Is
Buitenlandsch Overzicht.
(Uie met
Rinso
u/ascht
(JUordl aangeüaam verrêsii
Rouwkaarten?
Sally's avontuur.
BINNENLAND
Drukkerij de Boer#
O 4DERDAG 26 JULI 1934
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Nog een troonpretendent
in Andorra.
Oost-Indië.
Begrooting departement
der Marine in den
Volksraad.
De berechting van de
officieren van
„De Zeven Provinciën'
Uitkeeringen
uit werkloozenkassen.
HE
m
v-v:.'v - 1
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen-
land f 2.— Nederl. Oost- en West lndië per zeepost i 2.10, dem per
mail en overige landen f 3.20 Losse ros. 4ct. :fr. p. p 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, I 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Onrustbarende stilte heerscht er op het oogenblik in Duitsch.
land. Het Fransche kabinet blijft ongewijzigd. Engeland en
de Belgische defensie.
Onrustbarende
stilte in
Duitschland
In Duitschland is
men met vacantie,
dat is op zichzelf wel
niets bizonders, om
dat we in den vacan-
tie-tijd zijn, maar het
is in zooverre wel merkwaardig, dat er op
het oogenblik een stilte is in Duitschland,
die vreemd aandoet, die benauwend is,
omdat er zulke ernstige dingen op het
spel staan bij onze Oosterburen, ernstige
dingen waarvan de behandeling eigenlijk
niet wachten kan en die men nu maar
stilletjes wat laat rusten. Men kijkt de kat
eens uit den boom. men weet eigenlijk
niet hoe de zaken aan te moeten pakken
en wil nu van uit zijn vacantie-oord eens
zien hoe het. er eigenlijk voor staat, natio
naal, zoowel als internationaal.
De „N. Rott. Crt." had dezer dagen een
interessante beschouwing over Duitsch
land. Wij ontleenen daaraan het volgende:
De Duitsche politiek bliikt merk
waardig verschijnsel in een land met een
centrale figuur van sterk centrifugale
geaardheid. Men mijdt niet alleen Berlijn,
maar zelfs de noodigste beslissingen. Na
80 Juni zou men denken, dat de toestand
critiek genoeg moest zijn om alle verant
woordelijken op hun post te houden. Ook
de buitenlandsche politiek Hikt geschikt,
om allen, die er voor Duitschland mee te
maken hebben, de grootste oplettendheid
en activiteit in te boezemen. „Men" is
echter met vacantie: vaak naar met over
leg gekozen oorden. Fitler b.v. zou eerst
een reis met een oorlogsschip naar de
Noorsche wateren maken. Dit leek een
herhaling van zijn voi'ige reis, waarop de
samenwerking van den „Fiihrer" met de
leiders van de riiksweer beklonken heet
te zijn. De reis had beide partijen waar
schijnlijk nog weer nader tot elkaar moe
ten brengen. Hitier heeft op het laatste
oogenblik bedacht, dat hij de vervreem
ding tot, en het wantrouwen van zijn oude
aanhangers niet al te zeer moet aanwak
keren. Zooals van ouds is hij tot ziin po
litieke moederaarde Beieren teruggekeerd
zonder compromittant gezelschap.
Hij houdt dus in bekende, en hem dier
bare omgeving vacantie. Intusschen wordt
de macht, en ten deele zelfs het effectief
van de S.A. geliquideerd ''en nuttig
werk, dat echter niet zal laten sterke op
standige stroomingen in Duitschland te
wekken. Zullen al die revolutionnairen
van temperament en opvoeding, die de
rationaal-socialistische omwenteling aan
groete macht en wü weten hef nu van
Hiller aan bijzonder aangename posi
ties heeft geholpen, zich zonder morren
lolen terugstooten in hun ouden toestand,
die hen zoo gevaarlijk heeft gemaakt?
Hel lot van Roehm en de zijnen heeft hen
zeker niet voldoende afgeschrikt. Dit te
gelooven ware den moed van d -ze despe
rado's te onderschatten. Laten zij zich in
Oostenrijk door gevaren afschrikken van
hun terreur? De besnoeiing^ van de S.A.
moet onvermijdelijk in Duitschland in
daden tot uiting komen Het is dan ook
geen toeval, dat men juist nu van opzet
telijke beschadiging van Hitier-eiken
hoort.
Bovendiend, men treedt in Duitschland
slechts aarzelend tegen hen op.
Er is stilte. Intusschen barst het
eerste rampzalige gevolg los van de
isolatiepolitiek. De heele textielindu
strie moet haar arbeiders, wegens ge
brek aan grondstoffen, een vierde
van de werkweek gedaan geven. Het
is een oeconomische ramp, het eerste
groote bankroet van de politiek van
werkverschaffing. Maar de leiders
gaan met vacantie. Plichtsverzuim?
Neen, onzekerheid.
Oud-President der Vereenigde Staten
HERBERT HOOVER,
die 10 Augustus 60 jaar wordt.
Het kabinet
Doumergue blijft
ongewijzigd
Reuter meldde
Dinsdagavond uit Pa
rijs, dat het kabinet
Doumergue ongewij
zigd aanblijft. In den
kabinetsraad, welke 2
uur duurde, bood Tardieu zijn ontslag
aan, maar Doumergue weigerde dit te
aanvaarden.
Doumergue stelde zijn collega's voor de
keus tusschen ongewijzigd voortbestaan
van het tegenwoordige kabinet of aftre
den van het geheele kabinet. In het laat
ste geval verklaarde Doumergue te zul
len weigeren een nieuwe opdracht tot
kabinetsformatie te aanvaarden. Men
besloot tot handhaving van het kabinet
in zijn tegenwoordige samenstelling.
Minister-president Doumergue heeft
Dinsdagmorgen eerst een bespreking
met Herriot gehad en vervolgens heeft
hij Tardieu ontvangen. Op diens verzoek
liet hij vervolgens den leider van de rech
terzijde, Marin, bij zich komen en daarna
begaf hij zich naar den president van de
Republiek!
Intusschen waren de radicale minister
met het bestuur van de radicale partij
bijeengekomen onder leiding van Herriot
Men nam geen besluiten. Het partijbe
stuur sprak zijn vertrouwen uit in de
ministers en ilet hun volkomen vrijheid
van handelen. Om 17 uur kwam daarop
de kabinetsraad bijeen.
Engeland en
de Belgische
defensie
Was de aandacht
van de regeering den
laatsten tijd bijna ge
heel geconcentreerd
op het vraagstuk der
financieele volmacht,
zoo meldde de Brusselsche corr. van de
„N. Rott. Crt." aan zijn blad, in de jong
ste bijeenkomst van den ministerraad
blijkt men zich ook weer met den buiten-
landschen toestand te hebben bezig ge
houden.
De verklarnig van Sir John Simon, be
treffende het groote belang dat door En
geland wordt gehecht aan de handhaving
der integriteit van het Belgische grond
gebied, is in breeden kring met onver-
hol voldoening vernomen. Van officieele
zijde hoorde ik in dit verbond de meening
verdedigen, dat een dergelijke preven
tieve verklaring als nu door Sir John Si
mon uit naam van het Britsche kabinet
werd afgelegd, in Juli 1914 mogelijk wel
het uitbreken van den oorlog en in ieder
geval de schending van de Belgische neu
traliteit zou hebben voorkomen. Twijfel
omtrent de houding, welke Engeland, bij
e ennieuwen inval in België zou aanne
men, kan er, meent en in de Wetstraat,
niet bestaan.
Ook de aanagekondigde versterking van
de Britsche luchtmacht houdt nauw ver
band met wat voorgaat. Het wordt duide
lijk geacht, dat de verdediging van het
Engelsche grondgebied tegen eventueele
continentale luchtaanvallen bü een nieu
we bezetting van België en vooral van de
kuststreek door een met Engeland in oor
log zijnde mogendheid, zeer moeilijk zou
worden. Wat van 1914 tot 1918 waar was
voor de vloot, zou het nu nog meer zijn
voor de luchtmacht.
Een dergelijk risico zal Engeland
hoe zijn regeering ook samengesteld moge
zijn wel nimmer willen loopen, wat
voor België dan ook een reden te meer is
om vertrouwen te hebben in den desge
vallend te verwachten steun van het Ver-
eenigd Koninkrijk.
FRANSCH KABINET BLIJFT
ONGEWIJZIGD AAN.
Na een kabinetsraad die twee uur duur
de en waarin Tardieu zijn ontslag aan
bood dat Doumerque weigerde te aan
vaarden, terwijl de premier daarentegen
het kabinet voor de keuze stelde de re
geering in de tegenwoordige samenstel
ling te handhaven of en bloc af te treden
(in welk geval Doumergue zou weigeren
zich opnieuw met de kabinetsformatie ta
belasten) is besloten dat het Fransche
kabinet ongewijzigd zou aanblijven.
JAPAN EN MANTSJOEKWO.
Volgens te Dairen ontvangen berichten
zal Japan met infang van 1 April a.s. zijn
extra-territoriteitsrechten in Mantsjoe-
kwo prijsgeven.
De Japansche autoriteiten zouden voorts
overwegen om het beheer over den Zuid-
Mantsjoerijschen spoorweg in handen van
Mantsjoekwo te stellen.
Sinds eenigen tijd voeren over deze
twee punten vertegenwoordigers van
beide landen onderhandelingen, teneinde
het bestuur over Mantjoekwo te vereen
voudigen.
Terwijl Boris I, pretendent naar den
troon van Andorra, thans is overgebracht
naar Madrid, is er plotseling een tweede
troonpretendent opgedoken. Het is mar
kies Castillejo, die bekend heeft gemaakt,
dat de directe heerschappij over de An-
dorraansche valleien erfdeel is van de
graven van Urgel, van wie hjj een regel
rechte afstammeling is. Ofschoon hij den
huidigen toestand van Andorra eerbiedigt,
acht de markies zijn rechten op den troon
van dit gebied toch onvervreemdbaar.
Jf
ïïmmÊÈÈÊk.>ï'I
MAX REIN HARDT,
die op het oogenblik in Venetië den
„Koopman van Venetië" in scène zet
en later in Salzburg Fausten in
Hollgwood Een midzomernachts-
drooom" zal ensceneeren.
Begin November de
kruiser.
derde
In de memorie van antwoord over de
begrooting van Marine wordt vermeld, dat
tijdens de proeftochten met de Sumatra
eenige gebreken aan het licht zijn geko
men, welke thans nader hersteld zijn. De
te waterlating van den derden kruiser kan
in het begin van November worden ver
wacht.
De publicatie van het Witboek over de
gebeurtenissen op „De Zeven Provinciën"
is vertraagd, aangezien het noodzakelijk
is d euiteindelijke vonnissen af te wach
ten.
DE VONNISSEN.
Batavia, 25 Juli 1934. (Aneta.)
Het II.M.G. deed heden uitspraak in de
„Zeven Provinciën"-affaire. Betreffende
de straffen van de negen officieren ver
klaarde het Hof de officieren schuldig. In
het vonnis ging het Hof in op de opzet-
theorie. Het Hof zou zwaar straffen in
dien niet sinds tal van jaren tengevolge
van velerlei opvatting en invloed het ge-
zagsidee in beteekenis zou hebben inge
boet, óók bij de marine, waaraan door de
autoriteiten niet steeds paal en perk is
gesteld.
Het Hof sprak de volgende vonnissen
uit:
Luit. ter zee W. F. J. Fels, 6 maanden,
eisch 1 jaar en 6 maanden.
Luit. ter zee der 2e kl. E. M. Horns-
veld, 4 maanden, eisch 1 jaar en 3 mnd.
Luit. ter zee 2e kl. L. D. de Kroon, 5
maanden, eisch 1 jaar.
Luit. ter zee 2e kl. D. Dekker, 3 maan
den, eisch 6 maanden.
Off. M.S.D. 2e kl. O. M. W. van Bal-
kom, 4 maanden, eisch 5 maanden.
Off. M.S.D. 2e kl. L. de Wilde, 5 maan
den, eisch 1 jaar.
Off. M.S.D. 2e kl. G. Smits, 4 weken,
eisch 2 maanden.
Luit. ter zee 3e kl. A. W. baron de Vos
van Steenwijk, 3 dagen, eisch 5 dagen.
Off. van gez. Bos, 7 dagen, eisch 3
maanden.
Ten opzichte van de heeren Fels, Horns-
veld, de Kroon, de Wilde en van Balkom
luidt de eisch tevens ontslag uit den
dienst.
BATA-VACANTIE-OONFLICT?
Wij lezen in „Het Vakblad voor de
Schoenmakerij":
De directie der Bata-fabrieken te Best
heeft aan de fabrieksarbeidrs drie dagen
\acantie gegeven; daarna bleek, dat het
niet in de bedoeling lag voor die 3 dagen
loon uit te betalen. Op de fabrieken te
Zlin is de gewoonte, dat altijd de 27e week
van het jaar vacantie is, doch in Best kon
de fabriek om bijzondere redenen niet
een volle week worden stopgezet. De vo
rige week stond plotseling op het bord
der fabriek: „Vacantie voor allen van
Maandag 2 Juli tot en met Woensdag 5
Juli (behalve stikkerij en stanzerij).
Dus ging het personeel bovengenoemd
3 dagen met vacantie. Den daarop volgen
den Donderdag liep reeds het gerucht, dat
de vacantiedagen niet uitbetaald zouden
worden. Toen de arbeiders bij de Directie
informeerden, bevestigde deze: „dat de
vacantie kwam voor eigen rekening."
De diverse organisaties hebben toen de
Directie attent gmaakt op het Neder-
landsch wetsartikel, waarin bepaald
wordt, dat de arbeider zijn aanspraak op
het vastgestelde loon niet verliest, indien
hij bereid was, den bedongen arbeid te
verrichten.
Met belangstelling wordt het resultaat
der onderhandelingen afgewacht.
Toch vol energie!
Al wai de temperatuur zóó hoog
Dat '1 water aan de kook gaat
Don zorgt een "Akkertje" dat U
Dat kook-geval ijskoudlaatl
Neem 'n "AKKERTJE"
VERGOEDING GEBRUIK RIJWIEL
IN 'S RIJKSDIENST.
Ingevolge een beslissing van den raad
van ministers is de vergoeding voor het
gebruik van een eigen rijwiel ten be
hoeve van 's rijksdienst maximaal op 30
per jaar vastgesteld.
Voor zoover een ambtenaar dit maxi
mum over het loopende jaar reeds heeft
overschreden, zal dit meerdere niet be
hoeven te worden teruggestort.
ONDERWIJZERSOPLEIDING.
Weinig onderwijzers.
Voor de Rijkskweekschool ter opleiding
van onderwijzers(essen) te Alkmaar heb
ben zich 18 candidaten aangemeld tegen
ruim 60 het vorige jaar.
Bij niet kennisgeving van uitkeeringen
door kasbesturen aan den gemeente
raad, kan deze den minister ver
zoeken de uitkeering niet ten
laste van de werkloozenkas
te laten komen.
De minister van sociale zaken heeft een
omzendbrief gericht tot de gemeentebe
sturen waaraan het volgende is ontleend:
Bij beschikking van den toenmaligen
minister van arbeid van 20 Mei 1919 is
een regeling vastgesteld inzake de ken
nisgeving van uitkeeringen door kasbe
sturen aan gemeentebesturen. In die rege
ling is bepaald, dat van verstrekte uitkee
ringen door kasbesturen moet worden
kennisgegeven voor het einde van de ka-
lenderweek volgende op die waarin de
uitkeering heeft plaats gehad. Op deze
bepaling ontbreekt evenwel sanctie, zoo
dat niet geregeld is, wat er moet geschie
den, indien kennisgeving van verstrekte
uitkeeringen niet of niet tijdig geschiedt.
Door sommige gemeentebesturen werd in
zulke gevallen tegen de verstrekte uitkee
ringen bezwaar gemaakt, als bedoeld in
art. 10 van het werkloosheidsbesluit 1917,
doch ik acht het maken van bezwaar in
zulke gevallen niet juist, omdat het niel
of niet tijdig doen van kennisgeving eer
administratief verzuim van het kasbestuui
is en de uitkeering op zich zelve nog niet
tot een onrechtmatige stempelt.
Teneinde hierin te voorzien, heb ik een
nieuwe regeling vastgesteld. Daarin wor
den de gemeentebesturen bevoegd ver
klaard, in zulke gevallen zich tot mij te
wenden met het verzoek te bepalen, dat
de uitkeering niet ten laste van de werk
loozenkas mag komen.
Feuilleton
Uit het Amerikaansch.
2)
„Bij de keuze van haar uitzet," las ze,
„moet een jong meisje, dat over eenige
weken 'le bruid hoopt te worden, zich m
de eerste plaats laten leiden door hetgeen
zjj, met 't oog op de positie, welke zij te
bckleeden krijgt, persoonlijk noodig heelt.
Ofschoon er reeds verscheideno malen,
ook in dit tijdschrift, de nadruk op de
wenschelijkheid gelegd is om alleen dat
gene te koopen, dat slechts noodzakelijk
is en waarvan wij pleizier kunnen hebben,
voordat een gril van Madame la Mode een
vertier aragen onmogelijk maakt, is en
blijft het de gewone fout van iedere bruid,
dat zij te veel koopt.Als wij aannemen
dat ieder, van onze Juni-bruidje reeds in
het bezit van de volgende bruidjes reeds
een of twee mantelcostuums, een robe-
manteau van serge of soortgelijke stof, een
warme wollen jas, en mantel van lichter
en fijner materiaal of een van de mo-
dieuse en zeer flatteerende nieuwe capes,
een paar avondjaponnen en een avond
mantel, een of twee japonnen voor lunch
of „thee" buitenshuis, bijbehoorende hoe
den, schoenen verdere kleine toiletbenoo-
digdbeden...
Sally Manvers hief 't hoofd op, sloot
haar oogen en maakte in haar gedachten
den inventaris van haar eigen garderobe
op.
„Dat zet een punt achter mijn even
tueele aspiraties", zeide ze halfluid; met
een sloeg ze een bladzijde om.
Een volgend artikel trok haar aan
dacht; het was getiteld: „Onze aristocra
tie van voorheen en thans".
„Long Island", begon deze volgende do
sis wijsheid, „is een paradijs, ondanks het
vele, dat het te lijden heeft van, hier en
daar, uniformen villa-bouw, een kwaad,
dat het schilderachtige van het
landschap zeker niet ten goede
komt; van de vele pensions met
hun slepen zomergasten en Zaterdags en
Zondags, de zwermen en legers dagjes-
menschen. Het zou heel jammer zijn als
dit „Eden" door overbevolking zijn
sprookjesachtige schoonheid zou verlie
zen: daarom is er reeds een actie op touw
gezet, om aan de constante immigratie uit
de stad paal en perk te stellen. De bewo
ners van één gedeelte zijn zelfs reeds be
gonnen, om groote stukkeu grond op te
koopen, welke ze dan, in hun natuurstaat,
bij hun gebied inlijven....'
Met een gevoel, alsof ze droomde,
schoof Sally Manvers haar bord op zij,
nam een slok avn het brouwsel, dat op den
naam van koffie durfde bogen en deed
met een tinnen lepeltje een aanval op
haar negerhoofd.
Met vreugde kan ik constateeren, las
ze'door, „dat onze bezittingen steeds
"rooter worden en dat, op deze wijze, de
grondslag voor een „platte-lands ans-
tocratie gelegd is; tegenwoordig houden
we reeds meer dan een hall jaar in onze
villa's en buitenhuizen verblijf. Voor een
eventueel huwelijk gaan we zelfs niet
meer naar de stad terug. Voor menschen,
die een buitenverblijf hebben staat het
zooveel chicker en bovenal „moderner"
om hunne dochters van daar uit te laten
trouwen. Slechts één bezwaar zou ik wen-
schen hier te releveeren: trekken zulke
huwelijken wel genoeg de aandacht? Aan
elk huwelijk dient op de gewone, geijkte
wijze bekendheid in wijden kring ge
geven te worden.... immers, ieder van
ons in die buurt is de vertegenwoordiger
of vertegenwoordigster van een ouden
bekenden naam, die niet aan de vergetel
heid prijs gegeven mag worden.
Toen Sally Manvers zoo ver gekomen
was, trok ze haar neus in een veelbetee-
kenend gebaar op. „Daarom alleen al",
vertelde ze den schrijver van dit opval
lend knappe artikel, „daarom alleen al
zie je mij den heelen zomer niet op Long
Island zelfs niet op Coney."
Ongeduldig sloeg ze bladzijde na blad
zijde om, tot ze aan de advertenties kwam.
Toen trok ze het tijdschrift weer op haar
schoot en begon lusteloos de betrekkin
gen onder het opschrift „Gevraagd" door
te kijken, ofschoon ze door ondervinding
wist, dat geen enkele ervan haar in d»
verleiding zou brengen, om haar diensten
aan het eronder vermelde adres te gaan
aanbieden. En ook dezen keer vond ze
geen uitzondering op den regel; niémand
van de menschen, die deze advertenties
hadden ingezonden, bleek een winkeljuf
frouw, een typiste of een kamenier noo
dig te hebben. Niet dat Sally Manvers
zich verbeeldde, in laatstgenoemde func
tie te zullen uitblinken, maar 't was de
eenige manier van brood-verdienen, die
ze nog niet geprobeerd en waarin ze dus
nog geen echec te boeken had.
Wel gaf ze zich er rekenschap van, dat
zulk soort werk niet bepaald geschikt was
voor iemand met een onafhankelijk ka
rakter, zooals dat gewoonlijk genoemd
wordt: er een eigen meening op nahield;
ze wist maar al te goed dat deze twee ka
raktereigenschappen even zooveel slag-
boomen waren, welke haar altoos beletten
zouden, om het land, waar dienende gees
ten in 't zweet hun aanschijns hun brood
verdienden, binnen te treden.
Zonder een groot gevoel van teleur
stelling sloeg ze 't blad om; op de volgen
de bladzijde boven aan een kolom, zag za
de rubriek: „Causerie over het gezel
schapsleven", een rits korte berichten,
die oogenbliltkelijk haar aandacht in be
slag namen. Met meer eetlust dan haar
lichaam bij haar eenvoudige lunch ge
toond had, verslond haar geest al deze
pretentieus gestelde berichten over 't
doen en laten van imitatie-aristocratie.
aankondigingen van diners, bal en bridge
avondjes; onder: „Vertrokken naar" een
rij namen, waarvan geen enkele haar iets
zeide en daaronder weer een lange reeks
verlovingen en huwelijken met het re
sultaat, dat ze na vijf minuten te geprik
keld en te jaloersch was, om nog van
haar negerhoofd naar waarde te kunnen
genieten.
Dat was het leven dat zij zich ge-
wenselit had, waar ze nu nog met heel
de heftigheid van haar teleurgestelde,
verhongerde natuur naar verlangde. En
waarom ook niet? Waren de mannen en
vrouwen van die rij „artistieke" foto's
die haar met een allerbeminnelijksten
glimlach of met een air de dédain aan
staarden, zulke bijzondere wezens, dat al
het vette der aarde hun als hun recht
aan de voeten gelegd moest worden, ter
wijl ze al haar dagen in armoede en een
zaamheid nfoest doorbrengen, verstoken
als ze was van zelfs een weinig geluk?
Niet één gaf door gezichtsuitdrukking of
houding blijk van meer beschaving of in
telligentie dan Sally Manvers, gewezen
verkoopster in de afdeeling aardewerk
van het verkoophuis Huckster Sons.
Bij de foto van een Juni-bruid met een
afgezakte kin in „vol tenue", een foto,
die een geheele bladzijde besloeg, kreeg
Sally Mauvers opeens een aanvechting
om er met groote, dikke letters een varia
tie op een bekend verkiezingsepigram on
der te schrijven: „Sally Manvers^ zoo het
Gode hadde willen behagen!"
Er was genoeg waarheid in die woor
den om een snik van verdriet te recht
vaardigen, een emotie-uiting, welke ze
echter met bewonderenswaardige han
digheid wist te camoufleeren.
Toen het laatste hapje negerhoofd ver
dwenen was, stond ze gelaten op, om aan
de kassa, voor de vrouwelijke helft van
de lunchroombezoekers dubbel aantrek
kelijk door den geponnnaneerden blonden
kassier, te gaan betalen. Een paar minu
ten later kwam ze, zonder één cent op
zak, uit de betrekkelijk koele schemering
van de steenen hall in de heete lucht bo
ven 't asfalt van het trottoir.
Langs Sixth Avenue, door Twenty-
fourthstreet en van daar uit den hoek
om, langs Park Avenue ging ze naar huis.
Ze liep langzaam, zonder eenige ener
gie, zooals het iemand betaamt, die zoo
gewend is in een tredmolen te loopen, dat
een onderbreken van 't gewone werk geen
verlossing meer beteekent. Boven de ge
blakerde steenen, die ze door de dunne
afgeloopen zolen van haar schoenen voel
de branden, steeg de van hitte trillende
lucht gestadig op, als een schroeiing
steeg zij tegen haar wangen en voor
hoofd; onregelmatig haalde zij adem, af-
keerig om te veel van de benauwde,
stoffige atmosfeer naar binnen te krijgen.
Wel was het nog maar begin Juni,
maar als een jonge, overmoedige reus,
die zijn teedere zuster het werk ongedul
dig uit de handen slaat, zoo had de zomer
aan den bijna voltooiden arbeid van de
lente een einde gemaakt; in een broeikas-
temperatuur moest voleindigd worden,
wat met milden zonneschijn en zoelen
wind begonnen was.
Desgelijks bij de woelige proletarische
Fourth Avenue aan haar één einde, en de
Forty-Second Street, welke door het druk
verkeer bijna onbegaanbaar was, aan den
anderen kant, had Park Avenue een zeer
eigen atmosfeer; op dien warmen namid
dag leek het, of de buurt in volkomen af
zondering lag te slapen. Het grootste ge
deelte van de huizen was voor den zomer
gesloten; met hun deuren, dicht getim
merd met planken, en vensters, waarvoor
de jaloezieën zorgvuldig neergelaten wa
ren, gaven ze den indruk, of ze mond en
oogen stijf gesloten hadden van minach
ting over die menschen, die plebeïsch ge
noeg waren, om gedurende dit seizoen in
de stad te blijven, en de enkele die nog be
woond waren, verklaarden zich met de
gevoelens van hun meer bevoorrechte bu
ren homogeen, door eiken voorbijganger
uit hun door markiezen overschaduwde
ramen arrogant te monsteren.
(Wordt vervolgd).