ZWÜMUMÜM AAN BEM ©flJBC
De Koninklijke Marine voor
oefening en vlagvertoon
naar de Oostzee
LU
Ingezonden.
AMEN RA
CLEOPATRA
HFLDERSCHF COURANT VAN ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1934.
Clublied van „Fri sche Morgen
Voor 4 stemmen gecomponeerd door Joh. F. Pala.
Woorden van Herdrik Hakkelaar.
Op bezoek bij „Frissche Morgen"Koffie en
vierstemmig gezang. Dubbele salto mortale
en een pracht vpn een bondsvlag. En nog
veel meer, leest u maar verder.
Frissche Morgen? weg je zorgen, laat
2e zinken in de zee!"
j, js. wei een mooie alliteratie, maar de
vraag is of de zorgen zich laten zinken
't Gaat er mee als met de bruinvisschen,
,lie ook van tijd tot tijd aan de opper
vlakte komen om een luchtje te scheppen.
Maar daarover gaat het vandaag niet,
niet over zorgen, nifet over bruinvis-
vissehen. Over heel wat anders.
I)e lezer zal zich herinneren, dat wij
cenigen tijd geleden een reeks artikelen
1 lebben gewijd aan de Heldersche Zwem-
vereenïging en Reddingbrigade, naar
aanleiding van baar nieuwe clublokaal.
Fn wij hebben daarin uitvoerig over die
vereeniging geschreven. Ons doel was die
artikelen reeks af te sluiten met een
feuilleton over de zustervereeniging
Frissche Morgen", die eveneens aan den
dijk een gelegenheid heeft om te zwem-
n-,en, maar doordat een nieuw clublokaal
voor' F. M. in de maak was, besloten wij
even te wachten totdat dit in gebruik zou
worden genomen. Dat is nu, zooals wij
reeds in het kort hebben vermeld, Zon
dngmorgen gebeurd en wij willen nu
dan ons voornemen verwezenlijken en
als slot van de reeks iets vertellen over
onze om?"+e zwemHnb. de „Frissche Mor
gen".
Het is thans wel hoogtij voor de zwem
mers, en des avonds heerscht dan ook in
de omgeving der beide clubgebouwen een
gezellige drukte van voorbijgangers, die
gaarne eenige oogenblikken blijven staan
om naar de zwemmers te zien. Gelukkig
maar: een zwemclub moet het nu eenmaal
van de mooie, zomersche dagen hebben,
want zonder zon en warmte is een zwem
e'ub preeies hetzelfde als een ijselub, die
geen ijs zou hebben.
^esshfedenis der club.
Wij winen nu allereerst eens iets ver
tellen uit de geschiedenis der club. Wij
doen dit aan de hand van de gegevens,
welke de Voorzifter, de heer Brandt, Zon
dagmorgen in zijn openingsrede uitsprak
Als wjj zoo eens terugzien naar de jaren,
die achter ons liggen, aldus de heer
Brandt, daarmede bedoel ik de jaren, dat
er hier tusschen deze strekdammen g-
zwommen werd, dan kunnen wij thans
nut tevreden blik om ons heen zien. Wij
kunnen ons haasf niet indenken, en veie
van onze leden van tegenwoordig kunnen
dat zeker niet, dat het vroeger zoo behel
pen is geweest.
Ben 40-tal jaren terug zwom hier al een
clubje, des morgen om 7 uur. Hiervan
is de heer de Boer, Weststraat, oud-voor
zitter van F.M., nog in leven. Aan dit
vroege uur dankt de club ook haar naam.
Het ging er uiterst gemoedelijk toe; men
kleedde zich uit en aan op de steenen
glooiing. In later jaren werd het plan ge
opperd om eenige beschutting aan te
brengen en wat meerder vrijheid voor
ontkleeden te krijgen. Daartoe werd een
scherm van zeildoek geplaatst. Omstreeks
1925 begon het ledental te stijgen, zoodat
ook des avonds het scherm werd uitgezet.
Hij, die het eerst kwam, haalde het
scherm, dat opgeborgen was hij een be
woonster van den Kanaalweg, en die het
laatst wegging, bracht het weer terug.
Fr kwamen toen ook al een paar dames
leden, die zich ontkleedden in de keuken
van de bewaarster van het scherm en zoo
met badmantel om naar den dijk liepen,
echte waterratten, die zich handig over
(le plank zonder leuning te water be
gaven.
Toen omstreeks 1926 ingezonden stuk
ken verschenen in de Heldersehe Cou
rant over het aanstoot gevende ontklee
den aan den dijk (schrijver daarvan was
onze revue-koning Alb. Boelens), kwam
een voorstel van den penningmeester, den
heer Joh. F. Dekker, om te trachten bij
Waterstaat gedaan te krijgen een houten
gebouwtje op den dijk te mogen plaatsen
Cp een prachtigen Augustusdag in
1926 werd een ledenvergadering belegd
in de kleine zaal van het Militair Tehuis.
Spoorstraat. De groote zaal had men niet
noodig, aangezien het aantal leden nog
maar 31 bedroeg. Op deze vergadering,
waarvan de heer de Boer voorzitter was,
werd tot secretaris gekozen de heer Oel-
jee, thans nog de rechterhand der ver
eeniging.
Wel initiatief en durf, maar
geen centen. lappen.
Het voorstel om een gebouwtje te stich
ten, kwam ter tafel. Evenwel, er was geen
geld in kas. Daar klonk een schuchter3
stem uit de vergadering, die het
tooverwoord „lappen!" riep. Het sloeg in
en staande de vergadering kwam het eer
ste kleedlokaal tot stand door renteloos
voorschot van de leden. (Terloops zij hier
opgemerkt, dat dit renteloos voorschot
binnen drie jaar was terugbetaald). De
heer Semens, (thans eerelid) maakte een
teekening, toestemming werd, met mede
werking van den Technisehen dienst van
Waterstaat verzocht en verkregen, zoodat
op 15 Mei 1927, 's morgens om 9 uur, bij
oen lievige regenbui de opening plaats
vond van dit eerste elubgebouwtje.
Inmiddels breidde zich het ledental uit
tot 60 heeren en 10 dames. Tot goed be
grip van de zaak diene, dat het gebouw
tje ook toen al een miniatuur-afdeeling
bevatte voor de dames, maar zij waren in
elk opzicht stiefmoederlijk bedeeld.
Eventjes naar Texel zwemmen!
Meerdere malen is er toen naar Texel
gezwommen, zoo door de heeren Boo
gaard, de Graaf, Konijn, Mevrouw Hoo-
genbosch, toen nog Corrie van der Hoeve,
en anderen.
Zoo bleef de toestand tot 1932, toen ei
nnder de leden verschil van meening be
stond over de vraag „uitbreiding of niet".
Maar ten vorigen jare werd de knoop
doorgehakt en tot uitbreiding besloten.
Het ledental was toen opgeloopen tot 230.
Veel medewerking werd verkregen van
den heer Zeilstra, technisch ambtenaar
bij Waterstaat, en, evenals bü het eerste
gebouw, werden ook nu weer de gelder.
uit voorschotbedragen van de leden bijeen
gebracht. Ook liet ideaal van een duik-
toren is thans bereikt.
Sportieve saamhoorfgheid.
Dank zij de medewerking van Water
staat en gemeente beschikt de vereeni
ging thans over een keurig clubgebou v-
met vlot en springtoren, springplank en
viet. Ook is een badmeester aangesteld,
de heer R. Horn, reeds populair bij de
leden, alsmede een badknecht. Dat de
vereeniging trotsch is op de bereikte re
sultaten, ligt voor de hand, en dat dit
wordt gewaardeerd, blijkt wei uit den
groei der vereeniging, die thans een aan
tal van 734 leden te boek heeft staan, n.l.
245 dames en 489 heeren.
De ©pening van hef nieuwe
clubgebouw.
't Was daar Zondagmorgen een fees
telijke boel bij „Frissche Morgen". Daar
was allereerst Wethouder Smits als ver
tegenwoordiger van het gemeentebestuur,
verder het bestuur van de zustervereeni-
ging H.Z.V., de Inspecteur van Politie,
en vele belangstellenden. Langs beide
zijden van den dijk stond het zwart van
de menschen. Alleen het weer hield zich,
in den letterlijken zin des woords, nog
wat gedekt, maar toch kwam tenslotte de
zon te voorschijn. Het water was erg ruw.
en dat was jammer, omdat een water
pantomime zou worden opgevoerd. Maar
tenslotte viel ook dit erg mee.
Door middel van een luidspreker,
door den heer van Baaren afgestaan,
werd de rede van den Voorzitter, hier
boven grootendeels weergegeven, aan de
belangstellenden bekend gemaakt, en
toen de heer Brandt uitgesproken had,
was het woord aan wethouder Smits, die
de bondsvlag zou hijschen.
Wethouder Smits hijscht de vlag.
Dat juist spr. dit mocht doen als wet
houder van volksgezondheid de Bur
gemeester was uitstedig is, zoo zeidc
de heer Smits, een aangename taak. De
heer Smits wees er voorts op, dat de
groote uitbreiding van het ledental reeds
voldoende wijst op de populariteit van de
vereeniging, die, ondanks haar reeds res
pectabelen leeftijd, een volledige verjon
gingskuur ondergaat.
Een mooi geteekende vlag ontwerp
van den heer van Hasselt, een der leden
van F. M., en bestaande uit gelen achter
grond met 3 blauwe banen, symbolisee-
rend de golven en de initialen F.M.
werd hierna door den wethouder onder
luid gejuich van de omstanders, gehe-
schen. De vlag is een geschenk van een
Damescomité, en wij vertellen daar straks
wel meer van.
H.Z.V.'s gelukwenschen.
Nu kwam, nadat aldus het gebouw ge
opend was, de Voorzitter van de buur
vrouw en zustervereeniging, de H.Z.V.
de heer Bandsma, en complimenteerde
F.M. met haar gebouw. Hij sprak daarbij
de hoop uit, dat beide vereenigingen door
gezamenlijken arbeid de zwemsport in
onze gemeente mogen ontwikkelen, zoo
dat straks alle inwoners behalve de ba-
bies en de menschen boven de 80, aan
het zwemmen zijn. En vervolgens bood
htj bloemen aan de zusterclub aan.
Frissche Morgen, heb je zorgen?".
Ach, u kent het natuurlijk, dit aardige
clublied. De woorden zijn van den heer
Hendrik Hakkelaar, die ook aan de Held.
Grt. geen onbekende is en die lang
geen onverdienstelijke verzen maakt
terwijl de heer Pala hiervoor een vier
stemmige melodie heeft geschreven, die
door een geïmproviseerd gemengd koor
tje nu werd gezongen. De muziek van
den heer Pala is frisch en pittig; wie het
niet gelooven wil, vind litieronder het lied
en kan het op de piano probeeren. De
frissche zeewind waait er doorheen, en
de zachte deining der golven wordt in het
rhythme weergegeven. „Zoo te dart'len en
te spart'len is ons eiken dag een feest,
want de zee werkt zoo verfrisschend op je
body en je geest".
Nog meer sprekers komen'.
Een van de leden, de heer I n <1 e w e y,
sprak een woord van dank tot het Bestuur
voor wat het in de korte spanne tijds tus
schen het besluit dit clubgebouw te zet
ten en de oplevering ervan, heeft tot
s»and gebracht.
En daarna kwam mevrouw Donker
sloot namens het Dames-comité. Dit
Damescomité, we zeiden hét hierboven a!,
heeft de fraaie clubvlag overhandigd (met
een wimpel), maar toen was er nog geld
over en toen besloot het Damescomité om
ook nog een klok aan te bieden (zoo
royaal waren de leden geweest!) zoodat de
rest in de kas gestort werd der vereeni
ging.
Een rondje zwemmen.
Ja, ja, „Frissche Morgen" is uit de slof
geschoten, dezen Zondagmiddag. En toen
al dat officieele dat heelemaal niet offi
cieel, maar erg genoeglijk en gemoedelijk
ging was afgeloopen, kwam daar.
ii raadt het niet! het oudste lid der ver
eeniging, de heer Poll, vergezeld van het
jongste lid. de 10-jarige Arie Bruyn, die
het nieuwe gebouw zouden inwijden
met een rondje zwemmen. De heer Pol?,
onze 75-jarige zwemnestor, die tot diep
in het najaar zijn duikje gaat nemen,
dook met een enorme duik te water en
kwam minstens 25 meter verder eerst
weer boven. En Arie Bruyn?.... ja, een
bruinvisch is er een beestje bij!
„Hannes vischt in verboden water".
Het slot van deze feestelijke opening
was een pantomime van Hannes, die in
verboden water vischt, die het vertikt
voor den veldwachter om daarmee op te
houden, en die tenslotte, om aan den
wrekenden arm der gerechtigheid te ont
komen, pardoes te water springt, waarna
alle medespelers, drie agenten van poli
tie, Hannes' vrouw en zijn vader en moe
der, volgen. Dit aardige, natte nummer
gaf tot uitbundige vroolijkheid aanlei
ding, omdat alle spelers natuurlijk aller
zotst uitgedoscht, te water gingen en
zich ongetwijfeld in een sober zwempakje
meer op hun gemak zullen hebben ge
voeld.
Een en ander over het gebontv
Tot slot moeten we nog even zakelijk
worden,, en iets oyer het nieuwe clubge
bouw vermelden. We hebbén in het num
mer van Dinsdag reeds de afbeelding
daarvan opgenomen; hier volgen nog
eenige bizonderheden.
Het gebouw heeft een lengte van 24.75
m, en is 3.50 m breed. Er is een heeren-
afdeeling, die 15M m en een damesafdee-
ling, die 9J4 lang is. terwijl voor jongens-
M'
en meisjes aparte opgangen zijn gemaakt
dezen hebben de beschikking over een
ruimte van 4.60 m in het vierkant. Iedsr
kleedlokaal is voorzien van afwaterings
voren. Het gebouw bezit bovendien een
kantoortje voor den badmeester en eeri
gelegenheid voor het bereiden van koffie
en thee, terwijl men ook limonades, siga
ren en sigaretten kan koopen. Verder is
op de glooiing een betonpad gemaakt, met
iten loopbrug voor af- en opgaande zwem
mers, welke een leuning in 't midden
heeft. De fundeering van het gebouw, dat
is ontworpen door den architect J. J. van
der Leek, bestaat uit betonnen kokers,
waarin eiken palen zijn aangebracht.
De aannemers, de heeren Oeljee en
Kraft, hebben, tot groote tevredenhid van
de vereeniging. het werk uitgevoerd. Op
het oogenblik is het nog niet afgeschil
derd; dit zal geschieden door den heer
Thiel. Reeds heeft deze heer aan den
voorkant een staaltje gegeven van zijn
werk; daar is namelijk, in plastiek, de
afbeelding aangebracht van de clubvlag,
die wij hierboven hebben beschreven
Ook dit is een geschenk aan de club. Het
dak is bedekt met ruberoid, De heer van
Baaren, die, zooais we reeds zeiden, ge
zorgd had voor een luidspreker om het
gesproken woord verstaanbaar te maken,
had ook een wringer in ..bruikleen afge
staan, zoodat de zwemmers na afloop hun
badgoed konden drogen. De firma Heyli-
genberg, Keizerstraat, tenslotte zorgde
voor de noodige fietsenrekken.
Wij mogen deze regelen niet eindigen
.zonder nog te hebben gewezen op de ge-
IV.
De dag van binnenkomst, Woensdag 27!
Juni, is het smaldeel in tweeën gesplitst,
het vlaggeschip nadert met de „Z 5" en
„K 18" achter zich aan in den vroegen
morgen Pillau, de voorhaven van Ko
ningsbergen, de „Evertsen" en „K 17"
stoomen op naar Gd.ynia, de uit den grond
gestampte Poolsche havenstad, aan het
zee-einde van de veelbesproken corridor
gelegen.
Het is zes uur als op de „Hendrik" de
loodsvlag omhoog gaat en de bij de sa-
luutbatterij ingedeelde manschappen op
post komen. Het stadje Pillau strekt zich
voor ons uit; bezuiden den haveningang
zien we enkele lichttorens en het lage land
van de landtong van het Frische Half
hier en daar met laag bosch bedekt, aan
den Noordkant steekt het hooge gelëide-
licht zijn koperen koepel hoven de daken
der huizen uit, zien we de kanteelen der
apart staande kazerne en aan de zuidzijde
de wallen waarop de kustbatterii geplaatst
is. Tusschen de havenhoofden maakt zich
het contour van de naderende loodsboot
los van den achtergrond.
Kwart over zes. De loods stapt aan
boord, voorafgegaan door de havenmees
ter die de vaart door het kanaal voor deze
bijzondere gelegenheid tot Koningsbergen
mee zal maken. Een paar stevige hand
drukken, de quaestie van roer- en vaart
commando's wordt besproken en de vaart
door het Königsberger Seekanal, een op
8 meter diepte gegraven waterweg door
het Frische Haff, aan de door Konings
bergen stroomende Pregel aansluitend,
vangt aan.
Als we even binnen de pieren zijn,
wordt op dezelfde wijze als bij den in
gang van de Sont voor Denemarken ge
schiedde, de Duitsche Republiek begroet.
Met gestopte machines, de Duitsche vlag
in den achtertop en een keurig aangetre
den bemanning aan dek, lost de „Hen
drik" 21 schoten, antwoordt de Duitsche
saluutbatterij met een gelijk aantal. Een
keurig motorsloepje ligt even verder op
ons te waehten en stoomt na afloop der
saluten met breeden zwaai van wittig spoor
in het donkerblauwe water trekkend naar
de stuurboordsstatietrap, het schrille
fluitje van den schipper klinkt en de of
ficier van piket van het Duitsche Marine-
station Pillau, stapt aan boord. Op de
brug wordt hy door den commandant ont
vangen wien hij de welkomstgroeten van
zijn elief overbrengt. Zijn uniform ïs im
Groszen und Ganzen gelijk de onze, we
merken op de rechterborst het kenteeken
van de Hilier-regeering op, «en adelaar
geplaatst boven een hakenkruis, door de
marine in het goud, door het leger in het
zilver gedragen. De officier van piket zal
ook de réis tot Koningsbergen meemaken
en als de Duitsche sloep is afgestoken,
worden de machines aangezet en stoomen
we met halve kracht, hier en daar voor
een baggermolen minderend, door het
kanaal waarvan de zuiderwal opgewor
pen van de uitgegraven aarde van den
waterweg, gedekt is met welig tierend
gras en jong hakhout, terwijl op den
Noordwal heuvels, weiden en onbenutte
vlakten elkaar afwisselen. Op het nabije
Frische Haff, dat we vanaf de brug over
«Jen Zuidwal heen zien, zeilen tal van vis-
schersbootjes, getuigd met bruine recht
hoekige zeilen en vormen een passende
ónderbreking van het wijde wateropper
vlak, omboord door afwisselend licht en
donkergroene heuvels. Hier en daar
steekt een toren van een visschersdorpjje
als kenbaar punt zün spits omhoog.
Er komt ons niets in den weg. De sig
naalstations die we passeeren, hebben
allen het sein „doorvaart vrii" geheschen
en steeds dichter naderen we de eerste
buitenlandsche haven van de reis. „Kö-
nigsberg, Samland ruft!"
Aan dek geeft de schipper met zijn
gasten het schip voor het laatst nog eens
duchtig er van langs. Aan het fel glim
mende koper valt weinig meer te doen,
het dek is brandschoon, de sloepen mogen
er wezen, maar toch, zoo hier en daar
valt nog wat op te knappen en als we de
eerste pakhuizen van Koningsbergen pas
seeren is de schipper nog bijna ontevre
den als hij zün mannetjes moet afstaan.
Het is meerrol en de bemanning treedt
op de bak, in de midscheeps en op de
campagne in een dubbele rij aan. De for
matie van het smaldeel wordt verbroken,
we draaien het „Hafenbecken drei" in,
maken'front voor de drie Duitsche mij
nenvegers die in het hoofdvaarwater langs
den kant liggen en vrooliike marschmu-
ziek van de Reiehwehrkapelle, omjoeld
door het gewuif van de ons opwachtende
menigte klinkt ons tegemoet en stemt ons
direct vrooüjk.
Duitsche matrozen staan klaar om de
trossen waar te nemen, het is precies
tien uur als de „Hendrik" meert en de
„Z 5" en „K 18" naast elkaar achter het
vlaggeschip langs den wal vastmaken. De
looopplank wordt gelegd en de consul van
Nederland komt aan boord. De verbin
ding met den wal is er.
Nu volgen de uren waarin het een
drukte van belang is. De sloepen worden
gestreken, de trossen worden door boch
ten verzekerd, er komen tal van leveran-
legenheid, welke sinds kort door de ver
eeniging geschapen is, om het waterpolo
uit te oefenen. Reeds zijn, naar wy ver
namen, twee zeventallen gevormd, onder
leiding van den badmeester, den heer
Horn. Dat by dezen heer ook gelegenheid
bestaat het zwemmen te leeren, behoeft
eigenlijk geen betoog, dqar dit iets is, dat
ranzelf spreekt. In 3 weken tijds zoo
lang is de badmeester thans in functie
hebben reeds 7 leden het zwemmen ge- j
leerd.
De. contributie voor de club kost slechts'
3.per jaar. Inleggeld wordt niet ge
heven, we! kunnen afzonderlijke baden
worden genomen, n.l. a 10 cent (per week
60 cent).
Hopen wü, dat de beide elubs nog een
reeks van fraaie zomersche dagen zullen
mogen beleven: het kan niet anders dan
hun bloei ten goede komen.
En nu vraagt de lezer wat dan wel die
verrassing was, waarover wij het hadden
en die oorzaak was, dat wij dit feuilleton
tot heden moesten uitstellen? Die ver
rassing is de reproductie van het club
lied; wij vonden het frissche melodietje
zoo aardig, dat we besloten het in de
krant te zetten. Maar het overschrijven en
vervaardigen van een cliché kon niet
m er tijdig voor het no. van Donderdag
geschieden. Wij hopen, dat de leden het
zullen waardeeren, dat wij op deze wijze
dit clublied ruimer bekendheid geven.
(Buiten verantwoordelijkheid van de redactie.
Niet geplaatste stukken worden
niet teruggezondei..)
Geachte Redactie,
Beleefd verzoek ik u om een klein
plaatsje voor onderstaand in uw blad; bij
voorbaat mijn dank.
Het is mij, als vreemdeling in Den Hel
der, opgevallen hoe weinig het huidige,
toch als zoo voortvarend bekend staande
gemeentebestuur, schijnt doordrongen tc
zijn van de kapitale waarde die de oude
grachten met hun fraaie boomen, voor
hun stad vertegenwoordigen. Het is mij,
en vele andere gasten een raadsel, dat,
nu Den Helder toch al in Zuidstraat,
Weststraat en Hoofdgracht zooveel van
het stadschoon heeft moeten missen,
de overblijvende grachten op sommige
punten op zulk een ergerlijke wijze wor
den verwaarloosd. Daar, waar boomen
zijn gekapt, worden geen nieuwe geplant,
zoodat kale plekken ontstaan, en de jonge
- boompjes op de Zuidstraat blijken hei
ook niet lang uit te houden, terwijl de
oude boomen niet deskundig genoeg be
handeld worden. Als dit zoo doorgaat, zal
er binnenkort van de destijds zoo prach
tige lanen van Den Helder niet veel meer
over blijven. Hier is nog zeer veel werk
jte. doen en voor men in de nieuwe buur
ten boomplantdagen organiseert, 'ware
het beter eerst de oude stadswijken te
gedenken.
Voorts is het voor een buitenstaander
bijzonder vreemd, dat de voornaamste
verkeerswegen door Den Helder nu al
ciers, bijna direct na aankomst verschij
nen monteurs die ons het onontbeerlijk
communicatiemiddel, telefoon, verschaf
fen, onderwijl komen de commandanten
der twee andere Hollandsche schepen aan
boord. Alle officieren worden nu met val-
reepsgasten, twee of vier matrozen als
wacht bii de valreep opgesteld, ontvangen,
de schipper of onderofficier van de wacht
„fluit" hen „over", ontlokt telkens weer
hetzelfde wijsje aan zijn schrille boots-
mansfluit en de tamboer draagt met zün
signalen aan de bedrüvigheid het ziine
toe bij.
De drie commandanten verlaten even
na half elf vergezeld door den consul, het
schip en de saluutbatterij davert ter eere
van den consul zijn zeven schoten. Er
komt een Duitsch officier van piket, er
komen Duitsche officieren op longroom-
bezoek, en onderwijl wordt alles wat na
de vaart niet meer noodig is op zijn plaats
gebracht, lijsten van deelnemers aan de
verschillende feestelijkheden en uitstap
jes worden opgemaakt, de mail wordt met
gejuich ontvangen, kortom alles en ieder
een heeft zün handen vol. Men is er even-
wel op berekend en alles loopt.
In de longroom zit een der Duitsche
officieren en geniet van een Hollandsche
cocktail. Hü vertelt over Koningsbergen,
Pillau, over de hadplaatsen Cranz en
1 Rauschen, we spreken af over en weer
te zullen aanloopen en gaan als onze gast
weer weg is even later per motorsloep
naar de Duitsche mijnenvegers om in de
longroom van een van de drie allergezel
ligst een koelen dronk te gebruiken. Als
wij op onze beurt na een uurtje opstap
pen, is de eerste band gelegd en zijn we
er over eens, dat kleine scheepjes, waar
dan ook. gezelligheid en gemoedelijkheid
als bijzonder cachet met zich meedragen.
Onderwijl zijn de commandanten van
hun reeks van bezoeken teruggekeerd en
wachten zij nu weer omgekeerd het be
zoek van de Koningsburger autoriteiten.
Weer daveren de saluutschoten, weer
klinkt telkens de bootsmansfluit of sig
naalhoorn, die stilte eischt, nog steeds
heeft de officier van de wacht zijn volle
aandacht bij alles noodig.
Er is een heele stapel prospecti van
Koningsbergen en omstreken gekomen,
speciaal voor de manschappen is er een
pak vol bioscoopkaartjes bezorgd en we
komen zoo langzamerhand tot het idee,
dat het ons hier in Koningsbergen aan
niets zal ontbreken.
Zoo is het ook geworden en tot staving
hiervan kan het vermelden van het ons
geboden programma kortheidshalve die
nen. Behalve toch iederen dag een offi
cieel eten, vond er eiken dag een wandel-,
trein- of autotocht plaats, werd Donder
dagavond een z.g. Bunter Abend gegeven,
waar zoowel officieren, onderofficieren
als manschappen der beide naties waren
genoodigd, vond Zaterdag de voetbal
wedstrijd plaats en werd dien avond voor
de officieren een dansavond in het offi
cierscasino, voor «le onderofficieren een
bieravond bü hun Duitsche collega's ge
geven. j
een dikke, tonde sigaret
een forsche, ovale sigaret
Vroeger
geïmporteerd voor 40 en 50 ct.
voor het derde seizoen ontoegankelijk:
zijn. Op de talrijke vreemdelingen moet)
dit uiteraard een zeer onprettïgpn indruk
maken, vooral als zij genoodzaakt zijn om
over hobbelige binnenwegen, die meestal
niet door de mooiste wijken van de stad
leiden, hun doel te bereiken.
Voor een Amsterdammer zijn derge-
lyke toestanden, waarby de uitvoerende
maatschappijen blijkbaar hun taak op
z'n elf-en-dertigst opvatten, ongekend. lil
elk geval had men toch de jongste werk
zaamheden, waarbq wel met een mini
mum aantal krachten gewerkt wordt, tot
September uit kunnen stellen. Het is
toch voor een stad als Den Helder, die
toch het vreemdelingenverkeer wil bevor
deren, zeer nadeelig, wanneer b.v. bezoe
kers van Texel met een indruk van or&
begaanbare straatjes en rommelige buur
ten Den Helder verlaten.
Hopende door dit stukje het behoud der-
oude grachten en den voortgang der werk-i
zaamheden eenigszins te hebben bevor-)
derd, verbiüf ik inmiddels
Hoogachtend,
Amsterdamsch abonnee.
De straten rondom de werf wordexï
door het Rijk verbeterd en gemoderni
seerd; op het oogenblik zijn Weststraat
en Hoofdgracht onder handen. Zeker zul
len hier ook weer boomen worden ge
plant. Het is waar, dat er den laatsteri
rijd veel boomen gekapt ztjn, maar
de oorzaak daarvan was dan steeds
ziekte. Met de beschikbare begrootings-
gUden wordt gedaan wat mogelyk is; ze
ker zou voor een stad van de grootte als
de onze wel meer kunnen worden gedaan,
maar daarvoor is geen geld beschikbaar.
Overigens moet inzender den toestand
van thans vergelijken bij dien van enkele
jaren terug; hij zal dan wel zien, dat er
hier reeds ontzaglyk veel gedaan is op
het gebied van stadsverfraaiïng.
y V V
V
-T'itT-f1*»"
Redactie.
DE ARMENIËRS, EEN STERVEND
VOLK.
Mejuffrouw Cato de Witte, Willem
Barendzstraat 103 te Utrecht (giro .18757),
secretaresse der Morgenland-zending,
schrijft ons het volgende:
»Alweer de Armeniërs! Ja, geachte
lezer, zoo is het en niet anders. Weer
bevindt zich de rest van het Armeensche
volk, dat nu jaren van lyden achter zich
heeft, in een crisistüd. Het overgroote
deel der vluchtelingen in het kamp te
Aleppo is werkloos ontvangt geen onder
steuning en de gevolgen zün van dien
aard, dat zy elk weerstandsvermogen
verliezen en by honderden aan allerlei
hongerziekten ten prooi vallen. Kijkt ge
hen in 't gelaat, dan grijnst de honger
U aanbezoekt ge de polikliniek der
Morgenland-zending te Aleppo, dan zyt
ge omgeven door zenuwpatiënten, zwaar-
moedigen, dan telt ge vol ontzetting het
aantal tuberculosen, dat wacht op melk.
En nu in Juli, Augustus en September
door gebrek aan voldoende middelen, ook
deze polikliniek wordt gesloten, is er
niemand, die voor hen zorgt. Wel
heeft de regeering een sanatorium voor
t. b. c.-patiënten, doch het is steeds over
vol, zoodat het de grootste moeite kost,
iemand opgenomen te krijgen. Wat te
beginnen met patiënten in het laatste
stadium van t. b. c., wier barakken worden
afgebroken, geen dak meer boven het
hoofd hebben en op een hoek van een
straat in het kamp liggen, prys gegeven
aan de brannende zonnestralen Zoo
zyn de toestanden nu!
Mogen wij het wagen, nu, in dezen
tijd, waar zooveel op een ieder rust
ook voor deze ongelukkigen Uw aan
dacht te vragen? Een volk, dat telkens
weer in den steek werd gelaten, Chris
tenen, die alles verloren, uitgemoord en
uitgeplunderd zijn en vandaag den honger
ten offer vallen 1 Wy doen een beroep
op allen, die dit lezen: op de zieken,
die zich door doktoren kunnen laten be
handelen, op hen, die versterkende mid
delen kunnen nemen, op de gezonden,
die thans of straks hun jaarlyksclie uit
stapje maken. Hebt dan medelijden met