Buitenlandsch Overzicht.
KOS - KONINGSTRAAT 76
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERiNGEN EN ANNA PAULOWNA
De Tweelingzusters
No. 7460 EERSTE BLAD
DINSDAG 17 JULI 1934
62ste JAARGANG
lp
Dorlog met den bisschop
van Ursel,
Patricia Wentworth
21/, oeLIGATIlëN
1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer
Hoofdkantoor
Dr. Gereke veroordeeld
tot 1/z jaar gevangenisstraf.
Het volksgerechtshof
geïnstalleerd.
GEMENGD NIEUWS
Ontzettend drama te
Princenhage.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost I 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20 Losse ros. 4 ct.fr.p.p. 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, f 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). tngez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Hitler's verantwoording voor het Duitsche volk, veel vragen
onbeantwoord gelaten. Op een Scandinaafsclvinterparlementair
congres is neutralisatie van de Oostzee bepleit. De gisting in
in het Verre Oosten.
De rede van Hitier
heeft in het buiten
land niet veel com
mentaar gewekt. De
buitenlandsche pers
waagt zich niet aan al te schepe critiek
en de diplomatie zwijgt liefst in alle talen,
omdat Hitler's rede uitsluitend bedoelde
een verantwoording tegenover het Duit
sche volk en dan waagt men zich in dezen
tijd liever niet in een wespennest.
De „N. R. Ct." noemt de rede door de
suggestieve voordracht een groot orato
risch succes voor den leider. Zijn uiteen
zetting over de gebeurtenissen van den
SOsten Juni en met name van de voorge
schiedenis daarvan, zal zijn gehoor stellig
hebben overtuigd, dat in die gedenkwaar
dige dagen het Derde Rijk van een groot
gevaar is gered.
Het blad schrijft:
Het spreekt vanzelf, dat Hitier het
uitvoerigst heeft stilgestaan bij het
gedrag van Roehm, die al sedert
maanden bezig was de S.A. „meer en
meer af te brengen van haar taak en
aan een andere taak dienstbaar te
maken."
Dit gebeurde door de jongere lichtin
gen en vooral die van het vorige jaar,
sterk voor te trekken en den ouden stam
van het corps achteruit te zetten. Van die
jongeren yerwachtte Roehm, dat zij door
dik en dun met hem zouden gaan, ook
wanneer hij het sein gaf voor de tweede
revolutie.
Met von Schleicher was overeengeko
men, dat na een geslaagden plaatsgreep
de rijksweer en de S.A. in één hand zou
den komen en wel die van Roehm.
Toen geruchten over het drijven van
Roehm den kanselier bereikten, heeft hij
getracht zijn ouden strijdmakker op den
rechten weg terug te brengen. Roehm ant
woordde ontwijkend, dat de geruchten èf
onwaar öf overdreven waren en besloot,
daar hij zag dat de kanselier voor zijn
plannen niet te vinden was, en ze vastbe
raden zou bestrijden, hem uit den weg te
laten ruimen.
In de S.A. werd inmiddels het gerucht
verspreid, dat Ilitler met de staatgreep-
plannen aceoord ging; dit mocht evenwel
niet ruchtbaar worden en als de Putsch
slaagde, zou men hem voor de leus een
korten tijd gevangen houden. De Putsch
zelf zou bestaan in het bezetten van de
regeeringsgebouwen en de verdere maat
regelen (-militaire dictatuur) zouden onder
zijn (Hitler's) naam worden getroffen.
Uitdrukkelijk heeft de rijkskanse
lier vastgesteld, dat Von Papen, uit
wiens behandeling men wel den in
druk heeft moeten krijgen, dat ook
hij verdacht werd, niets met de sa
menzweerders uitstaande heeft gehad.
Het heeft sterk de aandacht getrokken,
dat Von Papen niet in den Rijksdag aan
wezig was, hoewel hij in naam nog vice-
kanselier is. President Hindenburg wil
hem niet laten gaan en naar verluidt is
ook Hitier zelf overtuigd, dat men hem
moet zien te houden, omdat zijn ontslag
op de katholieke Saarbevolking, waarbij
hij sterke sympathieën heeft, een hoogst
ongunstigen indruk zou maken, welke
Dnitschland bij de volksstemming in Ja
nuari van het volgende jaar enorme scha
de zou kunnen berokkenen. Maar het
schijnt, dat von Papen, die uiteraard sterk
geschokt is door het gebeurde en zich
schromelijk verongelijkt acht, voet bij
stuk houdt en volledige genoegdoening
eiselit. Of hij zich door de korte verkla
ring van Hitier te zijnen aanzien nu ge
rehabiliteerd zal achten, is de vraag. In
elk geval zal voorloopig wel geen wijzi
ging in de regeering worden gebracht.
Vele punten, waarop huiten Duitsch-
land de aandacht is gevestigd, heeft de
rijkskanselier onbesproken gelaten.
Zoo de geheimhouding der namen van
de slachtoffers, wier aantal (74) aanzien
lijk grooter blijkt dan de tot nu toe opge
geven cijfers (het hoogste daarvan was
46), de parate executie van mannen als
Von Bose, Klausener, Von Kahr. Hitier
heeft daaromtrent gezegd:.„Men heeft wel
gevraagd, waarom ik de samenzweerders
niet voor een rechtbank heb gedaagd,
maar op dat uur was ik verantwoordelijk
voor het lot van het Duitsche volk en daar
door de opperste rechter van het Duitsche
volk."
Op het te Helsing-
Neutralisatie fors gehouden con-
der Oostzee gres van de Scandi-
naafsche afdeeling
van de interparlemen
taire unie zijn de besprekingen hoofdza
kelijk gewijd geweest aan de werkloosheid
onder de jeugd en aan het Oostzeepro-
bleem. Over liet laatste vraagstuk, dat ook
onze aandacht mag hebben, sprak pTof.
VainÖ Voionmaar uit Finland.
Blijkens de telegrammen zeide hij o. a.,
dat het sluiten van een overeenkomst tüa-
schen de staten aan de Oostzee betreffen
de een non-agressie-verklaring met be
trekking tot de vaarwateren van de Oost
zee geen overeenkomsten van anderen
aard in den weg zou staan, maar dat om
gekeerd verdragen van het type van Lo-
carno wel het sluiten van een Oostzee-
papt zouden kunnen verhinderen. Een
overeenkomst tot neutralisatie van de
Oostzee zou volgens spreker in moeten
houden, dat directe vijandelijkheden op de
Oostzee niet zouden mogen voorkomen,
dat blokkade en mijnversperringen bui
ten de territoriale wateren verboden zou
den zijn, evenals het in beslag nemen van
schepen, terwijl men voorts eventueel een
verbod zou kunnen uitvaardigen voor
oorlogsschepen om op de Oostzee mili
taire oefeningen te houden buiten de ter
ritoriale wateren.
Een dergelijke overeenkomst zou vol
ledig in overeenstemming zijn met het nu
zoo belangrijke streven naar veiligheid
en in feite een non-agressieverklaring
zijn, daar geen van de onderteekenaars
op de Oostzee een anderen staat of diens
schepen zou mogen, aanvallen. Prof.
Voionmaar drong er op aan, dat de Scan-
dinaafsche afdeeling haar aandacht aan
deze kwestie zou geven, waarna hij een
resolutie voorstelde, waarin de landelijke
groepen aangespoord werden de aandacht
der regeeringen op dit vraagstuk en op de
noodzakelijkheid van een oplossing daar
van te willen vestigen. Een resolutie,
waarin het congres zich uitsprak voor een
verdere behandeling van het Oostzee-pro-
bleem door den Noorschen interparlemen
tairen raad en voor studie van dit onder
werp in de landelijke groepen, is later
goedgekeurd.
De gisting in
het Oosten
De toestand in het
Verre Oosten is door
de belangwekkende
gebeurtenissen in Eu
ropa, een beetje in
het vergeetboek geraakt. Toch is het daar
nog lang geen koek en ei en omdat de ge
beurtenissen daar ook van groote betee-
kenis zijn voor Europa, is het wenschelijk
het ook gevestigd te houden op de ont
wikkeling van den toestand tusschen
China en Japan.
Een medewerker van de „N. R. Crt."
schreef dezer dagen aan zijn blad o. m.:
Het zou verkeerd zijn om de telegram
men-rust, die ingetreden is met betrek
king tot den toestand in het Verre Oos
ten op te vatten als een teeken, dat de
zaken daar inderdaad in een rusttoestand
verkeeren en dat Japan nu min of meer
inactief den verderen loop der dingen af
wacht.
Het tegendeel is Tvaar; wie zich de
moeite wil geven om de gedetailleerde
berichten uit China te bestudeeren,
zal eerder tot de conclusie komen, dat
het er erger dan ooit onder de op
pervlakte gist en borrelt.
De gemoederen koelen geenszins af, de
militante diplomatie kruipt waar zij niet
gaan kan, mijnen en tegenmijnen worden
gestadig aangelegd, en elk oogenblik kan
een nieuwe uitbarsting plaats vinden.
Terwijl Japan van Mantsjoerije en Jehol
uit naar het Westen nauwkeurig het
groote plan van Tanaka aan het uitvoe
ren is, geeft de inwendige toestand van
dat gebied toch ernstig te denken. De tal
rijke aanslagen op de spoorwegen mogen
op zichzelf wel niet zooveel beteekenen,
zij duiden toch op een toestand, zooals
men na bijna drie jaar militaire „pacifi
catie" niet zou mogen verwachten. Maar
ook buiten deze aanslagen om gebeuren
er in Mantsjoerije dingen, die niet wereld
kundig worden en toch duiden op een toe
stand, die de vraag zou wettigen of men
niet eenmaal zal moeten gaan spreken van
„Mantsjoeria Irredenta"! Het blijkt na
melijk, dat niet alles op rekening van
spoorweg-opbrekende bandieten gescho
ven kan worden, maar dat er nog steeds
sprake is van een bitter, van het volk zelf
uitgaand verzet tegen het Japansche be
heer, vooral met betrekking tot de koloni
satiepolitiek ten. bate van Japanners' en
Koreanen.
Ten opzichte van zijn Noordelijken na
buur heeft Japan het ook niet gemakke
lijk. Telkens komen gevallen van wrijving
voor, hetzij op den Amoer, hetzij in Sa-
ehalin of elders.
In Zuid-China heerscht een steeds
groeiende spanning omtrent de beteeke-
nis en eventueele gevolgen van de aange
kondigde conferentie der „tegenoverge
stelde oevers", d.w.z. de Japansche con
suls, gestationneerd in de havens ter
weerszijden van het Kanaal van Formosa
gelegen.
Aldus blijft de toestand er voor China
hoogst ernstig uitzien. Of er eenmaal nog
hulp van buiten voor dit benarde land zal
komen opdagen? De Amerikaansche opi
nie (om van de Europeesche maar niet te
spreken) naar de meest teëkenende uit
latingen in de pers beoordeelende, schijnt
er geen sprake van te zijn, dat op grond
van het Negen-Mogendhedenverdrag of
dergelijke overwegingen de minste steun
te Wachten is. Men gaat nu zelfs beweren,
dat het de plicht van China is om zelf te
zorgen dat de bepalingen van liet N.-M.-
verdrag ten opzichte van zijn gebied niet
geschonden worden! Wat de toekomst
echter nog brengen kan aan dwingende
omstandigheden, is niet vooruit te zien.
Gelukkig voor China zijn zijn twee groote
binnenlandsche handicaps, n.1. de oppo
sitie van Kanton en het communisme in
het buitenland, nu grootendeels bezworen.
Een pretendent.
V.D. meldt uit Barcelona:
Eïet staatje Andorra ontdekte tot zijn
verrassing, dat de Algemeene Raad ont
boniden was en dat het land geregeerd
werjd door een vorst, die zich zelf had
aangesteld, terwijl tevens bleek, dat hel
land „in oorlog" was met den bisschop
Urgel, die tezamen met den president
van de Fransche republiek den titel van
Co-Prince van Andorra draagt. Althans,
dit was de inhoud van de proclamatie die
uitgevaardigd was door den „Graaf van
Oranje", baron de Skossyreff, die zichzelf
noemde „Boris I, vors tder Valeien van
Andorra en Regent van Zijne Majesteit,
den koning van Frankrijk".
Een jaar geleden hield Boris, baron de
Skosseyreff, die zegt in Nederland te zijn
geboren, verblijf te Palma op Mallorca,
waar hij voor een edelman doorging. In
December 1933 werd hem het recht vei-
leend van verblijf in Andorra „opdat hij
openbare diensten zou kunnen verrich
ten". Hij diende daarop bij den Algemeen
Raad een plan in voor administratieve
hervormingen, waarbij de functies van
financieel-administrateur en directeur
e u i
e t on
Uit het Engelsch van
49)
Nadruk verboden,
XXXVIII.
Toen de bediende weggegaan was om
Jenny te halen, bleef John Nieholas een
oogenblik aanstaren. Daarna liep bij naar
den anderen kant van de rivier. Het wa
ter stroomde als dof kwikzilver door de
natte, groene weiden.
John keek een poos naar den fijnen
motregen en besloot wat bij zou doen.
Als Jenny kwam zou bij haar vragen of
ze zijn brief gekregen had, dan zou hij
bet aan haar overlaten om het Nieholas
te vertellen. Hij zou zoo lang een wande
ling gaan maken en dan terug komen. Hij
had medelijden met Nieholas Marr.
Het spijt mij, dat Jenny hem vanmor
gen niet ontvangen heeft. Ik wist niet, dat
zij weg was. Zijn jullie nu net teruggekc-
men?"
„Vijf minuten voor jij verscheen."
„Zoo."
Misschien was het beter als hij hun
meer tijd gaf als hij heelemaal weg
ging en morgen terugkwam.
„Jenny zal met je willen praten," zei
hij. 'Tk wil alleen maar weten of ze mijn
brief ontvangen heeft. Dan ga ik weg. Ik
kan morgen terugkomen." Nieholas tikte
de asch van zijn sigaret en liet die op het
karpet vallen.
„Kan je dat?" vroeg hij. Gelijkertijd
werd de deur opengeduwd en X\?am
Jenny binnen.
John keerde zich om en kreeg een een
schok. Voor de eerste maal zag hij de
gelijkenis met Anne. En die gelijkenis
was ontstaan door verdriet. Jenny's ge
zicht, doodsbleek, met starende oogen,
leek ontstellend veel op dat van Anne,
zooals hij haar stom van smart, in de om-
rijlaan van Waterdene had gezien.
Jenny keek niet naar hem, maar naar
Nieholas. Ze rende de kamer binnen,
bleef bij de schrijftafel stilstaan, hield
zich aan den rug van een grooten stoel
vast en staarde Nieholas aan. „Nicko!
wat heeft hij gezegd? stuur hem weg!
Het is niet waar! Je zult je zult hem
toch niet gelooven als ik zeg, dat het niet
waar isl Nicko!"
Nieholas Marr stond langzaam op. Hij
mikte het stompje sigaret in den haard.
Toen liep hij naar Jenny toe en legde
zijn hand op haar schouder.
„Jenny!" Het woord klonk scherp.
De hand op haar schouder was stevig.
Jenny klemde zich aan hem vast.
„Nicko stuur hem weg! Wat heeft
hij gezegd?"
Toen, leunend tegen Nieholas, wendde
ze zich tot John;
„Hoe durf je met je leugens hier te
komen? Dacht je soms dat hij je gelooven
zou?"
Toen hief ze een wanhopige hand op
naar Nieholas:
„Zeg, dat je hem niet gelooft; Nicko,
het is een afschuwelijke, schandelijke
leugen! Ik heb het niet gedaan werke
lijk niet! Anne heeft bekend dat weet
je zelf. Zij nam de paarlen en zij heeft
bekend. Nicko, stuur hem weg!"
„Ik ga al," zei John. Hij liep naar de
deur en sprak met een heldere vaste
stem: „Ik heb niets gezegd, Jenny.
Waarom dacht je dat? Dat laat ik aan
jou over. Ik heb je dat ook in mijn brief
geschreven."
Toen liep bij weg en sloot de deur ach
ter zich dicht.
Jenny haalde bevend adem. Ze Het
Nieholas los en ging een stap achteruit.
Hij had niets gezegd. Hoeveel had zij
gezegd? En wat zou ze nu zeggen?
Terwijl deze gedacht edoor haar hoofd
flitste, keek Nieholas haar aan en ze had
groote moeite om het niet uit te schreeu
wen.
„Leg mij alles uit," zei hij.
„Ik Nicko Ze bracht de band aan
haar keel.
„Dat is geen uitlegging."
„Nicko ik
„Nu je tactvolle neef weggegaan is, zal
ik je moeten vragen een verklaring te
geven."
Jenny staarde hem sprakeloos aan. Het
was ergei dan haar vreeselijkste droc-
men. „Wat beteekent dit allemaal?"
vroeg Nieholas.
„Ik...Haar stem begaf haar.
„John Waveny schreef jou een brief.
Waar is die?"
Ze bewoog haar hoofd even, als om het
te ontkennen.
„Ik meen, dat die licht op de situatie
werpt. Wil je me dien laten lezen?" Weer
die lichte hoofdbeweging.
„Ik geloof, dat je hem bij je hebt aan
dat zakje te oordeelen. Wil je hem rnij
geven?"
Waanzinnige angst dreef haar er toe
te zeggen:
„Nicko, dat kan ik niet!" Toen, ter
wijl hij naar voren reikte en den brief
uit haar zak nam, gaf ze een gesmoorde
kreet en zonk in een stoel neer. Nieho
las streek den brief glad zonder er naar
te kijken.
„Ik zal hem niet zonder jouw goedvin
den lezen. Maar ik vind dat je mij moei
lijk je toestemming kunt onthouden. Zie
je, ik verlang eer verklaring. Jij schijnt
niet in staat mij er een te geven. Nu blijft
de brief en je neef. Of ik lees dezen
brief, of ik vraag John Waveny om mij
den inhoud ervan te vertellen. Waaif an
geef je de voorkeur?"
Jenny ging een stap achteruit, botste
tegen den bureaustoel en ging zitten. Ze
was bet vechten moede geworden. Er was
niemand om haar te helpen. Nicko zou
haar nooit vergeven. Ze verlangde wee-
selijk naar Anne. Ze legde haar armen op
de leuning van den stoel en liet er haai
bêofd op zinken.
UNICUM
van vreemdelingenverkeer en propagan
da, controleur over de hotels en gedele
geerde van Andorra bij den Volkenbond
waren opgenomen. Boris vroeg in deze
functie te worden aangesteld en voegde
bij zijn titels, die van doctor in de moree'e
en politieke wetenschappen, welke hij,
naar zijn zeggen, te Oxford had behaald.
Ongeveer twee maanden geleden was de
man op staanden voét uit het land gezet
in opdracht van de beide co-princes.
DE VIJFDAAGSCHE WEEK.
Mr. Shepard, die advocaat is te Sydney
en Parramatta, voert een intensieve cam
pagne voor de invoering van de vijfdaag-
sche week in Australië, bestaande uit
vier werkdagen en een vrijen dag, terwijl
het jaar zou zijn ingedeeld in 73 weken.
Hij hoopt de reorganisatie tot stand te
brengen door de Rotary Clubs over de
geheele wereld voor zijn systeem te win
nen. Hij meent, dat de tegenwoordige ka
lender zeer verwarrend is en de statistie
ken noodeloos ingewikkeld maakt. In
zijn systeem bestaan er geen maanden en
geen namen van dagen, maar alleen num
mers.
In het proces tegen den vroegeren
rijkscommissaris, dr. Gereke, heeft de
voorzitter van de achtste strafkamer van
het; Berlijnsche landsgerechtshof Zondag
het volgende vonnis gewezen:
Dr. Gereke wordt wegens bedrog in
twee gevallen veroordeeld tot 21 jaar ge
vangenisstraf. Een jaar en drie maanden
van het voorloopig arrest worden in af
trek gebracht. Het hechtenisbevel wordt
om dezelfde redenen als tot dusverre ge
handhaafd.
De medebeklaagde Freygang is vrij
gesproken.
Zaterdagmorgen om 10 uur is te Ber
lijn het nieuwe volksgerechtshof tegen
hoog- en landverraad bijeengekomen in
zijn eerste constitueerende zitting. De
rijksminister van jusitie heeft de zitting
geopend met een redevoering. De zitting
duurde een half uur.
VERBOD VAN BE DAILY EXPRESS
IN DUITSCHLAND.
Duur twee weken.
De minister van binnenlandsche zaken
dr. Friek, heeft medegedeeld, dat de Daily
Express voorloopig voor den tijd twee
weken in geheel Duitsehland is verboden.
Binnenland
Landarbeider vermoord zijn buurman
na een twistgesprek.
Zondagavond heeft zich in de buurt- -
schap Vughtschoot onder de gemeente
Princenhage een drama afgespeeld. Toen
de 28-jarige landarbeider J. O. op bezoek
was bij zijn 29-jarigen buurman O. de Ko
ning, ontstond tusschen beide mannen
een twistgesprek. O. wond zich daarbij
zoo op dat hij een zwaar kaliber revolver
trok en daarmee bout portant op de K.
een schot loste, dat dezen in de kaak trof.
K. vluchtte het huis uit naar de dichtbij
gelegen woning van den landarbeider
H„ waar hij op den grond viel. O. die
hem gevolgd was, loste daar opnieuw een
schot, dat evenwel miste, Weer sprong
de K. op en vluchtte naar zijn woning,
steeds gevolgd door O., die hem een ko
gel door het achterhoofd schoot. Nog
strompelde K. terug om vlak voor de wo
ning van Heeren neer te vallen. O. die
door het dolle heen was, wierp zich op
den zwaargewonden man en bewerkte
dézen met messteken. Vervolgens greep
hij een schop en kliefde daarmede K. den
schedel. Hij sleepte het lijk naar een ko
renveld en wierp het daar in een grep
pel, waarna hij zich verwijderde. De
ijlings door omwonenden gewaarschuwde
politie te Princenhage wist den dader in
zijn woning te arresteeren. Deze legde
een volledige bekentenis af. Het lijk van
het slachtoffer is Zaterdagmorgen naar
het lijkenhuis te Princenhage overge
bracht, waar dr. Hulst uit Leiden de sec-
tie: zal verrichten. De verslagene was ge
huwd en vader van twee kinderen. Hij
stond zeer gunstig bekend. De dader is
ongehuwd en heeft reeds eenïge vonnis
sen wegens diïstal en strooperijen onder
gaan.
is al te vaak oorzaak
van slechte spijsvertering
en verstopping. Neem
meer beweging en ge-
gebruik Foster's Maag-
i pillen, het afdoende
laxeermiddel.
0.65 per Flacon.
„Moet ik den brief lezen"?" vroeg Nieho
las met ijzige stem.
Jenny bewoog haar hoofd. Nu knikte
zij van ja.
Maar nauwelijks had ze (lat gedaan of
ze had haar tong willen afbijten om die
wanhopige toestemming weer in te trek
ken. Als ze „Neen" gezegd had, zou hij
dien vreeselijken brief niet lezen. Haar
voorhoofd was nat waar het tegen haar
arm gedrukt was geweest. Als ze maar
flauw viel, als ze maar kon sterven en
uit Nicko's oogen verdwijnen.
Na een lange, lange stilte, klonk
Nicko's stem, langzaam, afgemeten, be-
heerscht: „Nu zul je me alles vertellen
van die paarlen-geschiedenis. Ik wacht."
Hij wachtte.
„Antwoord mij!" klonk het toen op een
toon, zooals nog nooit in haar leven
iemand tegen haar gesproken had.
De schok gaf haar het spraakvermogen
terug.
„Ben jij het geweest, die de paarlen
gestolen heeft?" vroeg hij.
Geen enkele uitvlucht was er te beden
ken. Ze zei: „Ja, hoezoo?''
Zij bracht de hand aan haar hals, alsof
ze naar de paarlen tastte, die er niet wa
ren. „Jouw paarlen je wilde ze heb-
ben."
„De mijne? Wat bedoel je?
..Je bad ze noodig. Ik bezat ze niet
meer."
„Wil je me dat eens nader uitleggen?"
Jenny keek naar hem met oogen, die
niets zagen wezenlooze bruine oogen.
„Ik had geld noodig, ik kon het nie
mand vragen. Ik beleende jouw paarlen."
- Toen ze dit gezegd had, huiverde Jenny
onder den minachtenden blik in zijn
oogen.
„Je hebt me verteld, dat Anne je paar
len genomen en beleend had. Dat was dus
niet waar?"
Jenny schudde het hoofd.
„Je hebt ze zelf beleend en toen ik er
op bleef staan ze terug te hebben, stal je
die andere. Was het je bedoeling, die voor
de mijne te laten laten doorgaan?"
„Ik weet het niet ik dacht er niet
over na het was zoo gemakkelijk ze
weg te nemen."
„Zoo. En je liet Anne er voor op
draaien?"
„Zij wilde niet anders," zei Jenny.
„Anne is altlid zoo Ze liet een bitte
ren kreet van „Anne!" hooren en liet het
hoofd weer op haar armen zinken.
Nieholas stond doodstil. Hij had Anne
nooit mogen lijden. Jenny behoorde hem
toe en hij wenschte haar met niemand te
deelen.
Anne's gelijkenis met haai vatte hij als
een beleediging op; Anne's liefde voor
haar was meer dan hinderlijk; in zijn on
dragelijke vernedering vóelde hij zijn
woede tegen Anne als een opluchting. Er
was op dat moment moord in zijn hart
voor Anne. Wat er voor - Jenny was, wist
hij niet minachting, kouder dan
woede; wrok, die bitterder was dan een
slag.
Hij zei met lage stem: „Jij misselijk
wezen," en lier zonder om te kijken, de
kamer nit.
(Wordt vervolgd).