Vrouwen met tact.
Het Menu
De zakenvrouw.
Maandag:
Blinde vinken.
Vrijdag II.
T JUTTERTJE
Financieele problemen van den
middenstand.
ZIJ BEHEERT DE KAS.
Wat de vrouw daarvan weten moet
door
GERRA VAN STAVEREN..
Er zijn gezinnen, waarin de finan
cieele zorgen bijna uitsluitend op de
vrouw drukken. De man denkt alleen
aan het verrichten van zijn werk; hoe
het geld, dat hij daarmee verdient, be
steed moet worden, laat hij over aan
zijn vrouw. In zulke gevallen is het de
taak van de vrouw, om steeds voldoen
de contant geld te hebben, wanneer
daaraan behoefte bestaat. Wanneer de
huur betaald moet worden en de reke
ningen van de leveranciers komen, mout
daarop van tevoren zijn gerekend zoo
dat het geld klaar ligt. De man is het
huis uit om te werken en laat de geld
zaken aan zijn vrouw over dan moet
zij ook door een goed financieel beleid
zich dat vertrouwen waardig maken.
Vele koopmansvrouwen bevinden zich
in —soortgelijke omstandigheden. Zelfs
in groote zaken komt het voor, dat de
man, die door- zijn meerdere ontwikke
ling dezaken leidt, juist bij moeilijke
en netelige zaken het oordeer van zijn
vrouw wil hooren, voordat hij beslis
singen neemt over het beheer van de
zaak of over geldbeleggingen. Ook dit
legt aan de vrouw een taak op. Onder
de tegenwoordige omstandigheden
komt het maar al te vaak voor, dat de
zaak op een gezonde basis wordt ge
dreven, doch dat er gebrek is aan be
drijfskapitaal. Wil de vrouw nu werke
lijk raad om steun geven, zooals van
haar verwacht wordt, of wil zij zelfs
haar vrouwelijke tact benutten voor het
voeren van onderhandelingen, dan
moet zij zorgen op de hoogte te komen
van het moderne bedrijfscrediet, waar
van helaas ook menig zelfstandig wer
kend zakenman onvoldoende weet.
Kan een zaak, die niet bepaald tot
de „groote" behoort dan kans hebben
öp een crediet van een bank! Inderdaad
is het een zeer algemeene opvatting,
dat de banken de groote zoowel als
de kleine zich slechts bezighouden
mèt de kapitaalsbehoeften van groote
industrieele ondernemingen, terwijl zij
zich doof zouden kunnen houden voor
de wenschen van de kleinere zaken.
Deze meening komt echter niet over
een met de werkelijkheid. De particu
liere banken zijn er zich zeer goed van
bewust, dat ook zij ten zeerste afhan
kelijk zijn van de levensbelangen der
middenstandsbedrijven. Dit geldt even
goed van den particulieren bankier, die
als helper en raadsman staat temidden
van de groote familie der handeldrij-
venden in zijn stad, als van de provin
ciale bank. Doch zelfs door de groote
banken wordt de kleine zakenman op
elke wijze gesteund In 1933 heeft één
dezer banken bijv. 1.60.000.000 aan
credieten verleend, die geen van alle
meer dan 3000 bedroegen, 80.000.000
werd verleend aan credieten, die va
rieerden tusschen 3000 en 12.000
Men heeft kunnen constateeren, dat dat
in het geheele particuliere bank
bedrijf tegenwoordig ruim 80 van
alle toegestane credieten verleend wor
den aan middenstandsbedrijven. Uit
zulke cijfers blijkt wel, dat de banken
volstrekt niet onwillig zijn om hun
medewerking te verleenen.
Hier behoort van de zijde der han-
deldrijvenden tegenover te staan, dat
zij ernaar streven om hun verplichtin
gen tegenover den geldschieter behoor
lijk na te komen. Vooral op dit gebied
is het moreele peil sterk gedaald; zij
moeten het hunne doen om het weer
op te voeren. Juist tegenover een bank
inoet de creditnemer zich bijzonder be
trouwbaar toonen, want de bank zelf is
op haar beurt weer credietnemer ten
opzichte van de menschen, die "hun geld
bij haar hebben belegd.
Vrouw des huizes: „V/ij geven aan
staanden Vrijdag een bal. Zou je dan
kunnen komen?"
Werkster: „Ja zeker, mevrouw! Maar
ik ken alleen de polka!"
Hun invloed op haar omgeving.
MISPLAATSTE NIEUWSGIERIGHEID
door
ELISABETH GOVERS.
Tact kunnen wij wellicht het beste
omschrijven door de duidelijke, Neder-
landsche uitdrukking: innerlijke be
schaving. Dat is iets, wat men vooral
van vrouwen verwachten mag; daarom
moet de opvoeding onzer meisjes daar
op ook gericht worden. Menschen met
innerlijke beschaving doen ons wel
dadig aan, waar wij ook met hen in
aanraking komen. Dat zijn dié men
schen, die niet innerlijk verwrongen
en misvormd zijn, die daardoor in staat
zijn om een moeilijke situatie op de
juiste wijze in het reine te brengen of
een verzachtend en verzoenend woord
te spreken, wanneer een twist dreigt.
Om hen heen is een sfeer van rust, Zij
doen misschien geen groote dingen
voor het uiterlijke, doch de invloed,
dien zij op het innerlijk leven der men
schen uitoefenen, is des te grooter.
Innerlijke beschaving brengt bijv.
met zich mee, dat men nooit krenkend,
kleineerend of spottend spreekt over
een afwezige. Wanneer u in een ander
mensch gebreken opgevallen zijn, moet
ge zijn positie niet nog moeilijker ma
ken, door er meedoogenloos het licht op
te laten vallen, zoodat voortaan ook
andere menschen, die misschien min
der scherp waarnemen, ze zien. Kwaad
spreken in eiken vorm is iets, waar de
fijngevoelige vrouw zich niet mee
moest inlaten.
Evenmin moet zij trachten om nieuws
gierig zich in te dringen in de zaken
van anderen, wanneer deze haar niet
uit zichzelf hun vertrouwen schenken.
Het is wel zeer tactloos om iemand uit
te hooren over zijn omstandigheden en
opvattingen.
En ontvangt men iemands vertrou
wen, dan moet men dat vertrouwen ook
eerbiedigen en geheimen weten te be
waren. Men moet in het oog houden,
dat de ander zich wellicht alleen heeft
uitgesproken, omdat het hem op een
gegeven oogenblik te zwaar werd, zqn
moeilijkheden alleen te dragen. Mis
schien heeft hij reeds spoedig daarna
berouw van zijn vertrouwelijkheid. Dan
mag men hem geen aanleiding geven
om zijn berouw gerechtvaardigd te zien.
Wie ook maar eenige aanspraak wil
maken op fijngevoeligheid, moet weten
te zwijgen.
Tact is ook, dat men menschen, die
onder bepaalde omstandigheden niet
weten, hoe zij zich moeten gedragen-
met onuitgesproken raad terzijde staat
Er zijn bijv. vele jonge meisjes, d'<
niet weten, wat zij in dit geval of da
geval te doen en te laten hebben. In
zulke gevallen kan men veel goed doen.
als men den juisten weg aanwijst door
het eigen voorbeeld of door vriende
lijken raad.
Dat men een ander niet opzettelijk
iets onaangenaams aandoet, spreekt
wel vanzelf. Men moet het echter ook
lééren vermijden, onopzettelijk iemand
te krenken, te kleineeren of pijn te
doen.
En hiervoor is het weer noodig, op
rechte belangstelling voor zijn mede-
menschen te koesteren, zoodat men hen
leert kennen en weet, in welke opzich
ten zij ontzien moeten worden. Dan
eerst kan men ernaar streven om hun
onaangename dingen te besparen en in
tegendeel hun zelfvertrouwen te ver
sterken. Wanneer elke vrouw zich aan
deze beginselen houdt op de plaats,,
waar zij in het leven staat, dan zal het
leven voor alle menschen prettiger
worden. De bestaande toestanden kun
nen door de vrouwen aanmerkelijk
verbeterd worden, niet van achter een
groene tafel, doch in het gewone leven
van eiken dag, in den kring van men
schen, waarmede men vanzelf in aan
raking komt.
van deze week.
Zondag:
Kop bouillon,
Tomatensla.
Aardappelen.
Peultjes.
Chateaubriands.
Kruisbessen.
Juliennesoep.
Asperges.
Gebakken aardappelen.
Krieken.
Dinsdag:
Huzarensla.
Aardappelen.
Tuinboonen met spek.
Ananasschijfjes.
Woensdag:
Croquetjes.
Gemengde salade.
Aardappelen.
Hangop.
Donderdag:
Pasteitjes.
Wortels met doperwten.
Aardappelen.
Biefstuk.
Meikersen.
Vrijdag:
Tong (visch).
Aardappelen.
Gewelde boter.
Fruit.
Tomatenomlet.
Snijboonen.
Gebakken aardappelen.
Truffels.
Zaterdag:
Russische eieren.
Kropsla met kreeft
of komkommers.
Aardappelen.
Rödgröd.
Blinde vinken.
0 ons blinde vinken (mooie langwer-
ge kalflapjes); 10 dunne plakjes
fsnet; l ons kalfsgehakt of half
alfs- half varkensgehakt; wat melk.
en klein stukje oud brood; peper zou:,
1 ei of eiwit; paneermeel, VA ons bo
ter; desverkiezend een paar schijfjes
citroen.
Schrap, klop en zout de lapjes. Maak
het gehakt op de gewone wijze aan en
verdeel het in 10 gelijke deelen. Leg
over ieder kalfslapje een stuk kalfsnet
en strijk daarna het gehakt erover
heen (doch niet te dicht aan den kant).
Rol de lapjes op en bind ze vast met
een draadje. Bak de blinde vinken in
de heete boter aan alle kanten bruin.
Doe ze over in een stoofpan en maak
de jus af met wat water en stoof ze,
desverkiezend met een paar citroen
schijfjes, tot ze gaar zijn (ongeveer XA
uur). Neem voor het opdoen de draad
jes eraf.
Vleesehcroquetten.
2 ons resten kalfsvleesch; 2XA dl
bouillon; 30 g bloem (ongev. 4 lepels);
30 gram boter (ongeveer VA lepel); 214
blaadje gelatine; peper, zout, noot, wat
fijn gehakte peterselie; 1 ei of eiwit,
delfia of slaolie om in te bakken.
Kook, indien rauw vleesch gebruikt
wordt, dit gaar in kokend water met
wat zout en een stukje ui, wortel en
peterselie. Hak het vleesch lijn. Maak
van de boter, de bloem en het vocht een
dikgebonden saus. Los hierin de in
koud water geweekte gelatine, en
maak de saus af met peper, zout, noot
fijn gehakte peterselie, naar smaak.
Roer hierdoor het gehakte vleesch.
Spreid de massa uit op een nat gemaak-
ten schotel of een diep bord en laat ze
daarop koud worden. Maak er, wan
neer ze koud en stijf is, met twee lepels
langwerpige rolletjes van. Paneer deze.
Maak delfia of slaolie in een diepe ijze
ren pan goed heet en bak hierin de
croquetjes bruin en knappend.
Laat ze uitlekken op grauw papier
en dien ze opgestapeld op een schaal
tje (desverkiezend op een gevouwen
vingerdoekje) versierd met een paar
takjes peterselie, op.
Tuinboonen.
2 kg tuinboonen, 2 dl. melk, 2Vz lepel
bloem, 1 lepel boter, zout, wat fijnge
hakt boonenkruid of half boonenkruid,
half peterselie.
Dop de boonen, en kook ze, na ze
eerst ge"-"c"",hen te hebben, vlug gaar
in rui1 3 water met een scheutje
melk (t ideur blank te houden) en
zout (1 lepel op 1 liter water) gedurende
1/2 a 3/4 uur. Maak van de bloem en
melk en de boter een gebonden sausje
(verwarm al roerende de boter, bloem
tot een gladde massa en voeg hier
langzaam bij, nog stééds roerende, de
melk. Ietsje zout toevoegen en laat de
saus pl.m. 5 min. doorkoken), en stoof
er de uitgelekte boonen in.
Doe er voor het opdoen het gewas-
schen en de zéér fijn gehakte boonen
kruid bij.
Pasteitjes.
Bij wijze van hors d'oevre geven wij
een recept voor pasteitjes, die te ma
ken zijn uit kalfsvleesch (fijn gehakt),
champignons of wil men het heel fijn
hebben kalfszwerik. Voor deze drie
soorten van pasteitjes gelden hetzelfde
recept. We hakken de champignons, oï
de kalfszwerik, of het kalfsvleesch
zeer fijn. We maken hiervoor een
sausje naar smaak, te bereiden uit
boter, en bloem, langzaam verder af
maken met melk. Daarna naar smaak
een weinig citroen bijvoegen. Voor ex
tra fijne pasteitjes kan men er witte
wijn bijvoegen. De pasteitjes, die warm
gekocht zijn, moeten ook warm gehou
den worden en direct na het opdienen
gegeten.
Tong (visch).
4 baktongen; zout, paneermeel; 1 ei
of eiwit, boter of slaolie.
Stroop het vel van de visch af en
maak ze schoon. Dit geschiedt door de
visch aan buikzijde open te snijden en
de ingewanden eruit te nemen, den kop
eraf te snijden en een gedeelte van de
vinnen en den staart af te knippen.
Wasch ze, zout ze, laat ze eenigen tijd
staan en droog ze daarna met een
ouden, schoonen doek af. Paneer ze,
d.w.z. haal ze door een los geklopt ei,
verdund met wat melk (of door een los
geklopt eiwit, verdund met wat water)
en daarna door fijn paneermeel. Bak ze
heel voorzichtig (eerst op een heet
vuur, daarna zachter) langzaam in de
heete boter aan beide kanten lichtbruin
en tegelijk gaar. Op grauw papier laten
uitlekk*-?