B
Marine-brieven uit Indië
T JUTTERTJE
La Lumanta Stelo
a T
na eenige jaren waren in Lyon reeds
4000 van ^eze machines in werking
gesteld-
Interessant is, dat op dit eerste begin,
dat reeds een gewichtige schrede op
het pad van de industrialiseering van
het handwerk was, er te Lyon groote
arbeidersrelletjes uitbraken, die den
gelukkigen uitvinder bijna den kop
hadden gekost Maar later heeft de
stad Lyon een bronzen beeld voor
hem opgericht. En in October 1806
werd in een keizerlijk decreet bevolen,
dat de stad zijn uitvinding, die hij
nooit heeft laten patenteeren, tegen
een jaarrente van 3000 francs moest
afkoopen en dat een ieder, die in zijn
onderneming een Jacquard-weefgetouw
gebruikte, aan den uitvinder 50 francs
had te betalen.
Op het Jacquard-weefgetouw kunnen
de meest gecompliceerde patronen,
zelfs uit meerdere stoffen bestaande,
zooals b.v. de grond in crêpe en de
figuren in atlas, decoratiestoffen, tafel-
akens enz. vervaardigd worden.
Woensdagmiddag 1 Augustus j.1. om
5 uur vertrok de „Prinses Juliana" van
de Mii- „Zeeland" met de Esperan
tistenkaravaan naar het 26e Univer-
seele Wereldcongres te Stockholm.
Gedurende 2l4 dag en 3 nachten steeds
door varen, voerde het schip ons over
een spiegelgladde zee langs de Wad-
den-eilanden door het beroemde Kie-
lerkanaal, waar we door de halfstok
bevestigde ylag van de loodsboot den
'dood van Hindenburg te weten kwa
men, ond^r de 2 reusachtige bruggen
"dóór, die zoo groot zijn, dat er altijd
door aan geschilderd wordt en die, on
danks hun duizelingwekkende hoogte,
je bii hefc onderdoor varen, toch nog
even de leekenangst bezorgden, dat de
mast van het schip af zou knappen,
door de Oostzee naar de plaats van
bestemming.
Aan boord heerschte een door niets
verstoorde, prettige stemming, zoowel
onder de passagiers als tusschen pas
sagiers en bemanning, van den hoog-
sten tot de laatsten uit rondborstige
zeelui bestaande, voor wie geen moei
te teveel was om het hun ongewone
passagiers naar den zin te maken.
Voor degenen, voor wie het luie liggen
in een dekstoel, genietend van het
langzaam voorbij glijdende landschap,
geen langdurige bekoring had, waren
er spelletjes, concerten, een gesproken
dagblad, een cursus voor beginners,
dikwijls tot middernacht gelegenheid
tot dansen, kortom allerlei mogelijk
heden om zich naar eigen smaak te
amuseeren.
Zaterdagmorgen om 10 uur zou de
..Prinses Juliana" de haven van
Stockholm binnenloopen. De passa
giers werden voor deze gelegenheid
s morgens om 7 uur reeds met luide
grondslagen gewekt, om bij het binnen
varen van den typischen aanblik der
eilandengroep voor Stockholm te kun
nen genieten. In den stralender, zo
mermorgen kwam het karakteristieke
verschil met het Duitsche landschap,
dat behoudens enkele sterkere
glooiingen, heel veel op het Holland
oever dicht begroeid met weelderig
sche gelijkt, duidelijk uit. Tot aan den
zomergroen, waartusschen de kleurige
Zweedsche villa's en houten zomer
huisjes plekten, rezen de rotsachtige
eilanden steil uit het diepblauwe wa
ter op. Vele helderwitte zeilen en in
bolken van schuim voorbij stuivende
motorjachten gaven het schilderach
tige landschap een sportief accent,
"et verlangen om even voet aan wal te
zetten in dit paradijsachtige oord van
sprookjes en legenden werd spoedig
op den achtergrond geschoven door de
angzaam naderbij komende gebouwen
complexen en torenspitsen van Stock-
ho'ii, dat zich op dezen, zon-overgoten
morgen extra glanzend in het water
scheen te weerspiegelen, als om haar
svmbolischen naam, Koningin van de
teloren, voor de vele buitenlandsche
Sasten luisterrijk te rechtvaardigen.
\vpLnn"uVOi°r,iWe stü lagen' ontdekten
ade reeds de groene Espe-
ïantovlag en een groep Zweedsche
Esperantis.en, die de „Prinses Juliana"
Kwamen verwelkomen. Een woord van
dank aan de Zweedsche douanen, die,
zelf voor een deel ook Esperantisten,
nun gees.vrewanten geen stroobreed in
een weg legden, mag hier niet achter-
vege blijven. Over die douanen later
nog meer. De verleiding wordt nu
sterk om, net als de heer Teo Jung, de
vriendelijke hoofdredacteur van het
door mij al zoo vaak genoemde weke-
hlksche Esperantoblad „Heroldo de
Esperanto met wie ik nu het genoe
gen had, persoonlijk kennis te maken,
een willekeurige greep te doen uit de
verwarrende mengeling van indruk
ken, waaraan elke caleidoscopische
symmetrie ontbreekt. Maar aangezien
over veel minder plaatsruimte be
schik, moet ik trachten van miin vele,
bont gekleurde herinneringskralen
vanaf het oogenblik, dat wrii voet aan
■wal zetten in Zweden, een ketting van
niet al te fantastisch model te rijgen.
Welnu dan, onmiddellijk na aan
komst begon de blijde intocht! In een
lange rij trokken de Esperantisten
door de, ook volgens de Zweden, on
gewoon warme stad, op naar het vor
stelijke Parlementsgebouw, dat door
het Stadsbestuur voor een week ter
beschikking van de congressisten ge
steld was. Aan den rand van het voor
plein,. dat zich breed voor het gebouw
uitstrekt, wapperden op hooge masten
de fiere standaarden van de 30 ver
schillende nationaliteiten, die tijdens
de congresweek in Stockholm vertegen
woordigd waren. Is het te verwonde
ren, dat alleen al de aanblik daarvan
ons blij stemde? Deze 30 vlaggen, wa
ren zü voor ons niet het welsprekend
ste getuigenis van de verwerkelijking
van ons ideaal, één hulptaal voor allen?
In het congresgebouw ontving elk
der deelnemers een keurige map, in
houdende de z.g. congresidocumenten,
0.a. het smaakvolle congresinsigne, een
soort couponboekje met bewijzen van
toegang voor de feestelijke gelegen
heden en excursies en het z.g. Con
gresboek met de nummers, namen en
adressen van alle congressisten. Wat
een voorbeeldige organisatie en wat
een arbeid om alles zóó in de puntjes
in orde te krijgen! Want behalve dit
alles bevonden zich in het Parlements
gebouw tijdens de congresweek uit
sluitend ten behoeve van de Esperan
tisten: een postkantoor, waar alle te
verzenden post van een speciaal con
gresstempel werd voorzien, een gele
genheid om geld te wisselen ,de aan
wezige bankbeambten hadden in de 14
voorafgaande dagen voldoende Espe
ranto geleerd om iedeereen van dienst
te zijn), een reisbureau en talrijke
zalen om te vergaderen, schrijven of
babbelen. Nadat we dit alles in oogen-
schouw genomen hadden, gingen we
de stad in op verkenning naar een ge
schikte gelegenheid om het Zweedsche
eten eens te proeven. Hierbij onder
vonden wc al dadelijk alle nadeelen van
het je-niet-verstaanbaar-kunnen-ma-
ken, want hoewel we in een der groot
ste hotels van Stockholm terecht kwa
men, bleek al gauw dat niemand van
het bedienend personeel daar veel
meer dan alléén Zweedsch verstond.
Uit het menu met de onbegr"-eliike
Zweedsche benamingen konden we
heelemaal geen wijs worden en er rest
te ons dus niets anders dan te trachten
onze wenschen op doofstommen-ma
nier kenbaar te maken. Hetgeen heel
veel tijd kostte en bovendien aanlei
ding gaf tot de gekste vergissingen.
Zoo kreeg een vegetarische dame
1.p.v. een pudding, die zü gedacht had
te bestellen, een groot stuk rauwe
biefstuk bij wijze van nagerecht. Na
dit langdurige maal moesten we ons
naar ons schip terug haasten, .wilden
we 's avonds om 6 uur feestelijk uit
gedost bii de Opening van het congres
in het Concertgebouw aanwezig zijn.
Maar ook dit was gemakkelijker ge
zegd dan gedaan. We stonden we mid
den in Stockholm bii de verschillende
tramhaltes, maar niemand kon ons den
weg wijzen, welken we noodig hadden.
Pogingen met Engelsch, Fransch en
Duitsch leverden evenmin eenig resul
taat op! En de tijd ging voorbij! Een
dame uit ons gezelschap riep met een
stem als een versterkte luidspreker, in
het Hollandsch: „We moéten naar de
boot. Zeg c-ns toch welke Lm we moe
ten nemen!" Ze had evengoed „Ho-
cuspocus" kunnen roepen. Toen
nood op het hoogst was, verscheen ge
lukkig ook hier de redding in den
vorm van een tram met een conduc
teur die de bekende Esperantoster op
zijn uniform droeg. In een oogwenk
waren onze problemen opgelost en 5
minuten later hadden we onze dier
bare, drijvende verblijfplaats weer be
reikt. Over de openingsplechtigheid
zelf en onze verder wederwaardigheden
in Stockholm hoop ik u den volgenden
keer in vogelvlucht (want anders zou
het een boekdeel worden!) nog wat te
vertellen.
MOLLY KEISER,
2e Schuytstraat 155, Den Haag.
IBN SA'OED WIJS ALS SALOMO.
Naar aanleding van den gelukkig
afgeloopen veldtocht tegen zijn op-
standigen nabuur Yemen, kreeg de ko
ning Ibn Sa'oed van Nedsjed de in
zulke gevallen gebruikelijke luim tot
het geven van gratie.
Onverwacht dook de koning in de
gevangenis van Mekka op, waar vele
van zijn vijanden sinds jaren in de
ketenen lagen. Hij liet de gevangenen
in een rij opstellen en aan hem voorbij
leiden. „Wat heb jij gedaan?"
„Ik heb jaren geleden op u, o koning
der koningen, een roekeloozen moord
aanslag gepleegd".
„Hoeveel heb je daarvoor gekre
gen?"
„Voor den tijd van twintig jaren, 0
koning der koningen, is mij zon en
vrijheid ontnomen."
„Goed, er zullen je tien jaar van
geschonken worden."
Zoo schudde de koning overal zijn
hoorn vol genade uit, door steeds de
helft van den straf kwijt te schelden.
Tot hij kwam zij een man, die we
gens een misdrijf tot levenslangen
dwangarbeid veroordeeld was. De ko
ning schrok. Hoe moest hij aan een
tot levenslang veroordeelde de helft
van de straf kwijtschelden? Kon
iemand buiten Allah zelf, weten hoe
lang znij zondige knecht nog te Jeven
had. Maar de geest van Salomo schijnt
in den koning te leven. „Goede Abdul-
lah, dan zul je steeds een dag in vrij
heid leven en den daarop volgenden
in de geangenis doorbrengen, tot aan
het eind van je leven".
Zoo gebeurde het en er bestaat nu
geen vrees, dat de zoo grootmoedig
behandelde misdadiger meer dan de
helft van zijn straf kwijtgescholden is.
„Dus jij bent aan 't probeeren
gaan? Vind je je raadsman niet een1
beetje erg jong?"
„0„ dat hindert niet, 't wordt toch
een procedure op langen termijn!"
Waarde vrind,
Waar ik je de vorige week al met de
luchtpost schreef, blijft er deze week
weinig te vertellen over. De afstand-
marsch over de 20 km is alweer
achter den rug, zonder uitvallers voor
de Marine, echter ook zonder blaren
of andere euvelen. Nu de volgende
maand de 25 km en dan nog de 30
dan hebben de menschen die alle
marschen achter den rug hebben recht
op een medaille, uitgeloofd door de
Ned. Ind. Athletiek Unie. Dan moeten
we verder maar afwachten of ook hier
de mogelijkheid geschapen zou kunnen
worden om ook het kruis voor de 4-
daagsche (voor ons wordt dat dan de
4-nachtsche) afstandmarsch te ver
dienen. De animo bestaat er in ieder
geval wel voor.
Was kortgeleden de „Java" in het
groote dok van de Droogdokmaat
schappij, thans staat de „Sumatra"
daarin. Waar dit schip geheel bediend
wordt door menschen van den Dienst
Conservatie, bestaat er dus een drukke
sloepen-verbinding tusschen de Kruiser
kade en Perak. De „Morokrambangan"
en een sleepboot voor de werf zorgen
in hoofdzaak voor de verbinding. Van
morgen op weg naar het dok toe pas
seerden we juist de vertrekkende
„Dempo" van de Rotterdamsche Lloyd.
Altijd en iederen keer weer bekruipt
je dat akelige heimweh-gevoel als je
zoo'n boot ziet vertrekken en wat zou
je graag in de schoenen staan van de
zich daarop bevindende thuisvaarders
van de navy. Zoo tegen het eind van
het jaar, als je dan thuis moet varen,
is er anders thans altijd veel kansom
per Nieuwedieper Lloyd de reis te
maken. Dan vertrekken de jagers voor
hun beurt naar Holland en die slokken
toch al gauw een paar honderd thuis
vaarders omstreeks dien tijd op. Nu
moet ik zeggen het binnen komen in
de haven van Nieuwediep, als je een
poos weg bent geweest uit Holland
is toch altijd ook belangrijk leuker als
per mailtrein of aankomende in Am
sterdam of Rotterdam, terwijl je met
de „Nieuwedieper" meestal ook andere
plaatsen aandoet dan met de mailboot
en er bovendien langer blijft, zoodat
je wat van de „darat" kunt bekijken.
De Eskader-commandant Kolonel
Scalongne gaat thuisvaren, medio
Augustus, de tegenwoordige Marine
commandant zal Z. H. E. G. opvolgen
in deze functie, terwijl de pas uitge
komen kolonel Jolles, Commandant
Marine te Soerabaja wordt. Je ziet dus
een verschuiving in de hoogere regio
nen. De marine-begrooting werd ia
den Volksraad „manis" ontvangen.
In de memorie van antwoord lezen
we nog dat we in '35 een nieuwe ge-
schutschijf zullen krijgen. Nu degene
die we hier hebben is dan ook danig;
opgelapt. Öf de K. I. S. in de toe
komst zal blijven bestaan, daarover
kon nog niet gerapporteerd worden.
In de afgeloopen week is op het
vliegkamp een Dornier wat hard op
het water terecht gekomen, zoodat er
schade van kwam. Echter geen per-
soneele ongelukken. Het nachtvliegen
gaat maar gestadig door en het roode
en groene lampje in de Soerabajaatï-
sche lucht zoo 's avonds is zoo lang
zamerhand een doodgewone verschij
ning geworden.
Het landmacht-garnizoen hier in de
Krokodillenstad is zich ook aan het
uitbreiden. Er is een massa Artillerie
bij gekomen, zoodat we nu behalve
matrozen ook soldaten hier in de stel
ling zien passagieren. Nu Soerabaja
is wel een stad waar het een en ander
te passagieren valt. We hebben hier
nu toch al een stuk of 6 goeie bios
copen. In één ervan is deze week de
„Jantjes" gegeven en geprolongeerd.
Het is werkelijk de moeite waard om
te zien hoe of het Indische publiek
op deze film reageert. Natuurlijk zijn
het in de eerste plaats de Amster
dammers die genieten van al die ras
echte beelden uit hun stad. Je kurit
dan ook die Mokummers er direct uit
halen, alleen al aan hun uitroepen.
Een ieder voelt natuurlijk mede met
dat vertrek van de mailboot omdat
we het allen één of meer malen hebben
mede gemaakt. De Nieuwediepers aan
schouwen vol heimweh hun „millioenen
hoek" en het binnenvaren van de
„Hendrik". Kortom het is een stuk
dat er hier goed ingaat en het „draaien"
wordt hier met recht een „schlager"
die je bijna iederen avond door de Radio
kunt hooren.
Men is ook weer bezig aan den op
bouw van de Jaarmarkt. Dit jaar zal
er een concours d'élégance gehouden
worden van auto's. Dat kan wel iets
worden want ondanks de malaise kan
Soerabaja op zijn straten toch nog
heel wat mooie wagens vertoonen.
Sjonge kerel ik heb dezen brief toch
nog weer vol gekregen. De mail sluit
strakjes dus ga ik nu maar eindigen.
Houd je maar taai en tot kijk.
Je trouwe makker en collega
HENK.