ZWÜMUMÜM AAN BEM ©flJBC De Koninklijke Marine voor oefening en vlagvertoon naar de Oostzee LU Ingezonden. AMEN RA CLEOPATRA HFLDERSCHF COURANT VAN ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1934. Clublied van „Fri sche Morgen Voor 4 stemmen gecomponeerd door Joh. F. Pala. Woorden van Herdrik Hakkelaar. Op bezoek bij „Frissche Morgen"Koffie en vierstemmig gezang. Dubbele salto mortale en een pracht vpn een bondsvlag. En nog veel meer, leest u maar verder. Frissche Morgen? weg je zorgen, laat 2e zinken in de zee!" j, js. wei een mooie alliteratie, maar de vraag is of de zorgen zich laten zinken 't Gaat er mee als met de bruinvisschen, ,lie ook van tijd tot tijd aan de opper vlakte komen om een luchtje te scheppen. Maar daarover gaat het vandaag niet, niet over zorgen, nifet over bruinvis- vissehen. Over heel wat anders. I)e lezer zal zich herinneren, dat wij cenigen tijd geleden een reeks artikelen 1 lebben gewijd aan de Heldersche Zwem- vereenïging en Reddingbrigade, naar aanleiding van baar nieuwe clublokaal. Fn wij hebben daarin uitvoerig over die vereeniging geschreven. Ons doel was die artikelen reeks af te sluiten met een feuilleton over de zustervereeniging Frissche Morgen", die eveneens aan den dijk een gelegenheid heeft om te zwem- n-,en, maar doordat een nieuw clublokaal voor' F. M. in de maak was, besloten wij even te wachten totdat dit in gebruik zou worden genomen. Dat is nu, zooals wij reeds in het kort hebben vermeld, Zon dngmorgen gebeurd en wij willen nu dan ons voornemen verwezenlijken en als slot van de reeks iets vertellen over onze om?"+e zwemHnb. de „Frissche Mor gen". Het is thans wel hoogtij voor de zwem mers, en des avonds heerscht dan ook in de omgeving der beide clubgebouwen een gezellige drukte van voorbijgangers, die gaarne eenige oogenblikken blijven staan om naar de zwemmers te zien. Gelukkig maar: een zwemclub moet het nu eenmaal van de mooie, zomersche dagen hebben, want zonder zon en warmte is een zwem e'ub preeies hetzelfde als een ijselub, die geen ijs zou hebben. ^esshfedenis der club. Wij winen nu allereerst eens iets ver tellen uit de geschiedenis der club. Wij doen dit aan de hand van de gegevens, welke de Voorzifter, de heer Brandt, Zon dagmorgen in zijn openingsrede uitsprak Als wjj zoo eens terugzien naar de jaren, die achter ons liggen, aldus de heer Brandt, daarmede bedoel ik de jaren, dat er hier tusschen deze strekdammen g- zwommen werd, dan kunnen wij thans nut tevreden blik om ons heen zien. Wij kunnen ons haasf niet indenken, en veie van onze leden van tegenwoordig kunnen dat zeker niet, dat het vroeger zoo behel pen is geweest. Ben 40-tal jaren terug zwom hier al een clubje, des morgen om 7 uur. Hiervan is de heer de Boer, Weststraat, oud-voor zitter van F.M., nog in leven. Aan dit vroege uur dankt de club ook haar naam. Het ging er uiterst gemoedelijk toe; men kleedde zich uit en aan op de steenen glooiing. In later jaren werd het plan ge opperd om eenige beschutting aan te brengen en wat meerder vrijheid voor ontkleeden te krijgen. Daartoe werd een scherm van zeildoek geplaatst. Omstreeks 1925 begon het ledental te stijgen, zoodat ook des avonds het scherm werd uitgezet. Hij, die het eerst kwam, haalde het scherm, dat opgeborgen was hij een be woonster van den Kanaalweg, en die het laatst wegging, bracht het weer terug. Fr kwamen toen ook al een paar dames leden, die zich ontkleedden in de keuken van de bewaarster van het scherm en zoo met badmantel om naar den dijk liepen, echte waterratten, die zich handig over (le plank zonder leuning te water be gaven. Toen omstreeks 1926 ingezonden stuk ken verschenen in de Heldersehe Cou rant over het aanstoot gevende ontklee den aan den dijk (schrijver daarvan was onze revue-koning Alb. Boelens), kwam een voorstel van den penningmeester, den heer Joh. F. Dekker, om te trachten bij Waterstaat gedaan te krijgen een houten gebouwtje op den dijk te mogen plaatsen Cp een prachtigen Augustusdag in 1926 werd een ledenvergadering belegd in de kleine zaal van het Militair Tehuis. Spoorstraat. De groote zaal had men niet noodig, aangezien het aantal leden nog maar 31 bedroeg. Op deze vergadering, waarvan de heer de Boer voorzitter was, werd tot secretaris gekozen de heer Oel- jee, thans nog de rechterhand der ver eeniging. Wel initiatief en durf, maar geen centen. lappen. Het voorstel om een gebouwtje te stich ten, kwam ter tafel. Evenwel, er was geen geld in kas. Daar klonk een schuchter3 stem uit de vergadering, die het tooverwoord „lappen!" riep. Het sloeg in en staande de vergadering kwam het eer ste kleedlokaal tot stand door renteloos voorschot van de leden. (Terloops zij hier opgemerkt, dat dit renteloos voorschot binnen drie jaar was terugbetaald). De heer Semens, (thans eerelid) maakte een teekening, toestemming werd, met mede werking van den Technisehen dienst van Waterstaat verzocht en verkregen, zoodat op 15 Mei 1927, 's morgens om 9 uur, bij oen lievige regenbui de opening plaats vond van dit eerste elubgebouwtje. Inmiddels breidde zich het ledental uit tot 60 heeren en 10 dames. Tot goed be grip van de zaak diene, dat het gebouw tje ook toen al een miniatuur-afdeeling bevatte voor de dames, maar zij waren in elk opzicht stiefmoederlijk bedeeld. Eventjes naar Texel zwemmen! Meerdere malen is er toen naar Texel gezwommen, zoo door de heeren Boo gaard, de Graaf, Konijn, Mevrouw Hoo- genbosch, toen nog Corrie van der Hoeve, en anderen. Zoo bleef de toestand tot 1932, toen ei nnder de leden verschil van meening be stond over de vraag „uitbreiding of niet". Maar ten vorigen jare werd de knoop doorgehakt en tot uitbreiding besloten. Het ledental was toen opgeloopen tot 230. Veel medewerking werd verkregen van den heer Zeilstra, technisch ambtenaar bij Waterstaat, en, evenals bü het eerste gebouw, werden ook nu weer de gelder. uit voorschotbedragen van de leden bijeen gebracht. Ook liet ideaal van een duik- toren is thans bereikt. Sportieve saamhoorfgheid. Dank zij de medewerking van Water staat en gemeente beschikt de vereeni ging thans over een keurig clubgebou v- met vlot en springtoren, springplank en viet. Ook is een badmeester aangesteld, de heer R. Horn, reeds populair bij de leden, alsmede een badknecht. Dat de vereeniging trotsch is op de bereikte re sultaten, ligt voor de hand, en dat dit wordt gewaardeerd, blijkt wei uit den groei der vereeniging, die thans een aan tal van 734 leden te boek heeft staan, n.l. 245 dames en 489 heeren. De ©pening van hef nieuwe clubgebouw. 't Was daar Zondagmorgen een fees telijke boel bij „Frissche Morgen". Daar was allereerst Wethouder Smits als ver tegenwoordiger van het gemeentebestuur, verder het bestuur van de zustervereeni- ging H.Z.V., de Inspecteur van Politie, en vele belangstellenden. Langs beide zijden van den dijk stond het zwart van de menschen. Alleen het weer hield zich, in den letterlijken zin des woords, nog wat gedekt, maar toch kwam tenslotte de zon te voorschijn. Het water was erg ruw. en dat was jammer, omdat een water pantomime zou worden opgevoerd. Maar tenslotte viel ook dit erg mee. Door middel van een luidspreker, door den heer van Baaren afgestaan, werd de rede van den Voorzitter, hier boven grootendeels weergegeven, aan de belangstellenden bekend gemaakt, en toen de heer Brandt uitgesproken had, was het woord aan wethouder Smits, die de bondsvlag zou hijschen. Wethouder Smits hijscht de vlag. Dat juist spr. dit mocht doen als wet houder van volksgezondheid de Bur gemeester was uitstedig is, zoo zeidc de heer Smits, een aangename taak. De heer Smits wees er voorts op, dat de groote uitbreiding van het ledental reeds voldoende wijst op de populariteit van de vereeniging, die, ondanks haar reeds res pectabelen leeftijd, een volledige verjon gingskuur ondergaat. Een mooi geteekende vlag ontwerp van den heer van Hasselt, een der leden van F. M., en bestaande uit gelen achter grond met 3 blauwe banen, symbolisee- rend de golven en de initialen F.M. werd hierna door den wethouder onder luid gejuich van de omstanders, gehe- schen. De vlag is een geschenk van een Damescomité, en wij vertellen daar straks wel meer van. H.Z.V.'s gelukwenschen. Nu kwam, nadat aldus het gebouw ge opend was, de Voorzitter van de buur vrouw en zustervereeniging, de H.Z.V. de heer Bandsma, en complimenteerde F.M. met haar gebouw. Hij sprak daarbij de hoop uit, dat beide vereenigingen door gezamenlijken arbeid de zwemsport in onze gemeente mogen ontwikkelen, zoo dat straks alle inwoners behalve de ba- bies en de menschen boven de 80, aan het zwemmen zijn. En vervolgens bood htj bloemen aan de zusterclub aan. Frissche Morgen, heb je zorgen?". Ach, u kent het natuurlijk, dit aardige clublied. De woorden zijn van den heer Hendrik Hakkelaar, die ook aan de Held. Grt. geen onbekende is en die lang geen onverdienstelijke verzen maakt terwijl de heer Pala hiervoor een vier stemmige melodie heeft geschreven, die door een geïmproviseerd gemengd koor tje nu werd gezongen. De muziek van den heer Pala is frisch en pittig; wie het niet gelooven wil, vind litieronder het lied en kan het op de piano probeeren. De frissche zeewind waait er doorheen, en de zachte deining der golven wordt in het rhythme weergegeven. „Zoo te dart'len en te spart'len is ons eiken dag een feest, want de zee werkt zoo verfrisschend op je body en je geest". Nog meer sprekers komen'. Een van de leden, de heer I n <1 e w e y, sprak een woord van dank tot het Bestuur voor wat het in de korte spanne tijds tus schen het besluit dit clubgebouw te zet ten en de oplevering ervan, heeft tot s»and gebracht. En daarna kwam mevrouw Donker sloot namens het Dames-comité. Dit Damescomité, we zeiden hét hierboven a!, heeft de fraaie clubvlag overhandigd (met een wimpel), maar toen was er nog geld over en toen besloot het Damescomité om ook nog een klok aan te bieden (zoo royaal waren de leden geweest!) zoodat de rest in de kas gestort werd der vereeni ging. Een rondje zwemmen. Ja, ja, „Frissche Morgen" is uit de slof geschoten, dezen Zondagmiddag. En toen al dat officieele dat heelemaal niet offi cieel, maar erg genoeglijk en gemoedelijk ging was afgeloopen, kwam daar. ii raadt het niet! het oudste lid der ver eeniging, de heer Poll, vergezeld van het jongste lid. de 10-jarige Arie Bruyn, die het nieuwe gebouw zouden inwijden met een rondje zwemmen. De heer Pol?, onze 75-jarige zwemnestor, die tot diep in het najaar zijn duikje gaat nemen, dook met een enorme duik te water en kwam minstens 25 meter verder eerst weer boven. En Arie Bruyn?.... ja, een bruinvisch is er een beestje bij! „Hannes vischt in verboden water". Het slot van deze feestelijke opening was een pantomime van Hannes, die in verboden water vischt, die het vertikt voor den veldwachter om daarmee op te houden, en die tenslotte, om aan den wrekenden arm der gerechtigheid te ont komen, pardoes te water springt, waarna alle medespelers, drie agenten van poli tie, Hannes' vrouw en zijn vader en moe der, volgen. Dit aardige, natte nummer gaf tot uitbundige vroolijkheid aanlei ding, omdat alle spelers natuurlijk aller zotst uitgedoscht, te water gingen en zich ongetwijfeld in een sober zwempakje meer op hun gemak zullen hebben ge voeld. Een en ander over het gebontv Tot slot moeten we nog even zakelijk worden,, en iets oyer het nieuwe clubge bouw vermelden. We hebbén in het num mer van Dinsdag reeds de afbeelding daarvan opgenomen; hier volgen nog eenige bizonderheden. Het gebouw heeft een lengte van 24.75 m, en is 3.50 m breed. Er is een heeren- afdeeling, die 15M m en een damesafdee- ling, die 9J4 lang is. terwijl voor jongens- M' en meisjes aparte opgangen zijn gemaakt dezen hebben de beschikking over een ruimte van 4.60 m in het vierkant. Iedsr kleedlokaal is voorzien van afwaterings voren. Het gebouw bezit bovendien een kantoortje voor den badmeester en eeri gelegenheid voor het bereiden van koffie en thee, terwijl men ook limonades, siga ren en sigaretten kan koopen. Verder is op de glooiing een betonpad gemaakt, met iten loopbrug voor af- en opgaande zwem mers, welke een leuning in 't midden heeft. De fundeering van het gebouw, dat is ontworpen door den architect J. J. van der Leek, bestaat uit betonnen kokers, waarin eiken palen zijn aangebracht. De aannemers, de heeren Oeljee en Kraft, hebben, tot groote tevredenhid van de vereeniging. het werk uitgevoerd. Op het oogenblik is het nog niet afgeschil derd; dit zal geschieden door den heer Thiel. Reeds heeft deze heer aan den voorkant een staaltje gegeven van zijn werk; daar is namelijk, in plastiek, de afbeelding aangebracht van de clubvlag, die wij hierboven hebben beschreven Ook dit is een geschenk aan de club. Het dak is bedekt met ruberoid, De heer van Baaren, die, zooais we reeds zeiden, ge zorgd had voor een luidspreker om het gesproken woord verstaanbaar te maken, had ook een wringer in ..bruikleen afge staan, zoodat de zwemmers na afloop hun badgoed konden drogen. De firma Heyli- genberg, Keizerstraat, tenslotte zorgde voor de noodige fietsenrekken. Wij mogen deze regelen niet eindigen .zonder nog te hebben gewezen op de ge- IV. De dag van binnenkomst, Woensdag 27! Juni, is het smaldeel in tweeën gesplitst, het vlaggeschip nadert met de „Z 5" en „K 18" achter zich aan in den vroegen morgen Pillau, de voorhaven van Ko ningsbergen, de „Evertsen" en „K 17" stoomen op naar Gd.ynia, de uit den grond gestampte Poolsche havenstad, aan het zee-einde van de veelbesproken corridor gelegen. Het is zes uur als op de „Hendrik" de loodsvlag omhoog gaat en de bij de sa- luutbatterij ingedeelde manschappen op post komen. Het stadje Pillau strekt zich voor ons uit; bezuiden den haveningang zien we enkele lichttorens en het lage land van de landtong van het Frische Half hier en daar met laag bosch bedekt, aan den Noordkant steekt het hooge gelëide- licht zijn koperen koepel hoven de daken der huizen uit, zien we de kanteelen der apart staande kazerne en aan de zuidzijde de wallen waarop de kustbatterii geplaatst is. Tusschen de havenhoofden maakt zich het contour van de naderende loodsboot los van den achtergrond. Kwart over zes. De loods stapt aan boord, voorafgegaan door de havenmees ter die de vaart door het kanaal voor deze bijzondere gelegenheid tot Koningsbergen mee zal maken. Een paar stevige hand drukken, de quaestie van roer- en vaart commando's wordt besproken en de vaart door het Königsberger Seekanal, een op 8 meter diepte gegraven waterweg door het Frische Haff, aan de door Konings bergen stroomende Pregel aansluitend, vangt aan. Als we even binnen de pieren zijn, wordt op dezelfde wijze als bij den in gang van de Sont voor Denemarken ge schiedde, de Duitsche Republiek begroet. Met gestopte machines, de Duitsche vlag in den achtertop en een keurig aangetre den bemanning aan dek, lost de „Hen drik" 21 schoten, antwoordt de Duitsche saluutbatterij met een gelijk aantal. Een keurig motorsloepje ligt even verder op ons te waehten en stoomt na afloop der saluten met breeden zwaai van wittig spoor in het donkerblauwe water trekkend naar de stuurboordsstatietrap, het schrille fluitje van den schipper klinkt en de of ficier van piket van het Duitsche Marine- station Pillau, stapt aan boord. Op de brug wordt hy door den commandant ont vangen wien hij de welkomstgroeten van zijn elief overbrengt. Zijn uniform ïs im Groszen und Ganzen gelijk de onze, we merken op de rechterborst het kenteeken van de Hilier-regeering op, «en adelaar geplaatst boven een hakenkruis, door de marine in het goud, door het leger in het zilver gedragen. De officier van piket zal ook de réis tot Koningsbergen meemaken en als de Duitsche sloep is afgestoken, worden de machines aangezet en stoomen we met halve kracht, hier en daar voor een baggermolen minderend, door het kanaal waarvan de zuiderwal opgewor pen van de uitgegraven aarde van den waterweg, gedekt is met welig tierend gras en jong hakhout, terwijl op den Noordwal heuvels, weiden en onbenutte vlakten elkaar afwisselen. Op het nabije Frische Haff, dat we vanaf de brug over «Jen Zuidwal heen zien, zeilen tal van vis- schersbootjes, getuigd met bruine recht hoekige zeilen en vormen een passende ónderbreking van het wijde wateropper vlak, omboord door afwisselend licht en donkergroene heuvels. Hier en daar steekt een toren van een visschersdorpjje als kenbaar punt zün spits omhoog. Er komt ons niets in den weg. De sig naalstations die we passeeren, hebben allen het sein „doorvaart vrii" geheschen en steeds dichter naderen we de eerste buitenlandsche haven van de reis. „Kö- nigsberg, Samland ruft!" Aan dek geeft de schipper met zijn gasten het schip voor het laatst nog eens duchtig er van langs. Aan het fel glim mende koper valt weinig meer te doen, het dek is brandschoon, de sloepen mogen er wezen, maar toch, zoo hier en daar valt nog wat op te knappen en als we de eerste pakhuizen van Koningsbergen pas seeren is de schipper nog bijna ontevre den als hij zün mannetjes moet afstaan. Het is meerrol en de bemanning treedt op de bak, in de midscheeps en op de campagne in een dubbele rij aan. De for matie van het smaldeel wordt verbroken, we draaien het „Hafenbecken drei" in, maken'front voor de drie Duitsche mij nenvegers die in het hoofdvaarwater langs den kant liggen en vrooliike marschmu- ziek van de Reiehwehrkapelle, omjoeld door het gewuif van de ons opwachtende menigte klinkt ons tegemoet en stemt ons direct vrooüjk. Duitsche matrozen staan klaar om de trossen waar te nemen, het is precies tien uur als de „Hendrik" meert en de „Z 5" en „K 18" naast elkaar achter het vlaggeschip langs den wal vastmaken. De looopplank wordt gelegd en de consul van Nederland komt aan boord. De verbin ding met den wal is er. Nu volgen de uren waarin het een drukte van belang is. De sloepen worden gestreken, de trossen worden door boch ten verzekerd, er komen tal van leveran- legenheid, welke sinds kort door de ver eeniging geschapen is, om het waterpolo uit te oefenen. Reeds zijn, naar wy ver namen, twee zeventallen gevormd, onder leiding van den badmeester, den heer Horn. Dat by dezen heer ook gelegenheid bestaat het zwemmen te leeren, behoeft eigenlijk geen betoog, dqar dit iets is, dat ranzelf spreekt. In 3 weken tijds zoo lang is de badmeester thans in functie hebben reeds 7 leden het zwemmen ge- j leerd. De. contributie voor de club kost slechts' 3.per jaar. Inleggeld wordt niet ge heven, we! kunnen afzonderlijke baden worden genomen, n.l. a 10 cent (per week 60 cent). Hopen wü, dat de beide elubs nog een reeks van fraaie zomersche dagen zullen mogen beleven: het kan niet anders dan hun bloei ten goede komen. En nu vraagt de lezer wat dan wel die verrassing was, waarover wij het hadden en die oorzaak was, dat wij dit feuilleton tot heden moesten uitstellen? Die ver rassing is de reproductie van het club lied; wij vonden het frissche melodietje zoo aardig, dat we besloten het in de krant te zetten. Maar het overschrijven en vervaardigen van een cliché kon niet m er tijdig voor het no. van Donderdag geschieden. Wij hopen, dat de leden het zullen waardeeren, dat wij op deze wijze dit clublied ruimer bekendheid geven. (Buiten verantwoordelijkheid van de redactie. Niet geplaatste stukken worden niet teruggezondei..) Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik u om een klein plaatsje voor onderstaand in uw blad; bij voorbaat mijn dank. Het is mij, als vreemdeling in Den Hel der, opgevallen hoe weinig het huidige, toch als zoo voortvarend bekend staande gemeentebestuur, schijnt doordrongen tc zijn van de kapitale waarde die de oude grachten met hun fraaie boomen, voor hun stad vertegenwoordigen. Het is mij, en vele andere gasten een raadsel, dat, nu Den Helder toch al in Zuidstraat, Weststraat en Hoofdgracht zooveel van het stadschoon heeft moeten missen, de overblijvende grachten op sommige punten op zulk een ergerlijke wijze wor den verwaarloosd. Daar, waar boomen zijn gekapt, worden geen nieuwe geplant, zoodat kale plekken ontstaan, en de jonge - boompjes op de Zuidstraat blijken hei ook niet lang uit te houden, terwijl de oude boomen niet deskundig genoeg be handeld worden. Als dit zoo doorgaat, zal er binnenkort van de destijds zoo prach tige lanen van Den Helder niet veel meer over blijven. Hier is nog zeer veel werk jte. doen en voor men in de nieuwe buur ten boomplantdagen organiseert, 'ware het beter eerst de oude stadswijken te gedenken. Voorts is het voor een buitenstaander bijzonder vreemd, dat de voornaamste verkeerswegen door Den Helder nu al ciers, bijna direct na aankomst verschij nen monteurs die ons het onontbeerlijk communicatiemiddel, telefoon, verschaf fen, onderwijl komen de commandanten der twee andere Hollandsche schepen aan boord. Alle officieren worden nu met val- reepsgasten, twee of vier matrozen als wacht bii de valreep opgesteld, ontvangen, de schipper of onderofficier van de wacht „fluit" hen „over", ontlokt telkens weer hetzelfde wijsje aan zijn schrille boots- mansfluit en de tamboer draagt met zün signalen aan de bedrüvigheid het ziine toe bij. De drie commandanten verlaten even na half elf vergezeld door den consul, het schip en de saluutbatterij davert ter eere van den consul zijn zeven schoten. Er komt een Duitsch officier van piket, er komen Duitsche officieren op longroom- bezoek, en onderwijl wordt alles wat na de vaart niet meer noodig is op zijn plaats gebracht, lijsten van deelnemers aan de verschillende feestelijkheden en uitstap jes worden opgemaakt, de mail wordt met gejuich ontvangen, kortom alles en ieder een heeft zün handen vol. Men is er even- wel op berekend en alles loopt. In de longroom zit een der Duitsche officieren en geniet van een Hollandsche cocktail. Hü vertelt over Koningsbergen, Pillau, over de hadplaatsen Cranz en 1 Rauschen, we spreken af over en weer te zullen aanloopen en gaan als onze gast weer weg is even later per motorsloep naar de Duitsche mijnenvegers om in de longroom van een van de drie allergezel ligst een koelen dronk te gebruiken. Als wij op onze beurt na een uurtje opstap pen, is de eerste band gelegd en zijn we er over eens, dat kleine scheepjes, waar dan ook. gezelligheid en gemoedelijkheid als bijzonder cachet met zich meedragen. Onderwijl zijn de commandanten van hun reeks van bezoeken teruggekeerd en wachten zij nu weer omgekeerd het be zoek van de Koningsburger autoriteiten. Weer daveren de saluutschoten, weer klinkt telkens de bootsmansfluit of sig naalhoorn, die stilte eischt, nog steeds heeft de officier van de wacht zijn volle aandacht bij alles noodig. Er is een heele stapel prospecti van Koningsbergen en omstreken gekomen, speciaal voor de manschappen is er een pak vol bioscoopkaartjes bezorgd en we komen zoo langzamerhand tot het idee, dat het ons hier in Koningsbergen aan niets zal ontbreken. Zoo is het ook geworden en tot staving hiervan kan het vermelden van het ons geboden programma kortheidshalve die nen. Behalve toch iederen dag een offi cieel eten, vond er eiken dag een wandel-, trein- of autotocht plaats, werd Donder dagavond een z.g. Bunter Abend gegeven, waar zoowel officieren, onderofficieren als manschappen der beide naties waren genoodigd, vond Zaterdag de voetbal wedstrijd plaats en werd dien avond voor de officieren een dansavond in het offi cierscasino, voor «le onderofficieren een bieravond bü hun Duitsche collega's ge geven. j een dikke, tonde sigaret een forsche, ovale sigaret Vroeger geïmporteerd voor 40 en 50 ct. voor het derde seizoen ontoegankelijk: zijn. Op de talrijke vreemdelingen moet) dit uiteraard een zeer onprettïgpn indruk maken, vooral als zij genoodzaakt zijn om over hobbelige binnenwegen, die meestal niet door de mooiste wijken van de stad leiden, hun doel te bereiken. Voor een Amsterdammer zijn derge- lyke toestanden, waarby de uitvoerende maatschappijen blijkbaar hun taak op z'n elf-en-dertigst opvatten, ongekend. lil elk geval had men toch de jongste werk zaamheden, waarbq wel met een mini mum aantal krachten gewerkt wordt, tot September uit kunnen stellen. Het is toch voor een stad als Den Helder, die toch het vreemdelingenverkeer wil bevor deren, zeer nadeelig, wanneer b.v. bezoe kers van Texel met een indruk van or& begaanbare straatjes en rommelige buur ten Den Helder verlaten. Hopende door dit stukje het behoud der- oude grachten en den voortgang der werk-i zaamheden eenigszins te hebben bevor-) derd, verbiüf ik inmiddels Hoogachtend, Amsterdamsch abonnee. De straten rondom de werf wordexï door het Rijk verbeterd en gemoderni seerd; op het oogenblik zijn Weststraat en Hoofdgracht onder handen. Zeker zul len hier ook weer boomen worden ge plant. Het is waar, dat er den laatsteri rijd veel boomen gekapt ztjn, maar de oorzaak daarvan was dan steeds ziekte. Met de beschikbare begrootings- gUden wordt gedaan wat mogelyk is; ze ker zou voor een stad van de grootte als de onze wel meer kunnen worden gedaan, maar daarvoor is geen geld beschikbaar. Overigens moet inzender den toestand van thans vergelijken bij dien van enkele jaren terug; hij zal dan wel zien, dat er hier reeds ontzaglyk veel gedaan is op het gebied van stadsverfraaiïng. y V V V -T'itT-f1*»" Redactie. DE ARMENIËRS, EEN STERVEND VOLK. Mejuffrouw Cato de Witte, Willem Barendzstraat 103 te Utrecht (giro .18757), secretaresse der Morgenland-zending, schrijft ons het volgende: »Alweer de Armeniërs! Ja, geachte lezer, zoo is het en niet anders. Weer bevindt zich de rest van het Armeensche volk, dat nu jaren van lyden achter zich heeft, in een crisistüd. Het overgroote deel der vluchtelingen in het kamp te Aleppo is werkloos ontvangt geen onder steuning en de gevolgen zün van dien aard, dat zy elk weerstandsvermogen verliezen en by honderden aan allerlei hongerziekten ten prooi vallen. Kijkt ge hen in 't gelaat, dan grijnst de honger U aanbezoekt ge de polikliniek der Morgenland-zending te Aleppo, dan zyt ge omgeven door zenuwpatiënten, zwaar- moedigen, dan telt ge vol ontzetting het aantal tuberculosen, dat wacht op melk. En nu in Juli, Augustus en September door gebrek aan voldoende middelen, ook deze polikliniek wordt gesloten, is er niemand, die voor hen zorgt. Wel heeft de regeering een sanatorium voor t. b. c.-patiënten, doch het is steeds over vol, zoodat het de grootste moeite kost, iemand opgenomen te krijgen. Wat te beginnen met patiënten in het laatste stadium van t. b. c., wier barakken worden afgebroken, geen dak meer boven het hoofd hebben en op een hoek van een straat in het kamp liggen, prys gegeven aan de brannende zonnestralen Zoo zyn de toestanden nu! Mogen wij het wagen, nu, in dezen tijd, waar zooveel op een ieder rust ook voor deze ongelukkigen Uw aan dacht te vragen? Een volk, dat telkens weer in den steek werd gelaten, Chris tenen, die alles verloren, uitgemoord en uitgeplunderd zijn en vandaag den honger ten offer vallen 1 Wy doen een beroep op allen, die dit lezen: op de zieken, die zich door doktoren kunnen laten be handelen, op hen, die versterkende mid delen kunnen nemen, op de gezonden, die thans of straks hun jaarlyksclie uit stapje maken. Hebt dan medelijden met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 11