord ge sproken tegen de overdadige levenswijze, tegen de verkwisting en het profiteeren van hun positie van vele aanvoerders, dingen, die reeds lang aanstoot hadden gewekt bij tallooze Duitschers? Nu werd alles erbij gehaald, ook verraad aan het buitenland, een beschuldiging, die blijk baar het diplomatieke corps te Berlijn, in onderling overleg, niet op zich wil laten zitten. Het blad schrijft dan verder: Er is onder de executies een geval, dat nadere beschouwing verdient. Het is dat van Ernst, den gouwleider van Berlijn- Brandenburg. Hij was te Bremen met zijn vrouw, op weg om naar Madeira te vluch ten, zoo heet het Juist op het laatste oogenblik zou men hem nog hebben ge pakt. Maar als men nu werkelijk op 1 Juli revolutie wil maken, en de revolutie is nog niet ontdekt, gaat men dan 30 Juni op de vlucht, uit een Duitsche haven met een Duitsche boot? Ziethier eenige leer zame feiten. Ernst was twee weken ge leden gehuwd, met Hitier als getuige! 1 Juli begon de vacantie voor zijn S.A. Klinkt het nu niet iets waarschijnlijker, dat hij op weg was om van die vacantie gebruik te maken voor een idyllische hu welijksreis? Daar is Madeira beter voor geschikt dan voor een Duitsch echtpaar van politieke vluchtelingen! Natuurlijk hebben er groote span ningen geheerscht in de S.A. Het staat haast wel buiten twijfel, dat daar ernstige dingen werden be raamd. Echter zeker niet tegen 1 Juli. Hitier is zijn tegenstanders verder voor geweest, dan men te Berlijn nu wil toegeven. De methode, volgens welke men te werk is gegaan, begint in de wereld steeds meel de aandacht te trekken. Men heeft geen vorm van protest in acht genomen. Zooals in het geval van het echtpaar von Schleicher, dat steeds onverbloemder besproken wordt, heeft men in tal van ge vallen eenvoudig moordpelotons naar de slachtoffers gezonden, om hun werk te doen. Ware het werkelijk onderdrukking- van een opstand geweest, waarom is dan geen krygsgerecht ingesteld? Een hoofd artikel van de „Times", feller nog dan dit blad zich over dingen in Duitschland heeft geuit, heet: Middeleeuwsche metho den. Dit is niet als wijze van uitdrukking bedoeld, maar wil zeggen, dat de metho den van Middeleeuwsche t.yrannen weer in gebruik zijn genomen. 't Is wel ver van huis, ver van ons bed, zooals de volksmond pleegt te zeggen, toch moeten we hier mel ding maken van een boerenopstand in Zuid-Chili, die te wijten zou zijn aan com munisten, wantdie vindt men door de heele wereld heen. Duizenden opstande lingen zijn Dinsdag, zoo meldt een pers bericht in de groote bladen, gedurende drie uur in gevecht geweest met karabi- niers. De karibiniers wisten de opstandelin gen nog niet te verdrijven en daarom is uit Santiago een extra-trein met troepen vertrokken onder commando van den chef der karabiniers, teneinde de opstandelin gen uiteen te slaan. De opstandelingen hebben zes bezittingen verwoest, waar ze elf menschen, o. w. vrouwen en kinderen, gedood hebben. De „Associated Press" verneemt nader, dat de opstandelingen boeren zijn, die door den honger van hun boerderijen ver dreven waren. Zij vielen degenen aan, die weigerden zich bij hen aan te sluiten. Een aantal boeren zijn gedood en door de op standelingen in het watei geworpen. Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. 44) „Afgegeven in Vere Street om 8 uur. Verstaat u mij?" Anne hoorde een deur achter haar epen gaan. Ze dorst niet om te kijken. Ze zei; „Ja zeker," en voelde haar knieën trillen. >,^it is het telegram: „Tweede Lezing aannemelijk. J.M.W." Anne legde de hoorn met een beve rige hand neer en toen ze zich omkeerde zag ze, dat meneer Fossick—Yates haar vol belangstelling' aankeek. „Was dat voor mij?" vroeg hij. „Neen, meneer." „Gelukkig!" Anne wilde heengaan. Zou hij haar nog meer vragen? Het scheen van niet. Ze loosde een zucht van opluchting en zocht baar toevlucht in de keuken. Om tien uur ontving ze een pakje. Het bevatte een klein boek met een rooden band, waarop in vergulde letters stond! „Het brievenboek voor de welopge voede jongedame." Anne stopte het boek onder in haar kof- for en draaide met een nijdige beweging den sleutel om. Daarna ging ze naar de keuken om het zilver te poetsen. Ze wreef de lepels en vorken zoo hard ze kon. Ze huilde en lachte tegelijk en was kwaad op John. Ze zei „Spook" te gen zichzelf en wreef uit alle macht op den koffiepat." XXXIV. Zondags regende het. De lucht was loodgrijs en hing laag over de stad; de regen kletterde eentonig, er was geen wind. Een mistroostige dag. „Je hebt vandaag geen geluk, kindlief," zei juffrouw Brownling, terwijl Anne de koffietafel afruimde. „Zou hij op je wach ten? Een heeleboel zouden het niet doen met dit weer." „Ik weet niet wat u bedoelt," antwoord de Anne ongeduldig. „Nou kind!" barstte ze uit. Toen lachte ze. Anne vond het afschuwelijk haar grijze mantelpak aan te moeten trekken. Ze deed er haar blauwen mantel overheen en na een laatsten onderzoekenden blik op het weer te hebben geworpen, zette ze haar zwart vilten hoedje op. Als John re delijk was, zou hij haar niet verwachten - vooral niet nadat ze gezegd had, dat ze niet komen wilde. Ze had zich voor genomen niet te gaan en ze zou het ook zeker niet gedaan hebben, als John met gedreigd had haar te komen halen. Dat was ook niet bepaald een pleizierig voor uitzicht. Anne stampvoette, zette haar hoedje op zonder een blik in den spiegel te slaan; toen ze b(j de deur was, ging ze terug, zette het opnieuw op, zich onderwijl van alle kanten in den spiegel bekijkend. Dit duurde precies tien minuten. De karabiers wisten de opstandelin- ongeveer 50 opstandelingen gedood. Het dorp Mulchan is het middelpunt van den opstand. Onder de oproerlingen bevinden zich talrijke Indianen. De lieden van de beweging beweren, dat de regeering haar beloften ten aanzien van het kolonisatie- vraagstuk niet is nagekomen. DE INTERN. WERKLOOSHEID. Een stage vermindering in alle landen. Het bureau te Genève heeft Maandag de cijfers der internationale werkloosheid op 1 Mei van dit jaar gepubliceerd. Er blijkt een stage vermindering in alle lan den, behalve vijf n.1. Frankrijk, De Ier sche Vrijstaat, Portugal en België; van laatstgenoemd land is het cijfer echter bijna stationair gebleven. De grootste vermindering tegen 1 Mei 1633 vertoonen de Ver. Staten met 10M millioen tegen 13 millioen, Duitschland niet 2 millioen minder en Engeland me* 550.000 minder. In Frankrijk was de ver meerdering quantitatief het hoogst, maar Ierland en Portugal hebben de slechtste verhoudingscijfers. Aangedrongen op opzegging van het Washingtonsche vlootverdrag. Men verwacht, dat indien Saito het af treden van het Kabinet op 3 Juli ter ken nis van de Kroon brengt, de Keizer over leg zal plegen met den „oudsten staats man" prins Saionji over het aanwijzen van den opvolger van Saito. Desiderata van Amerika in ruil voor grondstoffencredieten. (Van een specialen medewerker). Eerst later zal men in staat zijn, aan de hand van ue ontwikkeling van den toe stand in Duitschland, de beteekenis en de draagkracht te beseffen van hetgeen zich de laatste dagen in dit land heeft afgespeeld. Toch zijn er reeds eenige lichtpunten en vooral zal men er goed aan doen niet te veel aandacht te wijden aan de immoreele zijde van het gedrag dergenen, die Zaterdag reeds hun leven lieten: Röhm e.a., al zijn de direct uit gevaardigde decreten van Hitier voor de groote massa aanleiding "de attentie te vestigen op een bepaalde zijde vari het vraagstuk, dat inderdaad voor de massa eenige sensationeele aantrekkelijkheid be zit, maar die zonder beteekenis blijft waar het tenslotte gaat om iets sis een „tweede revolutie". Het wangedrag van Röhm e.a. was im mers sinds lang bekend en Hitier dekte het met zijn naam, zou het nog langer gedaan hebben als niet andere, sterkere motieven hem dwongen den nieuwen koers openli,jk te belijden, die hij den laatsten tijd reeds in stilte ingeslagen was. Het was nl. bekend, dat zich in Duitsch land in de nationaal-socialistische partij een gevaarlijke crisis aan het ontwikke len was. Toen Hitier aan de macht was gekomen stond hij voor de keuze een ge heel nieuwen nationaal-socialistischen staat van den grond af op te bouwen, met verwerping en afbreking van al het histo- risch-traditioneel overbodige, dat in zijn regiem niet past, of de zaak verder door te zetten, op den ouden voet, met behulp van de conservatieven in leger, adminis tratie, rijksweer, politie en industrie, maar zóó doorspekt met jongeren, S.A.- mannen en dragers van den nieuwen geest, dat er zoowel overal, op alle posten van gewicht, lieden uit de partij fungeer den of toezicht hielden, in de hoop aldus de nieuwe orde geleidelijk in te voeren. Hoewel Hitier in Juli van het vorig jaar reeds verklaarde, dat de revolutie geëindigd was, is dit parool bij velen zijner S.A.-mannen toch niet doorgedron gen. De radicalen onder hen zijn de mee ning toegedaan dat een „tweede revo lutie" den werkelijk nationaal-socialisti schen staat moet scheppen (socialistisch hier niet op te vatten in de beteekenis, die wij gewoonlijk er aan hechten). In de nazi-beweging in Duitschland is dit een soort onderstroom, een zuiver natio- naal-socialistisch links-radicale beweging, geladen met al de fantasieën en de heele ideologie van raszuiverheid, Germanen- dom, gelijkschakeling in geloofskwesties enz. Dé uitspraak van den leider, Juli 1935, heeft men geëerbiedigd en men troostte zich er mee, dat het zuivere na- tiouaal-socialistisme toch zou zegevieren in de staatsorganisatie, via de jeugd. Voor de linkergroepen moet in dit ver band verblijdend zijn geweest het her haaldelijk optreden van S.A. tegen Stahl- helm, de Hitlerjugend tegen studenten, enz., i kortom de revolutionaire kracht bleef, leefde actief en onaangetast voort. Boven den radicalen S.A.-onderstroom kwam een andere laag der bevolking naar voren, die van de nationalisten, oude con servatieven van het groot-kapitaal, de vregere Duitsch-nationalen en Pruisi sche Junkers, een reactionaire groep on der de nazi's en in de S.A., waarin voor al ondergebracht was de groot-industrie, het groot-grondgebied en de hoogere mili tairen. Zij maakten zich in alle stilte klaar om op voorzichtige wijze de zaken in Duitschland over te nemen, met be houd van het fascistisch stelsel. Want deze belangrijke groepen, die in het vroe gere Duitschland op veelzijdig gebied een rol van beteeyenis hebben gespeeld, zij voelden dat het zoo niet verder kon en zij probeerden althans een échec voor hun land te voorkomen. Wat zij beoogden was: opheffing van de economische blolk- kade van Duitschland en terugdringen van den nationaal-socialistischen staat tot een eenvoudig fascistischen staat a la Hussolini, dus zonder al de fantasieën en UNICUM illusies; fascisme reëel en zuiver econo misch van grondslag, zonder meer. Deze beweging berust vooral op de groot industrie: tusschen haar en de radicale onderstroom-beweging der S.A. is een stille rivaliteit ontstaan, die de laatste weken evenwel plotseling acuut is gewor den; de groot-industrie was tot de over tuiging gekomen dat het tijd was einde lijk iets te doen voor aleer de radicale onderstroom de massa in beweging zette; zij is te rade gegaan bij Hindenburg en zij heeft daar de economische nooden van Duitschland en de sombere toekomst van het Rijk blootgelegd. De groot-industrie nl. heeft een dreigend tekort aan grond stoffen en voorraden, noodig voor den export; tengevolge van de transfermoei lijkheden zijn die voorraden door het bui tenland niet aan te vullen en het resultaat van dat alles zal zijn, dat in Duitschland over eenige maanden tal van fabrieken zullen stilliggen, de werkloosheid zal stijgen, het volk onrustig zal worden. Die werkloosheid zou nog wel eenigen tijd op kunstmatige wijze gekeerd kunnen worden, maar uiteindelijk zou vèrdoorge- voerden steun aan de industrie op deva luatie van het betaalmiddel uitdraaien. Over al deze dingen van de nuchtere realiteit heeft mén in de kringen der groot-industrie en van het bankwezen met de opperste leiding geconfereerd. (Niet voor niets was Hitier juist vorige week weer in het Rijnsch-Westfaalsche gebied). Het resultaat was dat men als eenige uitkomst Amerika zag, waar for tuinen aan producten en half-producten vernietigd worden. De Duitsche in dustrieel en bankier wil hier het voor beeld volgen van Sovjet-Rusland en men heeft aan de Ver. Staten voorgesteld een uitgebreid grondstoffencrediet te ver- leenen op langen termijn. Ook dit had Hitler's goedkeuring; de gedelegeerde vertrok naar Amerika, doch kwam terug met een verlanglijst van Amerikaansche wenschen t.o.v. Duitschland. Men wilde te doen hebben met een geordende staat, die meer rechtszekerheid biedt t.a.v. de schulden en het betaalwezen; men wilde een minder scherp economisch nationalis me, einde van den kerkstrijd, de Joden vervolging en meer binnenlandsche rust. Te dien aanzien zou men den geschapen toestand voorloopig eerbiedigen, maar het moest niet erger worden en dan zou den nog enkele „Emporkömmlinge" van het nationaal-socialisme uit hun hooge ambten moeten worden ontslagen, indivi- duën, die misbruik maakten van de macht, waarmee het regiem ze had be kleed. Ziedaar, grosso modo, waaraan Duitschland zich zou te houden hebben, wilde het met Amerika op zakelijke basia in zee gaan. Groot-industrie en bankwezen hebben deze wenschen goedhartig ontvangen; de verwezenlijking ervan stuurde in de rich ting van hun eigen doel: vervorming van den nationaal-socialistischen in een zuiver economisch-fascistischen staat. En daarom gaat het nu in Duitschland. Men moet Hitier, die al meer naar rechts over helde, den laatsten tijd ervan overtuigen, dat hij een dergelijke koers voor het wel zijn van Duitschland definitief zal moe ten inslaan. Want daarvan is men in be doelde kringen overtuigd men heeft Hitier noodig als verbindingsteeken tot de massa, die de conservatieve kringen niet bereiken en bewerken kunnen. Men zal Hitier voor dit plan van reëele zake lijkheid moeten winnen, men zal Amerika, ten deele althans moeten tegemoet komen, of anders is de ellende van Duitschland niet te overzien. Uit de gebeurtenissen van de laatste weken en dagen blijkt wel, dat Hitier voor inwilliging van enkele der Amerikaansche wenschen toegankelijk schijnt te zijn. Hij heeft Röhm o.a. reeds gedesavoueerd. Hij heeft Von Papen, die door zijn be kende rede zooveel stof deed opwaaien en die toegejuicht werd door de gioot- industrieele kringen ontzien, hoewel twee van Von Papen's medewerkers zelf moord pleegden; hij heeft de S.A. met 'n maand verlof, zonder uniform, naar huis gestuurd en daardoor aan het buitenland het bewijs geleverd dat Duitschland ook zonde de buiten de grenzen onspmpathiek aangeschreven S.A. een veilige en op vaste grondslagen gevestigd staat is; hij heeft, in zijn zich steeds verder voltrek kende koersverandering steun gezocht bij de oude rijksweer en de beproefde élite van S.S. en politie en toen hij Zaterdag de eerste slag gegeven had, die meer voor het buitenland en vooral Amerika dan eigenlijk voor het inwendige Duitschland zelf bestemd was, toen heeft hij daarna door Goebbels een radio-rede laten uit spreken, welke Zondagavond in de Engel- sche en Fransche taal en Zondagnacht (ten behoeve van Amerika?) in het En gelsch nogmaals voor de microfoon her haald werd. Daarin werden vooral ge- Haastig liep ze Ossington Road af, doodsbenauwd, dat John het wachten moede geworden was en op weg naar huis toe. „Je weet zeker, dat je laat bent? Je bent toch werelijk niet punctueel. Ik be grijp niet waarom ik met je wil trouwen. Ik heb den auto niet bij me. We zullen een taxi nemen. Ik heb Aurora opgebeld, we gaan bij haar theedrinken." Anne bleef plotseling staan. „Neen dat kan ik niet doen!" John pakte haar bij den arm en schoof haar voor zich uit. „Ik wou, dat je niet zoo onaangenaam was. Het weer is al onaangenaam ge noeg." „Maar.... John...." „Anne, je vermoeit mij. Aurora is er niet Begrijp je? Aurora is weggegaan; behalve het dienstmeisje, dat voor de thee zorgt, is er niemand." Anne liet zich naar een taxi brengen. Ze moesten toch eens eindelijk uitpraten. Ze wilde er achter komen wat John wist en zich van zyn stilzwijgen verzekeren. Ze zat in de taxi naar den regen en de doorweekte straten te staren; de zwarte parapluies waren nat en glimmend, de trottoirs leken wel kleine riviertjes en daar zag ze een brievenbus, die even rood was als het boek, dat John haar ge stuurd had. Aurora had tegen Horrocks gezegd het vuur in de ontvangkamer aan te leg gen. Rorrocks vond het onzin, een vuur m Mei, en dan nog wel een kolenvuur, maar Aurora had voet bij stuk gehouden. John draaide een knop om en de groote vergulde kandelaars met rose kapjes, die ter weerszijden van den schoorsteenman tel stonden, verspreidden een zacht licht. „Aurora zegt, dat dit de minst onge makkelijke stoel is," zei hij; en Anne glimlachte tegen wil en dank. „Wat gezellig om weer eens in zoo'n omgeving te zijn!" liet ze zich ontvallen. John zei: „Verdraaid!" En toen: „Het spijt me, Anne maar 't is je eigen schuld als ik zulke krachttermen gebruik." Anne's donkere blauwe oogen keken hem met een ondeugende twinkeling aan. Het deed zijn hart bonzen. Hij stond op bet haardkleed met den rug naar het vuur en keek op haar neer. „Nu, Anne?" „Ja?" Anne voelde heelemaal geen neiging om zyn uitdaging te aanvaarden. Waarom kon hij haar niet haar voeten laten dro gen en rustig voor het vuur laten zitten met de zachte kussens in haar rug? Haar „Ja?" kwam dan ook niet van harte. „Ik wensch dat je onmiddellijk hij mevrouw Fossick-Yates vandaan gaat en dat je zoolang bij Aurora je intrek neemt tot ik de voorbereidingen voor ons huwe lijk heb getroffen." Anne liet een zwaren zucht hooren. „Wij trouwen niet." „O ja, toch wel. Ik maak geen grap hoor. ik ben heel ernstig ,.lk ben ook ernstig. Ik kan niet met je trouwen, John." ,.Je weet. dat ik van je houd...." HU zweeg en voegde er aan toe: „Ontzettend veel Anne zei niets. De laatste twee woor den hadden een verborgen veer van vreugde en pijn doen losspringen; ze durfde niet te spreken. Als John hoos zou zijn, zou het zooveel gemakkelijker wezen. Nu hij zoo lief was, kon ze niet de woorden vinden, waarmee ze hem weg wilde sturen. „Anne, sta op!" Hij legde de handen op haai' schouders en trok haar uit den stoel omhoog. „Kijk mij aan en vertel mij dan: houd je ook van mij: „Ja." „Dan. „Ik kan niet met je trouwen." „Dat kan je wel." Hij liet haar weer in den stoel zitten. „Luister." Hij knielde bij liaar neer en sloeg zijn arm om haar schouders. „Anne lieveling toe luister, dan zul je zien hoe makkelijk het allemaal gaat. Jij kunt hier komen en bij Aurora komen we hbeben dat al afgesproken. De praatjes houden dan van zelf op als je weer hier en daar gezien wordt. Aurora zei dat dadelijk. De meesten denken, dat je met haar naar Spanje bent geweest. Het is toch zoo eenvoudig! Dan zullen Nichalos en Jenny ook wel bijdraaien en jij buigt je trotsche hoofdje en blijft er zoo lang tot wij trouwen. Op die manier komt er aan alle praatjes een eind." Anne voelde zich in een hoek geduwd Ze schudde het hoofd. „Ik kan niet zij willen niet." John lachte grimmig. „Willen zij niet? En ofl Als ze niet willen dan...." „Neen .Tohn!" „Als zij niet willen, zal ik eens onder zoeken wie die paarlen eigenlijk gestolen heeft." Anne rukte zich uit zjjn armen los en dook in den verste» hoek van den stoel „Ja? Het meisje, dat ze gestolen heeft, droeg een ring met een smaragd dat is Mr. Pollard speciaal opgevallen. Het was zoo'n prachtige ring, dat hij dacht, dat het meisje werkelijk de paarlen wilde koopen in plaats van ze alleen maar te zien. Waar is die ring, Anne?" „Ik heb geen ring met een smaragd. Dat weet je wel. Ik had Jenny's ring aan." „Dat is een leugen." Anne's oogen schoten vuur. „Waarom zou een dievegge geen leu gen vertellen? Ik had Jenny's ring te leen." „Leende- ze jou.... haar verlovings ring?" Hij lachte. „Leende ze je ook haar ha ren? Mr. Pollard had niet naar haar ha ren gekeken, maar zijn assistent wel. Ik heb hem eergisteren gesproken een sympathieke jongeman me scherpe oogen iiq verklaarde zijn zorgeloosheid door to bekennen, dat de jongedame diepen in druk op hem had gemaakt. Hij zei, dat hij altijd een zwak had gehad voor meis jes met blond haar en men zag niet dik wijls blond haar met bruine oogen. Heb jij blond haar en bruine oogen, Anne?" „Jij verzint dat maar. Hij heeft moeten getuigen." (Wordt vervolgd). weg. „Ik heb ze gestolen toch verteld." dat heb ik je

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1